Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over het bericht 'Nederlandse zonnepanelen gebouwd door Oeigoerse dwangarbeiders'
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Nederlandse zonnepanelen gebouwd door Oeigoerse dwangarbeiders» (ingezonden 9 april 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 18 mei 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2378.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Nederlandse zonnepanelen gebouwd door Oeigoerse
dwangarbeiders» d.d. 8 april jl.?1
Antwoord 1
Ja. Vooropgesteld staat dat het kabinet niet over gegevens beschikt in hoeverre de
in Nederland gebruikte panelen polysilicium uit Xinjiang is verwerkt. Zoals bekend
maakt het kabinet zich ernstig zorgen over de mensenrechtensituatie in China en Xinjiang.
Nederland spreekt zich in alle relevante fora uit tegen deze zorgwekkende situatie
en pleit onder andere voor betekenisvolle en ongehinderde toegang voor onafhankelijke
waarnemers zoals de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN tot Xinjiang.
Het kabinet hecht er groot belang aan dat alle Nederlandse bedrijven die internationaal
ondernemen de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen)
en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) naleven. Het kabinet zet daarom ook in op een brede gepaste zorgvuldigheidsverplichting
voor bedrijven, bij voorkeur op Europees niveau. Tevens wijst het kabinet bedrijven
actief op de risico’s van zakendoen in Xinjiang. Gezien de verdenkingen beschreven
in internationale rapporten en de beperkte mogelijkheden voor bedrijven om gepaste
zorgvuldigheid toe te passen, kan beëindiging van de betrekkingen met een zakelijke
relatie in Xinjiang passend zijn.
Vraag 2
Is het juist dat zonnepanelen in Nederlandse zonneparken bekostigd met overheidsgeld
afkomstig zijn van Chinese bedrijven die worden beschuldigd van dwangarbeid door Oeigoeren?
Zo ja, om welk percentage zonnepanelen gaat het?
Antwoord 2
Uit onderzoek van DNE Research blijkt dat 86 procent van de importwaarde van zonnepanelen
in de Rotterdamse haven in 2020 uit China kwam. Een deel daarvan wordt geïmporteerd
in Nederland en een deel wordt doorgevoerd naar andere Europese landen.
Branchevereniging Holland Solar geeft aan dat het erg lastig is om te traceren waar
de grondstoffen in deze zonnepanelen vandaan komen. In 2020 kwam circa 75 procent
van de wereldproductie aan polysilicium uit China. Van de totale Chinese productie
kwam ongeveer 237.000 MT uit de Xinjiang regio. Dit betreft 52 procent van de totale
Chinese productie en 42 procent van de productie wereldwijd.2 Het rapport van Horizon Advisory waarover in de internationale en Nederlandse media wordt bericht, stelt dat er data
zijn die de polysiliciumproductie en -verwerking in Xinjiang linken aan dwangarbeid.
De bevindingen in het rapport zijn bedoeld als waarschuwingssignalen: samengebrachte
data ondersteunen het vermoeden dat er dwangarbeid in de ketens van zonnepanelen plaatsvindt.
Het kabinet beschikt niet over eigenstandige verificatie van deze data.
Zoals uit de berichtgeving van Volkskrant en Trouw van 17 mei jl. blijkt, verscheen
half mei het rapport «In Broad Daylight»3. Het kabinet neemt deze onderzoeksbevindingen uiteraard, waar relevant, mee in verdere
stappen.
Onlangs hebben 175 grote bedrijven uit de internationale zonnesector, waaronder een
aantal van de bedrijven die in het artikel van het FD worden genoemd, een verklaring
getekend waarmee zij zich tegen dwangarbeid keren en zich eraan committeren om hun
ketens vrij te maken van dwangarbeid4. Hiertoe ondersteunen zij de ontwikkeling van een door de industrie geleid
traceerbaarheidsprotocol voor de toeleveringsketen van zonnepanelen.
Vraag 3
Welke maatregelen zijn genomen om de overheidsinkoop volgens de richtlijnen voor Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) te laten verlopen om te voorkomen dat
producten met dwangarbeid met overheidsgeld aangeschaft worden?
Antwoord 3
Specifiek voor het thema internationale sociale voorwaarden (ISV) geldt binnen de
Rijksinkoop dat in alle Europees aanbestede contracten in tien risico-categorieën
een contractvoorwaarde wordt opgenomen, waarmee een verplichting tot het toepassen
van gepaste zorgvuldigheid ten aanzien van sociale risico’s in de productieketen wordt
opgelegd aan opdrachtnemers.
In de beleidsnota «Van voorlichten tot verplichten: een nieuwe impuls voor internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemerschap» (Kamerstuk 26 485, nr. 337) van oktober 2020, committeert het kabinet zich bovendien aan het versterken van
het contractmanagement op het gebied van ISV. Het kabinet zal deze opvolging gaan
monitoren en hier in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk verslag over uitbrengen.
