Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht dat de Libische kustwacht migranten op verzoek van Frontex onderschept
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de Libische kustwacht migranten op verzoek van Frontex onderschept (ingezonden 3 mei 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid (ontvangen 18 juni 2021).
Vraag 1, 2 en 3
Bent u bekend met het artikel in Trouw «De band tussen Frontex en de kustwacht van
Libië is hecht»? Wat is daarop uw reactie?1
Kunt u bevestigen dat Frontex toestaat of zelfs orkestreert dat de Libische kustwacht
internationale verdragen schendt door migranten te onderscheppen en terug laat brengen
naar Libië? Is hier sprake van een structurele schending van het non-refoulement principe?
Klopt het dat Frontex inderdaad migranten signaleert met verkenningsvliegtuigen om
vervolgens geen actie te ondernemen met als gevolg dat migranten niet in veiligheid
worden gebracht? Waarom grijpt Frontex niet in, maar worden er zelfs Libische oorlogsschepen
ingezet die de bootjes met migranten rammen?
Antwoord 1, 2 en 3
Het kabinet heeft kennisgenomen van het artikel in Trouw, en volgt de zorgwekkende
berichtgeving nauwgezet. De primaire verantwoordelijkheid van de bewaking van de Europese
buitengrenzen ligt bij de individuele lidstaten, en het kabinet beschikt dan ook niet
over eigenstandige informatie om vast te stellen wat er aan die buitengrenzen gebeurt.
Voor het kabinet staat voorop dat grensbewaking door lidstaten, en met eventuele ondersteuning
van Frontex, te allen tijde wordt uitgevoerd conform de geldende EU en internationale
wet- en regelgeving.
Ten aanzien van deze specifieke berichtgeving heeft Frontex, tijdens de vergadering
van de Frontex Management Board van 7 mei, een toelichting verstrekt. Frontex gaf
aan samen te werken met de Libische Kustwacht in het kader van EU-missies. Conform
de Europese grens- en kustwachtverordening2 ondersteunt Frontex de EU-lidstaten, zoals Italië of Malta, bij het beheer van de
Europese buitengrens, waaronder op de zeegrens. In operaties op zee ondersteunt Frontex
lidstaten onder andere door de inzet van vliegtuigen en boten. Frontex geeft aan hierbij
te handelen conform de verordening3 voor de bewaking van de zeebuitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking
gecoördineerd door Frontex. Dit betekent dat wanneer de organisatie tijdens de uitvoering
van zijn taken constateert dat er sprake is van een noodsituatie op zee, Frontex de
verantwoordelijke autoriteiten, namelijk het reddingscoördinatiecentrum, van een lidstaat
of derde land waarschuwt om actie te ondernemen. De situatie kan zich voordoen dat
Frontex een dergelijke noodsituatie constateert in de Search and Rescue-zone van Libië.
Frontex waarschuwt dan de Libische autoriteiten, alsmede de autoriteiten van relevante
andere derde landen en/of lidstaten, en in het bijzonder de reddingscoördinatiecentra,
om een reddingsoperatie te starten. Indien de situatie daartoe noopt, kan er ook een
alarmsignaal worden afgegeven aan andere (commerciële) schepen die zich in de nabijheid
begeven.
Het kabinet onderschrijft dat het tegengaan van verlies van levens op de Middellandse
Zee en de internationaalrechtelijke plicht om mensenlevens op zee te redden te allen
tijde de uitgangspunten blijven.4 De verantwoordelijkheden voor SAR-operaties zijn in het internationaal zeerecht verankerd.5 Daaruit volgt de wettelijke taak van een kuststaat om SAR-operaties te coördineren
in diens SAR-zone: Search and Rescue. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor Libië.
