Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rudmer Heerema en Tielen over een bericht op Nu.nl met de titel ‘Sportclubs lopen miljoenen euro’s mis door ‘weeffout’ in NOW regels’
Vragen van de leden Rudmer Heerema en Tielen (beiden VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een bericht op Nu.nl met de titel «Sportclubs lopen miljoenen euro’s mis door «weeffout» in NOW regels». (ingezonden 19 februari 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 19 april
2021)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van 17 februari jl. op nu.nl met de titel «Sportclubs
lopen miljoenen euro’s mis door «weeffout» in NOW regels»?1 Deelt u de opvatting dat sprake is van een weeffout?
Antwoord 1
Ik ben bekend met het bericht. De NOW is een generieke regeling, waarbij het vanaf
de start belangrijk was dat werkgevers snel konden worden voorzien in steun om werkgelegenheid
zoveel mogelijk te behouden. Om dit mogelijk te maken, worden voorschotten uitgekeerd
op basis van het door de werkgever geschatte omzetverlies en de vastgestelde loonsom
in een bepaalde referentiemaand. In het geval van de NOW 3 betreft deze referentiemaand
de maand juni 2020. Deze maand is gebruikt als referentiemaand voor de NOW 3 die loopt
van 1 oktober 2020 tot 1 juli 2021. Op deze manier werd er voor een langere periode
rust en zekerheid gecreëerd voor ondernemers. De referentiemaand moet bij de publicatie
van de regeling in het verleden liggen, om misbruik en oneigenlijk gebruik zoveel
mogelijk te voorkomen. Als de referentiemaand in de toekomst ligt, bestaat het risico
dat werkgevers hun loonkosten verhogen door bijvoorbeeld fictieve dienstverbanden
aan te gaan waardoor een hogere subsidie wordt uitgekeerd dan waar eigenlijk recht
op bestaat. Vervolgens is hierbij het streven om de meest recente maand te kiezen,
om een zo representatief mogelijk beeld te hebben van de loonsom. De NOW 3 regeling
werd in augustus 2020 bekend gemaakt, waardoor juni de meest recente maand was waarvan
de loongegevens beschikbaar waren in de polisadministratie.
Er zijn werkgevers, en ook specifieke sectoren, die in juni 2020 een lagere, niet-representatieve
loonsom hebben. Gevolg hiervan is dat zij hierdoor minder NOW-subsidie ontvangen dan
bij de keuze voor een andere referentiemaand. Voor deze werkgevers is dit begrijpelijk
een teleurstellende uitkomst, ook omdat de maand juni voor alle negen maanden van
de NOW 3 de referentiemaand is.
Afwijken van de referentiemaand juni is echter geen optie. Bij elke maand die gekozen
wordt, zullen er bepaalde werkgevers zijn die juist gebaat zouden zijn bij een andere
maand. De referentiemaand aanpassen tijdens de looptijd van de regeling is niet mogelijk,
omdat een dergelijke wijziging andere werkgevers benadeelt. Het bieden van een keuze
op basis van twee verschillende referentiemaanden is vervolgens in de uitvoering niet
mogelijk gezien de risico’s op fouten en de vertragingen die dit met zich meebrengt.
Dit geldt ook voor het uitwijken naar een andere referentiemaand in het geval van
een nihilaangifte. Dit zou betekenen dat er een grote herstelactie plaats zou moeten
vinden voor de derde en vierde tranche van de NOW. Concreet zou dit betekenen dat
in ieder geval de uitbetaling van de voorschotten van de huidige vierde tranche van
de NOW substantiële vertraging oploopt, evenals de opening van het loket voor de volgende
tranche die gepland staat voor half mei 2021. Hoewel ik betreur dat hierdoor werkgevers
mogelijk NOW-subsidie mislopen, zie ik geen oplossing voor dit probleem zonder dat
dit te grote risico’s betekent voor de huidige uitvoering van de regelingen.
Vraag 2
Hoeveel aanvragen van sportverenigingen zijn afgewezen omdat er in juni 2020 een nul-aangifte
is gedaan? Hoeveel van deze verenigingen hebben bezwaar gemaakt en wat is de status
van deze bezwaren?
Antwoord 2
Deze gegevens worden niet bijgehouden.
Vraag 3
Heeft u met de sportbonden over deze problematiek gesproken? Zo ja, wat was daarvan
de uitkomst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het kabinet is continu in gesprek met NOC*NSF, de ondernemende sport en de sportbonden
over de gevolgen van de coronacrisis. Ook dit onderwerp staat daar op de agenda. In
de gesprekken met de sport is ook gekeken naar het compenseren van loonkosten via
de NOW-regeling. Voor de amateurclubs waarbij de NOW-regeling niet toepasbaar is,
is het wel mogelijk om in de Tegemoetkomingsregeling Amateursportorganisaties (TASO)
een vergoeding te krijgen voor personeelslasten die niet via andere regelingen zijn
gecompenseerd. Daarmee kunnen ook de loonkosten van deze amateurclubs deels vergoed
worden. Het kabinet hoopt hiermee de amateurclubs tegemoet te komen.
