Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over het verdwijnen van een boom met een kolonie zeldzame vliegende herten op Kroondomein Het Loo
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het verdwijnen van een boom met een kolonie zeldzame vliegende herten op Kroondomein Het Loo (ingezonden 30 april 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 17 juni
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2841.
Vraag 1
Kent u het bericht «Populaire boom met zeldzaam vliegend hert is opeens weg: «Echt
schandalig, schofterig»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat een inheemse eik op Kroondomein Het Loo gekapt is, terwijl bekend
was dat die jaarlijks een kolonie vliegende herten herbergde? Zo ja, hoe is dit mogelijk,
in aanmerking nemend dat zowel het vliegend hert als zijn biotoop beschermd zijn volgens
de Conventie van Bern en de Habitatrichtlijn?
Antwoord 2
Het klopt dat een inheemse eik op Kroondomein Het Loo is gekapt op 5 januari 2021.
In oktober 2020 zijn er inspecties uitgevoerd door de beheerder voor de veiligheid
van bezoekers op een aantal drukbezochte plekken. De beheerder heeft daarbij vastgesteld
dat de bewuste eik dood was. Een latere inspectie van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) bevestigd dat dit aannemelijk is, gezien de forse droogte, maar kan
dit achteraf niet met zekerheid meer vaststellen. Bij de inspectie zijn geen fouten
aan het licht gekomen.
De derde droge zomer op rij heeft veel eiken blijvende schade berokkend en zal voor
een aantal van hen de genadeklap hebben betekend. Het feit dat in de directe omgeving
van de gevelde boom diverse andere eiken staan die in een (zeer) slechte conditie
verkeren onderschrijft deze hypothese. Deze stervende bomen zijn door Kroondomein
het Loo ontdaan van takken, zodat zij geen gevaar vormen voor het publiek, maar wel
geschikt blijven voor de voortplanting van het vliegend hert. De dode boom is wel
gekapt, omdat de stam geen functie voor het vliegend hert meer had.
De soort vliegend hert is in sterke mate afhankelijk van ondergronds, dood (eiken)hout
dat door witrotschimmels is aangetast. Daar leeft de larve een aantal jaren voordat
hij verpopt. Het vliegend hert is in een volwassen stadium (gedurende maximaal 2 maanden)
afhankelijk van wegkwijnende bomen, waarbij het zich voedt met het sap van deze bomen.
Een dode boom heeft, op de wortels na, voor het vliegend hert geen functie meer. Door
de stobbe van de eik te laten staan, kunnen eventuele larven zich verder ontwikkelen
en op den duur uitvliegen, op zoek naar een eik met beschikbare sapstromen in de buurt.
Vraag 3
Wat was de noodzaak voor de kap en is hiervoor een ontheffing of kapvergunning verleend
op basis van de Wet natuurbescherming? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is er onderzoek
gedaan naar de aanwezigheid van beschermde diersoorten en kunt u de resultaten van
het onderzoek met de Kamer delen?
Antwoord 3
De beheerder heeft aangegeven dat de boom dood was. Hierdoor had de boom, op de stobbe
na, geen functie voor het vliegend hert meer. De aanwezigheid van de soort was bij
de beheerder bekend, er is daarom geen aanvullend onderzoek nodig geweest. Omdat de
boom langs het pad potentieel voor ernstig letsel kon zorgen, is de boom gekapt. Vanwege
de genomen mitigerende maatregelen, zoals verwoord in het antwoord op vraag 2, was
een ontheffing voor de wet Natuurbescherming niet vereist. Wel zijn RVO en Kroondomein
het Loo aan het verkennen hoe Kroondomein het Loo het al gevoerde beheer nog beter
schriftelijk kan borgen in de beheerplannen en jaarverslagen, zodat in de toekomst
eventuele misverstanden voorkomen kunnen worden.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe het op dit moment gesteld is met de staat van instandhouding van
het vliegend hert in Nederland, in het bijzonder in Kroondomein Het Loo en welke rol
de inmiddels gekapte eik speelde in de overleving van de kolonie?
Antwoord 4
In Nederland komt de soort nog op 5 locaties voor: de Veluwe, Zuid-Limburg, het Rijk
van Nijmegen, de Meinweg en Mander. Landelijk verkeert de soort in ongunstige staat
van instandhouding, waarbij wel een positieve trend zichtbaar is.
Op Kroondomein Het Loo komt het vliegend hert lokaal relatief veel voor. Uit een rapport
van EIS Kenniscentrum insecten uit 2017 blijkt zelfs dat de soort vanuit de oude kern
Hoog Soeren een behoorlijke uitbreiding laat zien met nieuwe kernen rond het Aardhuis
en de Echoput. Kroondomein Het Loo is zich hiervan zeer nadrukkelijk bewust en heeft
het beheer er al op gericht om het leefgebied van het vliegend hert in stand te houden.
