Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het oprichten van een wooncoöperatie in de Tweebosbuurt in Rotterdam
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het oprichten van een wooncoöperatie in de Tweebosbuurt in Rotterdam (ingezonden 29 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2317.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat bewoners van de Tweebosbuurt in Rotterdam een
wooncoöperatie willen oprichten en daarmee sloop kunnen voorkomen?1
Antwoord 1
De Woningwet stelt een aantal eisen aan de oprichting van een wooncoöperatie. Het
is aan lokale partijen om te bezien of een initiatief voor het oprichten van een wooncoöperatie
wenselijk en haalbaar is.
Vraag 2
Waarom stemt Vestia niet in met het onderzoek naar de oprichting van een wooncoöperatie,
terwijl de bewoners in de Tweebosbuurt wettelijk gezien recht hebben op een onderzoek
en ook op ondersteuning van de woningcorporatie daarbij? Kunt u in uw toelichting
ingaan op het feit dat alleen al sinds het verzoek om een gesprek over het willen
oprichten van een coöperatie er zes maanden de tijd gegeven moet worden aan de bewoners?2
Antwoord 2
Indien bewoners van tenminste vijf in elkaars nabijheid gelegen huurwoningen de intentie
hebben om een wooncoöperatie op te richten, kunnen zij een gesprek aangaan met de
corporatie over de mogelijkheden. Ik heb begrepen dat bij het verzoek om een gesprek
aan de corporatie al duidelijk was dat de situatie niet voldeed aan de eisen die de
wet daar aan stelt om gekwalificeerd te worden als wooncoöperatie. Om te voldoen aan
de definitie van een wooncoöperatie zoals bedoeld in de Woningwet dient er sprake
te zijn van huurders van ten minste vijf in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden
die financieel, administratief, bouwtechnisch, stedenbouwkundig of anderszins een
eenheid vormen. Bij de bewoners van de Tweebosbuurt is echter sprake van een initiatief
van huurders/bewoners van een achttal woningen die zijn verspreid over een viertal
woonblokken gelegen in een vijftal straten. De Autoriteit woningcorporaties heeft
op 31 maart jl. aan bewoners gemeld dat hun initiatief, gezien de ligging van de woningen,
zich niet kenmerkt als een initiatief in de zin van de wet. Daarnaast, zo meldde de
Autoriteit woningcorporaties, is in het initiatief tevens sprake van huurwoningen
die niet bewoond worden door leden van het initiatief, terwijl dit eveneens een wettelijk
vereiste is. Om deze reden kan het initiatief geen gebruik maken van de mogelijkheden
die de Woningwet geeft.
Vraag 3
Waarom beroept Vestia zich erop dat de huizen «geen eenheid» zouden vormen, terwijl
wettelijk gezien er minimaal vijf bij elkaar in de buurt liggende woningen nodig zijn
om een wooncoöperatie op te kunnen richten, wat hier het geval is? Bovendien is er
een administratieve eenheid in de vorm van De Unie van en voor de Tweebossers? Kunt
u uw antwoord toelichten?3
Antwoord 3
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 is er geen sprake van een wooncoöperatie
zoals de wet deze bedoelt. Er is geen sprake van huurders van ten minste vijf in elkaars
nabijheid gelegen woongelegenheden die financieel, administratief, bouwtechnisch,
stedenbouwkundig of anderszins een eenheid vormen.
Vraag 4
Hoe verhoudt het niet meewerken of zelfs tegenwerken van de oprichting van een wooncoöperatie
door een woningcorporatie zich tot uw eigen woorden dat «in de Woningwet geen wettelijke
beperkingen staan voor het oprichten van een wooncoöperatie»?4
Antwoord 4
Hoewel de Woningwet geen beperkingen oplegt aan initiatieven die een wooncoöperatie
wensen op de richten is de woningcorporatie niet verplicht om de woningen aan het
initiatief te verkopen. Zie daarvoor tevens mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 5
Waarom is Vestia gestopt met de bemiddeling in de Tweebosbuurt en lijkt deze corporatie
er alles aan te doen om de sloop van de huurhuizen door te drukken ondanks het aanhoudende
en breed gedragen verzet uit de buurt? In hoeverre zijn oprechte gesprekken over alternatieve
oplossingen zoals de oprichting van een wooncoöperatie dan nog mogelijk?5
Antwoord 5
De gemeente Rotterdam en Vestia geven het volgende aan:
Afgelopen jaar hebben Vestia en een bewonersgroep een bemiddelingstraject afgerond.
