Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Eijs over het bericht ‘Bij recycling van asfalt komt veel te veel kankerverwekkend benzeen vrij’
Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Bij recycling van asfalt komt veel te veel kankerverwekkend benzeen vrij» (ingezonden 3 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 25 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1772.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Bij recycling van asfalt komt veel te veel kankerverwekkend
benzeen vrij»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de bevindingen in het artikel bevestigen dat een aanzienlijk deel van de asfaltcentrales
in Nederland al jaren meer dan de toegestane norm aan benzeen uitstoten? Zo ja, is
u bekend bij welke asfaltcentrales dit het geval is?
Antwoord 2
Bij asfaltcentrales in de provincie Gelderland werd na metingen in 2017 bekend dat
er emissies van benzeen plaatsvinden. Bij twee van de zes asfaltcentrales in Gelderland
is gebleken dat de emissiegrenswaarden voor benzeen wordt overschreden. Het ministerie
is begin 2018 op de hoogte gebracht van de situatie. Ik heb mij onlangs door bevoegd
gezag laten informeren over de laatste stand van zaken. Inmiddels zijn bij meerdere
asfaltcentrales metingen verricht naar benzeen. Op basis van door bevoegde gezagen
verstrekte informatie kan ik u aangeven dat er 29 actieve asfaltcentrales zijn in
Nederland. Van deze actieve asfaltcentrales is bekend dat 10 asfaltcentrales de emissiegrenswaarde
voor benzeen overschrijden, 8 asfaltcentrales voldoen aan de grenswaarden en over
11 asfaltcentrales zijn geen emissiegegevens van benzeen bekend. Voor de 11 asfaltcentrales
waarvan geen gegevens over benzeenemissies bekend zijn, zijn de bevoegde gezagen in
contact met de asfaltcentrales voor het meten ervan. Het is van belang dat bevoegd
gezag over emissiegegevens beschikt zodat duidelijk wordt of sprake is van een overschrijdingssituatie
en op basis waarvan vervolgstappen kunnen worden bepaald door bevoegd gezag.
Vraag 3
Is bekend welke risico’s de gezondheid van mensen en het milieu in de omgeving loopt
bij deze overschrijdingen?
Antwoord 3
Benzeen is een Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS) en is schadelijk voor de gezondheid. De
gemeten overschrijdingen betreffen overschrijdingen van de emissiegrenswaarde, ofwel
aan de schoorsteen. De Europese Unie heeft tevens een immissiegrenswaarde op leefniveau
voor benzeen vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid. Deze Europese immissiegrenswaarde
is in Nederland opgenomen in de Wet milieubeheer. Op leefniveau, daar waar burgers
kunnen worden blootgesteld aan emissies van benzeen, zijn geen overschrijdingen van
de Europese immissiegrenswaarde geconstateerd.
Vraag 4
In welke gevallen van normoverschrijdingen van de uitstoot van benzeen bij asfaltcentrales
is ingegrepen door het bevoegd gezag?
Antwoord 4
Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Voor de asfaltcentrales waarvan geen gegevens over benzeenemissies bekend zijn, zijn de bevoegde gezagen in contact met de asfaltcentrales voor
het meten van benzeen en treden indien nodig handhavend op. Het handelen door bevoegde
gezagen verschilt. Een aantal bevoegde gezagen geeft aan een handhavingstraject gestart
te zijn. Bevoegd gezag zal er verder op toezien dat de bedrijven aan de emissiegrenswaarde
en minimalisatieverplichting voor ZZS voldoen. Deze verplichting houdt in dat bedrijven
emissies van ZZS voorkomen, en als dat niet mogelijk is deze tot een minimum beperken.
Uitgangspunt is dat tenminste wordt voldaan aan de emissiegrenswaarde. Niet alle installaties
voldoen aan de emissiegrenswaarde, in sommige gevallen wordt tijdelijk maatwerk verleend
door bevoegd gezag tot inzicht is in de technische mogelijkheden om aan de emissiegrenswaarde
te voldoen. Te allen tijde moet worden voldaan aan de immissiegrenswaarde op leefniveau.
De situatie heeft inmiddels de volle aandacht van de betrokken bevoegde gezagen.
Vraag 5
Zijn er gevallen bekend waarbij asfaltcentrales de uitstoot van benzeen na ingrijpen
door bevoegd gezag daadwerkelijk hebben verminderd? Zo ja, op welke manier is dit
gebeurd?
Antwoord 5
Ja, één van de asfaltcentrales heeft na ingrijpen door BG het proces aangepast, specifiek
de branderinstellingen. Als gevolg van deze aanpassing is de emissie van benzeen verminderd,
echter voldeed deze nog niet aan de emissiegrenswaarde. Door de branche wordt onderzocht
hoe de uitstoot van benzeen bij hergebruik van asfalt kan worden verminderd. Insteek
van het onderzoek is te komen tot inzicht in wat voor maatregelen getroffen kunnen
worden om emissies van benzeen te verminderen.
Vraag 6
Is bekend of wordt onderzocht hoe de uitstoot van benzeen bij het hergebruiken van
asfalt verminderd kan worden? Als dit bekend is, worden deze technieken dan overal
toegepast om de uitstoot van benzeen te verminderen, ook waar de norm niet overschreden
wordt? Valt een dergelijke techniek onder de zogenaamde best beschikbare technieken
waarvan toepassing kan worden afgedwongen?
