Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over het bericht 'Hoe het CBS en T-Mobile de privacy schonden'
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Hoe het CBS en T-Mobile de privacy schonden» (ingezonden 15 maart 2021).
Antwoord van Minister Blok (Economische Zaken en Klimaat), mede namens Staatssecretaris
Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 1 juni 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2243.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe het CBS en T-Mobile de privacy schonden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw eerste reactie op deze berichtgeving?
Antwoord 2
Het Agentschap Telecom en de Autoriteit Persoonsgegevens doen op dit moment als toezichthouders
samen onderzoek naar aanleiding van het NRC-artikel. In dit onderzoek wordt bekeken
wat er precies gebeurd is en of daarbij privacyregels zijn geschonden. De resultaten
van dit onderzoek zullen moeten worden afgewacht alvorens hierop een reactie kan worden
gegeven.
Vraag 3
Vanaf welk moment bent u op de hoogte van deze kwestie? Welke acties hebt u tot dusver
ondernomen?
Antwoord 3
Als Minister van Economische Zaken en Klimaat ben ik politiek verantwoordelijk voor
de wetgeving omtrent het CBS en het budget. Het CBS is een zelfstandig bestuursorgaan
en derhalve niet hiërarchisch ondergeschikt aan de Minister. Dit brengt met zich mee
dat ik geen aanwijzingen aan het CBS kan geven op dossierniveau en dat ik ook niet
van alle individuele contracten die het CBS sluit op de hoogte word gesteld. Hierdoor
ligt het dus niet voor de hand dat ik van tevoren op de hoogte word gesteld van een
dergelijke samenwerking tussen T-Mobile en het CBS. Naar aanleiding van het NRC-artikel
ben ik geïnformeerd over deze kwestie. Het publicatiebeleid en de methoden waarmee
de statistieken gemaakt worden, vallen onder de eigen verantwoordelijkheid van de
DG CBS. Directe politieke invloed op de onderzoeksmethoden en de wijze van publicatie
van de resultaten van statistieken zou de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid
van de onderzoeken ter discussie kunnen stellen.
Vraag 4
Klopt het dat het verkrijgen van toegang tot de data van telecomproviders hoog op
de agenda van staat van de Europese statistiekbureaus en het Nederlandse Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), zoals naar voren komt uit de correspondentie bij
vernoemd nieuwsbericht?
Antwoord 4
Dat is juist. Het gebruik van mobiele data voor statistiek komt in diverse Europese
landen voor. Zo heeft de Europese Commissie op 8 april 2020 een aanbeveling uitgebracht over het gebruik van o.a. geanonimiseerde mobiliteitsgegevens bij de
bestrijding van Covid-192. Ook voor andere statistieken gebruiken diverse landen telecomdata. Zo gebruikt Destatis
(het Duitse federale statistiekbureau) mobiele telefoniedata voor informatie over
mobiliteit3 en voor bevolkingsstatistieken4, en gebruikt het Belgische statistiekbureau dergelijke data voor woon-werkverkeer5.
Vraag 5
Welke afspraken hebben het CBS en T-Mobile gemaakt over het uitwisselen van datasets?
Kunt u de Kamer, desnoods vertrouwelijk, inzage geven in de documenten waarin deze
afspraken en bijbehorende voorwaarden zijn vastgelegd?
Antwoord 5
De overeenkomst tussen het CBS en T-Mobile waarin de voorwaarden voor samenwerking
zijn opgenomen, is openbaar gemaakt6.
Vraag 6
Van hoeveel mobiele klanten van T-Mobile, en eventuele andere telecomproviders, zijn
gegevens uitgewisseld? Is het juist dat deze klanten hiervan niet op de hoogte zijn?
In hoeverre is dit toegestaan?
Antwoord 6
Volgens het CBS heeft het geen toegang gehad tot individuele klantgegevens van personen.
Het CBS en T-Mobile hebben aangegeven dat het CBS inzicht heeft gehad in gegevens
die niet herleidbaar zijn tot klanten en dat de gegevens waar het om gaat geen exacte
plaatsbepaling aangeven. Dit neemt niet weg dat er toch vragen zijn gerezen over het
verstrekken van gegevens van T-Mobile aan het CBS. Daarom is er een onderzoek ingesteld
door het Agentschap Telecom daarin bijgestaan door de Autoriteit Persoonsgegevens.
