Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 739 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor eindexamens vo en pilots voor sneltesten in het po in verband met COVID-19)
Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 15 juni 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 11 mei 2021 voorgelegd aan de Minister van Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media. Bij brief van 10 juni 2021 zijn ze door de Minister van Basis-
en Voortgezet Onderwijs en Media beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, De Vrij
1
Waarom loopt de compensatie van 35 miljoen euro voor scholen, een compensatie die
ontstaat door de uitbreiding van het examenrooster en extra herkansingen, niet mee
in het Nationaal Programma Onderwijs na corona?
De compensatie van scholen en personeel voor de extra werkzaamheden van 35 miljoen euro
en de extra uitvoeringskosten van de examenketen van 12 miljoen euro zijn het gevolg
van het aangepaste Eindexamenbesluit 2021. Deze onderdelen maken geen onderdeel uit
van het Nationaal Programma Onderwijs.
2
Waarom loopt de 12 miljoen euro extra uitvoeringskosten voor de examenketen niet mee
in het Nationaal Programma Onderwijs na corona?
Zie antwoord bij vraag 1.
3
Op welke wijze mogen scholen leraren en onderwijsondersteunend personeel compenseren
voor werkzaamheden die ontstaan door uitbreiding van het examenrooster?
De VO-raad heeft als werkgeversorganisatie afspraken gemaakt met de vakbonden over
de compensatie voor personeel. In deze link zijn de gemaakte afspraken en het convenant
te vinden: https://www.vo-raad.nl/nieuws/aanvullende-bekostiging-eindexamenmaatreg…
4
In hoeverre mogen leraren en onderwijsondersteunend personeel worden verplicht extra
werkzaamheden te verrichten in de zomervakantie door de uitbreiding van het examenrooster?
Scholen mogen personeel niet verplichten om werkzaamheden te verrichten in de zomervakantie.
Wel is een ruimhartige compensatieregeling opgesteld, zodat personeel een passende
vergoeding krijgt voor werkzaamheden die zij in de zomervakantie verrichten.
5
Welke eisen mogen leraren en onderwijsondersteunend personeel stellen aan de compensatie
voor werkzaamheden die ontstaan door uitbreiding van het examenrooster, zoals extra
uren werken?
De vakbonden hebben als werknemersorganisaties afspraken gemaakt met de VO-raad als
werkgeversorganisatie over de compensatie voor personeel. Personeel kan de werkgever
wijzen op de gemaakte afspraken in het convenant. In deze link zijn de gemaakte afspraken
en het convenant te vinden: https://www.vo-raad.nl/nieuws/aanvullende-bekostiging-eindexamenmaatreg…
6
Hoe werkt de aanvraag voor scholen voor extra middelen voor compensatie voor werkzaamheden
ontstaan door uitbreiding examenrooster en de verdeling van deze middelen tussen scholen?
Scholen hoeven geen aanvraag te doen om in aanmerking te komen voor extra middelen.
Elke school krijgt aanvullende bekostiging, onder meer op basis van het aantal ingeschreven
eindexamenleerlingen.
7
Wat is het verschil tussen de 37 miljoen euro voor extra ondersteuning voor examenleerlingen
voortgezet onderwijs die meeloopt met het Nationaal Programma Onderwijs en de 35 miljoen euro
ter compensatie van scholen en personeel voor de extra werkzaamheden die ontstaan
door uitbreiding van het examenrooster en de extra herkansing voor leerlingen? Waarom
wordt het een uit het Nationaal Programma Onderwijs gehaald en het andere uit een
extra begroting?
De compensatie van scholen en personeel voor de extra werkzaamheden van 35 miljoen euro
zijn het gevolg van het aangepaste Eindexamenbesluit 2021. Het maakt geen onderdeel
uit van het Nationaal Programma Onderwijs. Daarom is dit middels een aparte suppletoire
begroting aan de OCW-begroting toegevoegd.