De ontschepingen die volgen op reddingsoperaties in de Libische SAR-zone zullen logischerwijs
in hetzelfde land plaatsvinden. Om deze wettelijke taak effectief te kunnen uitvoeren
en het verlies van levens op zee te voorkomen is een goed functionerende kustwacht
noodzakelijk. Daarom kan samenwerking van de EU met de Libische autoriteiten ook nuttig
zijn: om de capaciteit van de kustwacht te versterken, maar ook om in gesprek te gaan
met de Libische autoriteiten wanneer er sprake is van incidenten. Dat doet de Europese
Unie dan ook.
Wat betreft ontscheping in veilige havens buiten Libië, is uw Kamer bekend dat het
kabinet, gezien de aanhoudende aantallen irreguliere migranten en vluchtelingen die
de levensgevaarlijke oversteek vanaf de Noord-Afrikaanse kust naar de EU ondernemen,
meermaals heeft opgeroepen tot duidelijke kaders en goede afspraken tussen alle betrokken
partijen om tot een normalisatie van de ontschepingspraktijk op de Middellandse Zee
te komen, inclusief het vaststellen van SAR-zones en veilige havens en de opbouw van
goed werkende kustwachten met voldoende capaciteit. De conclusies van de Europese
Raad van juni 2018 vormen hierbij het uitgangspunt.6 Deze normalisatie moet bijdragen aan een voorspelbaar en verantwoordelijk mechanisme
voor personen die tijdens een SAR-operatie zijn gered.7
Aan beide kanten van de Middellandse Zee moeten dezelfde uitgangspunten voor ontscheping
en daaropvolgende procedures worden toegepast op basis van nationale procedures met
respect voor internationale kaders. Hier ligt wat Nederland betreft een gedeelde verantwoordelijkheid
voor alle landen in het Middellandse Zeegebied. Dit geldt temeer gezien het feit dat
verreweg de meeste van deze SAR-operaties plaatsvinden in de SAR-zones van Noord-Afrikaanse
landen, soms op slechts geringe afstand van de kust. Het kabinet stelt zich op het
standpunt dat drenkelingen conform de bestaande internationaalrechtelijke kaders naar
de dichtstbijzijnde veilige haven dienen te worden gebracht, ook al is dat aan de
kant van waaruit men vertrokken is. Het non-refoulement principe is hierbij leidend.
Dit geldt ook voor de Frontexoperaties op de Middellandse zee.
Zoals uw Kamer welbekend roepen IOM en UNHCR al lange tijd op tot een duurzaam, voorspelbaar
ontschepingsmechanisme, inclusief de realisatie van veilige havens, voor het gehele
Middellandse Zeegebied.8 Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, benadrukken tijdens de JBZ-Raad de
noodzaak om in dit kader met betreffende derde landen, UNCHR en IOM nauwer samen te
werken. Samen met een protocol met duidelijke gedragsregels voor niet-statelijke actoren
zou dit bijdragen aan de verdere normalisatie van de SAR-praktijk op de Middellandse
Zee, zowel aan de noord- als de zuidoevers.
Gelet op de zorgwekkende situatie in de Libische detentiecentra zet het kabinet zich
samen met de EU er ook voor in dat de situatie van migranten in Libië wordt verbeterd,
o.a. door grootschalige vrijwillige terugkeer vanuit Libië naar hun herkomstlanden
en het verbeteren van de situatie in de detentiecentra.
Vraag 4
Hoe verhoudt dit bericht zich volgens u tot eerdere berichten in diverse media over
illegale pushbacks door Frontex?9
Antwoord 4
De afgelopen tijd zijn er meerdere berichten verschenen over pushbacks aan de EU buitengrenzen,
waarbij ook de betrokkenheid van Frontex wordt gesuggereerd. Om deze reden lopen er
diverse onderzoeken naar Frontex. Voor het kabinet staat voorop dat optreden aan de
grens altijd in lijn dient te zijn met internationale en Europese wet- en regelgeving.