Dode en kwijnende eiken in bospercelen blijven staan of liggen. Zoals eerder genoemd
worden kwijnende eiken langs openbare weg, indien zij gevaar kunnen opleveren, ontdaan
van takken en kruin. Aangezien het volwassen vliegend hert geen gebruik maakt van
de stam van dode bomen, worden deze langs openbare wegen wel geveld. De stobbe van
deze bomen blijven bewust achter, omdat de larve van het vliegend hert hier gebruik
van kan maken.
Vraag 5
Kunt u aangeven welke beschermingsmaatregelen er zijn genomen om de in en rond de
boom levende vliegende herten te redden? Indien er geen maatregelen genomen zijn,
kunt u aangeven waarom deze niet genomen zijn?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4. Het vliegend hert komt in januari nog niet voor in een
volwassen stadium. De larven bevinden zich in deze tijd altijd in of rond de stobbe.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Koning als gebruiker van het Kroondomein een bijzondere verantwoordelijkheid
heeft voor de staat van instandhouding van de in het gebied levende dieren? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, welke maatregelen zijn daartoe getroffen?
Antwoord 6
Kroondomein het Loo heeft als natuurbeheerder eenzelfde verantwoordelijkheid voor
de beschermde planten en dieren als elke andere beheerder. Kroondomein Het Loo heeft
in zijn beheer bijzondere aandacht voor de instandhouding van deze bijzondere soort.
Vraag 7
Zijn er compenserende maatregelen getroffen voor de kap van bomen die de habitat van
vliegende herten vormen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in welke vorm?
Antwoord 7
Vanwege de vele dode en wegkwijnende eiken rondom de gekapte eik (zeer nabij ligt
een bosreservaat met hoge dichtheden dode en stervende eiken) en het feit dat de dode
stam niet langer nuttig is voor de soort, is compensatie niet nodig. Door de stobbe
te behouden zijn de larven beschermd. Ook is het zo dat de soort per definitie iedere
paar jaar gebruik moet maken van andere bomen, omdat de kwijnende bomen binnen afzienbare
tijd sterven.
Vraag 8
Bent u bereid de Koning aan te spreken op diens mogelijk laakbare gedrag ten aanzien
van beschermde soorten zoals het vliegend hert? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Dat is gezien het bovenstaande niet nodig, aangezien RVO geen onvolkomenheden heeft
geconstateerd.
Vraag 9
Is het waar dat het groot vliegend hert (lucanus cervus) nog maar in maximaal tien leefgebieden in Nederland voorkomt? Zo ja, hoe strookt
dit met de doelstelling dat in 2020 levensvatbare populaties vliegende herten aanwezig
zouden moeten zijn in Nederland?2
Antwoord 9
Zoals eerder vermeld is de soort primair afhankelijk van dood ondergronds hout en
wegkwijnende eiken. Die zijn in Nederland op veel plekken schaars, waardoor de soort
al geruime tijd op slechts enkele locaties voorkomt. Dankzij veranderde inzichten
in bosbeheer en de nadelige effecten van klimaatverandering en stikstofdepositie op
de gezondheid van eiken, is het de verwachting dat de biotoop waar het vliegend hert
van afhankelijk is, verder toeneemt. Ook zorgen meer menging met loofbomen in naaldbossen
voor meer leefgebied. Het vliegend hert is een Centraal-Europese soort die in Nederland
aan de noordwestrand
van zijn verspreidingsgebied voorkomt. Met het verschuiven van de klimaatzones in
Noordelijke richting, krijgt de soort meer kansen. Op de Veluwe en met name op het
Kroondomein is een levensvatbare populatie aanwezig, die zich ook uitbreidt.
Vraag 10
Bent u bereid een actief beschermingsprogramma vorm te geven om het vliegend hert
voor Nederland te behouden en daartoe ook de Koning aan te sporen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Antwoord 10
Vanuit de Habitatrichtlijn volgt de verplichting om Natura 2000-gebieden aan te wijzen
en het beheer in deze gebieden in te richten voor de voorkomende habitattypen en soorten
met als doel deze habitattypen en soorten landelijk in gunstige staat van instandhouding
te brengen of te behouden. De leefgebieden van het vliegend hert zijn grotendeels
aangewezen als Natura 2000 en het beheer van deze gebieden is gericht op behoud en
uitbreiding van het leefgebied en de populatie van het vliegend hert. De provincie
Gelderland heeft onlangs in kaart gebracht wat er voor nodig is om de soort op de
Veluwe in een gunstige instandhoudingssituatie te brengen. Ook buiten de Natura 2000-gebieden
is de soort beschermd volgens artikel 3.10 Wnb, waarin staat dat het verboden is deze
soort opzettelijk te vangen of te verstoren en vaste voorplantingsplaatsen opzettelijk
te beschadigen of te vernielen. Er worden dus actief beschermingsmaatregelen genomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.