Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Madlener en Edgar Mulder over de brandstofprijzen in Nederland
Vragen van de leden Madlener en Edgar Mulder (beiden PVV) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Financiën over de brandstofprijzen in Nederland (ingezonden 11 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 28 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Waarom de benzineprijs blijft stijgen: «Het wordt nog
erger»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 5
Realiseert u zich dat Nederlanders de hoogste prijs voor brandstof ter wereld betalen?
Vindt u ook dat dit volledig onacceptabel is? Zo nee, waarom niet?
Waarom moeten Nederlanders de hoogste brandstofprijs ter wereld betalen?
Kunt u deze absurd hoge bedragen nog met droge ogen uitleggen aan de pompstationhouder
in de grensregio?
Antwoord 2, 3, 5
Op basis van openbare bronnen blijkt dat Nederland voor wat betreft de benzine in
de hoogste regionen zit als het gaat om de brandstofprijs. Voor diesel geldt dat de
prijs in bijvoorbeeld Frankrijk, Italië, België, Finland, Noorwegen, het Verenigd
Koninkrijk en Zweden hoger is. De prijs van brandstof is opgebouwd uit een aantal
elementen: de kostprijs van de brandstof, de accijns en de btw. De kostprijs van de
brandstof is de laatste tijd door kenmerken van de wereldoliemarkt gestegen. De vraag
naar olie, de grondstof van de autobrandstoffen, neemt relatief toe en het aanbod
van olie neemt relatief af. Daarin zit het grootste deel van de stijging van de afgelopen
maanden. Deze stijging heeft zich ook bij onze buurlanden voorgedaan. De groei van
de brandstofprijzen aan de pomp is een kwestie van vraag en aanbod tussen afnemers
en leveranciers.
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat deze hoge prijzen negatieve gevolgen kunnen hebben
voor de koopkracht van Nederlanders?
Antwoord 4
De koopkracht van de Nederlanders is afhankelijk van een groot aantal factoren. Een
daarvan is het prijsniveau van de brandstoffen ten opzichte van het reële inkomen.
Het kabinet onderkent dat de hogere brandstofprijzen invloed kunnen hebben op de totale
koopkracht.
Vraag 6
Wat zijn de financiële consequenties voor kleine ondernemers in de grensstreek die
inkomsten mislopen vanwege deze hoge brandstofprijzen?
Antwoord 6
Indien afnemers besluiten elders hun auto te tanken dan kan dat inderdaad financiële
consequenties hebben voor de ondernemers in de grensstreek.
Vraag 7
Zijn er mogelijk gevaarlijke situaties ontstaan doordat veel mensen maximaal 240 liter
brandstof (in jerrycans) over de grens vervoeren?
Antwoord 7
De grens van 240 liter brandstof (in jerrycans van maximaal 60 liter) is algemeen
geaccepteerd en vastgelegd in internationale regelgeving (Overeenkomst voor het internationale
vervoer van gevaarlijke goederen over de weg). Kleinere hoeveelheden worden daarin
vrijgesteld. Er zijn mij geen gegevens bekend die er op wijzen dat deze regels worden
overtreden waardoor gevaarlijke situaties zouden ontstaan.
Vraag 8
Bent u bereid om eindelijk de veel te hoge belastingen op autobrandstoffen te verlagen
voor de Nederlanders? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het kabinet is niet voornemens de belastingen op brandstoffen te verlagen. De prijs
van brandstof wordt bepaald door de fabrikanten/leveranciers. De kostprijs van de
brandstof is de laatste tijd door kenmerken van de wereldoliemarkt gestegen. De vraag
naar olie, de grondstof van de brandstoffen, neemt relatief toe en het aanbod van
olie neemt relatief af. Daarin zit het grootste deel van de stijging van de afgelopen
maanden. Dit is een kwestie van vraag en aanbod tussen afnemers en leveranciers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.