Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de rampzalige kaalkap van bossen voor biomassa
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de rampzalige kaalkap van bossen voor biomassa. (ingezonden 3 december 2020).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 21 april
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1117.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Er verdwijnt «Amsterdam» aan bos per jaar door biomassa»
en het vernietigende rapport «Hidden inside a wood pellet: Intensive logging impacts
in Estonian and Latvian forests»?1
Antwoord 1
Ja, hier ben ik mee bekend.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat er in Estland en Letland ieder jaar opnieuw «een volwassen bos
ter grootte van de gemeente Amsterdam wordt gekortwiekt voor biomassa», waarvan Nederland
(samen met Groot-Brittannië en Denemarken) de grootste afnemer is? Wist u dit al?
Schrikt u hiervan? Doet het u iets?
Kunt u zich herinneren dat u op eerdere Kamervragen over biomassa hebt geantwoord
«dat u het beeld niet herkent dat hele bossen gekapt worden voor de productie van
houtpellets die in Nederland worden gebruikt»? Staat u nog steeds achter deze woorden?
Zo ja, hoe valt dat te rijmen met bovengenoemd rapport, waaruit het tegendeel blijkt?
Hebt u ons voor de gek gehouden?2
Antwoord 2 en 3
Het klopt dat eerder deze uitspraak is gedaan. Ik heb in dit verband ook gegevens
opgevraagd bij het Estse Ministerie van Milieu3, waaruit blijkt dat er meer bos bij komt dan dat er gekapt wordt. Volgens de huidige
cijfers is de oppervlakte aan bos in Estland in de afgelopen 70 jaar 1,5 keer zo groot
geworden. Ook wordt dit bos niet gekapt voor de Nederlandse houtpelletmarkt: deze
productiebossen worden gekapt voor bijvoorbeeld planken en meubels, de productie van
houtpellets uit laagwaardige reststromen is een bijproduct hiervan.
Vraag 4
Kunt u zich herinneren dat u op dezelfde Kamervragen hebt geantwoord «dat het van
groot belang is dat er in Nederland en wereldwijd meer bos kan groeien»? Deelt u de
conclusie dat dat haaks staat op uw eigen biomassabeleid, waarmee u direct bijdraagt
aan de rampzalige kaalkap van (oer)bossen? Wilt u deze vernietigende, geldverslindende
klimaatfarce werkelijk op uw geweten hebben?4
Antwoord 4
Ik sta achter de uitspraak die is gemaakt. Zoals ook in het antwoord op vragen 2 en
3 is aangegeven neemt in Estland – net als op veel andere plekken in Europa – de hoeveelheid
bos toe5. Er wordt weliswaar productiebos gekapt voor de houtindustrie, maar er wordt ook
bijgeplant.
Vraag 5
Hoe kunt u, met uw volle verstand, het kappen en verbanden van bossen – waarbij bovendien
netto méér CO2 vrijkomt dan bij kolen en gas – in ’s hemelsnaam «duurzaam» en «klimaatneutraal»
noemen? Deelt u de conclusie dat de klimaatgekte van tegenstrijdigheden aan elkaar
hangt en met de dag weerzinwekkender wordt?
Antwoord 5
Ik deel deze conclusie niet. Het gebruik van biomassa is gedurende de transitie een
noodzakelijk alternatief voor het gebruik van aardgas. Het uitgangspunt van het kabinet
is dat alleen duurzame biomassa werkelijk bijdraagt aan het tegengaan van klimaatverandering.
Duurzame biomassa is klimaatneutraal vanwege de kringloop waarbij in de groeifase
CO2 uit de lucht wordt opgenomen, waarna diezelfde hoeveelheid CO2 weer vrijkomt bij energieopwekking en er weer nieuwe vegetatie wordt aangeplant.
Vraag 6
Wanneer vertrekt u naar Estland / Letland om de kaalkap met eigen ogen te aanschouwen,
tot inkeer te komen en vervolgens maar één conclusie te trekken: hier moeten we onmiddellijk
mee stoppen?
Antwoord 6
Het Klimaatakkoord zet, in lijn met de aanbevelingen van PBL en IPCC, in op verantwoorde,
duurzame biomassa. Zoals aangegeven richting uw Kamer wordt er serieus gekeken naar
de herkomst van biomassa naar aanleiding van de signalen dat er zou worden afgeweken
van de Nederlandse eisen. Daarom is de Estse regering benaderd om een toelichting.
Daarnaast heb ik het Estonian Fund for Nature, de opsteller van het rapport waar in
vraag 1 naar wordt verwezen, gevraagd om een toelichting op hun bevindingen.
Vraag 7
Klopt het dat er nog altijd subsidie voor biomassa aangevraagd kan worden? Klopt het
dat afgegeven subsidiebeschikkingen voor biomassa een looptijd van 12 jaar hebben?
Klopt het dan ook dat er, nadat u uw «afbouwpad» hebt gepresenteerd en er geen nieuwe
beschikkingen meer worden afgegeven, nog wel voor 12 jaar biomassa verstookt zal worden?
Antwoord 7
Het klopt inderdaad dat er op dit moment nog subsidie aangevraagd kan worden voor
biomassa. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat biomassa meer stromen omvat
dan uitsluitend houtige biomassa, bijvoorbeeld mest of resten uit de levensmiddelenindustrie.
Een deel van de categorieën in de SDE++ is niet opengesteld (Kamerstuk 32 813, nr. 537), zodat er geen subsidie aangevraagd kan worden voor kleinere biomassainstallaties.
Zoals in het duurzaamheidskader biogrondstoffen is aangegeven komt er een voortvarend
afbouwpad voor de inzet van houtige biogrondstoffen voor lagetemperatuurwarmte. Het
is juridisch onmogelijk om in te grijpen in de looptijd van reeds afgegeven beschikkingen.
Daarnaast heeft de Tweede Kamer de motie van Esch c.s. (Kamerstuk 30 175, nr. 360) aangenomen. Het kabinet beraadt zich hier op en ik kom zo spoedig mogelijk terug
op de motie van Esch c.s.
Vraag 8
Bent u ertoe bereid de bestaande subsidiebeschikkingen in te trekken en per direct
volledig te stoppen met biomassa, of welke vorm van klimaatbeleid dan ook?
Antwoord 8
Ik kom zo spoedig mogelijk terug op de uitvoering van Motie Van Esch (Kamerstuk 30 175, nr. 360).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.