Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over de kwalificatie 'veilig land' in asielzaken
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de kwalificatie «veilig land» in asielzaken (ingezonden 8 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 april
2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Kwalificatie «veilig land» in asielzaken moet beter onderbouwd
worden»1 en de achterliggende uitspraak met persbericht van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State (hierna: de Afdeling)?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe gaat u de opstelling van de Afdeling, dat de uitspraak relevant is voor de herbeoordeling
van andere landen die u als veilig heeft aangemerkt en voor de vreemdelingen die uit
deze landen afkomstig zijn, verwerken in uw beleid ten aanzien van asielverzoeken
uit vermeend veilige landen?
Hoe gaat u er in de toekomst wel voor zorgen dat u alle beschikbare bronnen gaat gebruiken
om tot de beoordeling te komen of een land al dan niet als veilig moet worden gezien?
Antwoord 2 en 3
Tot de Afdelingsuitspraak vond de herbeoordeling plaats, zoals uiteengezet in de Kamerbrieven
waarmee uw Kamer over de uitkomst van herbeoordelingen is geïnformeerd. De meest recente
brief hierover is van 30 september 2020.3 Samengevat werd op basis van een beperkt aantal bronnen (Freedom House en U.S. State
Department) en aan de hand van een achttal criteria bezien of de situatie in een land
aanmerkelijk was gewijzigd. Wanneer er een aanmerkelijke achteruitgang werd geconstateerd,
volgde een uitgebreide herbeoordeling van het betreffende land. In de tussentijd werd
het veilige landenbeleid ten aanzien van dat land opgeschort.
De Afdeling oordeelt dat de herbeoordeling aan de hand van de huidige criteria mag
plaatsvinden. Ook mag een aanwijzing of eerdere herbeoordeling als uitgangspunt worden
genomen. Wel moet een groter aantal bronnen worden geraadpleegd, waaronder in het
bijzonder informatie uit andere lidstaten, EASO, UNHCR, Raad van Europa en andere
relevante internationale organisaties. Wanneer het niet mogelijk is (al) deze bronnen
te betrekken bij een herbeoordeling, moet dat worden toegelicht en worden gemotiveerd
waarom op grond van de beschikbare informatie geconcludeerd kan worden dat het land
nog steeds als veilig land kan worden aangemerkt.
De werkwijze voor de herbeoordeling van veilige landen van herkomst wordt in lijn
gebracht met de Afdelingsuitspraak. Als gevolg daarvan is inmiddels gestart met aanvullende
herbeoordelingen van de belangrijkste veilige landen van herkomst; Marokko, Algerije,
Tunesië en Georgië. Daarna volgen andere landen, waarbij steeds geprioriteerd wordt
naar instroom. De uitkomst van de aanvullende herbeoordelingen ontvangt uw Kamer na
afronding per brief.
Vraag 4 en 5
Wat betekent de uitspraak voor lopende asielverzoeken uit vermeend veilige landen?
Wordt de beoordeling van dergelijke verzoeken aangehouden tot het moment dat wel duidelijkheid
is over de veiligheid van een land van herkomst? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt
zich dat tot de uitspraak?
Wat betekent de uitspraak voor afgedane asielverzoeken van personen die op grond van
het feit dat ervan uit werd gegaan dat zij uit een veilig land kwamen geen asiel hebben
gekregen? Moeten zaken opnieuw beoordeeld worden? Zo ja, hoe gaat u hier zorg voor
dragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Aanvragen van asielzoekers uit veilige landen van herkomst worden afgehandeld in een
verkorte procedure, spoor 2. Om aanvragen van vreemdelingen uit veilige landen van
herkomst in die procedure te kunnen behandelen, moet er sprake zijn van een situatie
waarbij de aanvraag vermoedelijk kennelijk ongegrond zal worden verklaard op grond
van artikel 30b, eerste lid, onder b, Vreemdelingenwet (veilig land van herkomst).
In beginsel is daarvan nog steeds sprake. Er is immers geconcludeerd dat de situatie
niet ingrijpend is veranderd. Wel dient de motivering van de plaatsing op de lijst
te worden aangevuld conform de eisen die de Afdeling aan die herbeoordeling stelt.
Lopende procedures worden daarom zoveel mogelijk afgerond. Of dat mogelijk is, beziet
de IND per zaak. Nieuwe instroom uit veilige landen van herkomst wordt in beginsel
ingedeeld in spoor 2. In voorkomende gevallen valt enige vertraging in de besluitvorming
niet uit te sluiten, aangezien de behandeling van de aanvraag mogelijk moet wachten
totdat de herbeoordeling van het betreffende land is afgerond. Het streven is echter
die vertraging zo kort mogelijk te houden.
Voor zaken die in beroep lopen, geldt dat deze worden doorgezet voor zover de aanwijzing
als veilig land geen onderwerp van geschil is. Indien dat wel zo is, dan beziet de
IND per zaak welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden. Ten aanzien van Marokko,
Algerije, Tunesië en Georgië wordt de rechtbank zo nodig verzocht om gelegenheid te
bieden het gebrek in de herbeoordeling op korte termijn te repareren. Voor andere
veilige landen van herkomst, waarvoor de aanwijzing als veilig land van herkomst bepalend
is voor de motivering van het afwijzend asielbesluit en het motiveringsgebrek niet
in beroep kan worden hersteld, zal de IND de asielaanvraag opnieuw moeten beoordelen.
Voor eventuele opvolgende asielaanvragen van vreemdelingen uit veilige landen van
herkomst, die zich op de Afdelingsuitspraak beroepen, moet er sprake zijn van nieuwe
feiten of omstandigheden. Een enkele verwijzing naar de Afdelingsuitspraak is in dat
verband onvoldoende. De vreemdeling moet onderbouwen waarom de uitspraak in zijn geval
moet leiden tot een ander oordeel dan in de eerdere procedure. Wanneer hij dat niet
doet, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. Wanneer een onderbouwd beroep
op de uitspraak wordt gedaan, beziet de IND per aanvraag of het mogelijk is een beslissing
te nemen of dat verdere behandeling moet worden aangehouden totdat de herbeoordeling
van het betreffende land is afgerond.
Het is van belang om op te merken dat de Afdelingsuitspraak niet betekent dat landen
ten onrechte als veilig land van herkomst zijn aangemerkt en besluiten op basis van
de herbeoordelingen onrechtmatig waren. Asielzoekers konden de aanwijzing van hun
land van herkomst als een veilig land altijd al aanvechten. Ook konden zij al argumenten
aanvoeren om aannemelijk te maken dat het land in hun specifieke geval niet veilig
is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.