Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over de berichten over hoge waardes aan dioxines die zijn aangetroffen bij dieren in natuurgebieden
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten over hoge waardes aan dioxines die zijn aangetroffen bij dieren in natuurgebieden (ingezonden 3 december 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
(ontvangen 21 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr.
4116.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over met dioxine besmette dieren in diverse uiterwaardengebieden
in Gelderland en in de Oostvaardersplassen?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om nader onderzoek te laten verrichten onder de dierenpopulaties in
de betreffende gebieden, waar bij de steekproef sprake bleek te zijn van hoge waarden
aan dioxines in vlees van dieren?
Antwoord 2
In opdracht van bureau-NVWA verricht Wageningen Food Safety Research (WFSR) momenteel
onderzoek om meer inzicht te verkrijgen in de aanwezigheid van dioxines (en een aantal
andere relevante stoffen) in vlees afkomstig van dieren in uiterwaarden langs de grote
rivieren. Dit onderzoek richt zich specifiek op dieren die het hele jaar in de uiterwaarden
grazen («wildernisvlees»), waar ook de gerefereerde dierenpopulaties onder vallen.
Bij het opstellen van het onderzoeksplan zijn de eerdere resultaten m.b.t. de verhoogde
dioxinegehalten meegenomen.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe de dioxines in het milieu terecht zijn gekomen of bent u bereid
om nader onderzoek te verrichten naar de herkomst hiervan?
Antwoord 3
Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijs ik naar de beantwoording van vragen
van de leden Kröger en Dik-Faber (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 2869) over dit onderwerp.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het voor de gezondheid van uitgezette grazers onverantwoord
is om ze te vestigen op locaties waarvan bekend is dat de bodem is verontreinigd?
Antwoord 4
Er zijn geen experimentele gegevens bekend over de gezondheidsgevolgen voor de grazers
zelf. Doordat grazers, net als proefdieren en mensen, waar de gevolgen wel bestudeerd
zijn, ook zoogdieren zijn, kan worden aangenomen dat inname van dioxines ook tot negatieve
effecten zou kunnen leiden, afhankelijk van de dosis, de blootstellingsduur en de
specifieke typen dioxines die erbij betrokken zijn. Ziekteverschijnselen worden zelden
waargenomen omdat de levensduur van grazers over het algemeen relatief kort is.
Vraag 5
Zo ja, bent u bereid om met de terreinbeheerders afspraken te maken over alternatieve
vestiging op een veilige locatie?
Antwoord 5
Op dit moment wordt er nog niet gesproken over alternatieve vestiging. Het bureau-NVWA
onderzoek kan mogelijk extra inzicht geven in de contaminatie van gebieden in de uiterwaarden
en daarmee handelingsperspectief bieden.
Vraag 6
Deelt u de vrees dat de uiterwaarden van alle grote rivieren en binnenwateren lijden
onder te hoge dioxineconcentraties vanwege hun voormalige functie als afvoerput voor
industrieel afval?
Antwoord 6
Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijs ik naar de beantwoording van vragen
van de leden Kröger en Dik-Faber (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 2869) over dit onderwerp.
Vraag 7
Welke gezondheidsrisico’s kunnen te hoge blootstellingen aan dioxines hebben voor
mensen en dieren?
Antwoord 7
Bij langdurige en te hoge blootstelling aan dioxinen, kunnen nadelige gezondheidseffecten
bij mensen optreden. Risico’s voor de vruchtbaarheid zijn bij die te hoge langdurige
blootstelling inderdaad reëel, voor kanker is minder duidelijk wanneer een risico
optreedt. Er is nu eerst onderzoek geïnitieerd om meer inzicht te krijgen in de mate
van aanwezigheid van dioxinen (en een aantal andere relevante stoffen) in vlees afkomstig
van dieren die in de uiterwaarden langs de grote rivieren hebben gegraasd. Voor gezondheidsrisico’s
bij dieren zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Bent u bereid om de resultaten van het door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) gestarte onderzoek zo spoedig mogelijk met de Kamer, de verantwoordelijke terreinbeheerders
en de provincies te delen?
Antwoord 8
Ja, het definitieve rapport zal gedeeld worden met de Kamer.
Momenteel vindt de monsterverzameling plaats en worden de eerste metingen verricht.
De onderzoeksvragen kunnen pas worden beantwoord zodra de volledige dataset beschikbaar
is, door mogelijke verschillen tussen gebieden in de uiterwaarden is het niet mogelijk
om deelresultaten op de juiste manier te interpreteren. Tussentijdse bevindingen worden
gedeeld met de terreinbeheerders en meegenomen in de keuringsbeslissing voor dieren
die ter slacht worden aangeboden.
Vraag 9
Deelt u de hypothese van emeritus hoogleraar toxicologie Martin van den Berg die verwacht
dat de dioxine in de Oostvaardersplassen via de lucht is neergeslagen? Zo nee, wat
is uw verklaring voor de aangetroffen concentraties?
Antwoord 9
Het is niet uit te sluiten dat de aangetroffen dioxine op enig moment via de lucht
is neergeslagen. De precieze bron zal moeilijk te achterhalen zijn. Windrichting speelt
namelijk een rol en zoals ook in de antwoorden op de vragen van de leden Kröger/Dik-Faber
en Baudet is aangegeven kan het gaan om vervuiling uit het verleden die helaas nog
langdurig in ons milieu aanwezig zal zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.