Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Kuiken over het zonder opleiding, met een strafblad en onder valse titel verlenen van zorg
Vragen van lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid over het zonder opleiding, met een strafblad en onder valse titel verlenen van zorg (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Minister
Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 28 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in Follow the Money van 24 april 2021 over een veroordeeld
stalker, neptherapeut en fraudeur die toch jeugdzorgdirecteur is?1
Antwoord 1
Ja, wij hebben het artikel van Follow the Money gelezen.
Vraag 2 en 3
Hoe kan deze jeugdzorgdirecteur zonder opleiding, met een strafblad en onder valse
titel zorg verlenen aan kwetsbare, vaak minderjarige cliënten?
Klopt het dat Justis in 2020 een VOG af heeft gegeven voor deze jeugdzorgdirecteur
specifiek voor «zorg voor minderjarigen»? Zo ja, hoe verklaart u dit?
Antwoord 2 en 3
Doorgaans wordt er vanwege de vertrouwelijkheid geen uitspraken gedaan over individuele
aanvragen voor een Verklaring Omtrent het gedrag (VOG). Vanwege de uitgebreide berichtgeving
in de media en de daarin gemelde details, zullen wij gestelde vragen op hoofdlijnen
beantwoorden.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft in 2018 tijdens de voorbereiding
op een toezichtsbezoek geconstateerd dat de betreffende bestuurder van Compass zich
valselijk uitgaf als psychotherapeut, terwijl hij niet als zodanig was ingeschreven
in het BIG register. De IGJ heeft de bestuurder hierop aangesproken. Het gebruik van
een titel zonder inschrijving in het BIG-register wordt opgevat als titelmisbruik
en is strafbaar. De bestuurder meldde aan de IGJ dat het gebruik van de titel op een
misverstand berustte, en beloofde de titel niet meer te voeren.
Tijdens het volgende toezichtsbezoek heeft de IGJ gevraagd of de bestuurder over de
verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) beschikte. Op 13 januari 2020 ontving
de IGJ een email van Compass, met een kopie van de betreffende VOG.
De IGJ heeft Justis ter controle gevraagd of de VOG daadwerkelijk was verstrekt. Dit
bleek het geval te zijn.
Bij een VOG-aanvraag vermeldt de werkgever op het aanvraagformulier, op welk screeningsprofiel
de (aspirant) werknemer moet worden gescreend. In dit geval is er een VOG aangevraagd
voor de functie van «bestuurder» in combinatie met het screeningsprofiel «personen»,
waaronder het belast zijn met de zorg voor minderjarigen. Doordat er sprake was van
een ongebruikelijke combinatie van de beoogde functie en het aangegeven screeningsprofiel
is de functieomschrijving door Justis opgevraagd. Op basis van de overlegde functieomschrijving
kwam duidelijk naar voren dat de aanvrager in de beoogde functie uitsluitend verantwoordelijk
is voor het aangaan en onderhouden van zakelijke transacties. Gelet hierop is ambtshalve
het screeningsprofiel aangepast in «zakelijke transacties», waaronder het beslissen
over offertes (het voeren van onderhandelingen en het afsluiten van contracten) en
het doen van aanbestedingen. Na de daaropvolgende toets aan het objectieve criterium,
waarbij wordt beoordeeld of aangetroffen strafbare feiten die vallen binnen de terugkijktermijn
relevant zijn voor de beoogde functie, en een toets aan het subjectieve criterium,
waarbij wordt beoordeeld wat het belang van de aanvrager is en onder andere wordt
gekeken naar de hoeveelheid strafbare feiten, de afdoening daarvan en tijdsverloop,
is destijds besloten tot afgifte van de VOG.
Abusievelijk is niet het screeningsprofiel «zakelijke transacties» aangepast op de
VOG, maar is het oorspronkelijke screeningsprofiel «personen» afgedrukt op de VOG.
De VOG geeft hierdoor geen juist beeld van de screening die heeft plaatsgevonden.