Eindexamenleerlingen in het voortgezet onderwijs hebben door de sluiting van de scholen
vertragingen opgelopen. Via het Nationaal Programma Onderwijs wordt voor het inhalen
van opgelopen vertragingen ondersteuning geboden aan scholen. In het Nationaal Programma
Onderwijs zitten ook andere specifieke onderdelen om vertragingen in te halen van
specifieke groepen leerlingen, zoals leerlingen in het praktijkonderwijs, leerlingen
in het speciaal onderwijs en leerlingen op Caribisch Nederland. Naast deze onderdelen
voor specifieke groepen krijgen scholen voor alle leerlingen een aanvullend bedrag
om leervertragingen in te halen. Om eindexamenleerlingen extra ondersteuning en begeleiding
te bieden is 37 miljoen euro beschikbaar gesteld. De extra ondersteuning en begeleiding
loopt mee in het Nationaal Programma Onderwijs, en wordt ook middels de incidentele
suppletoire begroting voor het Nationaal Programma Onderwijs aan de OCW-begroting
toegevoegd.
8
Hoeveel scholen hebben inmiddels sneltesten ontvangen en hoeveel scholen wachten nog
op de beloofde sneltesten?
Aan de pilots sneltesten in het primair onderwijs hebben 24 scholen verspreid over
het land meegedaan. De pilots liepen van 15 februari tot 23 april. Inmiddels zijn
we overgegaan tot zelftesten. In het primair onderwijs hebben tot 14 mei 90% van de
scholen de zelftesten voor het personeel ontvangen. In de week van 17 t/m 21 mei worden
de overige 10% bezocht. In het voortgezet onderwijs is 99% bezocht in de eerste rijronde
(tussen 19 en 30 april). Slechts 11 scholen waren niet bereikbaar. Vanaf 17 mei krijgen
vo-scholen gedurende twee weken opnieuw testen geleverd. Daar zitten dan ook de testen
voor het preventief testen van vo-leerlingen bij.
9
Wanneer starten de pilots voor het sneltesten in het primair onderwijs? Als het al
gestart is, hoe verlopen die pilots?
De pilots zijn 15 februari gestart en zijn 23 april afgerond. Naast de pilot liep
een monitor, uitgevoerd door Oberon. Uit een eerste tussenrapportage blijkt dat de
sneltesten positief zijn ontvangen op de pilotscholen en dat de testbereidheid hoog
is. De eindrapportage bieden wij begin juni aan uw Kamer aan.
10
Hoeveel scholen doen mee aan de pilots voor sneltesten in het primair onderwijs?
Er hebben 24 pilotscholen meegedaan.
11
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat de pilots voor sneltesten op het primair
onderwijs van start gingen?
De basisscholen waren vanwege de corona-maatregelen tot 8 februari gesloten. Daarna
was er nog enige tijd nodig om scholen te werven die bereid waren mee te doen met
de pilot en om deze scholen tijd te geven om het traject ook af te stemmen met hun
medezeggenschapsraad en personeelsleden. Vanaf 19 april zijn we overgegaan op het
verstrekken van zelftesten voor alle scholen in Nederland.
12
Waarom zijn er eerst pilots nodig voor sneltesten in het primair onderwijs? Kan het
sneltesten niet gewoon beginnen?
Door de pilots hebben wij waardevolle inzichten opgedaan, onder andere over de testbereidheid
onder onderwijspersoneel, de informatievoorziening aan scholen en over hoe het testen
het beste vorm gegeven kan worden. Dankzij de inzichten uit de pilots verloopt de
landelijke opschaling hiervan soepeler. Deze is op 19 april gestart.
13
Hoe gaat het sneltesten in het primair onderwijs eruit zien?
Voor de landelijke opschaling is ervoor gekozen om al het onderwijspersoneel te voorzien
van zelftesten die zij preventief, twee keer per week, zelf kunnen afnemen. Onderwijspersoneel
krijgt de zelftesten mee naar huis en kan nu zelf het moment kiezen waarop zij testen.
Het testen is en blijft vrijwillig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A.M. de Vrij, adjunct-griffier