Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het feit dat de provincie Noord-Holland woningbouw in Landsmeer tegenhoudt
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording van de vragen over het feit dat de provincie Noord-Holland woningbouw in Landsmeer tegen houdt (ingezonden 11 juni 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
1 juli 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op mijn vragen over het feit dat de provincie Noord-Holland
woningbouw tegenhoudt in de gemeente Landsmeer?1
Antwoord 1
Ja, ik heb uw vragen over woningbouw Landsmeer op 8 juni jl. beantwoord.
Vraag 2
Is het waar dat u alleen in gesprek bent gegaan met de provincie Noord-Holland en
niet met de gemeente Landsmeer? Zo ja, waarom bent u niet in gesprek te gaan met de
gemeente Landsmeer en bent u bereid dit alsnog te doen?
Antwoord 2
Naar aanleiding van de vragen is er vanuit mijn ministerie ambtelijk contact geweest
met zowel de gemeente Landsmeer als de provincie Noord-Holland.
Mijn bestuurlijke gesprekken in Noord-Holland zijn gericht op de brede woningbouwopgave
zoals de woningbouwversnelling. De gesprekken vinden plaats binnen bestaande kaders
zoals de verstedelijkingsopgave of de woondeals. Voor mij is van belang dat de provincie
voldoende ruimte biedt voor de regionale bouwopgave. Daarbij is het aan de provincie
om binnen dit kader regionale afwegingen te maken over concrete locaties met het oog
op een goede landschappelijke inpassing. Overleg met de gemeente over specifiek kleinschalige
locaties zoals Landsmeer past mijns inziens primair bij de rol van de provincie.
Wel vind ik het van belang dat voor alle locaties zoals Landsmeer in brede zin goed
gekeken wordt naar maatwerkmogelijkheden voor woningbouw binnen de randvoorwaarden
van de provincies. Daarom komt dit onderwerp binnenkort aan de orde tijdens overleg
tussen mijn ministerie en de gedeputeerde Ruimtelijke ordening en wonen van Noord-Holland.
Vraag 3
Welke acht woningbouwlocaties in de provincie Noord-Holland zijn komen te vervallen
als gevolg van het aanwijzen als BPL-landschap (Bijzonder Provinciaal Landschap)?
Antwoord 3
Met de vaststelling van de provinciale Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 is
besloten om op acht discussielocaties die zijn gelegen in Bijzonder Provinciaal Landschap
(BPL) geen stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Voor de meeste van deze locaties
stond woningbouw reeds ter discussie vanwege bestaande beschermingsregimes vanuit
zowel rijksbeleid als provinciaal beleid die samenhangen met de ligging in uniek veenpolderlandschap
met landschappelijke kwaliteiten en natuurwaarden, werelderfgoed UNESCO of met de
geluidcontouren in het Luchthavenindelingbesluit.
De acht locaties die in een provinciale «nota discussielocaties» zijn opgenomen, zijn
hierna weergegeven in tabel 1.
Tabel 1. Discussielocaties
Naam plan
gemeente
PRV
OV 2020
1. Limmerkoog – Uitgeest
Uitgeest
Nee; 20 Ke-contour
Nee; BPL en werkingsgebied MRA (bovendien LIB-5 contour)
2. De Terp – Uitgeest
Uitgeest
Nee; weidevogelleefgebied en 20 Ke-contour
Nee; BPL (bovendien LIB-5 contour)
3. Stompetoren-West
Alkmaar
Ja; Landelijk Gebied
Voorwaarden:
• RijksLadder
• Regionaal woningbouwprogramma
• Ruimtelijke kwaliteit
Nee: BPL
4. Zuid III – Akersloot
Castricum
Nee; 20 Ke-contour
Nee; BPL (bovendien LIB-5 contour)
5. Nederhorst Noord – Nederhorst den Berg
Wijdemeren
Nee: weidevogelleef-gebied en UNESCO
Nee: BPL en UNESCO
6. Zuidsingel fase 8 – Kortenhoef
Wijdemeren
Ja/Nee: deels in NNN en UNESCO; verder afhankelijk van ruimtelijke kwaliteit plan
Nee: BPL (plus bestaand NNN en UNESCO)
7. Middelie
Edam-Volendam
Nee: weidevogelleef-gebied
Nee: BPL
8. Noordeinde 65 – Oostzaan
Oostzaan
Nee: bufferzone en ruimtelijke kwaliteit
Nee: BPL
Vraag 4
Hoe rijmt het vervallen van acht woningbouwlocaties in de hele provincie Noord-Holland
met het vervallen van de vier woningbouwlocaties in de gemeente Landsmeer die ik heb
bezocht?
