Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over de zorgen van marktkooplieden en specifiek de zorgen van marktkooplieden in de non-food sector
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de zorgen van marktkooplieden en specifiek de zorgen van marktkooplieden in de non-food sector (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Minister van Justitie en Veiligheid.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat marktkooplieden en werknemers op de markt in de non-food
sector vanwege de recente lockdown een zeer moeilijke tijd gehad hebben en soms duizenden
euro’s hebben moeten interen op hun reserves?
Antwoord 1
Het kabinet beseft dat de sluiting van de warenmarkten voor niet-essentiële goederen
ingrijpend is geweest voor de betreffende ondernemers. Dit geldt in algemene zin voor
alle ondernemers die te maken hebben gekregen met maatregelen die het maken van omzet
beperken. Hiertoe heeft het kabinet een omvangrijk steun- en herstelpakket opgezet
om ondernemers tegemoet te komen, banen te behouden en faillissementen te voorkomen.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat marktkooplieden een maatschappelijk zeer belangrijke rol
vervullen, aangezien de markt in betaalbare waar voorziet voor mensen met een lager
inkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het kabinet deelt die opvatting. De warenmarkten zijn voor veel mensen, ook voor mensen
met lagere inkomens, een plek waar ze wekelijks hun boodschappen doen en sociale contacten
aangaan.
Vraag 3
Waarom hebt u in de afgelopen tijd, terwijl bekend is dat besmettingen in de buitenlucht
weinig optreden, de non-food sector op de markten verboden om op de markt te staan?
Begrijpt u het onbegrip dat dit heeft geleverd?
Antwoord 3
Het is onjuist dat alle activiteiten die buiten plaatsvinden risicoloos zouden kunnen
worden toegestaan, ook niet als daarbij maatregelen ten aanzien van 1,5 meter afstand
en andere maatregelen die verspreiding van het virus tegengaan worden genomen. Bovendien
draagt elk (extra) contactmoment en elke reisbeweging bij aan de verdere verspreiding
van het virus. Daarom heeft het kabinet ter bestrijding van de pandemie vergaande
maatregelen genomen. De afwegingbeslissing om de niet-essentiële detailhandel te sluiten,
waaronder non-foodsector op markten, maakte daar onderdeel van uit.
Per 28 april 2021 is het ook voor de non-foodsector weer mogelijk om onder voorwaarden
te geopend te zijn.
Vraag 4
Deelt u de constatering dat de tegemoetkomingen van het Rijk, zoals de Tegemoetkoming
vaste lasten (TVL) en de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
(TOZO), onvoldoende waren om deze mensen tegemoet te komen in een zeer zware tijd?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het kabinet wil met de maatregelen uit het steunpakket zoveel mogelijk ondernemers
en bedrijven door de COVID-19-crisis helpen. In korte tijd is een omvangrijk pakket
aan steun opgetuigd – steun die ook nu nog wordt gegeven. De enige manier om deze
steun te kunnen uitvoeren is door deze generiek en geautomatiseerd aan te bieden.
Dit betekent dat sommige ondernemers door hun specifieke omstandigheden mogelijk geen
of minder recht hebben. Helaas is het door de vormgeving van de maatregelen en met
het oog op de uitvoerbaarheid niet mogelijk om alle negatieve gevolgen die ondernemers
ervaren te ondervangen.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat de regelingen criteria bevatten die ervoor zorgen dat marktkooplieden
buiten de boot vallen, zoals het maximum leenbedrag in de TOZO, de partnertoets in
de TOZO en de financiële eisen in de TVL? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid
om de marktkooplieden met maatwerk de compenseren?
Antwoord 5
Marktkooplieden kunnen net zoals andere zelfstandig ondernemers gebruik maken van
de ondersteunende overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis. De ondersteunende
maatregelen bevatten geen voorwaarden waardoor marktkooplieden als categorie buiten
de boot vallen.
De regelingen bevatten criteria en regels die voor alle aanvragers gelden. Marktkooplieden
komen in principe in aanmerking voor de TVL. Het kan zijn dat marktkooplieden de minimaal
vereiste omvang vaste lasten niet halen. Deze is echter door het kabinet met ingang
van de TVL Q1 verlaagd van 3.000 naar 1.500 euro om ook kleinere ondernemers toegang
tot de TVL te geven.
Vanuit de Tozo kan het huishoudinkomen van zelfstandig ondernemers worden aangevuld
tot het sociaal minimum. Het sociaal minimum bedraagt 1.050 euro per maand voor een
alleenstaande en 1.500 euro per maand voor gehuwden en samenwonenden. Indien het gezamenlijke
inkomen van de zelfstandige en zijn of haar partner meer bedraagt dan 1.500 euro per
maand, bestaat er geen recht op Tozo. Daarnaast kan een zelfstandig ondernemer een
lening voor bedrijfskapitaal tot maximaal 10.157 euro aangaan.
Ook kunnen de zelfstandig ondernemers aankloppen bij Qredits voor een Corona-overbruggingskrediet
voor bestaande ondernemers van ten hoogste 25.000 euro of bij reguliere banken voor
een overbruggingskrediet Kleine Kredieten Corona van 10.000 tot 50.000 euro.
Voor mensen wie dit niet genoeg is om in hun vaste lasten te voorzien kan via de gemeenten
aan huishoudens middels de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) hulp
worden geboden bij het betalen van onvermijdelijke en noodzakelijke kosten wanneer
zij deze door een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen in verband
met de coronamaatregelen niet langer kunnen dragen. Deze regeling is ook bedoeld voor
zelfstandigen die vanwege de partnerinkomenstoets geen recht hebben op Tozo.