Vraag 7
Kunt u uitleggen waarom voor een dergelijke uitwisseling van gegevens in het kader
van een «pilot-project», zoals een woordvoerder van het CBS omschrijft, geen toestemming
nodig zou zijn, terwijl voor een vergelijkbaar initiatief in het kader van coronabestrijding
parlementaire goedkeuring gevraagd zou worden?
Antwoord 7
De Telecommunicatiewet maakt het de aanbieders van telecommunicatiediensten mogelijk
om zonder toestemming van de gebruikers locatiegegevens te verwerken onder de voorwaarde
dat deze gegevens zijn geanonimiseerd. Na de anonimisering mogen de gegevens, als
de aanbieders van telecommunicatiediensten dat zouden willen, ook met derden worden
gedeeld. Het CBS geeft aan dat het in de pilot ging om vrijwillig door de aanbieder
ter beschikking gestelde geanonimiseerde gegevens. Voor wat betreft het gebruik van
telecommunicatiedata voor de bestrijding van Covid-19 hebben diverse aanbieders verklaard
hieraan alleen te willen meewerken als zij daartoe wettelijk verplicht worden. In
de Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM in verband met de bestrijding van Covid-19
is een dergelijke verplichting voor aanbieders opgenomen. Daarnaast zijn in het wetsvoorstel
regels opgenomen over de wijze waarop de telecommunicatie-aanbieders de gegevens aan
het CBS moeten leveren.
Vraag 8
Kunt u aangeven of er sprake is van een uitwisseling van geanonimiseerde, niet tot
individuele personen herleidbare gegevens en/of gepseudonomiseerde data dan wel van
data van niet-anonieme bellers?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 6. Het is aan de toezichthouders het Agentschap Telecom en de
Autoriteit Persoonsgegevens om dit te beoordelen.
Vraag 9
Kunt u duiden hoezeer de ontwikkeling van een algoritme ten behoeve van het leveren
van mobiliteitsinformatie aan overheden, bekostigd met overheidsgeld en in gebruik
door commerciële partijen, en het verrijken van databestanden ten behoeve van het
in kaart brengen van financiële relaties binnen huishoudens binnen de nieuwe beleidsregels
voor het CBS vallen?
Antwoord 9
Voor deze pilot uit 2017 waren de nieuwe beleidsregels (Beleidsregel taakuitoefening
CBS) van 1 juli 2020 niet van toepassing, bovendien betrof de pilot ook geen aanvullende
statistische dienst waar de beleidsregels betrekking op hebben. Over het algemeen
geldt dat het antwoord op de vraag of de Beleidsregel op een bepaalde activiteit van
toepassing is, afhankelijk is van het soort activiteit. Op aanvullende statistische
diensten is de Beleidsregel taakuitoefening CBS van toepassing, op activiteiten die
worden bekostigd uit de algemene (lumpsum)bijdrage van de Minister van Economische
Zaken en Klimaat niet.
Vraag 10
Bent u bereid de Autoriteit Persoonsgegevens om een oordeel te vragen over deze activiteiten
en de werkwijze van het CBS?
Antwoord 10
De Autoriteit Persoonsgegevens en het Agentschap Telecom doen reeds onderzoek naar
de pilot van het CBS met T-Mobile.
Vraag 11
Hoe zijn de verschillende onderdelen van de motie-Van den Berg/Wiersma over het tegengaan
van oneerlijke concurrentie door het CBS uitgevoerd?7
Antwoord 11
Graag verwijs ik u hiervoor naar de Kamerbrief die ik 1 juli 2020 heb verstuurd naar
de Tweede Kamer over de Consultatieverslagen Beleidsregel taakuitoefening CBS en Regeling
werkzaamheden derden CBS en moties Van den Berg en Wiersma8. Hierin informeer ik over het uitvoeren van de motie Van den Berg/Wiersma door het
CBS. In het kort komt het erop neer dat het CBS het gevraagde onafhankelijke toezicht
op naleving van de beleidsregels in de motie heeft uitgevoerd door het aanstellen
van een Competitive Neutrality Officer. Deze functionaris weegt de belangen van marktpartijen
mee, heeft kennis van mededingingsvraagstukken en adviseert op onafhankelijke wijze
over de toepassing van de Beleidsregel taakuitoefening CBS en de Regeling werkzaamheden
derden CBS. Deze functionaris moet minimaal een keer per jaar schriftelijk verslag
uitbrengen aan de directeur-generaal van het CBS. Ik heb in de Kamerbrief toegezegd
om de Kamer over dit verslag jaarlijks te rapporten. Dit zal ik aankomende zomer doen.
