Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wiersma en Minhas over het bericht ‘Chauffeurs balen van uitblijven oplossing voor onveilige bussen: Gemeenten en provincies blijven maar naar elkaar verwijzen’
Vragen van de leden Wiersma en Minhas (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Chauffeurs balen van uitblijven oplossing voor onveilige bussen: «Gemeenten en provincies blijven maar naar elkaar verwijzen»» (ingezonden 11 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 8 juli 2021). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3461.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Chauffeurs balen van uitblijven oplossing voor onveilige
bussen: «Gemeenten en provincies blijven maar naar elkaar verwijzen»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de overlast in het openbaar vervoer (OV) tussen Emmen en Ter Apel door
veiligelanders blijft aanhouden? Hoeveel gevallen van overlast door veiligelanders
vindt momenteel plaats in het OV? Op welke trajecten vindt deze overlast vooral plaats?
Antwoord 2
De politie en vervoerders registreren niet op verblijfsstatus van personen die betrokken
zijn bij incidenten. Er valt dan ook niet te zeggen of de personen die betrokken zijn
geweest bij de incidenten in het openbaar vervoer tussen Emmen en Ter Apel asielzoekers
uit veilige landen van herkomst zijn.
Overlast in het openbaar vervoer tussen Emmen en Ter Apel speelt vooral op en rond
de buslijn 73 van Qbuzz. Het overgrote deel van de meldingen betrof betalingsproblemen.
Op dit moment gaat het om gemiddeld 5 meldingen per week. In 2017 en 2018 lag het
aantal incidenten per week veel hoger met als dieptepunt eind 2018. Toen vonden er
gemiddeld meer dan 50 incidenten per week plaats. Het betrof voornamelijk betalingsproblemen.
Vanaf 2019 is door de vele maatregelen het aantal incidenten op de buslijnen tussen
Emmen en Ter Apel fors afgenomen. Deze maatregelen betreffen de continue inzet van
de OV-stewards op buslijn 73 en de inzet van een pendelbus. Ook op de Vechtdallijn
tussen Emmen en Zwolle wordt overlast ervaren. Ook hier hebben de incidenten voornamelijk
betrekking op betalingsproblemen. Ik benadruk ook hier graag het belang van het doen
van aangifte in het geval van crimineel gedrag.
Vraag 3
Deelt u de constatering dat de inzet van middelen in het OV om overlastgeving door
asielzoekers tegen te gaan nog onvoldoende effectief is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Overlast veroorzaakt door asielzoekers is een maatschappelijk probleem, dat zich ook
in het openbaar vervoer manifesteert. Op de lijn naar Ter Apel kampt het OV-personeel
en de reiziger daardoor met een gevoel van onveiligheid en dat is onacceptabel. Iedere
vorm van overlast is dan ook onacceptabel. Om de veiligheid van de reizigers en personeel
te waarborgen worden door vervoerders extra maatregelen getroffen door op de betreffende
lijnen reis-en verblijfsverboden op te leggen, camera’s te installeren, toegangscontroles
en extra toezichthoudend personeel op de in te zetten. Ook wordt er gewerkt met bodycams
en is er extra aandacht voor opleidingen voor medewerkers. De ingezette maatregelen
in het openbaar vervoer sorteren effect, maar zullen nooit alle incidenten kunnen
voorkomen. Daarom zijn de ketenmariniers continu met betrokken partijen zoals vervoerders,
politie, COA en het Ministerie van I&W in gesprek om te bezien hoe de aanpak van overlast
in het openbaar vervoer nog beter kan.
Vraag 4
Zijn er in Europees verband initiatieven waar Nederland van kan leren bij het aanpakken
van dergelijke overlastproblematiek?
Antwoord 4
Europese initiatieven specifiek voor de aanpak van overlastgevende asielzoekers in
het openbaar vervoer zijn zowel bij mij, mijn collega van I&W en de vervoerders niet
bekend. Wel worden (wetenschappelijke) Europese vergelijkingen gemaakt voor sociale
veiligheid. Deze hebben echter een bredere context zoals samenleving, wonen, onderwijs
en werk. Vervoerders geven aan dat juist de aanpak in Ter Apel een voorbeeld is van
een goede regionale samenwerking in de keten, waarbij continu wordt ingespeeld op
snel veranderde situaties.
Vraag 5
Welke middelen uit de toolbox zijn sinds de beantwoording van de eerdere vragen van
de leden Ziengs en Becker ingezet om overlast in het OV aan te pakken?2 Hoe staat het met de bekendheid van de diverse mogelijkheden uit de toolbox en hoe
wordt de inzet van deze mogelijkheden beoordeeld door lokale bestuurders? Hoe wordt
de taakvervulling door de ketenmariniers beoordeeld door de betrokken vervoersbedrijven
en gemeenten om deze overlast aan te pakken?