Vraag 4
Herinnert u zich dat bij de NOW 1 en 2, waar ook vergelijkbare problemen speelden
voor seizoenswerk en nul-aangiften, een oplossing gevonden is voor deze problematiek2? Is nu een vergelijkbare oplossing mogelijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Bij de NOW 1 is er een uitzondering gemaakt voor zgn. seizoenswerkgevers. Werkgevers
die in maart, april en mei 2020 een hogere loonsom hadden dan drie keer de referentiemaand
(januari 2020 bij de NOW3 krijgen uiteindelijk subsidie gebaseerd op deze hogere loonsom. Hiervoor is toen
gekozen omdat de seizoensbedrijven aan het begin van de crisis vaak al mensen in dienst
hadden genomen. Zij hadden op dat moment immers nog geen rekening kunnen houden met
de crisis. Ook is hierbij van belang dat ten tijde van deze seizoensmaatregel UWV
zich hoofdzakelijk bezighield met het uitkeren van aangevraagde voorschotten voor
de NOW 1. Ondertussen zijn we verder in de tijd en lopen de processen voor de vaststelling
van de NOW 1 en NOW 2, de voorschotten voor de tweede tranche van de NOW 3 en de voorbereidingen
op de vaststelling van de eerste tranche van de NOW 3 en de aanvraagperiode voor de
derde tranche van de NOW 3 tegelijkertijd. Naast de bij de totstandkoming van de regeling
noodzakelijke keuzes om de regeling zowel snel als uitvoerbaar (en daardoor grofmazig)
te houden, is deze stapeling van werkzaamheden bij UWV de reden dat ik in de afgelopen
periode meerdere malen heb aangegeven dat maatwerk binnen de NOW slechts zeer beperkt
mogelijk is. UWV loopt op dit moment tegen de grenzen van uitvoerbaarheid aan en elke
aanpassing brengt risico’s op fouten en vertraging met zich mee. Hiervan is onlangs
overigens ook een concreet voorbeeld duidelijk geworden, die ik in de op 22 maart
aan uw Kamer verstuurde brief «Dilemma’s in de NOW»4 heb toegelicht. Dit betrof een fout die specifiek is ontstaan als gevolg van de invoering
van de seizoensmaatregel en de complexiteit die deze aanpassing met zich meebracht
binnen de uitvoering door UWV.
Vraag 5
Op welke manier is bij de inrichting van de NOW-3, 4 en 5 rekening gehouden met het
feit dat de maand juni 2020 voor veel sectoren, waaronder sportverenigingen, niet-representatief
is voor de loonsom van de rest van de periode? Wat heeft u gedaan om dit te voorkomen
en waarom is dat niet doorgevoerd?
Antwoord 5
Er is bij de totstandkoming van de NOW 3 niet specifiek rekening gehouden met de verschillende
sectoren die een niet-representatieve maand aan loonsom hebben. Wel ben ik me ervan
bewust dat bij elke maand die gekozen wordt, er werkgevers zullen zijn die gebaat
zouden zijn bij een andere maand. Zie verder het antwoord op vraag 1.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het probleem vergroot wordt doordat de maand juni 2020 negen
maanden lang als referentie wordt gebruikt? Bent u bereid om, net als bij NOW 1 en
2, een alternatieve referentiemaand, bijvoorbeeld september 2020 als mogelijkheid
te creëren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Voor werkgevers kan het probleem inderdaad vergroot worden door de duur van negen
maanden. Het derde grote steun- en herstelpakket is echter in augustus door het kabinet
voor negen maanden aangekondigd. Op deze manier werd er voor een langere periode rust
en zekerheid gecreëerd voor ondernemers. Zie verder het antwoord op vraag 1 en 4.
Vraag 7
Deelt u de grote zorgen over de banen van sporttrainers en daarnaast de continuïteit
van de (sport)verenigingen, doordat de NOW hierdoor onvoldoende ondersteuning biedt?
Bent u daarom bereid de NOW-regeling zodanig aan te passen dat deze weeffout wordt
hersteld? Zo nee, op welke wijze kunt u wel een effectieve ondersteuning bieden die
banen behoudt en voldoende overbrugging mogelijk maakt?
Antwoord 7
Zoals ik in de eerdere vragen heb gezegd, is het is niet mogelijk om de NOW-regeling
hierop aan te passen. Zoals aangegeven in vraag 3 is het kabinet continu in gesprek
met NOC*NSF, de ondernemende sport en de sportbonden. Voor de amateurclubs waarbij
de NOW-regeling niet toepasbaar is, is het al mogelijk om in de Tegemoetkomingsregeling
Amateursportorganisaties (TASO) een vergoeding te krijgen voor personeelslasten die
niet via andere regelingen zijn gecompenseerd. Daarmee kunnen ook de loonkosten van
deze amateurclubs deels vergoed worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.