Daarnaast heeft de directeur-generaal van het CBS een onafhankelijke klachtencommissie
ingesteld met als voorzitter Michaël van Straalen waar marktpartijen klachten kunnen
indienen over gedragingen van het CBS met betrekking tot de toepassing van de Beleidsregel
taakuitoefening CBS of de Regeling werkzaamheden derden CBS. Ook is in de Raad van
Advies van het CBS Henk Don benoemd als extra lid met een achtergrond in mededingingsvraagstukken.
De Raad van Advies kijkt met de blik van een externe toezichthouder naar het CBS.
Vraag 12
Is uw indruk dat sinds de inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels het gedrag
van het CBS op de markt voor statistiekonderzoek ten goede is veranderd? Waar blijkt
dit uit?
Antwoord 12
De interne werkprocessen bij het CBS en de externe communicatie zijn in 2020 in lijn
gebracht met de Beleidsregel taakuitoefening CBS en de Regeling werkzaamheden derden
CBS. Zo registreert het CBS alle verzoeken voor aanvullende statistische diensten
centraal en is er een stroomschema en afwegingskader opgesteld ter ondersteuning bij
het maken van afwegingen om een verzoek wel of niet te honoreren. Mijn vorige antwoord
op vraag 11 beschrijft hoe het verdere toezicht is geregeld. Aankomende zomer zal
ik de Kamer informeren over het verslag van de Competitive Neutrality Officer over
de uitvoering van de Regeling werkzaamheden derden CBS en de Beleidsregel taakuitoefening
CBS. Conform de toezegging aan uw Kamer zullen de regelingen twee jaar na inwerkingtreding
worden geëvalueerd (in 2022).
Vraag 13
Hebt u sinds de inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels nog klachten van commerciële
statistiekbureaus of andere partijen ontvangen over oneerlijke concurrentie door het
CBS? Zo ja, wat hebt u met deze klachten gedaan?
Antwoord 13
Er zijn tot heden geen formele klachten ingediend bij de ingestelde klachtencommissie
van het CBS. Wel loopt er momenteel een rechtszaak over de Beleidsregel taakuitoefening
CBS en de Regeling werkzaamheden derden CBS. Deze rechtszaak is aangespannen door
een brancheorganisatie voor marktonderzoek. Deze organisatie vordert onder meer een
verklaring voor recht dat de Regeling werkzaamheden derden CBS onverbindend is, omdat
volgens deze regeling onder het begrip derden enkel private partijen moeten worden
verstaan.
Vraag 14
Wanneer is het onderzoek door het Agentschap Telecom naar mogelijke privacyschendingen
afgerond? Zal dit met de Kamer worden gedeeld?
Antwoord 14
Het formele onderzoek naar mogelijke overtredingen van de wet- en regelgeving bij
het verstrekken van (toegang tot) telecommunicatiegegevens van T-Mobile aan het CBS
is begin maart door het Agentschap Telecom gestart. De Autoriteit Persoonsgegevens
draagt aan het onderzoek bij, met expertise op het gebied van persoonsgegevens. Een
einddatum is nog niet bekend, die hangt mede af van de feiten die uit dit onderzoek
naar voren komen. De uitkomst van het onderzoek zal met de Kamer gedeeld worden.
Vraag 15
Bent u bereid om hangende het onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens het CBS
te verzoeken alle voornoemde en verwante activiteiten te staken, totdat er duidelijkheid
is over de privacy, gevolgde procedures en werkwijze, aard van uitgewisselde data
en toegang van CBS-medewerkers tot die data?
Antwoord 15
Het CBS heeft aangegeven dat het op dit moment geen activiteiten onderneemt waarbij
mobiele telefoniedata worden gebruikt om statistieken te produceren.
Vraag 16
Deelt u de mening van het CBS dat «de data zo privacygevoelig zijn dat als er één
partij vertrouwd kan worden om dit te analyseren dat het CBS is»?
Antwoord 16
Ik heb vooralsnog geen reden om daar aan te twijfelen. Van belang in dit verband is
dat jaarlijks audits door externe auditors worden uitgevoerd, waaronder op het gebied
van privacy. Het CBS heeft onlangs opnieuw het privacy certificaat «Privacy Audit
Proof», dat gebaseerd is op het Privacy Control Framework, ontvangen9. Dit neemt niet weg dat ik niet vooruit wil lopen op de resultaten van het onderzoek
van het Agentschap Telecom en de Autoriteit Persoonsgegevens.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.