Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht dat de ceo altijd een Minister kan bellen
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister-President over het bericht dat de ceo altijd een Minister kan bellen (ingezonden 7 april 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen op 28 mei 2021).
Vraag 1
Hoe kan het dat er een groot verschil in mate van openbaarheid zit tussen de verschillende
ministeries als het gaat om contacten met externe partijen?1
Antwoord 1
Het kabinet heeft het uitgangspunt dat departementen transparant zijn over hun contacten
met het bedrijfsleven, evenals met andere externe partijen, en deze zo veel mogelijk
openbaar maken.
Departementen en bewindspersonen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de inhoud
en wijze waarop zij communiceren over hun agenda’s, werkbezoeken en gehouden speeches.
Wekelijks publiceren de bewindslieden een overzicht van hun openbare agenda. De agenda
bevat de bezoeken van de bewindspersoon (in- en uitgaand) die betekenisvol zijn als
het gaat om de politieke en beleidsprioriteiten. De agenda bevat eveneens overleggen
met besturen van stakeholders en werkbezoeken aan partners en organisaties. Ook digitale
werkbezoeken en overleggen via communicatietechnologie worden hierin opgenomen. Ieder
departement neemt een eigenstandige beslissing over het openbaren van informatie,
waarmee recht wordt gedaan aan de ministeriële verantwoordelijkheid. Dat laat onverlet
dat ik zal bevorderen dat er zoveel als mogelijk een eenduidige lijn zal worden gehanteerd.
Vraag 2
Waarom nemen 17 grote bedrijven zoveel tijd in beslag in de agenda’s van verschillende
Ministers terwijl zij ook een belangenbehartiger hebben, in VNO-NCW? Kunt u verklaren
hoe dit komt?
Antwoord 2
Het lidmaatschap van een ondernemersvereniging sluit contacten tussen individuele
bedrijven en Ministers niet uit.
Vraag 3
Hoe vaak wordt er naast de contacten met deze bedrijven nog door de ministeries met
VNO-NCW gesproken?
Antwoord 3
Voor een overzicht van de komende afspraken en afspraken in het verleden van bewindspersonen
met VNO-NCW verwijs ik u naar de openbare agenda van de departementen op https://www.rijksoverheid.nl/ministeries. Voor de Ministeries EZK, AZ en BZK gaat het voor de periode 2017 tot nu om in totaal
59 afspraken.
Vraag 4
Vindt u het zorgelijk dat 17 bedrijven maar liefst 30% van de afspraken in beslag
nemen? Vindt u dit evenredig? Zo ja, waarom?
Antwoord 4
Het is van belang dat het Rijk op verschillende manieren zicht houdt op hoe beleid
in de praktijk uitwerkt. Het kabinet hecht aan persoonlijk, open en vertrouwelijk
contact met allerlei partijen – met soms zeer uiteenlopende belangen – om beleidsopties
te verkennen en de kwaliteit van wet- en regelgeving te verbeteren. Zo praat het kabinet,
zoals ook het onderzoek (Juffer 20212) genoemd in het NRC-artikel laat zien, met veel verschillende partijen uit de samenleving
om tot een zo goed mogelijk afgewogen en uitvoerbaar beleid te komen. Naast bedrijven
en belangenorganisaties praat het kabinet o.a. met vakbonden, ngo’s, burgers, jongeren,
en (wetenschappelijke) adviesorganen zoals de SER, PBL en CBS.
Het onderzoek geeft aan dat het aantal bezoeken van bedrijven verklaarbaar is, omdat
ministeries voor de interactieve beleidsontwikkeling input krijgen van het bedrijfsleven.
Zoals ik ook in mijn vervolgantwoorden op uw vragen aangeef, gaat het niet zozeer
om het aantal afspraken als zodanig, maar om de totstandkoming van het besluitvormingsproces
zelf. Het gaat erom dat er een eerlijk en gelijk speelveld is door gelijke toegangsmogelijkheden.
Vraag 5
Op welke wijze ziet u toe dat de regering niet overmatig belobbyd wordt door enkele
bedrijven, terwijl de problemen in de samenleving veel breder zijn? Kunt u uw antwoorden
toelichten?
Antwoord 5
Zoals in het notaoverleg op de nota «Lobby in daglicht» besproken, hecht het kabinet
waarde aan een eerlijk en gelijk speelveld. Hierbij geldt dat de bewindspersoon er
zelf voor verantwoordelijk is om de belangen van de gesprekspartner af te wegen tegen
het algemeen belang.
Vraag 6
Waarom is er geen structurele handhaving om afspraken met lobbyisten, formeel of informeel,
openbaar te maken? Bent u bereid hierop toe te zien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals is toegelicht in de kabinetsreactie op de initiatiefnota «Lobby in daglicht:
luisteren en laten zien3» hecht het kabinet aan open contact met maatschappelijke partijen. Daarbij is tevens
aangegeven dat in de Nederlandse verhoudingen lobbyen in de zin van interactieve beleidsontwikkeling
als constructief wordt beschouwd. Burgers, bedrijven en organisaties moeten de mogelijkheid
hebben om in een vroeg stadium te worden betrokken bij de beleidsontwikkeling en om
bij politiek en bestuur hun belangen te behartigen. Dat is waardevol om beleidsopties
te verkennen en de kwaliteit van wetgeving te verbeteren. Het kan inzicht geven in
standpunten, argumenten en belangen, of draagvlak creëren voor beleid. Voor de kwaliteit
van beleidsvorming en wetgeving is het van essentieel belang dat signalen van de buitenwereld
worden ontvangen en worden meegewogen.
