Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht ‘Pluimveeslachterijen slachten vandaag niet: Geen NVWA-toezichthouders door code rood’
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Pluimveeslachterijen slachten vandaag niet: Geen NVWA-toezichthouders door code rood» (ingezonden 16 februari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 15 april
2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1997.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Pluimveeslachterijen slachten vandaag niet: Geen NVWA-toezichthouders
door code rood»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op zondagavond 14 februari
rond 20.30 uur slachterijen met permanent toezicht op het slachtproces heeft geïnformeerd
dat er op maandag 15 februari geen toezicht zou plaatsvinden vanwege het weeralarm
«code rood»? Zo ja, wat vindt u van dit besluit?
Kunt u toelichten hoe de besluitvorming binnen de NVWA heeft plaatsgevonden? Welke
overlegstructuur wordt hierbij gehanteerd, wie is verantwoordelijk voor het besluit
en bent u geïnformeerd over het voorgenomen besluit en/of over het definitieve besluit?
Zo ja, wanneer bent u voor het eerst hierbij betrokken?
Antwoord 2 en 3
Op zondag 14 februari 2021 om 17:30 uur heeft het KNMI code rood afgegeven voor maandag
15 februari. De ingangsmomenten voor de verschillende provincies vielen grotendeels
samen met het moment waarop NVWA-medewerkers op weg zouden zijn naar hun werkzaamheden
op onder meer slachthuizen. De aankondiging van deze code rood is voor de NVWA aanleiding
geweest om zich te beraden op de gevolgen hiervan ten aanzien van de inzetbaarheid
van haar personeel.
De NVWA heeft op 14 februari rond 22.00 uur het besluit genomen om in verband met
de veiligheid van haar medewerkers de dienstverlening voor de slachthuizen op maandagochtend
niet op te starten totdat code rood van het KNMI zou zijn opgeheven. De desbetreffende
slachthuizen en branchevertegenwoordigers (Nepluvi en COV) zijn hierover geïnformeerd.
Voorafgaand aan dit besluit was ook reeds contact gezocht met verschillende bedrijven
en vertegenwoordigers van de sector.
Het is de primaire verantwoordelijkheid van de leiding van de NVWA om zo veel als
mogelijk te voorkomen dat medewerkers in hun werkomgeving worden blootgesteld aan
onveilige situaties en om bekende risico’s te beheersen. Het genomen besluit in het
kader van de afgekondigde code rood vind ik een begrijpelijke vertaling van deze verantwoordelijkheid.
Mijn ministerie is op zondagavond 14 februari en ook de dagen erna door de NVWA geïnformeerd
over het besluit.
Vraag 4
Klopt het dat de NVWA op 8 februari, waarbij ook het weeralarm «code rood» gold, haar
toezichtstaken wel heeft uitgevoerd? Wat is het verschil tussen beide situaties en
beide besluiten, waar zijn deze op gebaseerd en is er voorafgaand aan deze besluiten
overleg geweest met de vertegenwoordigers van de sector? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Op maandag 8 februari gold voor het wegverkeer code oranje. Deze heeft het KNMI op
7 februari afgegeven. Code oranje gaf geen aanleiding om medewerkers die dag niet
de weg op te laten gaan.
Vraag 5
Klopt het dat het advies van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
is om bij «code rood» alleen de weg op te gaan als het noodzakelijk of essentieel
is? Klopt het dat een toezichthouder van de NVWA een essentiële functie is? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Zoals bij de uitleg van code rood op de KNMI-site te lezen is en de NVWA ook uit mondelinge
informatie gebleken is, adviseert het KNMI vanaf code oranje om alleen de weg op te
gaan als het noodzakelijk of essentieel is. Bij code rood adviseert het KNMI om actie
te ondernemen. De NVWA heeft in lijn met dit advies van het KNMI gehandeld en actie
ondernomen. De NVWA heeft een essentiële rol in de voedselketen, maar de voedselvoorziening
van Nederland is niet in het geding gekomen als gevolg van het besluit van de NVWA
in het belang van de veiligheid van haar medewerkers.
Vraag 6
Kunt u toelichten waarom de geplande exportkanalisatiesysteem (EKS)-audit door een
NVWA-toezichthouder op 15 februari om 9.00 uur wel kon plaatsvinden in een «code rood»-gebied
en toezicht op het slachtproces niet? Hoe kunnen deze verschillen ontstaan en deelt
u de mening dat dit op willekeur kan duiden?
Antwoord 6
Het besluit om met code rood niet de weg op te gaan was van kracht voor de medewerkers
van de NVWA die plaats- en tijdgebonden werkzaamheden verrichten. Bij andere werkzaamheden,
zoals het verrichten van een audit, hebben medewerkers de ruimte om het tijdstip daarvan
afhankelijk van de (weers)omstandigheden zelf te bepalen en ook aan te passen. Er
was derhalve geen sprake van willekeur.
