Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Linde, Lodders en Aukje de Vries over het bericht 'Banken draaien duimschroeven mkb’er strakker aan in tweede lockdown'
Vragen van de leden Van der Linde, Lodders en Aukje de Vries (allen VVD) aan de Ministers van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Banken draaien duimschroeven mkb’er strakker aan in tweede lockdown» (ingezonden 3 februari 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Ministers van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 7 april 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 1771.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Banken draaien duimschroeven mkb’er strakker aan in
tweede lockdown»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het geschetste beeld dat de bereidheid van banken om mkb-bedrijven te helpen,
afneemt? Zo ja, kunt u dit verklaren? Waar zitten de knelpunten? Zijn banken terughoudend
omdat de kapitaaleisen kredietverlening bemoeilijken of omdat ze niet bereid zijn
tot verliesfinanciering? Wat betekent dit voor de kredietverlening na de coronapandemie?
Antwoord 2
Organisaties die ondernemers vertegenwoordigen geven aan dat er ondernemers zijn die
een afnemende financieringsbereidheid bij banken ervaren als ze bij de bank aankloppen
met een kredietvraag. Het kabinet spreekt regelmatig met (vertegenwoordigers van)
banken over de rol van banken met betrekking tot de steun voor bedrijven in de coronapandemie.
In deze gesprekken zijn de signalen van ondernemers overgebracht en is aangegeven
dat als banken onderdeel van de oplossing in de coronacrisis willen zijn, zij ondernemers
waar verantwoord zouden moeten steunen.
Banken gaven aan dat de additionele kredietvraag als gevolg van de coronacrisis tot
op heden beperkt is doordat de liquiditeitsnood van ondernemers grotendeels door de
noodpakketten geledigd wordt. De aanvragen voor een tweede betaaluitstel van aflossingen
zijn in verhouding tot het aantal aanvragen voor het eerste (generieke) betaaluitstel,
zeer beperkt. Banken gaven in de gesprekken aan dat een deel van de afgewezen kredietvragen
ondernemers betreft die voor de coronacrisis al in de problemen waren.
Daar waar banken aan het begin van de pandemie operationeel gezien nog genoopt waren
tot generiek beleid, gaan banken nu op zoek naar passende oplossingen toegespitst
op de specifieke behoefte van de onderneming, bijvoorbeeld via (individueel) aanpaste
of verlengde aflossingsschema’s of nieuwe (staatsgegarandeerde) financiering.
Voor banken geldt prudentiële regelgeving die bedoeld is om de financiële stabiliteit
te waarborgen. Wij hebben geen signalen dat prudentiële regelgeving een goede afweging
omtrent het al dan niet verlenen van krediet negatief beïnvloedt.
Voor sommige bedrijven kan gelden dat de financiële positie en het perspectief mogelijk
geen aanknopingspunten bieden voor verder uitstel van betaling of nieuwe financiering.
In dat geval moet met hulp van intensieve begeleiding gezocht worden naar een andere
oplossing. Dit is geen eenvoudige boodschap en wij verwachten van banken dat zij deze
keuzes niet lichtvoetig maken, maar het is in het belang van de klant, de bank én
de maatschappij dat banken geen onverantwoorde risico’s nemen.
Desalniettemin verwachten we van banken dat ze ondernemers daar waar mogelijk blijven
ondersteunen, zowel nu in deze fase als in de herstelfase die voor ons ligt.
Vraag 3
Wat vindt u van de recente uitspraak van de IMF-hoofdeconoom Gita Gopinath dat zonder
voldoende kredietverlening van het economische herstel weinig terecht zal komen? Welke
rol ziet u weggelegd voor de banken in Nederland om economisch sterk uit de coronacrisis
te komen?
Antwoord 3
In dit kader is de eerste zorg van het kabinet dat er voldoende perspectief moet zijn
voor bedrijven. Als bedrijven een gezond toekomstperspectief geboden kan worden, zal
de bereidheid om te (blijven) investeren toenemen en kan de economie zich weer herstellen.
