Schriftelijke vragen : Overleveringen aan Polen
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Kathmann (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over overleveringen aan Polen (ingezonden 27 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in de Telegraaf «Opeens politie voor de deur; timmerman
Rob zou een criminele organisatie leiden»? Wat is daarop uw reactie? Hoeveel mensen
zitten in een soortgelijke positie, hoeveel mensen zijn de afgelopen tijd overgeleverd
aan Polen of dreigen nog overgeleverd te gaan worden?1
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom Nederland nog altijd verdachten aan Polen overlevert, terwijl
dat ook enige tijd door rechters tegen is gehouden, omdat er zulke grote zorgen zijn
over de staat van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
in Polen en de vraag terecht is of iemand in Polen een eerlijk proces zal krijgen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het feit dat in Europees verband is afgesproken dat er wederzijds
vertrouwen bestaat in elkaars rechtsstelsels, met als gevolg dat Nederlanders in voorkomende
situaties zonder inhoudelijke toets overgeleverd moeten worden aan Polen, niet zou
moeten betekenen dat daaraan nooit iets kan veranderen omdat de situatie gewijzigd
kan zijn, zoals nu bijvoorbeeld in Polen aan de hand is? Wanneer kan er een moment
komen om het vertrouwen en daarmee de overleveringen op te schorten?
Vraag 4
Klopt het dat rechters nu niet de bevoegdheid hebben om alle overleveringen aan een
bepaald land op te schorten wanneer vast is komen te staan dat er niet langer sprake
kan zijn van vertrouwen in het rechtsstelsel en een eerlijk strafproces in een lidstaat?
Bent u bereid zich hiervoor in te spannen in Europees verband?
Vraag 5
Acht u rechters, advocaten en verdachten in staat om te beoordelen of in individuele
gevallen een reële kans op de schending van grondrechten bij overlevering bestaat,
in casu het recht op een eerlijk proces, zoals de weigeringsgrond voor overleveringen
is geformuleerd? Zo nee, wat gaat u doen om dit hiaat in te vullen?
Vraag 6
Is het voor een individu wel realistisch en mogelijk om aan te tonen dat er in zijn
of haar concrete zaak geen sprake zal zijn van een eerlijk proces? Hoe moet iemand
dat doen?
Vraag 7
Zijn er alternatieven voor overlevering aan een ander land, zoals bijvoorbeeld door
het bewijsmateriaal aan Nederland over te dragen en de vervolging hier plaats te laten
vinden of, uiteraard met instemming van de verdachte, het proces digitaal vanuit Nederland
te volgen? Is daar een wettelijke grondslag voor? Zo nee, zou dat niet goed zijn?
Vraag 8
Als overleveringen naar een land waarover grote zorgen bestaan niet voorkomen kunnen
worden, bent u dan tenminste bereid garanties te eisen voor een eerlijk proces, een
maximale duur van het voorarrest, medische omstandigheden en het zo snel mogelijk
uitzitten van de eventuele straf in Nederland?
Vraag 9
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden, uiterlijk voorafgaand aan het commissiedebat
van 3 juni a.s. over de JBZ-Raad?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Barbara Kathmann, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.