Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Kops over het bericht dat 11.000 vergunninghouders in de tweede helft van dit jaar een woning moeten krijgen
Vragen van de leden Markuszower en Kops (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat 11.000 vergunninghouders in de tweede helft van dit jaar een woning moeten krijgen (ingezonden 30 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 19 mei 2021). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2400.
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat Nederland een woningtekort heeft van zo’n 300.000 woningen
en het daardoor voor de gewone Nederlander haast onmogelijk is een geschikte woning
te vinden?1
Antwoord 1
Ja. Ik vind het belangrijk dat iedereen die in Nederland verblijft een geschikte woning
kan vinden. Op dit moment staat de woningmarkt onder druk. Daarom heb ik verschillende
maatregelen genomen om het woningtekort te verkleinen, waaronder het (wederom) beschikbaar
stellen van 50 miljoen euro voor 2021 als stimulans voor de bouw van (flexibele) huisvesting
voor kwetsbare groepen, waaronder vergunninghouders.
Vraag 2
Hoe haalt u het in uw hoofd om 11.000 gelukszoekers binnen een half jaar een woning
te geven terwijl Nederlanders vaak jaren moet wachten op geschikte woonruimte?2
Antwoord 2
Het kabinet kiest ervoor, en is daar ingevolge internationale en Europese wet- en
regelgeving ook toe gehouden, om asielbescherming te bieden aan hen die daar recht
op hebben. De verwachting is dat in de komende maanden (april t/m september 2021)
11.000 asielzoekers voor een asielvergunning in aanmerking komen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid stelt halfjaarlijks de taakstelling
vast voor de huisvesting van vergunninghouders door gemeenten, aan de hand van het
verwachte aantal verblijfsvergunningen dat door de IND wordt verstrekt. De gemeente
is verantwoordelijk voor het huisvesten van vergunninghouders conform de halfjaarlijkse
taakstelling. Veelal wordt op basis van prestatieafspraken met woningcorporaties gezocht
naar een woning passend bij de gezinssituatie. Dit is echter niet verplicht. Gemeenten
kunnen ook op andere manieren in huisvesting voorzien voor deze vergunninghouders.
Meer dan de wijze waarop de woningen worden verdeeld, is vooral het beschikbare woningaanbod
van doorslaggevend belang voor de wachttijd voor sociale huurwoningen. Het aanjagen
van de woningbouwproductie in gespannen regio’s en het beter benutten van de bestaande
voorraad, is dan ook van groot belang om de kansen van alle woningzoekenden te vergroten.
Vraag 3 en 4
Bent u het eens dat deze voorkeursbehandeling van gelukszoekers een klap in het gezicht
is van al die Nederlanders die geen woning kunnen krijgen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het op stel en sprong regelen van woningen voor deze gelukszoekers
pure discriminatie is van de gewone Nederlander? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
Nee. Er wordt in Nederland geen onderscheid gemaakt op basis van nationaliteit. Iedereen
in Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld, een uitgangspunt dat in de
Grondwet is verankerd. Van voorkeursbehandeling van vergunninghouders en/of discriminatie
van andere groepen woningzoekenden is geen sprake. Zoals gezegd is alle inzet erop
gericht om de kansen van woningzoekenden te vergroten.
Specifiek ten aanzien van vergunninghouders geldt dat tijdige huisvesting niet alleen
in het belang van deze vergunninghouders is, maar ook van de Nederlandse samenleving:
snelle huisvesting laat vergunninghouders sneller participeren in en bijdragen aan
de Nederlandse samenleving. Bovendien worden door een snelle doorstroom naar huisvesting
de maatschappelijke impact en financiële kosten die gepaard gaan met de opvang van
asielzoekers beperkt.
Vraag 5
Bent u bereid deze 11.000 gelukszoekers geen woning toe te wijzen, maar een enkeltje
thuisland zodat deze woningen vrij blijven voor Nederlandse woningzoekers en de grenzen
te sluiten voor nieuwe gelukszoekers? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet kiest ervoor, en is daar ingevolge internationale en Europese wet- en
regelgeving ook toe gehouden, om asielbescherming te bieden aan hen die daar recht
op hebben. Terugkeer is voor hen niet aan de orde. Zoals u bekend vindt het kabinet
dat het categorisch sluiten van de Nederlandse grenzen geen realistische, laat staan
een structureel wenselijke oplossing is voor het complexe migratievraagstuk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.