Antwoord 6
Door de branche wordt momenteel onderzocht hoe de uitstoot van benzeen bij hergebruik
van asfalt kan worden verminderd. Ik ga in gesprek met de branche over de voortang
van het onderzoek. Tevens blijf ik in gesprek met bevoegd gezag en zal ik bevoegd
gezag aanspreken op haar toezichthoudende en handhavende taken.
Van belang is dat de bedrijven aan de geldende emissiegrenswaarde voldoen en de beste
beschikbare technieken (BBT) toepassen. Het onderzoek van de branche moet uitwijzen
wat technisch mogelijk is voor de asfaltcentrales. Het bevoegd gezag moet regelmatig
bezien of de vergunning nog voldoet aan de beste beschikbare technieken.
Nadat het onderzoek naar de uitstoot van benzeen bij asfaltcentrales is afgerond zal
ik de Kamer zoals eerder toegezegd2 informeren over de vervolgstappen die zullen worden genomen door de betrokken partijen.
Ik verwacht dat het onderzoek van de branche medio dit jaar gereed is.
Vraag 7
Is er voldoende kennis en mankracht aanwezig bij de verschillende bevoegde gezagen
om hier scherp en daadkrachtig op te kunnen treden en de uitstoot van benzeen te laten
verminderen?
Antwoord 7
Kennis en kunde m.b.t. milieuthema’s als luchtemissies zijn gebundeld bij omgevingsdiensten,
tevens zijn de omgevingsdiensten gespecialiseerd in milieutoezicht en- handhaving.
Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de opdrachtverstrekking en de uitvoering
van de vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken (VTH-taken) belegd bij
omgevingsdiensten.
Het recente advies van de Adviescommissie-VTH, onder voorzitterschap van Jozias van
Aartsen, constateert in den brede dat kennisopbouw en het delen daarvan bij een groot
aantal omgevingsdiensten onder de maat is en benadrukt de noodzaak van extra investeringen
op kennisontwikkeling en menskracht. Hoewel de uitwerking van dit advies aan mijn
opvolger is, wordt binnen het project Kennisinfrastructuur als onderdeel van de Uitvoeringsagenda-VTH
al ingezet op de versterking van de kennisinfrastructuur binnen het VTH-stelsel. Dit
project heeft o.a. aandacht voor de kennisbehoefte van de betrokken partijen en hoe
deze kennis optimaal kan worden uitgewisseld en geborgd.
Vraag 8
Kunt u reflecteren op de wens van de branche om de norm voor benzeen met 500 procent
te verruimen en welke risico’s brengt dit met zich mee?
Antwoord 8
Van belang is dat de uitstoot van benzeen bij asfaltcentrales voldoet aan de emissiegrenswaarde
en de uitstoot verder wordt geminimaliseerd, om mens en milieu te beschermen. Ik ben
bekend met de wens van de branche voor een tijdelijke verhoging van de emissiegrenswaarden
naar 5 mg/Nm3 in plaats van 1 mg/Nm3. Het gaat hierbij om een maatwerkverzoek van tijdelijke aard, tot maatregelen getroffen
worden waarmee de emissies kunnen voldoen aan de nationaal geldende emissiegrenswaarde
van 1 mg/Nm3. Het bevoegd gezag toetst bij een verzoek tot verruiming van de emissiegrenswaarde
onder andere of wordt voldaan aan de immissiegrenswaarde van 5 µg/m3 op leefniveau en neemt een besluit over het verzoek. Te allen tijde moet worden voldaan
aan de immissiegrenswaarde op leefniveau, er zijn geen overschrijdingen van deze immissiegrenswaarde
geconstateerd.
Vraag 9
Hoe gaat u zich inzetten om dit landelijke probleem aan te pakken en de onwenselijke
uitstoot van benzeen door asfaltcentrales terug te dringen?
Antwoord 9
De situatie heeft de volle aandacht van de betrokken bevoegde gezagen, zoals ook aangegeven
in de beantwoording op vraag 6 blijf ik hierover in gesprek met de bevoegde gezagen.
Tevens ga ik in gesprek met de branche over de voortgang van het onderzoek. Nadat
het onderzoek naar de uitstoot van benzeen bij asfaltcentrales is afgerond zal ik
de Kamer zoals eerder toegezegd3 informeren over de vervolgstappen die zullen worden genomen door de betrokken partijen.
Ik verwacht dat het onderzoek van de branche medio dit jaar gereed is.
Vraag 10
Kunt u reflecteren op dit botsen van het belang van hergebruik in het kader van de
circulaire economie en het belang van het milieu en de volksgezondheid?
Antwoord 10
Ik verbind het doel van een circulaire economie nadrukkelijk aan het doel van een
niet-toxische leefomgeving. Technisch zijn er mogelijkheden om emissies te reduceren.
Dit vraagt in bepaalde gevallen om extra investeringen. Die horen onlosmakelijk meegenomen
te worden bij het opzetten en moderniseren van recyclingactiviteiten. Zo volgt uit
de nationale regelgeving dat vergunningplichtige bedrijven, waaronder asfaltcentrales,
verplicht zijn om emissies van ZZS te minimaliseren en over de inspanningen/investeringen
hiertoe tenminste eens per 5 jaar te rapporteren aan het bevoegd gezag.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.