Het resultaat daarvan is dat Vestia toezegt dat alle vaste bewoners die eind oktober
2020 nog in de Tweebosbuurt wonen, desgewenst in de Tweebosbuurt kunnen blijven wonen
c.q. terugkeren. Op basis van een inventarisatie onder deze bewoners heeft Vestia
bovendien besloten om 11 woningen te renoveren in plaats van te slopen. De mediation
heeft dus wel degelijk tot een alternatieve oplossing geleid. Ruim 90% van de bewoners
is inmiddels verhuisd naar een andere woning waarvan het overgrote deel in de directe
omgeving een plek heeft gevonden.
Vraag 6
Is het gezien het feit dat Vestia wordt opgesplitst en zal ophouden te bestaan niet
logisch om bewoners juist nu de mogelijkheid te geven een wooncoöperatie op te richten?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, is er een mogelijkheid dat een andere corporatie het coöperatieplan
van de Unie van en voor de Tweebossers begeleidt? Kunt u uw antwoord toelichten?6
Antwoord 6
Er is geen inhoudelijke relatie tussen de voorgenomen opsplitsing van Vestia en het
mogelijk oprichten van wooncoöperaties. Het opsplitsen van Vestia maakt onderdeel
uit van de structurele oplossing voor Vestia, met als doel om te komen tot drie gezonde,
zij het sobere corporaties. Het voorstel om een wooncoöperatie op te richten moet
op zijn eigen merites beoordeeld worden. Zoals gezegd is het aan lokale partijen om
de wenselijkheid en haalbaarheid te beoordelen.
Vraag 7
Hoe verhoudt het niet meewerken of zelfs tegenwerken van de oprichting van een wooncoöperatie
zich tot de paragraaf uit het nog geldende regeerakkoord van kabinet Rutte III, dat
de mogelijkheden voor wooncoöperaties juist wil vergroten?7
Antwoord 7
De afgelopen periode is op basis van het regeerakkoord in samenwerking met Platform31
een Actieprogramma wooncoöperaties opgezet en uitgewerkt. In de eerste fase heeft
het programma zich met name gericht op het vergroten van de bekendheid van wooncoöperaties
bij huurders, gemeenten en corporaties. Daarnaast speelde het programma een belangrijke
rol bij het vullen van een gereedschapskist met tools voor de oprichting van een wooncoöperatie.
In de tweede fase zijn initiatieven daadwerkelijk ondersteund. Tijdens deze fase is
gebleken dat er grote belangstelling is voor het realiseren van nieuwbouwprojecten
voor speciale doelgroepen door het hele land, ook bij gemeenten. Daarnaast willen
enkele initiatieven bestaande gebouwen van de gemeente of woningcorporatie overnemen.
Een aantal initiatieven worden op verschillende manieren door mij professioneel ondersteund
via Platform31 om de daadwerkelijke realisering ervan te bevorderen. Het vergroten
van de mogelijkheden voor wooncoöperaties betekent voor corporaties en gemeenten waarin
deze gelegen zijn echter nog steeds dat er een belangenafweging dient plaats te vinden.
Met de vorming van een coöperatie worden de sociale huurwoningen namelijk onttrokken
aan de sociale voorraad en deze woningen zijn daarmee niet meer beschikbaar voor de
gehele doelgroep. Om deze reden dient een beslissing tot medewerking altijd zorgvuldig
te worden genomen. Een corporatie is dan ook niet verplicht om de woningen aan een
wooncoöperatie te verkopen.
Vraag 8
Hoeveel wooncoöperaties zijn er opgericht ten tijde van het kabinet Rutte II en hoeveel
tijdens het kabinet Rutte III?
Antwoord 8
Het is mij niet bekend hoeveel wooncoöperaties er zijn opgericht door huurders van
corporaties. Op de site van Cooplink, een organisatie die wooncoöperatie initiatieven
bij het delen van kennis ondersteunt, zijn veel initiatieven opgenomen. Het gaat hierbij
echter ook om initiatieven die nieuwbouw wensen te realiseren c.q. gerealiseerd hebben.
Vraag 9
Zijn er voorbeelden uit andere gemeenten met andere woningcorporaties die niet hebben
meegewerkt aan de oprichting van wooncoöperaties, koop- of beheercoöperaties? Hoe
vaak is dat voorgekomen en om welke woningcorporaties gaat het?
Antwoord 9
Ik ben niet bekend met initiatieven waarbij corporaties geen medewerking hebben gegeven
aan de oprichting. Zoals ik in antwoord 7 heb aangegeven vindt bij een verzoek altijd
een zorgvuldige belangenafweging plaats, waarbij ook de zienswijze van de gemeente
een belangrijke rol speelt.
Vraag 10
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden en niet clusteren?
Antwoord 10
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.