Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pouw-Verweij over gemeenten die bijstandsontvangers fors meer willen laten bijverdienen dan de Participatiewet toestaat
Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over gemeenten die bijstandsontvangers fors meer willen laten bijverdienen dan de Participatiewet toestaat (ingezonden 28 april 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 25 mei
2021).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de gemeente Amsterdam heeft aangekondigd bijstandsontvangers
de mogelijkheid te willen bieden om met behoud van de bijstandsuitkering permanent
maximaal 500 euro per maand bij te verdienen, waar de Participatiewet deze mogelijkheid
beperkt tot 220 euro per maand voor maximaal zes maanden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u er tevens mee bekend dat deze actie inmiddels ook in andere gemeenten, waaronder
de gemeente Arnhem, navolging lijkt te vinden?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Kunt u aangeven welke gemeenten momenteel vergelijkbare stappen zetten aangaande het
ophogen en/of in duur verlengen van de vrijlating zoals vastgelegd in de Participatiewet
of hiertoe reeds zijn overgegaan?
Bent u van mening dat de gemeente Amsterdam de uitstroompremie die hiertoe wordt ingezet
oneigenlijk gebruikt wanneer niet arbeidsinschakeling, maar «het verhogen van het
bestaansminimum» het doel is en de verantwoordelijk wethouder hierbij spreekt van
een «goede maas in de wet»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen verbindt u hieraan?
Vindt u dat de gemeente Amsterdam en eventuele andere gemeenten die hiertoe overgaan
in strijd met de Participatiewet handelen? Zo ja, hoe acteert u hierop?
Deelt u de mening dat dergelijke manoeuvres op gespannen voet staan met het gegeven
dat gemeenten niet aan inkomenspolitiek horen te doen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
welke stappen verbindt u hieraan?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
De Participatiewet biedt geen mogelijkheid voor een inkomstenvrijlating van 500 euro
per maand zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van de bijstandsuitkering.
Wel biedt de Participatiewet enkele re-integratie-instrumenten die door gemeenten
kunnen worden ingezet om te stimuleren dat mensen uitstromen naar betaald werk. Zo
kunnen inkomsten uit arbeid tot maximaal 25% van dat inkomen met een maximum van 220
euro per maand vrijgelaten worden. Deze vrijlating is in duur beperkt tot maximaal
zes maanden. Daarnaast kunnen gemeenten ook gebruik maken van de premie arbeidsinschakeling.
De premie is een één- of tweemalige premie van maximaal 2.629 euro per jaar. Voor
zowel de inkomstenvrijlating als de premie arbeidsinschakeling geldt dat deze kan
worden ingezet indien dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan de arbeidsinschakeling.
Het is primair de gemeenteraad die de bevoegd- en verantwoordelijkheid heeft om het
college van B&W in deze te controleren.
Desgevraagd heeft de gemeente Amsterdam mij verzekerd nog geen concrete plannen te
hebben voor een inkomstenvrijlating van 500 euro per maand. De uitspraken van de wethouder
bij EenVandaag betroffen een pleidooi voor verruimen van de mogelijkheden om bij te
verdienen. De uitspraken van Amsterdamse wethouder kunnen volgens de gemeente dan
ook beschouwd worden als een bijdrage aan het maatschappelijk debat over de hoogte
van het wettelijk minimumloon en de bijstand als vangnet van onze sociale zekerheid.
De informatie van de gemeente Amsterdam leert overigens ook dat Amsterdam per 1 maart
2021 op tijdelijke basis de premie arbeidsinschakeling inzet als premie deeltijdwerk.
De premiehoogte is 30% van het inkomen tot maximaal 219 euro per maand die wordt «opgespaard»
en door de gemeente twee keer per jaar wordt uitgekeerd. Overigens experimenteerde
de gemeente Amsterdam al sinds 2018 (tot 1 maart 2021) met de premie arbeidsinschakeling
als onderdeel van haar eigen onderzoek met de bijstand. Het is mij bekend dat ook
de gemeenten Leeuwarden en Wageningen de premie arbeidsinschakeling op een vergelijkbare
wijze inzetten. Uit navraag bij Divosa blijkt dat er meer gemeenten zijn die een soortgelijke
werkwijze (willen) hanteren, maar welke dat precies zijn, is niet bekend.
