Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de stijgende energielasten naar aanleiding van het artikel ‘Rekening energie door dak – Nota kan oplopen tot +200’ in de Telegraaf
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de stijgende energielasten (ingezonden 26 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
2 juli 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rekening energie door dak – Nota kan oplopen tot +200»?1 Hoe reageert u op de berekening van Gaslicht.com dat de energierekening gemiddeld
€ 200 zal stijgen?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht. De prognose van Gaslicht.com is dat de energieprijzen
stijgen nadat 2020 een uitzonderlijk jaar was waarin de energieprijzen sterk zijn
gedaald. Dit komt voornamelijk door een aanpassing van de leveringstarieven. De energierekening
bestaat uit drie componenten: de belastingen op energie, de nettarieven en de leveringstarieven.
Het kabinet heeft alleen directe invloed op de belastingen op energie. De energiebelastingen
zijn voor huishoudens met een gemiddeld verbruik dit jaar onveranderd gebleven, na
een daling van 100 euro bij gemiddeld verbruik in 2020, conform de afspraken in het
Klimaatakkoord.
Op de leveringstarieven, de commerciële prijzen voor energie, heeft het kabinet geen
invloed. Deze worden bepaald door de markt en halfjaarlijks door de energieleveranciers
vastgesteld. Door de coronacrisis zijn de variabele leveringstarieven vorig jaar gedaald.
Nu stijgen deze tarieven weer, met name door een stijging in de olieprijs. Maar ook
de relatief koude winter, het koude voorjaar en de gestegen CO2-prijs in het ETS zijn van invloed. De exacte invloed die de hogere gas- en elektriciteitsprijzen
hebben op de energierekening van een huishouden hangt af van het type contract met
de energieleverancier.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het te beschamend voor woorden is dat de zóveelste stijging
van de energierekening op de loer ligt – na de oplopende belasting op gas en de klimaatsubsidies
voor windmolens en biomassa, ditmaal door de enorm gestegen CO2-prijs? Wanneer zegt u: genoeg is genoeg?
Antwoord 2
Na een periode waarin de kosten juist lager lagen vanwege de wereldwijde coronacrisis,
nemen de energiekosten met name toe door de wereldwijde stijging van de prijzen van
olie en gas. Daarnaast hebben de relatief koude winter, het koude voorjaar en de gestegen
CO2-prijs in het ETS invloed op de energierekening. Om de omslag van fossiele bronnen
naar hernieuwbare energie te maken is een goede beprijzing van CO2, zoals middels onder andere het ETS gebeurt, cruciaal.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het ronduit van wanbeleid getuigt dat er klimaattaks op klimaattaks
wordt gestapeld – is het niet door uzelf, dan is het wel door de EU – voor een verwaarloosbaar,
praktisch onmeetbaar klimaateffect?
Antwoord 3
Voor Nederland is de energietransitie van groot belang. Klimaatverandering levert
grote risico’s op voor Nederland doordat de zeespiegel stijgt, weersextremen vaker optreden met hittegolven, droogte en overstromingen ten gevolge en
de inheemse biodiversiteit verder onder druk komt te staan. Deze veranderingen zorgen
voor grote (maatschappelijke) kosten. De energietransitie is nodig om de risico’s
van klimaatverandering te beperken en biedt Nederland tegelijkertijd ook kansen. Door
de energietransitie goed te bewerkstelligen, blijft de Nederlandse economie toekomstbestendig.
Het kabinet wil dat de transitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is en streeft
er daarom naar om het klimaatbeleid kosteneffectief vorm te geven. Instrumenten zoals
het ETS zijn nodig om de klimaatdoelen op een kosteneffectieve manier te realiseren omdat deze ervoor zorgt dat uitstoters van CO2 een adequate prijs betalen voor hun uitstoot zonder dat het gelijke speelveld in
Europa aangetast wordt. Nederland stemt beleidsinstrumenten zoveel mogelijk op elkaar
af, om een zo effectief mogelijke beleidsmix te realiseren waarmee de juiste prikkels
worden geleverd en leiden tot een evenwichtige lastenverdeling. Betaalbaarheid vergroot
namelijk zowel het draagvlak voor de energietransitie, als de haalbaarheid ervan.
Vraag 4
Hoe reageert u op de uitspraak van het Internationaal Monetair Fonds dat de huidige
CO2-prijs «nog steeds te laag is en moet stijgen tot ruim € 60 per ton»? Welke gevolgen
heeft dit voor de energierekening? Deelt u de conclusie dat Nederland zich zo snel
mogelijk moet bevrijden uit het verstikkende Europese emissiehandelssysteem (ETS)?