Lobbyactiviteiten ten behoeve van het behartigen van deze belangen kunnen ook risico’s
met zich brengen. Dat staat vermeld in de initiatiefnota «Lobby in daglicht: luisteren
en laten zien» en is aangegeven in de kabinetsreactie. «Mensen met een sterke positie,
macht of geld kunnen de boventoon voeren en lobbyactiviteiten kunnen leiden tot onzuivere
verhoudingen, vriendjespolitiek, belangenverstrengeling of schimmige praktijken.»4 Deze risico’s kunnen volgens het kabinet het best worden bestreden door de in die
kabinetsreactie weergegeven standpunten over transparantie, openheid en openbaarheid.
Zoals ook is vermeld in het kabinetsstandpunt over de transparantie van het wetgevingsproces5 geeft het kabinet de voorkeur aan openheid over besluitvormingsprocessen in plaats
van een volledige specificatie van contacten met lobbyisten, lobbyorganisaties of
andere maatschappelijke partijen of individuen. Dat laatste is in de regel statische
informatie die geen inzicht geeft in de mate van beïnvloeding en de beïnvloedingswijze
bij concrete besluitvormingstrajecten. In de memorie van toelichting bij een wetsvoorstel
wordt een paragraaf opgenomen over de reacties op het conceptwetsvoorstel. De inhoud
van de reactie en het gegeven vervolg wordt in deze paragraaf besproken. Op deze manier
wordt inzicht verschaft in de invloed van inbreng van externe partijen op de totstandkoming
van het wetsvoorstel. Voorts worden de overzichten van de eerdergenoemde openbare
agenda’s van Ministers gepubliceerd.
Vraag 7
Bent u het eens dat het in het kader van transparantie ook belangrijk is dat het telefonische
contact met dit soort bedrijven opgenomen wordt in het overzicht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet heeft het uitgangspunt dat departementen waar mogelijk transparant zijn
over hun contacten met externe partijen. Naar aanleiding van de initiatiefnota «Lobby
in daglicht: luisteren en laten zien» verschaft elk departement inzicht in agenda-afspraken
van de bewindspersonen, door hen afgelegde werkbezoeken en gehouden toespraken door
publicatie op rijksoverheid.nl. Ook digitale werkbezoeken en andere overleggen via
communicatietechnologie worden hierin opgenomen. Het is aan de departementen om telefonisch
overleg hierin mee te nemen. Hierbij benadrukt het kabinet dat het gaat om de aard
van het overleg. Elke Minister kan daarin een eigen afweging maken.
Vraag 8
Wat is er volgens u verbeterd naar aanleiding van het rapport van de GRECO waarin
Nederland slecht scoort op het gebied van openbaarheid van lobby?6
Antwoord 8
De GRECO heeft Nederland in de vijfde evaluatieronde betreffende «preventie van corruptie
en versterking van integriteit bij de hoogste uitvoerende functies in de centrale
overheid en bij de rechtshandhavingsinstanties», aanbevolen om regels te ontwikkelen
omtrent de omgang met lobbyisten. Het kabinet is bezig met de uitwerking van de aanbevelingen
van de GRECO. De GRECO heeft in zijn vergadering van 22 t/m 25 maart 2021 het compliance
rapport vastgesteld. Het kabinet zal het rapport op korte termijn aan uw Kamer sturen
en u informeren over de voortgang en het voornemen om in elk geval de omgang met lobbyisten
te vatten in gedragsregels.
Vraag 9
Maakt u zich grote zorgen over het gebrek aan transparantie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, het kabinet heeft het uitgangspunt dat departementen waar mogelijk transparant
zijn over hun contacten met het bedrijfsleven, maar ook hun contacten met andere partijen
zo veel mogelijk openbaar maken. Zoals vermeld zet het kabinet zich in om transparantie
te bieden over besluitvormingsprocessen.
Vraag 10
Erkent u dat het slecht is voor het aanzien van de politiek als geheel als uit werk
van onderzoeksjournalisten blijkt dat de rode loper uitligt voor grote bedrijven en
dat problemen van mensen niet worden gehoord? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
Alle reacties en bijdragen uit de samenleving bij beleidsvorming en de totstandkoming
van wetten zijn even welkom. Dat geldt net zozeer voor de reacties van individuen
of van organisaties met een ideële doelstelling als voor de reacties van bedrijven.
Reacties komen de kwaliteit van wetgeving en beleid ten goede en verzekert dat de
regering goed in contact blijft met de samenleving. In aansluiting op mijn vorige
antwoorden, benadruk ik nogmaals dat door transparantie, openheid en openbaarheid
van besluitvormingsprocessen, bijvoorbeeld in een wetgevingsproces, inzicht wordt
geboden in de interactieve beleidsontwikkeling. Ambtenaren worden geacht zorgvuldig
om te gaan met deze interactieve beleidsontwikkeling. In de totstandkoming van bijvoorbeeld
wetgeving kan het parlement dat dan ook wegen. Het kabinet maakt uiteindelijk te allen
tijde een eigen afweging en keuzes, waarbij het wensen en suggesties uit de samenleving
hoort, maar niet per se doorslaggevend acht. Het kabinet kan vervolgens verantwoordelijk
worden gehouden voor die afweging en keuzes. Deze worden vervolgens aan uw Kamer voorgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.