Tevens worden obstakels in kaart gebracht en hulpmiddelen voor contractmanagers geïdentificeerd.
Op basis hiervan kan een stap gezet worden naar verbeterde toepassing van de ISV.
Daarnaast is de Staatssecretaris van EZK bezig om uit te zoeken hoe IMVO in EZK-instrumenten
kan worden toegepast. Een eerste stap die hierin is gezet is om bij alle EZK-instrumenten
de link naar de IMVO-pagina van de RVO toe te voegen. Zo wordt verdere bekendheid
met de OESO-richtlijnen onder bedrijven bevorderd.
De afgelopen tijd is duidelijk geworden dat het huidige ISV-beleid toe is aan een
herziening om ISV-risico’s (waaronder dwangarbeid) steviger aan te kunnen pakken.
De inkoop van zonnepanelen valt bijvoorbeeld niet binnen de huidige ISV risico-categorieën.
Dit jaar wordt het Rijksinkoopstelsel heringericht; een nieuwe indeling van de Rijksbrede
inkoopcategorieën maakt hier onderdeel van uit. Het kabinet beziet hoe binnen de inkoopcategorieën
slagvaardiger kan worden opgetreden en het contractmanagement aangaande de ISV geïntensiveerd
kan worden. Het kabinet zal deze opvolging gaan monitoren en hier in de Jaarrapportage
Bedrijfsvoering Rijk verslag over uitbrengen. De herinrichting van het Rijksinkoopstelsel
zal ook worden aangegrepen om de tien ISV-risico-categorieën te bezien en waar nodig
aan te passen of uit te breiden. Ook zal de haalbaarheid, de wenselijkheid en de reikwijdte
van het toepassen van ISV als gunningscriterium worden onderzocht.
Verder spoort het Rijk medeoverheden aan maatschappelijk verantwoord in te kopen,
met gepaste zorgvuldigheid (ISV) als onderdeel van de afspraken omtrent inkoop. Medeoverheden
zijn autonoom in het bepalen van hun inkoopbeleid. In januari jl. is het nieuwe Nationaal
Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) voor de komende vijf jaar, genaamd
«Opdrachtgeven met ambitie, inkopen met impact» gepubliceerd. Doel van dit plan is
het stimuleren van alle overheden om hun inkoopkracht in te zetten voor het realiseren
van onze maatschappelijke doelen in het fysieke en het sociale domein, waaronder de
internationale sociale voorwaarden.
Vraag 4
Vindt u dat er voldoende maatregelen worden genomen om te voorkomen dat producten
met dwangarbeid in de keten op de Nederlandse markt verschijnen? Zo ja, hoe heeft
dit kan kunnen gebeuren? Zo nee, deelt u de mening dat het tijd is om wetgeving over
IMVO in te voeren?
Antwoord 4
Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven die internationaal ondernemen
dat zij de OESO-richtlijnen en de UNGP’s naleven. Het kabinet verwacht dan ook van
bedrijven dat ze de risico’s in hun keten in kaart brengen en adresseren. Ondanks
de vele goede stappen die door veel bedrijven worden gezet, is uit evaluaties gebleken
dat het bestaande IMVO-beleid onvoldoende effectief is; er zijn nog te weinig Nederlandse
bedrijven die ondernemen in lijn met de internationale MVO-normen. Aanvulling en aanscherping
van de IMVO-maatregelen is daarom nodig. Het kabinet heeft in de beleidsnota «Van
voorlichten tot verplichten» (Kamerstuk 26 485, nr. 337) IMVO-beleid voorgesteld dat bestaat uit een mix van elkaar versterkende maatregelen
die tezamen leiden tot effectieve gedragsverandering bij koplopers, achterblijvers
en bedrijven in het peloton. De beleidsmix voorziet erin dat maatwerk wordt geleverd
en dat maatregelen verplichten, voorwaarden stellen, verleiden, vergemakkelijken en
voorlichten (conform het zogenaamde 5V-model). In de mix worden nieuwe instrumenten
gecombineerd met reeds bestaande instrumenten, die op basis van evaluaties worden
verstevigd. Kern van dit nieuwe beleid is een brede gepaste zorgvuldigheidsverplichting
voor bedrijven, bij voorkeur op Europees niveau. Over de vorderingen heb ik op 11 februari
2021 aan uw Kamer gerapporteerd (Kamerstuk 26 485, nr. 364).