Om hiervoor te zorgen moeten we enerzijds de gezondheidscrisis aanpakken, zodat maatregelen
waar bedrijven zo onder lijden kunnen worden afgebouwd, en anderzijds zullen we bedrijven
moeten ondersteunen zodat ze in deze onzekere tijden financieel overeind kunnen blijven.
Voor dat tweede heeft het kabinet fors ingezet op het ondersteunen van ondernemers
met verschillende steunmaatregelen, waaronder de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL),
Tegemoetkoming Loonkosten Personeel (NOW), Borgstelling MKB-kredieten (BMKB-C), Garantie
Ondernemingsfinanciering (GO-C), Corona-Overbruggingslening (COL), de Klein Krediet
Corona regeling (KKC) en diverse mogelijkheden tot belastinguitstel. Banken hebben
bijvoorbeeld in de periode van maart tot en met juli 2020 meer kleine kredieten verstrekt
met een korte looptijd dan het jaar daarvoor, alhoewel ondanks deze stijging de toegang
van het mkb tot krediet een aandachtspunt blijft.
Het doel van deze aanpak is om ervoor te zorgen dat als de coronapandemie op zijn
einde loopt, bedrijven weer volop kunnen investeren en de economie sterk kan herstellen.
Het is dan ook van belang dat er voldoende financieringsmogelijkheden zijn voor deze
bedrijven. Banken spelen hierin een grote rol; zij zijn in Nederland het belangrijkste
financieringskanaal voor bedrijven. In het gesprek met de banken benadrukt het kabinet
het belang dat zij in de kern gezonde bedrijven met een financieringsbehoefte zullen
blijven voorzien van voldoende krediet om hun investeringen te kunnen doen. De overheid
draagt hier ook aan bij met de verlenging van garantieregelingen.2Tot slot is het ook van belang dat banken zelf financieel gezond blijven, en dat is
dan ook waar de prudentiële regels op gericht zijn.
Mede met het oog op de herstelfase spant het kabinet zich de komende periode in om
met belangrijke schuldeisers gezamenlijke richtlijnen te ontwikkelen voor een soepelere
en efficiënte behandeling van saneringsverzoeken van ondernemers die door de coronacrisis
zijn geraakt. Banken hebben als belangrijke schuldeiser hierbij een essentiële rol.
Een gezamenlijke benadering van deze problematiek zal naar verwachting het toekomstperspectief
voor het bedrijfsleven verbeteren.
Bovendien zal het TOA-krediet in de kern gezonde mkb-bedrijven straks in staat stellen
om vanuit een WHOA (Wet homologatie onderhands akkoord)-traject een doorstart te maken.3
Vraag 4
Maakt de beschikbaarheid van kredieten na de huidige pandemie deel uit van het reguliere
overleg dat u met de banken hebt? Kan de Kamer de gespreksverslagen ontvangen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Op verschillende niveaus vindt regelmatig overleg plaats tussen de ministeries, toezichthouders
en de banken, over zowel hun steun voor het bedrijfsleven alsmede hun eigen schokbestendigheid.
Daarbij ligt in het kader van de steun voor het bedrijfsleven de nadruk tot nu toe
vooral op hoe we ondernemers door de coronacrisis heen kunnen helpen. Daarbij wordt
ook het vizier gericht op de toekomst en wat nodig is om ondernemers overeind te houden
in de herstelfase en wordt, naast liquiditeit, verder ook aandacht besteed aan de
eigenvermogenspositie van het mkb. Het kabinet verwacht van de banken dat ze ook in
de herstelfase in de kern gezonde bedrijven blijven ondersteunen en is daarover in
goed overleg met banken. Zo is dit recent aan bod gekomen in een bestuurlijk overleg
d.d. 9 februari jongstleden met de Nederlandse banken, de Nederlandse Vereniging van
Banken (NVB), MKB-Nederland en De Nederlandsche Bank (DNB).
