Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Paulusma over het bericht dat het Zorginstituut Nederland adviseert om een nieuw medicijn tegen taaislijmziekte niet op te nemen in het basispakket vanwege de te hoge prijs van farmaceut Vertex
Vragen van leden Kuiken (PvdA) en Paulusma (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat het Zorginstituut Nederland adviseert om een nieuw medicijn tegen taaislijmziekte niet op te nemen in het basispakket vanwege de te hoge prijs van farmaceut Vertex (ingezonden 6 mei 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 26 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat het Zorginstituut Nederland adviseert om een nieuw
medicijn tegen taaislijmziekte niet toe te laten tot het basispakket vanwege de te
hoge prijs die farmaceut Vertex vraagt?1
Antwoord 1
Ja. Ik wil daarbij wel opmerken dat het Zorginstituut mij heeft geadviseerd om het
geneesmiddel niet op te nemen in het basispakket tenzij er wordt voldaan aan een aantal
voorwaarden, waaronder een prijsreductie en het maken van gepast gebruik afspraken.
Vraag 2 en 3
Kunt u een overzicht geven van de wijze waarop andere landen nu omgaan met het medicijn
Kaftrio?
Hoe kunt en wilt u gaan samenwerken met andere Europese landen in de onderhandeling
met Vertex om tot een lagere medicijnprijs te komen, zoals het Zorginstituut adviseert?
Antwoord 2 en 3
In het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken, Ierland en Oostenrijk wordt Kaftrio
vergoed en zijn er vertrouwelijke afspraken gemaakt over de prijs die voor het geneesmiddel
wordt betaald.
Ik heb inmiddels een aantal keer met mijn Beneluxa-partners onderhandeld over geneesmiddelenprijzen,
er lopen ook nieuwe trajecten. In 2017 heeft mijn voorganger samen met België onderhandeld
over de prijs van de voorloper van Kaftrio, Orkambi, een geneesmiddel van dezelfde
leverancier. Deze gezamenlijke onderhandelingen konden destijds niet succesvol worden
afgerond. Nederland heeft kort daarna (eind 2017) alsnog een akkoord bereikt over
Orkambi. Hoewel er veelvuldig contact met Europese landen is over Kaftrio en de andere
geneesmiddelen van Vertex acht ik het niet opportuun om gezamenlijk op te trekken
in een onderhandeling over Kaftrio. Dit heeft enerzijds te maken met de grote verschillen
die er zijn tussen landen: In België is nog geen advies uitgebracht over de vergoeding
van Kaftrio, terwijl er in andere landen, zoals Ierland en Denemarken, ten tijde van
de onderhandelingen over Orkambi al is voorzien in afspraken voor Kaftrio voorafgaand
aan een Europese goedkeuring. Anderzijds is gezamenlijk onderhandelen complex omdat
de reeds gemaakte afspraken over Orkambi en Symkevi vertrouwelijk zijn.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het medicijn Kaftrio bestaat uit een combinatie van drie bestanddelen
die al in andere medicijnen van farmaceut Vertex tegen taaislijmziekte zitten (Symkevi,
Orkambi en Kalydeco)? Zo ja, bent u voornemens nieuwe prijsafspraken te maken over
al deze zogeheten CFTR-modulatoren, zoals ook het Zorginstituut adviseert?
Antwoord 4
Kaftrio bevat de bestanddelen elexacaftor, tezacaftor en ivacaftor. Symkevi bevat
de bestanddelen tezacaftor en ivacaftor, Orkambi bevat lumacaftor en ivacaftor en
Kalydeco bevat ivacaftor. Kaftrio bevat dus een nieuw bestanddeel (elexacaftor) dat
niet in de andere drie medicijnen aanwezig is.
In dit stadium kan ik nog niet zeggen of er nieuwe prijsafspraken voor de reeds beschikbare
CFTR modulatoren gemaakt zullen worden.
Vraag 5
Deelt u de stelling van het Zorginstituut dat Kaftrio een doorontwikkelde variant
is van het middel Symkevi en veel van de ontwikkel- en onderzoekskosten dus al gemaakt
zijn? Zo ja, hoe zwaar weegt u dit mee in de onderhandelingen?
Antwoord 5
Het is mogelijk dat een deel van de onderzoekskosten van Kaftrio reeds gemaakt zijn
voor de ontwikkeling van de reeds beschikbare geneesmiddelen van de fabrikant. Ik
zal hier in mijn onderhandelingen met de fabrikant naar vragen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat veel duidelijker moet zijn welke prijs nationaal en internationaal
voor medicijnen betaald wordt en hoe deze prijs gerechtvaardigd is? Op welke wijze
wilt u de komende jaren meer transparantie van medicijnfabrikanten afdwingen?
Antwoord 6
Ik vind het ook belangrijk dat er meer inzicht komt in de prijzen die in andere landen
worden betaald. Nederland was de afgelopen jaren koploper in de discussie over een
Europese farmaceutische agenda. Nederland agendeert al jaren het belang van prijstransparantie
en het delen van kennis en expertise om tot gezamenlijke pakketbeoordelingen te komen.
Voor de landen in het Beneluxa Initiatief (België, Nederland, Luxemburg, Oostenrijk
en Ierland) is grotere transparantie een belangrijke factor in het waarborgen van
toegang tot en betaalbaarheid van geneesmiddelen. Het onderwerp staat inmiddels op
de agenda van het Beneluxa Initiatief en de deelnemende landen verwelkomen bredere,
internationale samenwerking op dit vlak.
Daarnaast is inzicht nodig in de opbouw en rechtvaardiging van prijzen van geneesmiddelen
om het vergoeden van geneesmiddelen uit collectieve middelen te kunnen verantwoorden
en om steeds weer een afweging te kunnen maken over de aanvaardbaarheid van prijzen
van individuele geneesmiddelen. Daarom vraag ik aan fabrikanten waarmee ik onderhandel
om de vraagprijs nader te onderbouwen. Dit heeft in de afgelopen jaren meer inzicht
opgeleverd, maar nog lang niet voldoende. Het gaat dan niet alleen om inzicht in investeringen
in onderzoek, maar ook om inzicht in de kapitaalkosten. Met het lopende onderzoek
naar het financiële ecosysteem van geneesmiddelenontwikkeling, wil ik meer inzicht
krijgen in de financiële transacties rondom innovatieve geneesmiddelenontwikkeling
die de prijs uiteindelijk mede bepalen2.
Vraag 7
Hoe staat het met de voornemens om vaker in Europees verband te onderhandelen en zo
een vuist tegen grote farmaceuten te kunnen maken? Welke concrete acties heeft u daartoe
ondernomen en gaat u nog ondernemen?
Antwoord 7
Binnen het Beneluxa Initiatief wordt samengewerkt op het gebied van de prijzen en
de vergoeding van geneesmiddelen. Gezamenlijke beoordelingen en onderhandelingen behoren
hier ook toe. Daarnaast wordt er gewerkt aan het opzetten van een gezamenlijke internationale
Horizonscan. Eén van de doelen hiervan is om internationaal eerder strategisch samen
te werken.
Vraag 8
Welke wettelijke en beleidsmatige instrumenten ziet u nog als opties om exorbitante
prijzen van medicijnen aan banden te leggen, te meer nu er steeds meer nieuwe dure
medicijnen op de markt komen?
Antwoord 8
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar de «Voortgangsbrief algemeen
geneesmiddelenbeleid 2021» waarin ik uiteen heb gezet welke maatregelen ik de afgelopen
periode heb genomen om de prijzen en uitgaven aan (dure) geneesmiddelen te beheersen
en welke uitdagingen er nog voor ons liggen3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.