Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Beckerman over brandveiligheid
Vragen van de leden Koerhuis (VVD) en Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over brandveiligheid (ingezonden 17 mei 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
18 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3066.
Vraag 1
Heeft u de uitzending Brandende belangen van tv-programma Zembla gezien?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraak van de Hoofdofficier van de Brandweer Rotterdam dat een
brand zoals heeft plaatsgevonden in de Grenfell toren ook in Nederland kan plaatsvinden?
Antwoord 2
Deze uitspraak past binnen hetgeen ik uw Kamer eerder heb gemeld in mijn brief van
16 juni 2020 (TK 28 325 nr. 213) over het rapport van de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften
(ATGB) over het onderzoeksrapport van de Grenfell Tower Inquiry. Ook volgens de ATGB
is de kans dat er in Nederland een soortgelijke gevelbrand optreedt niet uit te sluiten.
De kans dat zo’n brand net zo rampzalig uitpakt als bij de Grenfell Tower is volgens
de ATGB echter kleiner omdat in Nederland, in tegenstelling tot in Engeland, het gebruikelijk
is om bij brand het gebouw onmiddellijk te ontruimen. Dit laat onverlet dat ook in
Nederland maatregelen nodig zijn om de brandveiligheid van gevels te verbeteren. De
ATGB heeft daarvoor diverse aanbevelingen gedaan, die ik, zoals gemeld in mijn brief
van 16 juni 2020, alle heb overgenomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het – bijna vier jaar na de Grenfell brand – uitermate problematisch
is dat we in Nederland nog steeds geen inzicht hebben in welke panden risicovol zijn?
Antwoord 3
Ik ben van mening dat snelle afronding van de eerder door mij in gang gezette inventarisatie
nodig is en heb hiervoor diverse acties ondernomen. Ik ga ervan uit dat gemeenten
hierin hun verantwoordelijkheid nemen en inzicht hebben in mogelijke risicovolle panden.
Voor de wijze waarop uw Kamer hierover wordt geïnformeerd, zie het antwoord op vraag
4.
Vraag 4
Hoe voert u de op 20 april jl. door de Kamer aangenomen motie over de inventarisatie
van brandgevaarlijke gevels uit?2 Wanneer stuurt u het overzicht van gemeenten die de inventarisatie nog niet hebben
afgerond naar de Kamer? Heeft u gemeenten en provincies als toezichthouders reeds
gerappelleerd om de inventarisatie voor het einde van het jaar naar de Kamer te sturen?
Antwoord 4
In mijn appreciatie van deze motie tijdens het plenaire debat van 16 april 2020 (VSO
Overzicht ontwikkelingen op het gebied van de brand- en vluchtveiligheid van gebouwen,
Kamerstuk 28 325, nr. 215) heb ik aangegeven dat ik mijn eerdere onderzoek onder 80 gemeenten zal herhalen
en de resultaten daarvan voor het einde van het jaar naar de Kamer zal sturen. Ter
voorbereiding daarvan heb ik recent nogmaals overleg gehad met de provincies. Ik verwijs
daarbij naar het antwoord op vraag 7.
Vraag 5
Heeft het interbestuurlijk toezicht door provincies, dat u in oktober 2020 aankondigde
nodig te vinden, reeds voor een doorbraak gezorgd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
In mijn antwoord op vraag 7 informeer ik u over de acties van de provincies.
Vraag 6
Is inmiddels bekend of de twaalfde provincie ook actie heeft ondernomen, aangezien
u vorige maand aangaf dat elf provincies actie hebben ondernomen en u zou nagaan of
de twaalfde provincie dat ook heeft gedaan?
Antwoord 6
Ja, het is mij inmiddels bekend dat deze twaalfde provincie ook actie heeft ondernomen.
In mijn antwoord op vraag 7 informeer ik u over de acties van de provincies.
Vraag 7
Heeft u de provincies reeds verzocht om de tussenstand te geven, zoals u de Kamer
beloofd heeft te zullen doen? Zo nee, waarom niet en wanneer dan wel? Zo ja, wat was
de reactie? Op welke termijn kan een tussenstand worden gepresenteerd?