Wanneer dergelijke fouten in de uitvoering worden geconstateerd, wordt de VOG door
Justis ingetrokken. Per aangetekende post ontvangt betrokkene het verzoek om de betreffende
VOG terug te sturen naar Justis. Dit verzoek is ook recentelijk gedaan richting de
bestuurder van Compass.
Een dergelijke fout moet in de toekomst vanzelfsprekend worden voorkomen, want dit
kan het vertrouwen doen afnemen in de VOG-screening of in sectoren die van deze screening
gebruik maken. De dienst Justis treft daarom maatregelen waarmee wordt voorkomen dat
er verkeerde functieprofielen worden afgedrukt op de VOG.
Vraag 4
Deelt u de mening dat iemand die meerdere malen strafrechtelijk is veroordeeld is
voor onder andere stalking, bedreiging, het aannemen van steekpenningen en valsheid
in geschrifte, geen VOG mag krijgen voor zorg aan minderjarigen?
Antwoord 4
In het algemeen is de kans op afgifte van een VOG voor de zorg van minderjarigen bij
de aanwezigheid van dergelijke recente antecedenten niet groot. Bij de VOG-screening
wordt gekeken naar het doel van de VOG-aanvraag, de straf die is opgelegd, de leeftijd
ten tijde van plegen, de hoeveelheid geregistreerde antecedenten en hoe lang geleden
het feit is gepleegd. De VOG-screening is te allen tijde maatwerk, waarbij het belang
van het individu wordt afgewogen tegen het risico voor de samenleving.
Vraag 5
Klopt het dat vals gebruiken van de titel «psychotherapeut» strafbaar is? Hoe kan
het dat iemand, zoals deze jeugdzorgdirecteur, die de titel psychotherapeut gebruikt
zonder daarvoor diploma’s te hebben behaald, hier niet voor wordt bestraft?
Antwoord 5
Het voeren van een BIG geregistreerde titel, zonder in het BIG-register te zijn geregistreerd,
is strafbaar: niet omdat diploma’s ontbreken, maar omdat inschrijving in het register
ontbreekt.
Bij een eerste overtreding geeft de inspectie een waarschuwing. Wanneer er sprake
is van herhaling kan de inspectie een bestuurlijke boete opleggen.
Op het moment dat de inspectie kennis kreeg van het onterecht gebruik van de titel
psychotherapeut (in 2018) heeft zij de bestuurder er op aangesproken dat het onterecht
voeren van een BIG geregistreerde titel verboden is. Daarop werd aangegeven dat dit
op een misverstand berust en dat hij deze titel niet meer zal voeren. De IGJ heeft
daarom afgezien van het opleggen van een boete.
Nadat de inspectie in 2020 werd geïnformeerd door de gemeente Nijmegen dat deze persoon
de BIG-registratie van een familielid gebruikte heeft zij de website van de instelling
onderzocht of zij deze overtreding ook kon constateren. Op dat moment kon het titelmisbruik
niet worden vastgesteld.
Vraag 6
Is hier sprake van een strafbaar feit, aangezien de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) meldt dat zij op de hoogte is van het feit dat deze persoon de BIG registratie
van zijn dochter gebruikte? Welke stappen onderneemt de IGJ als zij een valse BIG
registratie constateert?
Antwoord 6
De IGJ ziet toe op naleving van de wet BIG en kan ook handhaven op grond van de wet
BIG, bijvoorbeeld door het opleggen van een geldboete.
In 2020 heeft de gemeente Nijmegen vastgesteld dat deze persoon het BIG-nummer van
een familielid gebruikte. De IGJ is door de gemeente Nijmegen hierover geïnformeerd.
Nadat de inspectie hierover werd geïnformeerd, heeft zij via de website van de instelling
onderzocht of zij deze overtreding ook daadwerkelijk kon vaststellen.
