Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het bericht dat er een Syrische terreurverdachte is opgepakt in een AZC in Friesland
Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat er een Syrische terreurverdachte is opgepakt in een AZC in Friesland (ingezonden 14 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
Minister van Justitie en Veiligheid, (ontvangen 26 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 2609.
Vraag 1
Bent u op de hoogte dat een ISIS-terrorist is opgepakt in een asielzoekerscentrum
(AZC) in Friesland, waar hij sinds 2019 in de watten werd gelegd?1 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van het dossier.
Vraag 2
Hoe is het in godsnaam mogelijk dat deze ISIS-terrorist naar Nederland kon komen en
dat u hem gewoon vrij in Nederland liet rondlopen?
Antwoord 2
Zoals u weet doe ik over individuele zaken geen mededelingen. Dat geldt eens te meer
voor zaken waarin een strafrechtelijk onderzoek loopt. Het OM, politie, Koninklijke
Marechaussee, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en andere betrokken organisaties,
zoals de IND, zijn alert op personen die mogelijk een dreiging voor de nationale veiligheid
vormen. Bij het nemen van maatregelen worden strafrechtelijke, vreemdelingrechtelijke
en veiligheidsaspecten betrokkenen. Ik verwijs hier ook naar de brief van 12 juni 2018 aan de Tweede
Kamer, waarin is ingegaan op de maatregelen in de keten om alert te zijn op signalen
die de nationale veiligheid kunnen raken.2 Ik hecht eraan te benadrukken dat wanneer een arrestatie op een bepaald moment plaatsvindt,
dit niet betekent dat een zaak niet al langer in beeld was en daar passende aandacht
voor was.
Ik begrijp de gevoelens van verontwaardiging en onveiligheid. Dat geldt in eerste
plaats ook voor de bewoners van het AZC in Friesland. Het weren en bestraffen van
plegers van internationale- en oorlogsmisdrijven die zich in Nederland bevinden heeft
een continue hoge prioriteit in zowel de strafrecht- als de asielketen. Nederland
mag geen vluchthaven zijn voor personen die zich schuldig hebben gemaakt aan deze
ernstige misdrijven. Het 1F-beleid heeft daarom tot doel deze personen rechtmatig
verblijf in Nederland te onthouden. Zie in dit kader ook de Rapportagebrief Internationale
Misdrijven, die jaarlijks aan de Tweede Kamer wordt gezonden.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit een enorm gevaar heeft opgeleverd voor de veiligheid van
Nederland en neemt u de verantwoordelijkheid hiervoor? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zoals aangegeven ga ik niet in op individuele gevallen. In zijn algemeenheid kan ik
zeggen dat alle betrokken organisaties tijdens het asielproces alert zijn op signalen
die de nationale veiligheid kunnen raken. Tijdens de identificatie en registratie
zijn de politie en de Koninklijke Marechaussee waakzaam op mogelijke signalen. Zo
nodig geven zij deze door aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten of ze grijpen
zelf in. Vervolgens doet de IND een screening op basis van de informatie uit het identificatie-
en registratieproces, het aanmeldformulier, het aanmeldgehoor en eventuele informatie
van derden. Ook kan informatie afkomstig van sociale media worden betrokken. Signalen
over betrokkenheid bij internationale misdrijven kunnen ook later in het asielproces
worden opgevangen; ook dan worden deze doorgegeven aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Hiertoe bestaat een meldstructuur.
Vraag 4
Kunt u met absolute zekerheid zeggen dat er niet nog meer terroristen via de migratiestromen
naar Nederland zijn gekomen? Zo nee, bent u dan bereid alle Syrische asielzoekers
preventief vast of uit te zetten en de grenzen per direct te sluiten voor nog meer
buitenlandse indringers? Zo nee, waarom speelt u met de levens van Nederlanders?
Antwoord 4
Hoewel de instanties in Nederland alert zijn op dit risico en asielzoekers en nareizende
gezinsleden door betrokken organisaties worden gescreend, kan niet worden uitgesloten
dat misdadigers de Nederlandse asielprocedure misbruiken. Ook is het mogelijk dat
personen radicaliseren tijdens de asielprocedure, of na toekenning van een asielvergunning
radicaliseren. Alles wordt in het werk gesteld om radicalisering tijdig te onderkennen
en tegen te gaan. De lokale, persoonsgerichte aanpak wordt ingezet wanneer er sprake
is van radicalisering of extremistische uitingen door individuen, met als doel de
dreiging die van een persoon uitgaat te onderkennen en daarop te interveniëren. Over
de aan- of afwezigheid van andere lopende onderzoeken doe ik geen uitspraken.
Het preventief en zonder individuele toets vastzetten van asielzoekers acht ik zeer
onwenselijk en heeft bovendien geen wettelijke en verdragsrechtelijke basis. De overgrote
meerderheid van de mensen uit Syrië die bescherming van Nederland vraagt, hebben met
terrorisme niets van doen.
Ik ken de oproep om Schengen op te zeggen en «de grenzen te sluiten». Ik ben voorstander
van een versterkt Schengen. Het vrije verkeer van personen is een groot goed in Europa,
en de inzet is dat te behouden. Schengen is meer dan open binnengrenzen. Het gaat
ook over gezamenlijke buitengrensbewaking, toegangsweigering van mensen, vooral mensen
die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid, het verbeteren van informatie-uitwisseling,
de versterking van Frontex en het implementeren van nieuwe systemen zoals het Schengen
Informatiesysteem (SIS), het Entry Exit System (EES) en het European Travel and Information
and Authorization System (ETIAS). Dit vereist dat Europese lidstaten samenwerken om
irreguliere migratie tegen te gaan. Daarvoor is de versterking en beveiliging van
de Europese buitengrenzen essentieel. Dat vergt juist een gezamenlijke, Europese aanpak.
De Nederlandse inzet is dan ook gericht op de versterking van de buitengrenzen en
een effectiever Europees asiel en migratie managementsysteem. De screening- en grensprocedure
zoals voorgesteld door de Europese Commissie op 23 september 2020 zien bijvoorbeeld
op een extra veiligheidscheck bij binnenkomst; dit is een juiste stap voorwaarts.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.