Schriftelijke vragen : De exportkredietverzekering rond een groot gasproject in Mozambique.
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Financiën over de exportkredietverzekering rond een groot gasproject in Mozambique (ingezonden 7 juni 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoord op eerdere vragen over de situatie in Noord-Mozambique,
waarin u ook ingaat op de afgegeven exportkredietverzekering aan Nederlandse bedrijven
die betrokken zijn bij het grote gasproject in die regio?1
Vraag 2
Kunt u de waarde aangeven van de verzekeringspolissen die door Atradius zijn verstrekt
aan exporteur Van Oord en financier Standard Chartered Bank, waar u in uw brief van
28 mei 2021 naar verwijst?2
Vraag 3
Hoe verhoudt de exporteurspolis voor Van Oord zich tot de financieringspolis voor
Standard Chartered Bank? Wordt hiermee een verzekering verstrekt aan twee verschillende
partijen voor dezelfde onderliggende transactie? Welke invloed heeft dit voor de berekende
premies?
Vraag 4
Wat wordt er precies gedekt onder de financieringspolis voor Standard Chartered Bank?
Aan welke partij wordt hierbij in welk geval uitbetaald? Is de waarde van deze polis
additioneel aan de waarde van de exporteurspolis voor Van Oord? Waarom is deze polis
niet als aparte transactie vermeld in het overzicht van verstrekte polissen op de
website van Atradius?
Vraag 5
Op welke gronden heeft u besloten om dekkingstoezeggingen uit te reiken rond het gasproject?
Kunt u aangegeven welke eerder aangehaalde IMF en Wereldbank rapporten u hierbij heeft
gebruikt?
Vraag 6
Heeft u, voor het afgeven van de dekkingstoezeggingen op 1 juli 2020, ook kennisgenomen
van de standpunten van critici van het megaproject, die al jaren waarschuwen dat het
vooral de corruptie en ongelijkheid zou versterken? Erkent u voorts dat er ook voor
1 juli 2020 al sprake was van een geweldscontext en dat meerdere experts een verband
zagen met de gasvondsten? Waarom heeft u deze argumenten niet zwaarder laten meewegen?
Vraag 7
Hoe kijkt u nu terug op uw beslissing om een dekkingstoezegging te verlenen? Erkent
u dat alle signalen voor een verder escalerende geweldscontext al aanwezig waren op
dat moment?
Vraag 8
Kunt u helder uiteenzetten wat het proces is om te komen van een dekkingstoezegging,
zoals in dit geval gedaan in juli 2020, tot een verstrekte polis, afgegeven op 25
en 26 maart 2021? Aan welke criteria wordt gedurende dat proces getoetst? Heeft de
escalerende geweldssituatie in de regio in deze periode geleid tot een heroverweging?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom heeft dit niet geleid tot het niet afgeven van
de polissen?
Vraag 9
Op welk moment hebben de Staat en Atradius precies kennisgenomen van de val van Palma,
op 24 maart 2021? Waarom is er toen niet alsnog op het laatste moment op de rem getrapt
om de polisafgifte een dag later te stoppen, of op zijn minst te vertragen, om de
nieuwe situatie eerst goed te kunnen overzien?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het eindresultaat is dat de Staat een transactie in verzekering
heeft genomen, op 25 en 26 maart, waarbij sprake is van een geweldscontext waar mitigerende
of compenserende maatregelen ontoereikend waren? Zo ja, in hoeverre heeft de Staat
hiermee de eigen regels geschonden?
Vraag 11
Wat zegt dit eindresultaat over het beleid voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (IMVO) rond exportkredietverzekeringen? Welke mogelijkheden ziet u om het
IMVO-beleid te versterken, om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen?
Vraag 12
Erkent u, gezien uw eerder antwoorden dat de exportkredietverzekering niet als doel
heeft om sociaaleconomische ontwikkeling te stimuleren, maar daar in veel gevallen
wel aan bij kan dragen en dat het feit dat de gasvelden al in 2011 zijn ontdekt, maar
nog niet hebben geleid tot verbetering van de leefomstandigheden, kan hebben bijgedragen
aan de geweldsdynamiek, dan ook dat, in het geval van mega-investeringsprojecten,
het niet bijdragen aan bredere sociaaleconomische ontwikkeling moet worden gezien
als een risico, en dus zou moeten worden meegenomen in IMVO-analyses?
Vraag 13
Kunt u reflecteren op de informatieverschaffing aan de Tweede Kamer en betrokken stakeholders,
zoals journalisten en NGOs, in de periode tussen de dekkingstoezegging en de polisafgifte?
Waarom worden de details rond het besluit van een dekkingstoezegging, als deze vrijwel
automatisch tot een polis zal leiden, niet op dat moment al bekend gemaakt, zodat
betrokkenen hier kennis van kunnen nemen?
Vraag 14
Wanneer kunt u de bevindingen van uw onderzoek naar de juridische gevolgen van deforce majeur-verklaring door Total met de Kamer delen? Kunt u inzicht geven in de scenario’s die
worden ontwikkeld? Op welke gronden zouden de afgegeven polissen alsnog kunnen worden
ingetrokken?
Vraag 15
Bij wie komt de rekening van de force majeur uiteindelijk te liggen als u geen juridische mogelijkheden vindt om de polissen alsnog
in te trekken?
Vraag 16
Is het eerder voorgekomen dat force majeur werd ingeroepen rond een investering waar ook Nederlandse exportkredietverzekeringen
op van toepassing waren? Zo ja, welke gevolgen had dat?
Vraag 17
In hoeverre is hervatting van het investeringsproject, en de daaraan gerelateerde
exportkredietverzekeringen, verbonden aan de resultaten van nieuwe analyses op het
gebied van de veiligheid, mensenrechten en milieusituatie? Hoe borgt u de kwaliteit
van deze analyses?
Indieners
-
Gericht aan
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Tom van der Lee, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.