Vraag 7
Was het u en de top van de NVWA bekend dat op het moment van het nemen van het besluit
werknemers en dieren al onderweg waren naar de slachterij?
Antwoord 7
De NVWA heeft het besluit genomen in het belang van de veiligheid van haar medewerkers.
Het is de verantwoordelijkheid van de bedrijven en brancheverenigingen zelf om in
het belang van de veiligheid van hun medewerkers te acteren en zich daarnaast ook
rekenschap te geven van de kwetsbaarheid van dieren in de weersomstandigheden zoals
die zich voordeden gedurende de tijd dat code rood van kracht was.
Vraag 8
Klopt het dat het KNMI een gefaseerde aankondiging van «code rood» heeft aangegeven
en dat er regio’s waren waar voor 7.00 uur geen «code rood» was? Klopt het dat de
NVWA ook op die bedrijven gelegen in die regio’s geen toezichthouder heeft geleverd?
Antwoord 8
Code rood is voor maandag 15 februari afgegeven in drie fases voor de onderscheiden
delen van Nederland: vanaf 3.00 uur voor de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland
en Zeeland; vanaf 5.00 uur voor de provincies Flevoland, Utrecht, Gelderland, Brabant,
Friesland en de Wadden en vanaf 7.00 uur voor de overige provincies. Deze tijden komen
overeen met het moment waarop NVWA-medewerkers in verband met hun inzet op bijvoorbeeld
slachthuizen onderweg zijn. Op het moment dat KNMI de code rood voor een provincie
heeft opgeheven, heeft de NVWA haar medewerkers in die gebieden aan het werk laten
gaan.
Vraag 9
Bent u ermee bekend dat de dieren die al onderweg waren naar het slachthuis, teruggebracht
zijn naar de boerderijen? Wat betekent dit voor het welzijn van deze dieren die met
extra stress geconfronteerd zijn? Wat betekent dit voor de ondernemers die zich niet
kunnen houden aan de regels die gelden voor het houden van dieren? Neemt de NVWA de
consequenties van dit besluit, zoals kosten voor de boeren (extra maatregelen en mogelijke
boetes), voor haar rekening? Zo nee waarom niet?
Antwoord 9
Ik reken het tot de verantwoordelijkheid van de bedrijven en brancheverenigingen zelf
om in het belang van de veiligheid van hun medewerkers te acteren en zich daarnaast
ook rekenschap te geven van de kwetsbaarheid van dieren in de weersomstandigheden
zoals die zich voordeden gedurende de tijd dat code rood van kracht was. Dat extra
transportbewegingen bijkomende stress veroorzaken bij de dieren is aannemelijk. Voor
de slachterijen geldt dat zij moeten beschikken over de nodige bufferruimte om dieren
op te vangen, ook in onvoorziene omstandigheden. De NVWA neemt dan ook de kosten voor
de boeren niet voor haar rekening. Ik heb geen signalen gekregen dat er boetes zijn
uitgedeeld n.a.v. teruggebrachte dieren.
Vraag 10
Kunt u toelichten waarom dit soort verregaande besluiten en de mogelijke consequenties
niet met de sector worden besproken voordat een definitief besluit genomen wordt?
Deelt u de mening dat dit wel zou moeten plaatsvinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
hoe gaat u borgen dat er een goede overlegstructuur komt waarbij er een gelijkwaardig
overleg kan plaatsvinden?
Antwoord 10
De NVWA heeft op zondagavond 14 februari rond 22.00 uur het besluit genomen om in
verband met de veiligheid van haar medewerkers de dienstverlening voor de slachthuizen
op maandagochtend niet op te starten totdat code rood van het KNMI zou zijn opgeheven.
De desbetreffende slachthuizen en branchevertegenwoordigers (Nepluvi en COV) zijn
hierover geïnformeerd. Voorafgaand aan dit besluit was ook reeds contact gezocht met
verschillende bedrijven en vertegenwoordigers van de sector. Inmiddels heeft de NVWA
ook met sectorpartijen een overleg gehad naar aanleiding van de besluiten rond code
rood om na te gaan of en, zo ja, welke afspraken met het bedrijfsleven nodig zijn
over het handelen in extreme (weers)situaties en de onderlinge communicatie daarover.
Over extreme weersomstandigheden wordt ook in het kader van het Nationaal plan diertransporten
bij extreme temperaturen twee keer per jaar met relevante sectoren gesproken. Dit
plan is tot stand gekomen in 2016 in overleg met de betrokken sectoren en wordt elk
jaar met de sectoren geëvalueerd. Dit jaar zal de winterse code rood van februari
jl. uiteraard meegenomen worden in de evaluatie. Overigens kent dat Nationaal plan
ten aanzien van exportcertificering van levende dieren de bepaling dat deze niet wordt
uitgevoerd bij code rood.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.