Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de wens om politieagenten een wettelijk vastgelegde veteranenstatus te laten krijgen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de wens om politieagenten een wettelijk vastgelegde veteranenstatus te laten krijgen (ingezonden 25 mei 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 juni 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3196.
Vraag 1
Waarom is er nu nog geen wettelijk vastgelegde veteranenstatus voor agenten?1
Antwoord 1
De politie onderscheidt zich van militairen, waar de veteranenstatus is gekoppeld
aan de deelname aan oorlogs- of vergelijkbare omstandigheden inclusief vredesoperaties.
Een dergelijk criterium is bij politie niet mogelijk.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat veel politieagenten vaak vreselijke dingen meemaken en zien
in hun werk en dat dit zeer traumatisch kan zijn? Hoe beoordeelt u zelf de zorg en
de hulp voor agenten met posttraumatische stressstoornis (PTSS)? Wat is uw reactie
op de kritiek hierop?
Antwoord 2
Politiemedewerkers maken inderdaad helaas de meest vreselijke dingen mee. Dat heb
ik uit eerste hand vernomen van de medewerkers met wie ik in de afgelopen jaren heb
gesproken. De korpschef en ik vinden het van groot belang dat de medewerker direct
de aandacht, zorg en ondersteuning krijgt die deze nodig heeft. Sinds 2013 is PTSS
erkend als beroepsziekte en zijn er diverse regelingen getroffen. Geconstateerd is
nu dat er knelpunten zitten in het huidige stelsel. In mijn brief van 23 april 2020
heb ik uw Kamer geïnformeerd over de contouren van een nieuw stelsel, waarmee beoogd
wordt deze knelpunten weg te nemen. Het stelsel wordt verbeterd aan de hand van de
uitgangspunten: eenvoudiger, minder druk op de medewerker, tempo in de afhandeling
en re-integratie bij de politie. Tevens zal er meer aandacht zijn voor de preventie
van psychisch leed. Over de meest recente stand van zaken van het nieuwe stelsel beroepsziekten
en dienstongevallen en de afdoening van lopende (restschade) zaken heb ik uw Kamer
geïnformeerd in mijn brief van 29 juni 2021.2
Vraag 3
Hoe denkt u over het idee om te zorgen voor een wettelijk vastgelegde veteranenstatus
voor agenten? Denkt u ook dat dit zou kunnen helpen om politiemensen met PTSS niet
alleen sneller toegang te geven tot zorg, maar ook het gevoel te geven dat hun inspanningen
erkend worden in en door de samenleving? Welke bezwaren ziet u tegen een wettelijke
veteranenstatus?
Antwoord 3
In aanvulling op mijn antwoord op vraag 1 kan ik u aangeven dat politiemedewerkers
met een beroepsziekte zoals PTSS bij de korpschef verschillende voorstellen hebben
ingediend voor een vorm van erkenning. Het toekennen van een veteranenstatus is er
daar één van. In het nieuwe stelsel zal er ook aandacht zijn voor waardering en erkenning.
De politie richt alle energie op het goed inrichten van de basis van het nieuwe stelsel,
omdat het van groot belang is dat dit snel in werking treedt en daarover met vakorganisaties
en de COR afspraken zijn gemaakt. Als dat op orde is, zal worden bezien hoe de waardering
en erkenning verder vorm kan krijgen. In het CD Politie van 10 juni jl. heb ik toegezegd
uw Kamer in het najaar van 2021 nader te informeren.
Vraag 4
Hoe staat het met de afhandeling van de oude PTSS-zaken?3
Antwoord 4
Van de 209 in behandeling zijnde oudere dossiers, waarbij aansprakelijkstelling heeft
plaatsgehad voor 1 maart 2020, heeft uiterlijk eind september 2021 iedere (oud) medewerker
een voorstel. Er zijn van de 209 zaken nu 55 dossiers formeel afgerond met een vaststellingsovereenkomst.
In 2 zaken is het niet gelukt om tot een overeenkomst te komen. 82 zaken zijn in behandeling
en in 19 gevallen moet het gesprek nog plaatsvinden. Deze gesprekken zijn in de meeste
gevallen inmiddels gepland. 51 dossiers zijn van de lijst afgevoerd om verschillende
redenen, zoals onjuiste registratie.
Vraag 5
Deelt u de zorgen van de Nederlandse Politiebond (NPB) dat de nieuwe regeling voor
agenten met PTSS alleen voor nieuwe gevallen zal gelden, waardoor een groep tussen
wal en schip gaat vallen? Zo ja, wat gaat u hierop ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Op dit moment worden de lopende (restschade) zaken opgepakt conform de richtlijn van
de politie. Dit geldt ook voor nieuwe aansprakelijkstellingen, zaken waarbij de aansprakelijkstelling
tussen 1 maart 2020 en het moment van inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zijn
of worden ontvangen. Om de formele overgang van oud naar nieuw stelsel goed te regelen
wordt overgangsrecht geformuleerd wat bepaalt wie er, en vanaf welk moment, onder
het nieuwe stelsel zullen vallen. In mijn recente Kamerbrief van 29 juni 2021 heb
ik uw Kamer gemeld dat hierover inmiddels overeenstemming is bereikt met de vakorganisaties.
Door dit overgangsbeleid, waarop medewerkers met een lopende (restschade) zaak binnenkort
een beroep op kunnen doen, goed te laten aansluiten op het overgangsrecht zal er niemand
tussen wal en schip vallen. Daarnaast wordt voor alle zekerheid ook een zogenaamde
hardheidsclausule opgenomen in de regelgeving met betrekking tot het overgangsbeleid
die een afwijking van de uitgangspunten mogelijk maakt in het geval strikte toepassing
van de regels leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.