Antwoord 4
Nederland pleit voor een sterk Europees ETS. Het draagt bij aan realisatie van de
energietransitie tegen zo laag mogelijke kosten en komt het gelijke speelveld ten
goede. Door het ETS wordt uitstoot zo efficiënt mogelijk beprijsd, waardoor uitstoters
de juiste prikkel krijgen om hun uitstoot van CO2 te verminderen en te investeren in verduurzaming van de bedrijfsvoering. Hierdoor
vinden de investeringen plaats waar de meeste uitstootreductie gerealiseerd kan worden
tegen de laagste kosten, wat van belang is voor de betaalbaarheid van de energietransitie.
Doordat het ETS een Europees instrument is, ervaren alle uitstoters binnen het ETS
in Europa dezelfde verduurzamingsprikkel. Dit waarborgt het gelijke speelveld voor
Nederlandse bedrijven op de Europese markt. Ik ben dus van mening dat Nederland deelnemer
moet blijven van het Europese emissiehandelssysteem.
De Europese Commissie komt deze zomer met een voorstel voor aanscherping van het Europees
ETS ter implementatie van het aangescherpte Europese Klimaatdoel naar -55%. De markt
anticipeert hierop, waardoor de prijs stijgt. Energieleveranciers berekenen die kosten
door in de energieprijzen, waardoor de tarieven kunnen stijgen. Tegelijkertijd kunnen
de stijgende energieprijzen ook leiden tot een grotere mate van energiebesparing,
waardoor een deel van de stijging van de energierekening wordt beperkt. Of een huishouden
zijn energierekening kan betalen, hangt niet alleen af van de uitgaven aan energie,
maar ook van het besteedbare inkomen en de andere noodzakelijke uitgaven van huishoudens.
Het kabinet weegt in de koopkrachtbesluitvorming jaarlijks integraal alle plussen
en minnen voor huishoudens, waaronder de energierekening.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het tegenstrijdig is dat huishoudens moeten kromliggen voor
onbetaalbaar klimaatbeleid, bedoeld om de opwarming van de aarde tegen te gaan, terwijl
kouderecord na kouderecord wordt verbroken?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat uw belofte dat klimaatbeleid «voor iedereen haalbaar en betaalbaar»
pure oplichterij is? Zo nee, waar blijken «haalbaarheid en betaalbaarheid» dan uit?
Antwoord 6
Nee, deze conclusie deel ik niet. Er is terecht veel aandacht van uw Kamer voor de
haalbaarheid en betaalbaarheid van de energietransitie. Het kabinet wil dat de transitie
voor iedereen haalbaar en betaalbaar is en streeft ernaar om het klimaatbeleid kosteneffectief
vorm te geven. Daarnaast heeft het kabinet ook oog voor de lastenverdeling. Daarom
zijn, conform de afspraken in het Klimaatakkoord, de ODE-tarieven voor grootverbruikers
verhoogd zodat huishoudens 1/3 in plaats van de helft van de ODE-opbrengst betalen.
Door de wijzigingen zijn de lasten voor huishoudens verlaagd, de grootverbruikerstarieven
verhoogd en is het kleine mkb zoveel mogelijk ontzien.
Vraag 7
Deelt u de mening dat energie een basisbehoefte is en voor elk huishouden betaalbaar
hoort zijn? Zo ja, waarom jaagt u de huishoudens dan, met uw klimaatbeleid en energietransitie,
regelrecht de energiearmoede in?
Antwoord 7
Het uitgangspunt van het kabinet is dat de energietransitie haalbaar en betaalbaar
moet zijn. Uit het rapport van Planbureau voor de Leefomgeving, «Meten met twee maten»
uit december 2018 blijkt dat Nederland in Europees perspectief relatief goed scoort
op betaalbaarheid van de energierekening voor huishoudens en relatief weinig energiearmoede
kent. Ook uit Europese rapportages, zoals het EU Energy Poverty Observatory (EPOV),
volgt dat Nederland goed scoort op het terrein van energiearmoede.
Of een huishouden zijn energierekening kan betalen, hangt niet alleen af van de uitgaven
aan energie, maar ook van het besteedbare inkomen en de andere noodzakelijke uitgaven
van huishoudens. Het kabinet weegt in de koopkrachtbesluitvorming jaarlijks integraal
alle plussen en minnen voor huishoudens, waaronder de energierekening.
Vraag 8
Wanneer stopt u daarmee en zorgt u ervoor dat de energierekening substantieel daalt
en energie weer betaalbaar wordt?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3 is het van belang dat we als Nederland
gezamenlijk met andere landen inzetten op het beperken van klimaatverandering. Zonder
klimaatbeleid zullen de kosten van klimaatverandering in Nederland naar verwachting
sterk toenemen door effecten als wateroverlast, droogte en hittestress. Daarom werkt
het kabinet samen met bedrijven, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden
aan de uitvoering van het Klimaatakkoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.