Vraag 5
Is het u bekend dat bijna alle grote Chinese zonnepaneelfabrikanten, die ook in Nederland
hun producten verkopen, contracten hebben met verdachte grondstofleveranciers? Zo
ja, welke actie heeft u hierop ondernomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het Kabinet heeft geen eigenstandig inzicht in de beweerde verbondenheid van zonnepanelen
die in Nederland worden gebruikt met dwangarbeid en onderdrukking van de Oeigoeren
in China. Het is de verantwoordelijkheid van de zonne-energiesector zelf om gepaste
zorgvuldigheid toe te passen, te onderzoeken of er in de keten misstanden plaatsvinden,
en deze aan te pakken of te voorkomen, in lijn met de OESO-richtlijnen. Deze richtlijnen
schrijven voor dat ondernemingen die opereren in een context met IMVO-risico’s zoals
dwangarbeid bereid moeten zijn tot openheid over hun besluit om in die context te
blijven opereren en dat besluit kunnen motiveren. Zij moeten overwegen of ze daar
verantwoord kunnen blijven opereren of inkopen. Gegeven de ernstige verdenkingen beschreven
in internationale rapportages en de beperkte mogelijkheden voor bedrijven om gepaste
zorgvuldigheid toe te passen, kan beëindiging van de betrekkingen met een zakelijke
relatie passend zijn. De branchevereniging Holland Solar heeft aangegeven samen met
de SER de mogelijkheden te zullen onderzoeken voor hun leden om toe te treden tot
het IMVO-convenant voor hernieuwbare energie. Tevens zal het Ministerie van Buitenlandse
Zaken nader in contact treden met de zonne-energiesector over de zorgen die het kabinet
en de sector beide hebben over dwangarbeid naar aanleiding van de berichtgeving hierover.
Daarbij zullen de verantwoordelijkheden van de sector worden benadrukt, en de wijze
waarop de overheid de sector kan bijstaan.
De zonne-energiesector kan op diverse manieren ondersteuning krijgen vanuit de overheid
om gepaste zorgvuldigheid toe te passen. Zo kan de sector gebruik maken van het Fonds
Verantwoord Ondernemen, de MVO risicochecker, voorlichting door het NCP, de OESO due diligence handreiking, de website startmetdeoesorichtlijnen.nl en er kan informatie over de
lokale situatie in Xinjiang nagevraagd worden bij de Nederlandse ambassade in Peking.
Vraag 6
Bent u bekend met het onderzoek van het Amerikaanse consultancybureau Horizon Advisory
waarin beschuldigingen van slavenarbeid zijn geuit in de richting van grote polysilliciumbedrijven
uit Xinjiang? Zo ja, welke actie heeft u hierop ondernomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 2 heeft China een belangrijk aandeel
in de wereldproductie van (onderdelen van) zonnepanelen. Naar aanleiding van de zorgwekkende
berichtgeving over mogelijke dwangarbeid in de zonne-energieketen, zijn een aantal
acties op touw gezet. Ik zal de kwestie opbrengen tijdens de RBZ Handel van 20 mei
aanstaande. Uw Kamer zal hierover geïnformeerd worden in het verslag van deze RBZ
Handel. Ik heb deze kwestie eveneens besproken met mijn Franse collega Minister Riester
en zal de kwestie bespreken met Eurocommissaris Reynders.
Vraag 7
Heeft u contact met de drie groothandelaren in Nederland die panelen van Jinko of
Trina Solar verkopen? Zo ja, waaruit bestaat dat contact? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De drie bedoelde bedrijven, evenals de brancheorganisatie Holland Solar, waren uitgenodigd
om deel te nemen aan de digitale bijeenkomst over de IMVO-risico’s van zakendoen in
Xinjiang die het ministerie samen met VNO-NCW 19 april jl. organiseerde voor Nederlandse
bedrijven die actief zijn in China. Tijdens deze digitale bijeenkomst hebben verschillende
experts bedrijven geïnformeerd over de situatie in de regio, het proces van gepaste
zorgvuldigheid, en de IMVO-risico’s rondom zakendoen in Xinjiang. Aan de sessie namen
ongeveer honderd vertegenwoordigers van verschillende sectoren van het Nederlandse
bedrijfsleven deel, waaronder een brancheorganisatie en meerdere bedrijven uit de
zonne-energiesector zoals Holland Solar, SolarProf, Naga Solar en IBC Solar.
Vraag 8
Ziet u mogelijkheden om gedurende het onderzoek naar de beschuldigingen van dwangarbeid
bij de productie van zonnepanelen deze verkoop tijdelijk op te schorten?
Antwoord 8
Het stilleggen van de verkoop van zonnepanelen betreft een zeer zware maatregel met
aanzienlijke economische en maatschappelijke gevolgen. Het inzetten van een dergelijke
maatregel gedurende inspanningen van de sector in deze kwestie, acht het kabinet op
dit moment niet proportioneel. Eventuele maatregelen op het gebied van handel kunnen
alleen op Europees niveau genomen worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.