Antwoord 7
Ja, ik heb de provincies verzocht om aan te geven welke acties zij hebben ondernomen
naar aanleiding van mijn verzoek. Provincies hebben beleidsvrijheid hoe aan het interbestuurlijke
toezicht (IBT) vorm wordt gegeven. Alle provincies hebben actie ondernomen, ieder
op een eigen wijze. Op hoofdlijnen zien deze acties er als volgt uit.
Drenthe
De provincie heeft de gemeenten verzocht de inventarisatie op korte termijn af te
ronden en haar te informeren over de stand van zaken. In de provincie zijn alle twaalf
gemeenten klaar met de inventarisatie. Bij negen daarvan zijn geen risicovolle gebouwen
gevonden. Van twee gemeenten heeft de provincie hierover geen informatie ontvangen.
Bij één gemeente wordt een aantal gebouwen nader onderzocht.
Flevoland
De provincie heeft met iedere gemeente een IBT-gesprek gevoerd en daarbij de inventarisatie
aan de orde gesteld Alle gemeenten hebben aangegeven de inventarisatie te hebben uitgevoerd.
Bij één gemeente worden nog twee gebouwen nader onderzocht. Bij de overige gemeenten
zijn geen risicovolle gebouwen gevonden.
Friesland
De provincie heeft de gemeenten verzocht haar te informeren over de voortgang van
de inventarisatie. Twee gemeenten hebben dit nog niet gedaan, met deze gemeenten gaat
de provincie nog verder in gesprek. De overige dertien gemeenten in de provincie zijn
wel klaar en bij twaalf gemeenten daarvan zijn geen risicovolle gebouwen gevonden.
Bij de andere gemeente is één risicovol gebouw gevonden en is verbetering daarvan
in uitvoering.
Gelderland
De provincie heeft de gemeenten een brief gestuurd met het verzoek de inventarisatie
uit te voeren en te betrekken in het jaarprogramma VTH en de uitkomsten op te nemen
in het jaarverslag VTH. De provincie geeft aan dat het de verantwoordelijkheid is
van de gemeenten om hier verder actie op te ondernemen.
Groningen
De provincie heeft gemeenten verzocht haar te informeren over de voortgang van de
inventarisatie. In de provincie is één gemeente nog niet klaar met de inventarisatie.
De overige negen gemeenten zijn wel klaar en bij zes gemeenten daarvan zijn geen risicovolle
gebouwen gevonden. Bij de andere drie gemeenten zijn in totaal 24 gebouwen gevonden
die nader worden onderzocht.
Limburg
De provincie heeft de gemeenten verzocht haar te informeren over de voortgang van
de inventarisatie. De provincie heeft hierop beperkt respons gekregen en beziet thans
eventuele verdere actie richting de gemeenten.
Noord-Brabant
De provincie heeft de gemeenten verzocht haar middels het gemeentelijke jaarverslag
VTH 2020 of separaat te informeren over de stand van zaken van de inventarisatie.
De provincies verzamelt thans deze informatie en verwacht daar voor de zomervakantie
mee klaar te zijn.
Noord-Holland
De provincie heeft de gemeenten een brief gestuurd ter ondersteuning van mijn eerdere
verzoek aan gemeenten om de inventarisatie uit te voeren. De provincie geeft aan dat
het de verantwoordelijkheid is van de gemeenten om hier verder actie op te ondernemen.
Overijssel
De provincie heeft de gemeenten verzocht haar te informeren over de stand van zaken
van de inventarisatie. In de provincie hebben alle gemeenten de inventarisatie afgerond.
Bij twee gemeenten zijn daarbij in totaal vier risicovolle gebouwen gevonden. De betreffende
gemeenten hebben in samenspraak met de brandweer nadere acties genomen bij deze gebouwen.
In de overige gemeenten zijn geen risicovolle gebouwen gevonden.
Utrecht
De provincie heeft gecontroleerd of gemeenten in het jaarverslag VTH hebben vermeld
of inventarisatie heeft plaatsgevonden en wat in voorkomend geval de conclusie is.