Van het bestuurlijk overleg met de banken, dat wordt voorgezeten door EZK, worden
geen formeel vastgestelde verslagen opgesteld. Op hoofdlijnen is in het bestuurlijk
overleg van 9 februari jongstleden besproken dat de banken een belangrijke rol spelen
in de crisis en in de toekomst na de crisis. Banken schetsten een tweeledig beeld:
enerzijds zijn er bedrijven die er ondanks de crisis goed voor staan, anderzijds zijn
er bedrijven die het moeilijk hebben of moeilijk gaan krijgen. Banken benadrukten
zich te richten op het ondersteunen van ondernemers in moeilijkheden, waarbij er geen
pasklare generieke oplossingen zijn en dat er per onderneming gekeken wordt naar passende
oplossingen toegespitst op de specifieke behoefte. MKB-NL noemde dat een deel van
de ondernemers niet de weg kan vinden naar financiering. In het overleg is afgesproken
om vooral naar het herstel- en investeringsvermogen van bedrijven te kijken en met
de betrokken partijen om tafel te gaan, om onder meer te bespreken hoe met schulden
kan worden omgegaan. Er is in het overleg afgesproken dat de banken, MKB-NL en de
overheid samen gaan optrekken om:
– Te zorgen dat bedrijven de weg naar hulp vinden en dat problemen/knelpunten snel inzichtelijk
worden en boven komen, bijvoorbeeld door middel van een meldpunt.
– Te inventariseren waar nog liquiditeitsproblemen liggen.
– Uit te werken hoe ondernemers verder geholpen kunnen worden, gericht op het verbeteren
van herstel- en investeringsvermogen voor zowel a) het grootbedrijf als b) het mkb.
Vraag 5
Welke maatregelen overweegt het kabinet om een goede kredietverlening te bevorderen?
Kunt u een overzicht geven van het gebruik en de benutting van de huidige garantieregelingen?
Waar vindt onderbenutting plaats? Wat zijn daarvan de redenen? In hoeverre is het
noodzakelijk het pakket aan garanties aan te passen, zodat het gebruik beter wordt?
Antwoord 5
Zoals in het antwoord op vraag 3 staat, heeft het kabinet verschillende steunmaatregelen
opgezet om bedrijven financieel te ondersteunen. Veel van deze regelingen leveren
een bijdrage aan het op gang houden van de kredietverlening, zowel (indirect) door
bedrijven financieel te ondersteunen, waardoor de kredietwaardigheid en daarmee de
kans dat een bedrijf in aanmerking komt voor een krediet wordt verhoogd, als direct
door bijvoorbeeld kredieten te garanderen.
De NVB rapporteert in haar Coronamonitor van 5 maart jl. het totaal aantal offertes
dat aan ondernemers is uitgebracht en het daarmee gemoeide leningbedrag.4 Als we kijken naar het gebruik van de garantieregelingen is er in de coronaperiode
door de banken voor ruim 2,8 miljard euro aan offertes uitgebracht, waarvan ruim 1,2
miljard euro met de reguliere garantieregelingen en 1,6 miljard euro met het corona-instrumentarium.
Hiermee zijn bedrijven gefinancierd die anders niet of veel moeilijker aan financiering
waren gekomen door de coronacrisis. Het steunpakket doet goed zijn werk, en ademt
mee met de crisis zolang dat nodig is.
In de monitor is te vinden dat ten aanzien van de Kleine Kredieten Corona garantieregeling
(KKC) voor een bedrag van 59 miljoen euro aan leningen is geoffreerd. Het garantiebudget
voor 2021 is 250 miljoen. Voor wat betreft de Borgstellingsregeling MKB Kredieten
(BMKB) is tot nu toe 975 miljoen euro aan reguliere BMKB-leningen leningen en de BMKB-Corona
leningen 767 miljoen euro verstrekt.5 Het garantiebudget voor 2021 is 1,5 miljard (BMKB en BMKB-C samen). Tot slot is aan
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona-leningen (GO-C) voor een bedrag van 701 miljoen
euro geoffreerd. Het garantiebudget voor 2021 is 2,5 miljard euro (inclusief reguliere
GO-leningen).