Op dat moment kon het titelmisbruik niet worden vastgesteld. Zie ook het antwoord
op vraag 5.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat deze jeugdzorgdirecteur enig directielid, enig aandeelhouder
en enig bestuurslid is van alle gelieerde vennootschappen en stichtingen van Compass
GGZ, dat in 2019 een omzet van 5,3 miljoen euro had?
Antwoord 7
Wij vinden dat geld dat bestemd is voor de zorg ook moet gaan naar de zorg. De Jeugdwet
stelt op dit moment weinig eisen aan de bestuursstructuur of de financiële bedrijfsvoering
van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. Er is slechts geregeld dat
zij jaarlijks hun financiële jaarverantwoording openbaar dienen te maken. Met het
wetsvoorstel «Wet verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen» willen we daarom
nadere eisen stellen aan de bestuursstructuur en financiële bedrijfsvoering van aanbieders:
het hebben van een onafhankelijke intern toezichthouder, het voeren van een transparante
financiële bedrijfsvoering, conform en het stellen van nadere eisen aan de jaarverantwoording.
Dit draagt bij aan een professionelere opdrachtnemersrol richting gemeenten, een stabiele
omgeving voor jeugdigen en professionals binnen de organisatie en het verminderen
van continuïteitsproblematiek, waardoor de beschikbaarheid van zorg voor jeugdigen
beter wordt geborgd. Daarnaast zal de toezichthouder door het vastleggen van de voormelde
wettelijke vereisten beter in staat zijn om toezicht te houden op aanbieders van zorg
voor jeugdigen en kan zij handhavend optreden als dat nodig is.
Vraag 8
Gaat u onderzoeken of de regels voor governance in de jeugdzorg kunnen worden aangescherpt
om te voorkomen dat het interne toezicht faalt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Gemeenten hebben mogelijkheden om te controleren door sturing bij de contractering,
aanbesteding en via toezicht. Tijdens een lopend contract kunnen gemeenten periodieke
gesprekken voeren over de hulp en over de wijze van declaratie en facturatie. Dergelijke
gesprekken kunnen leiden tot nader onderzoek. De gemeente kan materiële controle inzetten
en bij gerede twijfels een fraude onderzoek starten.
Het toezicht is bij de Jeugdwet centraal geregeld via de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd die een wettelijke toezichtstaak heeft en aanbieders controleert op kwaliteit.
Daarnaast heeft de Jeugdautoriteit een taak op het terrein van de continuïteit van
zorg. Beide organisaties kunnen bij hun onderzoek stuiten op onregelmatigheden. De
gemeenteraad controleert de jaarrekening van de gemeente die gebaseerd is op de accountantsverklaringen
van de gecontracteerde aanbieders. Het financieel toezicht is transparant met het
verplichte Jaardocument dat openbaar kan worden geraadpleegd bij het CIBG.
We werken continue aan verbetering van de wet- en regelgeving. Zie ook het antwoord
op vraag 7.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het feit dat Compass GGZ geen ondernemingsraad heeft? Zijn er meer
zorginstellingen in Nederland met meer dan 50 personeelsleden zonder ondernemingsraad?
Zo ja, hoeveel?
Antwoord 9
Iedere ondernemer die een onderneming in stand houdt met 50 werknemers of meer is
verplicht tot het instellen van een ondernemingsraad. In beginsel is ieder filiaal
van een winkel of locatie van een instelling een aparte onderneming in de zin van
de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Per onderneming moet worden bepaald of aan de
instellingsgrens van 50 werknemers wordt voldaan. Op grond van artikel 3 lid 1 WOR
kan de ondernemer die twee of meer ondernemingen in stand houdt, waarin tezamen in
de regel ten minste 50 werknemers werkzaam zijn, besluiten een gemeenschappelijke
ondernemingsraad in te stellen, indien dit bevorderlijk is voor een goede toepassing
van de wet. Of Compass GGZ aan de instellingsgrens voldoet of in aanmerking komt voor
het instellen van een gemeenschappelijke ondernemingsraad is niet aan mij om te beoordelen.