Antwoord 5
In november 2020 hebben de ketenmariniers de bestaande maatregelen tegen overlastgevende
asielzoekers gebundeld in een zogenaamde toolbox die handvatten biedt in de aanpak
van overlastgevende asielzoekers.3 In hoofdstuk vier van de toolbox staan bestaande maatregelen tegen overlast in het
openbaar vervoer opgenomen, zoals het opleggen van reis- of verblijfsverboden, het
gebruik van camera’s en de inzet van toezichthoudend personeel. De toolbox is mede
tot stand gekomen in afstemming met Arriva en de NS en is breed verspreid onder partijen
die een rol spelen in de aanpak van overlast, waaronder vervoerders.
De ketenmariniers adviseren betrokken partijen desgewenst over de inzet van maatregelen.
Hoe de maatregelen in de toolbox beoordeeld worden door lokale bestuurders en hoe
de taakvervulling van de ketenmariniers door hen wordt beoordeeld kan het beste worden
beantwoord door de lokale bestuurders zelf. Vervoerders geven aan de samenwerking
met- en de inzet van de ketenmariniers te waarderen, al hebben de gesprekken volgens
hen niet tot een structurele oplossing geleid in het OV rondom Ter Apel. Vanuit de
ketenmariniers wordt de samenwerking als goed ervaren en de ontvangen terugkoppeling
over de toolbox is dat dit document wordt gezien als een handig en bruikbaar naslagwerk.
Vraag 6
In de eerdere beantwoording op schriftelijke vragen van Ziengs en Becker is aangegeven
dat wordt gekeken naar een pilot voor een regionaal vervoersverbod in het OV. Wat
is de status van deze pilot? Zijn in het kader van deze pilot verboden opgelegd? Wat
zijn de eerste ervaringen met die pilot?
Antwoord 6
In Oost-Nederland hebben de vervoerders Keolis, Arriva, Transdev en de NS een plan
van aanpak opgesteld voor een pilot met het invoeren van een regionaal reisverbod.
Dit reisverbod geldt voor een ruimer gebied dan alleen voor de desbetreffende OV-lijn.
Het doel van deze pilot is om inzicht te bieden in de juridische mogelijkheden voor
het opleggen van een regionaal reisverbod door meerdere vervoerders. De pilot zal
in ieder geval gaan gelden op een tweetal treinlijnen, te weten Arnhem-Winterswijk
en Enschede-Wierden. Vervoerders onderzoeken op dit moment of de pilot ook voor de
hele regio Overijssel en Gelderland kan gaan gelden, waaronder ook de treinlijn Emmen-Zwolle.
Er is een onafhankelijke projectleider aangesteld. Om aan de voorwaarden van de AVG
en de proportionaliteiteisen te kunnen voldoen is een aparte juridische werkgroep
ingesteld. De verwachting is dat de pilot na de zomer kan worden gestart. Op dit moment
zijn er dan ook nog geen regionale reisverboden opgelegd.
Vraag 7
Wordt er vanuit het ministerie, naast het OV-verbod dat na de zomer wordt gestart,
ook naar andere maatregelen gekeken om de overlast in het OV te stoppen? Zo ja, welke
maatregelen worden overwogen om in te zetten?
Antwoord 7
Zoals beschreven in mijn antwoord op vraag 3 zetten vervoerders verschillende maatregelen
in om de veiligheid voor de reizigers en medewerkers in het openbaar vervoer te waarborgen.
Ook heeft de gemeente Westerwolde na afloop van de proef met de pendelbus vanuit mijn
departement geld ontvangen om tot het einde van 2021 de inzet van de pendelbus te
kunnen continueren. Vanuit mijn departement is in 2021 tevens een budget van 1 miljoen
euro beschikbaar gesteld waarmee gemeenten lokaal maatregelen kunnen inzetten tegen
overlastgevende asielzoekers. Gemeenten kunnen dit budget ook aanwenden om maatregelen
te treffen tegen overlast veroorzaakt door asielzoekers in het openbaar vervoer. Zo
zullen de gemeenten Boxmeer, Venray, Nijmegen, Grave en St. Anthonis de regeling gebruiken
om BOA’s in te zetten, onder meer in het openbaar vervoer. Daarnaast onderzoek ik
momenteel of overlastgevend gedrag op buslijn 73 tussen station Emmen en Ter Apel
zou kunnen leiden tot plaatsing in de speciale Handhaving- en Toezichtlocatie voor
overlastgevers in Hoogeveen.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.