Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Belhaj over het bericht dat mariniers met schamele uitrusting naar Irak vertrokken
Vragen van het lid Belhaj (D66) aan de Minister van Defensie over het bericht dat mariniers met schamele uitrusting naar Irak vertrokken (ingezonden 28 april 2021).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 20 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Mariniers schamel uitgerust naar Irak; «Voor zware
wapens geen plek in vliegtuig»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u zich vinden in de berichtgeving van dit artikel waaruit zou blijken dat de
mariniers met ontoereikend materieel aan een missie zouden beginnen en de luchttransportcapaciteit
van Defensie niet op orde zou zijn?
Antwoord 2
Nee. Ten tijde van het verschijnen van het artikel was voorzien dat alle benodigde
wapens en communicatieapparatuur voor deze missie op tijd in het inzetgebied voor
handen zouden zijn. De totale behoefte aan de middelen is afgestemd tijdens het planningsproces
voorafgaand aan de missie. De mariniers worden ingezet met organieke radiosystemen
en organieke bewapening.
Door een administratieve fout op een later moment, na verschijnen van het artikel,
is een deel van middelen echter alsnog vertraagd. Het vertraagde materieel is inmiddels
in het inzetgebied gearriveerd. De operationele impact hiervan was gering. Op luchttransportcapaciteit
wordt dieper op ingegaan bij de beantwoording op vraag 8.
Vraag 3
Is het gebruikelijk voor een type missie als deze om MAG’s en de genoemde radio’s
mee te brengen? Zo nee, waarom zijn er voor deze missie geen middelzware machinegeweren
nodig?
Antwoord 3
Ja. De uitrusting en bewapening van de uitgezonden eenheid wordt afgestemd op het
operatieconcept en het huidige en verwachte dreigingsniveau.
Vraag 4
Waarom is er bij de mariniers de noodzaak om de punt 50 machinegewerenmee te nemen
als Defensie stelt dat deze geen deel zijn van de standaarduitrusting en ze niet nodig
zullen zijn?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3. Er is voor deze missie, gelet op het operatieconcept
en het dreigingsniveau, geen noodzaak om de.50 wapensystemen mee te nemen.
Vraag 5
Klopt het dat er radio’s worden gebruikt van de Amerikanen terwijl Nederland deze
radio’s zelf ook klaar heeft liggen in Nederland? Worden ze inderdaad geleend, of
wordt hier voor betaald?
Antwoord 5
De uitgezonden eenheid werkt met twee types radio. Naast de eigen, organieke Nederlandse
verbindingsmiddelen voor interne communicatie, maakt de eenheid ook gebruik van Amerikaanse
middelen. De Nederlandse inzet past in het overkoepelende internationale force protection-concept. Overeengekomen is dat een Amerikaans bataljon zorg draagt voor de communicatieverbindingen
tussen het aansturend element (de Amerikaanse eenheid) en het uitvoerend element (de
Nederlandse eenheid). De Amerikaanse radio’s zijn in bruikleen.
Vraag 6, 7
Is er een ongemakkelijke afweging gemaakt tussen welk materieel er meegenomen kon
worden op basis van de beperkte luchttransportcapaciteit die beschikbaar was?
Waarom werd het pas zo laat bekend dat dit materieel niet met de Nederlandse vliegtuigen
mee kon? Is hier een inschattingsfout gemaakt in de planning?
Antwoord 6, 7
Zie ook het antwoord op vraag 2. Om luchttransport in te zetten is het gebruikelijke
planningsproces doorlopen. Tijdens dit proces wordt de hoeveelheid vracht afgestemd
op de beschikbare luchttransportcapaciteit om uiteindelijk al het materiaal in het
missiegebied te krijgen.
Tijdens het planningsproces worden alle opties voor luchttransport bekeken. Hierbij
worden zowel de opties tot gebruik van de eigen luchtvloot onderzocht, als ook de
beschikbare capaciteiten van internationale partners. Hiervoor wordt met name intensief
samengewerkt met alle partners die zijn aangesloten bij het European Air Transport Command (EATC). Het plannen van deze luchttransportcapaciteit is een constant proces dat
onderhevig is aan vele variabelen.
Vraag 8
Klopt het dat Defensie een ontoereikende luchttransportcapaciteit heeft? Zo ja, wordt
hier in geïnvesteerd? Hoe lang duurt het onderhoud aan de huidige Hercules-klasse
nog?
Antwoord 8
De beschikbaarheid aan tactisch en strategisch luchttransport blijft vooralsnog achter
op de defensiebehoefte. Het beschikbare strategisch luchttransport wordt thans gerealiseerd
door deelname aan de internationale Heavy Airlift Wing en Multirole Tanker Transport vloten. Over de behoefte aan tactische luchttransportcapaciteit heeft de staatsecretaris
uw Kamer in oktober 2020 geïnformeerd met de A-brief «vervanging tactische luchttransportcapaciteit».
Vanaf 2026 worden de tactische transportvliegtuigen en het gerelateerde materieel
opgeleverd, ter vervanging van de huidige vloot van vier C-130 vliegtuigen. Zoals
in oktober jl. aan uw Kamer gecommuniceerd (Kamerstuk 27 830, nr. 317), wordt uw Kamer medio 2023 met de D-brief geïnformeerd over dit project.
Eén van de vier Nederlandse C-130 vliegtuigen is nog tot eind augustus in onderhoud.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.