Het Ministerie van SZW doet periodiek onderzoek naar de naleving van de Wet op de
ondernemingsraden (WOR). Uit het laatste onderzoek (2017) blijkt dat de instellingsgraad
dat jaar op 67% lag. Voor de zorgsector ligt dit percentage hoger, namelijk op 89%.
Als er sprake is van een werkgever die niet wil meewerken aan het instellen van een
ondernemingsraad, terwijl hij daartoe op grond van de wet wel verplicht is, dan is
er een stok achter de deur. Allereerst kan de bedrijfscommissie van de SER om bemiddeling
en advies worden gevraagd. Blijft de ondernemer echter in gebreke dan kan iedere belanghebbende
de kantonrechter verzoeken om te bepalen dat de ondernemer zijn verplichting nakomt,
desnoods op straffe van een boete op basis van de Wet op de economische delicten.
Voor het overige is het systeem voor handhaving in de WOR civielrechtelijk en dienen
betrokkenen zelf hun rechten af te dwingen.
Op grond van artikel 5 WOR kan de ondernemer aan de SER ontheffing vragen van de verplichting
een ondernemingsraad in te stellen, indien er sprake is van bijzondere omstandigheden
die een goede toepassing van de WOR belemmeren. Er is zoals in het bericht wordt vermeld
door Compass GGZ in januari 2020 inderdaad een verzoek tot ontheffing gedaan, maar
deze is later dat jaar weer ingetrokken. Er is uiteindelijk dus geen ontheffing verleend
door de SER. Overigens is de SER zeer terughoudend met het verlenen van ontheffing,
meestal gaat het om organisaties waar het sociocratisch model wordt gehanteerd.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het stelselmatig declareren van meer uren dan het aantal behandeluren
door Compass GGZ?
Antwoord 10
Hier wordt nu door verschillende partijen – NzA, zorgverzekeraars en gemeenten – nader
onderzoek naar gedaan.
Vraag 11
Deelt u de mening dat de IGJ onderzoek moet doen naar de vermeende declaratiefraude
bij Compass GGZ?
Antwoord 11
Voor wat betreft mogelijke declaratiefraude onder de Zorgverzekeringswet hebben zorgverzekeraars,
in hun rol als zorginkopende organisaties en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) als
toezichthouder, hier een rol in.
De IGJ heeft verschillende signalen ontvangen over mogelijke declaratiefraude in relatie
tot de kwaliteit van zorg. Deze signalen waren afkomstig van gemeenten, burgers en
zorgverzekeraars. Tussen verschillende partijen is contact over deze signalen, ook
het Informatie Knooppunt Zorgfraude is hierbij betrokken. Er hebben de afgelopen jaren
verschillende onderzoeken plaatsgevonden door gemeenten en zorgverzekeraars. De IGJ
is hier op aangehaakt.
De IGJ ziet toe op kwaliteit en veiligheid van zorg. Wanneer zorg niet wordt geleverd
maar wel wordt gedeclareerd kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van zorg. De
IGJ ziet hier op toe.
Naar aanleiding van recente signalen over mogelijke declaratiefraude en de kwaliteit
van zorg, het opstappen van de raad van commissarissen en de recente publicatie van
Follow the Money, heeft de IGJ aanleiding gezien om het gesprek aan te gaan met de
afgetreden raad van commissarissen en een nieuw inspectiebezoek te brengen aan deze
instelling.
Vraag 12
Welke mogelijkheden hebben cliënten van Compass GGZ als zorgverzekeraars geen actie
ondernemen na hun melding van declaratiefraude?
Antwoord 12
Cliënten van Compass GGZ kunnen, als hun zorgverzekeraar geen actie onderneemt, terecht
bij het Meldpunt van de NZa bij vermoedens van declaratiefraude2. Ook kunnen cliënten zich wenden tot het Landelijke Meldpunt Zorg van de IGJ3 bij vragen of klachten over de kwaliteit van zorg of jeugdhulp.