De Frontex Management Board, waarin zowel de lidstaten als de Europese Commissie vertegenwoordigd
zijn, heeft afgelopen najaar zelf een intern onderzoek ingesteld naar de betrokkenheid
bij vermeende pushbacks. Over de uitkomsten bent u in het verslag van het schriftelijk
overleg n.a.v. de JBZ-Raad van 11 en 12 maart jl. geïnformeerd.10 Daarnaast is het finale rapport van de werkgroep te vinden op de website van Frontex11 en heeft de Management Board naar aanleiding van dit rapport conclusies gepubliceerd12.
Ook de Europese Ombudsman onderzoekt hoe het agentschap klachten over schendingen
van fundamentele rechten behandelt. Het Europees Parlement en OLAF – het Europees
Bureau voor Fraudebestrijding – doen beiden onderzoek naar vermeend wangedrag binnen
Frontex en de eventuele betrokkenheid van Frontex bij vermeende mensenrechtenschendingen
aan de EU buitengrenzen. Deze onderzoeken zijn op dit moment nog niet afgerond.
Het kabinet vindt het belangrijk dat de berichten over incidenten serieus worden onderzocht,
de Commissie en de lidstaten hierover volledig worden geïnformeerd en zo nodig gepaste
maatregelen worden genomen. Nederland benadrukt dit standpunt tijdens de vergaderingen
van de Management Board van Frontex. Daarnaast onderschrijft het kabinet de aanbevelingen
uit het onderzoek van de werkgroep van de Frontex Management Board en hecht het belang
aan de monitoring van openstaande incidenten door de Management Board.
Vraag 5 en 6
Heeft de Europese Commissie nog wel grip op Frontex of handelt Frontex feitelijk op
eigen houtje?
Wat onderneemt u om aan deze omstreden praktijken van Frontex een eind te maken?
Antwoord 5 en 6
De Europese Commissie en de lidstaten maken gezamenlijk deel uit van de Management
Board van Frontex. De Management Board heeft als taak het agentschap efficiënt te
controleren en strategische beslissingen te nemen. Wanneer er sprake is van serieuze
aantijgingen, worden deze onderzocht en waar nodig aanvullende maatregelen genomen
om eventuele incidenten in de toekomst te voorkomen. Nederland spreekt zich daarom,
zoals aangegeven bij vraag 4, hierover uit in de Frontex Management Board.
Naar aanleiding van het interne onderzoek zijn er verschillende aanbevelingen geformuleerd,
deze worden momenteel opgevolgd. Het kabinet is daarnaast, tezamen met enkele andere
lidstaten, van mening dat ook de JBZ-Raad aangesloten dient te blijven bij de uitkomsten
van de verschillende lopende onderzoeken naar Frontex. Eerder is er in de JBZ-Raad
al gesproken over de berichtgeving rondom pushbacks en de mogelijke betrokkenheid
van Frontex.13
Vraag 7
Hoe staat het met een duurzame oplossing om te voorkomen dat migranten met gevaar
voor eigen leven op gammele bootjes stappen?
Antwoord 7
Irreguliere migratie dient zoveel mogelijk te worden voorkomen door het adresseren
van grondoorzaken, inrichten van opvang- en asielprocedures in de regio, en betere
beheersing van het migratieproces, inclusief het tegengaan van mensensmokkel. Ook
het vooruitzicht van terugkeer kan ervoor zorgen dat migranten niet kiezen voor een
gevaarlijke overtocht op de Middellandse Zee. Het voorkomen van irreguliere migratie
is onderdeel van de Integrale Migratieagenda. Over de voortgang daarvan wordt uw Kamer
per brief geïnformeerd.14 Ook heeft de Europese Commissie, zoals bij u bekend15, op 23 september jl. voorstellen op het gebied van asiel en migratie gepubliceerd.
Deze voorstellen bieden goede aanknopingspunten om een effectief en humaan asiel en
migratiebeleid in de Unie op te zetten, en de samenwerking met derde landen te intensiveren
middels EU-brede partnerschappen, o.a. om de noodzaak tot migratie te verminderen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.