Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over het artikel 'Hoe je door de TOZO-regeling als ZZP’er in de schulden belandt'
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Hoe je door de TOZO-regeling als ZZP’er in de schulden belandt» (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 18 mei
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Hoe je door de TOZO-regeling als ZZP’er in de schulden
belandt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Deelt u de mening dat het voor ondernemers onbegrijpelijk is dat ze steun zouden moeten
terugbetalen wanneer ze wel aan de voorwaarden voldeden bij aanvraag?
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat ondernemers juist verder in de schulden
raken als gevolg van het moeten terugbetalen van deTijdelijke Overbruggingsregeling
Zelfstandig Ondernemers (TOZO), die in eerste instantie door gemeenten is toegekend
en waarvan het leek dat zij aan de voorwaarden voldeden?
Bent u bereid om gemeenten te vragen hier coulant mee om te gaan en waar nodig het
benodigde maatwerk te leveren?
Antwoord 2, 3 en 4
Zelfstandig ondernemers die voldoen aan de geldende voorwaarden om in aanmerking te
komen voor de Tozo, hebben recht op een Tozo-uitkering. Vanaf maart 2020 is in samenwerking
met VNG en Divosa in zeer korte tijd de Tozo tot stand gekomen. Dit alles om ervoor
te zorgen dat ondernemers snel en accuraat geholpen konden worden. Om die reden is
de Tozo ook gebaseerd op de Participatiewet. Omdat gemeenten bekend zijn met die regeling,
konden zij de uitvoering snel ter hand nemen. Vanaf het begin hebben Rijk en gemeente
zo snel mogelijk gecommuniceerd over de specifieke voorwaarden van de Tozo.
Ondanks de intensieve communicatie en het feit dat het wettelijke kader van de Participatiewet
een bekend gegeven voor gemeenten is, is in een paar specifieke situaties onduidelijkheid
ontstaan over de vereisten van de Tozo. In die situaties gaat het onder andere om
de kinderalimentatie en de aanspraak op studiefinanciering. In beide gevallen is er
reeds actie ondernomen om gemeenten en accountants hiermee coulant om te laten gaan,
met als doel om terugbetalingsproblemen bij ondernemers te voorkomen.
Wat betreft de kinderalimentatie is gebleken dat hierover door SZW tijdens de Tozo
1 periode niet consistent en begin mei enige dagen foutief is gecommuniceerd. Mogelijk
hebben gemeenten daarom ook niet helder gecommuniceerd naar ondernemers dat kinderalimentatie
meegerekend moest worden als onderdeel van het netto-inkomen. In het «Gemeentenieuws
van SZW (2020-07)» zijn gemeenten opgeroepen om in deze gevallen ruimhartig maatwerk
toe te passen en gebruik te maken van de mogelijkheden die de Participatiewet biedt.
Op grond van de Participatiewet dienen gemeenten bij jongeren tot 27 jaar die niet
studeren te beoordelen of zij niet toch mogelijkheden hebben om te gaan studeren en
aanspraak te maken op studiefinanciering. Als dit het geval is, bestaat er geen recht
op bijstand op grond van de Participatiewet. Omdat de Tozo op de Participatiewet is
gebaseerd zou dit ook moeten gelden voor jonge ondernemers die aanspraak willen maken
op een uitkering op grond van de Tozo. Er is echter gebleken dat veruit de meeste
gemeenten ondernemers tot 27 jaar hierop niet beoordeeld hebben, waardoor zij gewoon
recht op Tozo toegekend gekregen hadden. Om hier geen misverstand over te laten ontstaan
heeft de toenmalige Staatssecretaris op 24 november 2020 een brief aan uw Kamer gestuurd2. Daarin valt te lezen dat de uitsluitingsgrond ten aanzien van jongeren tot 27 jaar
die zouden kunnen studeren, en daardoor aanspraak zouden kunnen maken op studiefinanciering,
buiten toepassing wordt verklaard voor de Tozo.
Vraag 5
Deelt u de mening dat voor de ondernemers die niet in aanmerking komen voor de TOZO
en deze moeten terugbetalen, de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
toegankelijk zou moeten zijn?
Antwoord 5
De TONK heeft betrekking op een tegemoetkoming voor noodzakelijke (woon)kosten voor
levensonderhoud die door onvoorziene omstandigheden niet meer door het huishouden
gedragen kunnen worden. Gemeenten hebben decentrale beleidsvrijheid in de uitvoering
van de TONK. Ook ondernemers die niet in aanmerking komen voor Tozo of deze terug
moeten betalen en daardoor de noodzakelijke (woon)kosten niet meer kunnen betalen,
kunnen als zij voldoen aan de lokale voorwaarden een beroep doen op TONK.
Vraag 6 en 7
Klopt het dat de terugbetaaltermijn voor ondernemers die TOZO moeten terugbetalen
maximaal 3 jaar is? Deelt u de mening dat dit een krappe betaaltermijn is voor mensen
die hun laatste reserves moeten aanwenden om door de coronacrisis heen te komen?
Bent u bereid om de terugbetaaltermijn te verruimen en ervoor te zorgen dat hier geen
rente over betaald hoeft te worden?
Antwoord 6 en 7
De maximale looptijd van Tozo-leningen bedrijfskapitaal (de periode vanaf het moment
van verstrekking tot het moment waarop deze moet zijn terugbetaald) bedraagt 42 maanden.
De lening wordt verstrekt tegen een rentepercentage van 2%. Op dit moment beraadt
het kabinet zich over de schuldenpositie van bedrijven als gevolg van de coronacrisis,
waaronder ook de voorwaarden van de Tozo-lening. Uw Kamer zal hierover spoedig geïnformeerd
worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.