Vraag 13
Kunnen de drie leden van de raad van toezicht, een psychiater, gemeenteraadslid, en
een ambtenaar bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, aansprakelijk gehouden
worden voor het falen van het toezicht ondanks het feit dat zij niet waren ingeschreven
in het handelsregister of benoemd door een notaris?
Antwoord 13
Voor benoeming van commissarissen bij een besloten vennootschap (BV) is op grond van
art. 2:252 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een besluit nodig van de algemene vergadering
van aandeelhouders. Inschrijving in het handelsregister of tussenkomst van een notaris
is daarvoor geen constitutief vereiste. De raad van commissarissen bij een BV heeft
tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van
zaken in de BV en de met die BV verbonden onderneming. De raad moet het bestuur met
raad terzijde staan, en de commissarissen moeten zich bij de vervulling van hun taak
richten naar het belang van de BV en de verbonden onderneming (artikel 2:250, tweede
lid, BW). Indien een commissaris zijn taak niet goed verricht, kan hij tegenover de
vennootschap aansprakelijk worden gehouden voor onbehoorlijk bestuur op grond van
artikel 2:259 juncto artikel 2:9 BW. Daarnaast kan de onbehoorlijke taakvervulling
van een commissaris onrechtmatig zijn jegens derden (artikel 6:162 BW). Of een commissaris
daadwerkelijk aansprakelijk is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het
is de rechter die de omstandigheden weegt en beslist of de commissaris persoonlijk
aansprakelijk kan worden gehouden.
Vraag 14
Dragen gemeenten als opdrachtgever van Compass GGZ verantwoordelijkheid om toe te
zien op een gezonde governance en voldoende intern toezicht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Zoals ook in het antwoord op vraag 8 staat, hebben gemeenten instrumentarium om te
controleren op rechtmatigheid van declaraties. Hiervoor kan de gemeente materiële
controles inzetten en indien aan de orde een fraude onderzoek starten. De gemeente
stelt de jaarrekening op die gebaseerd is op de accountantsverklaringen van de gecontracteerde
aanbieders. De gemeenteraad controleert vervolgens de jaarrekening van de gemeente.
Het financieel toezicht in handen van accountants is transparant met het verplichte
Jaardocument dat openbaar kan worden geraadpleegd bij het CIBG.
Vraag 15
Hoe voorkomt u dat iemand zoals deze jeugdzorgdirecteur zonder opleiding, met een
strafblad en onder valse titel jarenlang actief kan zijn in de jeugdzorg ondanks het
feit dat de IGJ zijn zorginstelling meerdere malen bezoekt?
Antwoord 15
De inspectie heeft de bestuurder op titelmisbruik aangesproken. In eerste instantie
geeft de inspectie een waarschuwing, wanneer zij nogmaals een overtreding constateert,
geeft zij een boete.
Wanneer iemand in Nederland is veroordeeld, betekent dit dat Justis voor een bepaalde
periode geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kan afgeven voor bepaalde werkzaamheden.
Wanneer deze termijn afloopt, kan deze persoon weer een VOG aanvragen en ontvangen.
Vraag 16
Hoe gaat u voorkomen dat opnieuw bij een zorginstelling zoals Compass GGZ zowel het
interne als het externe toezicht zo kan falen?
Antwoord 16
Zoals ook in het antwoord op vraag 11 staat hebben gemeenten en zorgverzekeraars de
afgelopen jaren verschillende onderzoeken gedaan. De IGJ is op deze onderzoeken aangehaakt.
De IGJ heeft eerder al twee bezoeken gebracht aan deze instelling in 2018 en 2019.
Naar aanleiding van recente signalen over mogelijke declaratiefraude en de kwaliteit
van zorg, het opstappen van de raad van commissarissen en de recente publicatie van
Follow the Money, heeft de IGJ aanleiding gezien om het gesprek aan te gaan met de
afgetreden raad van commissarissen en een nieuw inspectiebezoek te brengen aan deze
instelling. De uitkomsten van dit bezoek zijn nog niet gepubliceerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.