Overigens sluiten het gebruik van de Tozo en het gebruik van de TVL elkaar niet uit.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de marktkooplieden in de non-food sector alsnog aanvullende
compensatie dienen te krijgen voor de zeer zware tijd die zij hebben meegemaakt? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 6
Voor veel ondernemers in Nederland, die hun bedrijf moesten sluiten of anderszins
zijn geraakt door de COVID-19-crisis, zijn het zware tijden geweest, zo ook voor de
marktkooplieden. Marktkooplieden kunnen, net als bijvoorbeeld de detailhandel, gebruik
maken van de steunmaatregelen die ook juist om die reden zijn ontwikkeld. Het kabinet
ziet geen grond om een uitzonderingspositie voor marktkooplieden te creëren en aanvullende
compensatie te verstrekken.
Vraag 7
Deelt u de constatering dat het vanwege de lockdown voor marktkooplieden zeer moeilijk
is om weer op te starten vanaf 28 april en het voor hen moeilijk is om voor de lange
termijn hun waar in te kopen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het opstarten zal, net als bij andere ondernemers, voor een deel vragen om nieuwe
voorraad en liquiditeit om die aan te kunnen schaffen. Tijdens de lockdown hebben
ook non-food marktkooplieden gebruik kunnen maken van de subsidie Voorraad Gesloten
Detailhandel (VGD) als opslag op de TVL-subsidie. Gezien het verdienmodel van de markten
is de verwachting dat er ook direct na het opstarten weer inkomsten ontstaan waarmee
ondernemers weer leveranciers kunnen betalen en kunnen terugkeren naar hun normale
bedrijfsvoering.
Vraag 8
Bent u bereid om met een startplan voor de markten te komen, waarmee de rijksoverheid
marktkooplieden financieel tegemoetkomt om hun zaak weer op te starten na de lockdown?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u die vormgeven?
Antwoord 8
Het kabinet is niet voornemens om een financiële regeling voor startplannen voor markten
op te stellen. Marktkooplieden kunnen evenals andere ondernemers, wanneer zij aan
de voorwaarden voldoen, gebruik maken van de steunmaatregelen. Ook bestaat er reguliere
private financiering. Nu de markten weer open zijn, wordt er weer omzet en liquiditeit
gegenereerd.
Vraag 9
Deelt u de zorg dat het in de komende tijd voor marktkooplieden onmogelijk zal zijn
om uitgestelde betalingen en belastingen te voldoen, omdat zij nog bij moeten komen
van de enorm zware lockdown? Zo ja, bent u bereid om in gesprek te treden met leveranciers,
verhuurders en andere partijen die een zakelijke relatie hebben met marktkooplieden,
om op te roepen tot coulance? Bent u tevens bereid om van Rijkswege het innen van
belastingen op een zeer terughoudende wijze te doen?
Antwoord 9
Ondernemers hebben een loodzwaar jaar achter de rug. Ondanks de ruimhartige steunmaatregelen
en vindingrijkheid van ondernemers zullen veel bedrijven in een minder gunstige financiële
situatie uit de crisis komen. Dat kan ook gelden voor marktkooplieden. Met het heropenen
van de economie is ook niet iedereen onmiddellijk uit de problemen. Wanneer direct
bij heropening de schuldeisers aankloppen, kan dit voor een ondernemer alsnog tot
een moeilijke situatie leiden
Daarom neemt het kabinet maatregelen om in de kern gezonde bedrijven met een belastingschuld
te ondersteunen. Dit doen we onder andere door ondernemers een adempauze te geven
op het moment dat de economie weer van het slot gaat, door de datum waarop het aflossen
van de opgebouwde belastingschuld begint later in te laten gaan en de termijn waarop
de schuld moet worden terugbetaald fors te verlengen (naar 60 maanden).
Wat betreft schulden aan leveranciers, verhuurders en andere partijen, dienen ondernemers
samen met deze partijen afspraken te maken. Aangezien dit een private aangelegenheid
is, ligt dit primair bij de ondernemers. Wel is het kabinet voornemens om rondetafelgesprekken
te organiseren met de grootste private schuldeisers. Het streven is om tijdens deze
rondetafelgesprekken meer inzicht te krijgen op de verschillende perspectieven die
bij de verschillende schuldeisers bestaan en om de effectiviteit van beleidskeuzes
te peilen om zo tot gezamenlijke richtlijnen te komen voor de omgang met coronaschulden.
De bewindslieden van Economische Zaken en Klimaat hebben herhaaldelijk en vanaf het
begin van de crisis aangegeven hoe belangrijk het is dat de pijn wordt verdeeld in
de keten. Partijen pakken ook hun verantwoordelijkheid: afgelopen jaar zijn er veel
inspirerende voorbeelden gesteld die navolging verdienen, zoals verhuurders die huren
hebben aangepast en leveranciers die zich flexibel opstellen.
Vraag 10
Bent u bereid om alle gemeenten op te roepen om in de komende periode marktkooplieden
zo veel mogelijk te ontzien in marktgelden en gemeentelijke heffingen, zodat marktkooplieden
een goede start kunnen maken na de lockdown? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan
het resultaat?
Antwoord 10
Het is aan gemeenten of zij mogelijkheden zien om markt- en daggeld te reduceren of
kwijt te schelden. Hierbij heeft het Rijk geen rol.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.