Voor de GO(-C) en de KKC blijft het gebruik achter bij de initiële prognose in het
voorjaar van 2020. Bij die initiële prognoses in het voorjaar van 2020 was het nog
onvoorspelbaar hoe de kredietbehoefte van bedrijven zich zou ontwikkelen. Intussen
melden de banken ook dat de noodpakketten sindsdien zijn uitgebreid en tegemoet komen
aan een groot deel van de liquiditeitsbehoefte.
Vraag 6
Kan tevens een overzicht gegeven worden van de benutting van de landbouwregelingen
zoals de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten? Herinnert de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit zich haar uitspraak «Als wij een regeling maken, reken ik erop
dat zij die ook aanbieden en dat ze dat doen in de wetenschap dat wij als overheid
garant staan» uit november 2020? Hebben deze gesprekken plaatsgevonden? Zo ja, wat
is de uitkomst ervan? Op welke manier wilt u ondernemers helpen die buiten het recent
afgekondigde steunmaatregelenpakket vallen?
Antwoord 6
Vanaf 18 maart 2020 tot 1 maart 2021 zijn door de banken in verband met de coronacrisis
207 kredieten onder de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten Corona (BL-C) verstrekt.
Hiervan zijn 147 kredieten verstrekt in de sierteeltsector (snijbloemen, potplanten
en bloembollen). Totaal gaat het om krediet van 84,5 miljoen euro waarvoor de overheid
(deels) garant staat. De overige kredieten zijn breed verspreid over de overige agrarische
bedrijfstakken, met inbegrip van visserij- en aquacultuurbedrijven. Het gemiddeld
versterkte krediet bedrag is circa 0,4 miljoen euro (bron: RVO6).
Op 14 december heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit u geïnformeerd
over de stand van zaken met betrekking tot de tegemoetkoming voor de sierteelt, het
horecasegment van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelen. Bij de eerste Incidentele
Suppletoire Begroting 2021 zijn tevens middelen conform meest recente inzichten aan
de LNV-begroting toegevoegd. RVO werkt aan de afronding van de beoordeling en afhandeling
van de aangevraagde tegemoetkomingen. Tot en met heden is aan ondernemers in de sierteelt
en het horecasegment van de voedingstuinbouw ongeveer 150 miljoen euro uitgekeerd
en aan ondernemers in de fritesaardappelen een bedrag van ongeveer 39 miljoen euro.
Een aantal aanvragen is ingetrokken of afgewezen en een aantal aanvragen is nog niet
beoordeeld, waardoor de uiteindelijke benutting nog enigszins kan verschuiven.
Met de banken is, via de Klankbordgroep Agrarische Zaken, regelmatig overleg over
de BL-C. De banken maken ook gebruik van deze regeling zoals uit de genoemde cijfers
is te lezen. Het kabinet wil het bedrijfsleven breed ondersteunen met generieke regelingen.
Daarin zijn aanpassingen gedaan waardoor zoveel mogelijk sectoren, ook de land- en
tuinbouw, hierop een beroep kunnen doen.
Vraag 7
Welke rol ziet u voor zichzelf om te zorgen dat banken en ondernemers elkaar beter
weten te vinden? Welke stappen hebt u gezet dan wel gaat u nog zetten? Deelt u de
mening dat juist de Minister van Financiën hier een cruciale rol kan innemen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, hoe doet u dat?
Antwoord 7
Het kabinet zet vol in op het ondersteunen van bedrijven om deze moeilijke tijd door
te komen. Hierin pakt de overheid een leidende rol door actief regelingen beschikbaar
te stellen voor ondernemers, rechtstreeks en via banken.