Antwoord 4
Uit navraag bij de gemeente Landsmeer blijkt dat geen van de locaties in de gemeente
Landsmeer deel uitmaakt van de acht discussielocaties. De gemeente Landsmeer geeft
aan dat er geen grootschalige (= meer dan 11 woningen) regionaal afgestemde woningbouwlocaties
zijn die in strijd zijn met de provinciale regels.
Uit informatie van de gemeente Landsmeer heb ik daarnaast begrepen dat er wel enkele
kleinschalige initiatieven zijn. De gemeente zou graag woningbouw willen toestaan
maar de provincie is kritisch omdat de locaties in landelijk gebied liggen van de
metropoolregio (buiten BPL).
Met de invoering van de Omgevingsverordening NH2020 is ook het bebouwingslint van
Landsmeer aangewezen als «landelijk gebied». Binnen het landelijk gebied van de metropoolregio
is er in de Omgevingsverordening NH2020 een verbod op kleinschalige woningbouw (minder
dan 12 woningen). De provincie werkt aan een aanpak voor maatwerkoplossingen voor
probleemlocaties in bestaande linten. Dit betreft locaties waar volgens de regelgeving
formeel geen bouwmogelijkheden zijn, terwijl dit wel wenselijk is om tot een noodzakelijke
verbetering van de ruimtelijke kwaliteit te komen. In deze aanpak worden ook 6 in
het bebouwingslint van Landsmeer meegenomen.
Vraag 5
Klopt het dat de acht vervallen woningbouwlocaties in de hele provincie Noord-Holland
alleen de harde plancapaciteit betreft? Zo ja, hoeveel woningbouwlocaties zijn dan
komen te vervallen betreffende de zachte plancapaciteit?
Antwoord 5
De locaties die op basis van de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 niet kunnen
worden gerealiseerd betreffen alle uitsluitend zachte plannen (ik verwijs hiervoor
naar de beantwoording van de vragen van Tweede Kamer lid Terpstra over de berichten
«Over dingen die blijven» en «Laat ons bouwen».)2
Als er sprake is van harde plannen, dus vastgestelde bestemmingsplannen, dan heeft
de provincie dat gerespecteerd en eventuele fouten in de begrenzing van BPL gecorrigeerd.
Het gaat in alle gevallen dus om zachte plannen. Zachte plannen in BPL betreffen minder
dan 1% van de totale plancapaciteit in Noord-Holland. Overigens geeft de provincie
aan dat voor een deel hiervan woningbouw niet bij voorbaat is uitgesloten.
Vraag 6
Deelt u de mening dat, gezien de grote woningbouwopgave, de provincie Noord-Holland
het vervallen van woningbouwlocaties, ook in de gemeente Landsmeer, zoveel mogelijk
moet voorkomen en terugdraaien?
Antwoord 6
Ik vind het van groot belang dat er voldoende bouwlocaties beschikbaar komen voor
de brede woningbouwopgave. Ik zie ook dat dat gebeurt: op dit moment is er in de provincie
Noord-Holland en de regio Zaanstreek-Waterland voldoende plancapaciteit beschikbaar.
Anderzijds ligt er ook een opgave met de medeoverheden om bij de keuze van de woningbouwlocaties
oog te hebben voor de bescherming van landschappelijke waarden of natuurwaarden. Om
die reden vind ik het positief dat de provincie in het kader de regionale woonakkoorden
en het provinciaal Masterplan Wonen in overleg met de gemeenten kijkt naar maatwerkoplossingen,
bijvoorbeeld voor woningbouw in kleine kernen met het oog op de leefbaarheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.