De gemeenten waar geen informatie hierover werd aangetroffen, zijn alle aangespoord
alsnog de inventarisatie uit te voeren en daarover aan de provincie te koppelen. Van
de 26 gemeenten hebben er 25 de inventarisatie uitgevoerd. Bij 23 gemeenten zijn daarbij
geen risicovolle gebouwen gevonden. Bij twee gemeenten worden in totaal 20 gebouwen
nader onderzocht. De provincie volgt de ontwikkelingen. De gemeente die nog geen inventarisatie
heeft uitgevoerd is door de provincie gemaand dat alsnog zo snel mogelijk te doen.
Zeeland
De provincie heeft met iedere gemeente een IBT-gesprek gevoerd en daarbij de inventarisatie
aan de orde gesteld. De provincie heeft de gemeenten verzocht gehoor te geven aan
het verzoek van het Ministerie. De provincie geeft aan dat het de verantwoordelijkheid
is van de gemeenten om hier verder actie op te ondernemen.
Zuid-Holland
De provincie heeft de Colleges van B&W van de gemeenten een brief gestuurd om het
belang van brandveiligheid te benadrukken en aandacht te vragen voor de inventarisatie.
Van deze brief heeft de provincie een afschrift aan de gemeenteraden verstuurd, zodat
ook zij hierover zijn geïnformeerd in het kader van horizontale verantwoording en
controle. De provincie geeft aan dat het de verantwoordelijkheid is van de gemeenten
om hier verder actie op te ondernemen
Bovenstaande informatie is de actuele tussenstand. De komende maanden zal meer informatie
beschikbaar komen, die samen met de informatie uit het door mij te herhalen onderzoek
eind 2021 zal leiden tot een actueel beeld dat ik conform mijn toezegging aan Uw Kamer
zal doen toekomen
Vraag 8
Aangezien u vorige maand tevens aangaf dat provincies zeggen het lastig te vinden
omdat gemeenten op dit punt beleidsvrijheid hebben, wat betekent dit concreet? Valt
onder de vrijheid van gemeenten ook de mogelijkheid de inventarisatie niet uit te
voeren?
Antwoord 8
Gemeenten hebben beleidsvrijheid (of -ruimte) om te bepalen hoe zij invulling geven
aan het toezicht en de handhaving op bestaande gebouwen. Het College van B&W legt
hierover verantwoording af aan de gemeenteraad. Dit gebeurt aan de hand van jaarprogramma’s
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) en jaarverslagen Vergunningverlening,
Toezicht en Handhaving (VTH).
Deze beleidsvrijheid geldt ook voor de inventarisatie waar ik de gemeenten om heb
verzocht. Er is daarmee geen expliciete wettelijke verplichting voor gemeenten waarop
een provincie een gemeente kan aanspreken. Sommige provincies geven aan dat het daarom
voor hen lastig is om het wettelijke instrumentarium inzake interbestuurlijk toezicht
uit te voeren. De provincie kan een gemeente wel verzoeken en aansporen om de inventarisatie
uit te voeren.
Door deze beleidsvrijheid is er in principe de mogelijkheid dat een gemeente de inventarisatie
helemaal niet uitvoert. Ik ga er echter van uit dat dit niet of zeer zelden het geval
zal zijn. Uit het onderzoek dat ik eerder heb laten uitvoeren onder 80 gemeenten in
2020, bleek namelijk dat ten minste 91% van de gemeenten al invulling had gegeven
aan de inventarisatie en dat ten minste 60% van alle gemeenten volledig klaar was
met de inventarisatie. Ten minste 31% van de gemeenten was nog bezig met de inventarisatie
en hierbij ging het vooral om de grotere gemeenten. Mijn beeld is dat gemeenten de
inventarisatie in het algemeen wel willen uitvoeren, maar dat zij de werkzaamheden
daarvoor moeten inpassen in hun jaarlijkse toezichtactiviteiten en de daarvoor beschikbare
personele capaciteit. Eind van dit jaar informeer ik uw Kamer over de actuele stand
van zaken.
Vraag 9
Is het een optie in dit dossier als de provincie een taak overneemt van een gemeente
die zijn taak verwaarloost? Zo ja, op welke termijn vindt u dat deze indeplaatsstelling
noodzakelijk is voor gemeenten die hun inventarisatie niet gereed hebben?