Als Minister van Financiën heb ik doorlopend contact met banken, net als de bewindspersonen
van EZK. Daarbij spreek ik hen ook aan op hun verantwoordelijkheid richting ondernemers
en bespreken wij hoe we gezamenlijk zoveel mogelijk bedrijven gezond door de coronacrisis
kunnen loodsen.
Verder onderstreept het kabinet het belang van bekendheid van de financieringsregelingen
bij ondernemers en ondernemersorganisaties, zodat ondernemers en banken elkaar beter
te weten vinden. De KVK speelt een centrale rol in de voorlichting van ondernemers
over het steunpakket, met het KVK-coronaloket. Uit cijfers van de KVK blijkt dat sinds
het begin van de coronacrisis bijna 90.000 «corona-vragen» van ondernemers zijn beantwoord
door het KVK-coronaloket, en de bijbehorende Coronaloketpagina meer dan 6 miljoen
keer online is geraadpleegd. Ook helpt het loket ondernemers verder met haar reguliere
dienstverlening middels de Financieringsdesk en de KVK Gids voor bedrijfsfinanciering.
Recent heeft in samenwerking tussen EZK, VNO-NCW, MKB-NL en de NVB een webinar plaatsgevonden
voor brancheorganisaties waarin ook is ingegaan op de werking van de financieringsregelingen.
Daarnaast vinden op dit moment, in samenwerking tussen EZK, RVO en Stichting MKB Financiering
(SMF), voorlichtingssessies plaats voor niet-bancaire financiers om zo de werking
van de financieringsregelingen opnieuw onder de aandacht te brengen.
Vraag 8
Welke maatregelen in de fiscaliteit neemt u om ook andere financieringsvormen aantrekkelijker
te maken?
Antwoord 8
Het kabinet helpt ondernemers ook door het ruimhartige uitstel van betaling van belastingschulden
aan ondernemers. Ten aanzien van de fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd
vermogen doet het kabinet momenteel onderzoek naar een budgettair neutrale invoering
van een vermogensaftrek in combinatie met een aanscherping van de earningsstrippingmaatregel
in de vennootschapsbelasting. Dit onderzoek zal in het voorjaar aan uw Kamer worden
gestuurd.
Daarnaast ondersteunt het kabinet op verschillende manieren non-bancaire financiers
ten behoeve van het brede mkb. Te denken valt aan Qredits, maar ook aan het non-bancaire
luik binnen de BMKB. Tevens kondigde het kabinet eind oktober, als onderdeel van het
steun- en herstelpakket, een drietal fondsinitiatieven aan.7 Een daarvan betreft een verkenning, samen met Invest-NL en European Investment Fund
(EIF), naar een fonds dat gericht is op alternatieve financiers, om zo het bestaande
financieringsaanbod voor het mkb in Nederland te verbreden. Ook onderzoekt het Rijk
momenteel, samen met Invest-NL, de mogelijkheden voor een Deep Tech fonds waarmee
geïnvesteerd kan worden in kennisintensieve start- en scale-ups. Tevens werken EIF,
Invest-NL en EZK samen met betrekking tot het Dutch Future Fund waarmee scale-ups
met een grote kapitaalbehoefte geholpen kunnen worden.
Verder heeft het kabinet een uitgebreid instrumentarium om de beschikbaarheid van
durfkapitaal voor startups en scale-ups te bevorderen. Onderdeel van dit instrumentarium
zijn het Innovatiekrediet, de SEED Capital- en Seed Business Angel-regeling en de
regeling Vroegefasefinanciering. Deze instrumenten worden uitgevoerd door RVO.nl.
Met COL-leningen, uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en in samenwerking
met Techleap zijn bedrijven zonder een bancaire kredietrelatie ondersteund (o.a. start-ups,
familiebedrijven).
Vraag 9
Kunt u de vragen één voor één voor het verkiezingsreces beantwoorden?
Antwoord 9
Het is helaas niet mogelijk gebleken om de antwoorden voor het verkiezingsreces naar
de Kamer te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.