Ik juich de inzet van gemeenten toe die erop gericht is om mensen die (langdurig)
aangewezen zijn op een bijstandsuitkering te ondersteunen om de stap naar de arbeidsmarkt
te zetten. Dat gemeenten bij hun zoektocht naar effectieve prikkels creatieve aanpakken
ontwikkelen vind ik op zichzelf waardevol, mits deze aanpakken binnen de kaders van
de wet blijven. Indien een gemeente niet binnen de wettelijke kaders blijft, kan de
situatie ontstaan dat rechtsongelijkheid wordt gecreëerd. Mochten mij daarover signalen
bereiken, dan zal ik met de betreffende gemeente(n) in overleg treden. De inzet van
premie arbeidsinschakeling zoals de gemeente Amsterdam deze heeft vormgegeven is wettelijk
mogelijk zolang die gericht is op arbeidsinschakeling – en daarmee dus op een duurzame
uitstroom – en geen structureel karakter krijgt. Omdat het mogelijk niet voor alle
gemeenten duidelijk is binnen welke kaders zij gebruik kunnen maken van de premie
arbeidsinschakeling, zal ik gemeenten daarover via Gemeentenieuws informeren.
Vraag 7
Wat is uw reactie op het feit dat het verschil tussen het inkomen van iemand die voltijds
werkt voor het minimumloon en dat van een bijverdienende bijstandsontvanger hierdoor
nog slechts luttele tientjes per maand bedraagt?
Antwoord 7
Belangrijke uitgangspunten die aan de bijstand ten grondslag liggen zijn dat een ieder
verantwoordelijk is voor de voorziening in zijn of haar bestaan en dat de bijstand
aanvult voor zover een betrokkene daarin niet slaagt. In de situaties waarin gemeenten
oordelen dat het bijdraagt aan arbeidsinschakeling kunnen zij inkomsten uit deeltijdwerk
vrijlaten en/of een premie verstrekken. Destijds is door de wetgever al onderkend
dat een situatie kan optreden waarin de bijstandontvanger een inkomen verwerft dat
boven het reguliere bijstandsniveau uitgaat. Juist om die reden heeft de wetgever
bepaald dat genoemde instrumenten slechts in omvang en tijd beperkt toegepast kunnen
worden.
Vraag 8
Snapt u dat mensen die veertig uur moeten werken voor het minimumloon zich door zulke
berichten afvragen waarom ze eigenlijk iedere dag vroeg de wekker zetten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Ik vind het van belang om de betekenis van arbeidsparticipatie niet te reduceren tot
alleen het verwerven van inkomen. Een betaalde baan kan een waardevolle betekenis
aan het leven geven, waaraan mensen (een deel van) hun identiteit ontlenen. Ook draagt
een betaalde baan bij aan het zelfvertrouwen, heeft het een positief effect op de
gezondheid en zorgt het voor sociale contacten. Dit neemt niet weg dat ik vind dat
werken moet lonen en dat een te klein verschil tussen het bestaansminimum en het wettelijk
minimumloon niet wenselijk is.
Vraag 9
Vindt u nog steeds in lijn met uw regeerakkoord dat werken lonender moet worden? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, welke rol ziet u voor uzelf weggelegd om te voorkomen dat
gemeenten maatregelen treffen die het tegenovergestelde bewerkstelligen?
Antwoord 9
Betaald werk is de beste weg naar een financieel zelfstandig bestaan en persoonlijke
ontplooiing. Ook is betaald werk de effectiefste route om uit de armoede te geraken.
Mijn uitgangspunt is dan ook dat betaald werk moet lonen en mensen het in hun portemonnee
moeten voelen als ze de stap van uitkering naar werk zetten (zie ook mijn antwoord
op vraag 8). Verschillende re-integratieinstrumenten stimuleren uitkeringsgerechtigden
om de stap naar werk te zetten. Desalniettemin ontstaat bij inzet van de premie tot
arbeidsinschakeling de mogelijkheid dat sommige bijstandsgerechtigden tijdelijk een
inkomen kunnen hebben dat dicht tegen het wettelijk minimumloon zit of daaroverheen
gaat. Gelet op de doelstelling van re-integratieinstrumenten vind ik dit niet bezwaarlijk,
zolang de inzet daarvan tijdelijk blijft en bijdraagt aan hun arbeidsparticipatie,
bij voorkeur (en indien mogelijk) gericht op duurzame uitstroom uit de bijstand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.