Antwoord 9
Een provincie kan een taak van de gemeente overnemen als een gemeente een bij of krachtens
de Wet gevorderd besluit, handeling of resultaat niet neemt, verricht of bereikt.
Daarbij geldt het beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. In dit beleidskader
is een interventieladder3 opgenomen. Het is aan een afzonderlijke provincie om hiervan gebruik te maken. Gelet
op de beleidsvrijheid die gemeenten (zie antwoord op vraag 8) hebben om mijn verzoek
uit te voeren, is het lastig om aan te tonen dat een gemeente in dit geval zijn wettelijke
taak als bevoegd gezag verwaarloost. Vooralsnog ga ik ervan uit dat mede door de aansporing
vanuit de provincies de gemeenten de inventarisatie zelf uitvoeren en dat er geen
noodzaak is voor deze indeplaatsstelling.
Vraag 10
Wordt de steekproef bij 180 gemeenten die U de Tweede Kamer beloofde nog eens te herhalen,
inmiddels uitgevoerd? Op welke termijn kunnen we de resultaten hiervan verwachten?
Antwoord 10
Ik verwijs hierbij naar het antwoord op vraag 4. In het betreffende debat heb ik abusievelijk
gesproken van 180 gemeenten terwijl dit 80 gemeenten moeten zijn overeenkomstig het
eerdere onderzoek.
Vraag 11
Wanneer verwacht u dat de inventarisatie, waarvan u vorige maand aangaf dat deze niet
voor de zomer gereed is en dit jaar nog loopt, wel helemaal af is? Krijgt de Tweede
Kamer eind dit jaar de gegevens van alle gemeenten?
Antwoord 11
Ik verwijs hierbij naar het antwoord op vraag 4. De Tweede Kamer krijgt aan het eind
van dit jaar de resultaten van het onderzoek onder 80 gemeenten en de informatie die
de provincies mij zullen sturen.
Vraag 12
Is het u bekend dat gemeenten die hun inventarisatie gereed hebben problemen ervaren
met het in beweging krijgen van eigenaren van mogelijk risicovolle panden? Kent u
het voorbeeld van de gemeente Rotterdam die zich met deze problematiek geconfronteerd
ziet?4
Antwoord 12
Ik heb hierover navraag gedaan bij de gemeente Rotterdam. Het Rotterdamse raadstuk
waaraan u refereert is van 5 februari 2020. Het is de gemeente Rotterdam na verschillende
aansporingen uiteindelijk steeds gelukt om gebouweigenaren zover te krijgen dat zij
onderzoek laten uitvoeren naar de brandveiligheid van de gevels. Dit geldt ook voor
het vervolgens nemen van maatregelen als blijkt dat de gevels daadwerkelijk niet veilig
zijn. Ik heb daarnaast navraag gedaan bij de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland.
Ook landelijk is het beeld dat gebouweigenaren in het algemeen bereid zijn om onderzoek
uit te laten voeren en vervolgens waar nodig maatregelen te nemen.
Vraag 13
Heeft u inzicht in hoeveel gemeenten moeite hebben eigenaren van potentieel brandgevaarlijke
gebouwen tot daden over te doen gaan? Zo nee, bent u bereidt zo’n overzicht te maken?
Antwoord 13
Zoals in voorgaande antwoord staat is landelijk het beeld van de Vereniging Bouw-
en woningtoezicht Nederland dat gebouweigenaren in het algemeen bereid zijn om onderzoek
uit te laten voeren en vervolgens waar nodig maatregelen te nemen.
Vraag 14
Worden alle bewoners van gebouwen die uit een inventarisatie komen als potentieel
risicovol hierover geïnformeerd? Zo ja, door wie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Het is primair aan de eigenaar van gebouw om de bewoners te informeren over een mogelijk
risicovolle situatie. De gemeente kan daarnaast als bevoegd gezag besluiten om bewoners
te informeren. Het is aan de gemeente om dit per gebouw te bepalen afhankelijk van
de specifieke risico’s bij een gebouw.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.