Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Groot over het bericht 'Nieuwkoopse stikstofboeren krijgen tonnen subsidie van minister Schouten voor project - 'Dit moeten we een kans geven''
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Nieuwkoopse stikstofboeren krijgen tonnen subsidie van Minister Schouten voor project: «Dit moeten we een kans geven»» (ingezonden 27 januari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 29 maart
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1717.
Vraag 1
Klopt het dat vijftig melkveehouders rond de Nieuwkoopse Plasssen 300.000 euro subsidie
van het Ministerie van LNV en 200.000 euro subsidie van de provincie Zuid-Holland
krijgen voor een onderzoek naar emissie-arme melkveehouderij?1
Antwoord 1
Er is behoefte aan kennis en inzicht om de bedrijfsprocessen te verduurzamen, met
name op het gebied van ammoniak. Deze kennis is de basis voor innovatie. Door LNV
is voor deze pilot € 300.000 toegezegd, de provincies Zuid-Holland en Utrecht hebben
de bereidheid uitgesproken om ook bij te dragen maar moeten het bedrag nog vaststellen.
Vraag 2
Klopt het dat als onderdeel van de pilot de benodigde innovatie betaald zou worden
door andere bedrijven door middel van het verleasen van ammoniakuitstoot? Zo ja, hoe
verhoudt zich dat tot de subsidies van het ministerie en de provincie?
Antwoord 2
De intentie is om er voor te zorgen dat de via saldering te verwaarden maatregelen
niet met overheidssubsidie gerealiseerd worden. Zowel in de nog op te stellen Beleidsregel
voor het verleasen vanuit innovatie als bij de subsidieverlening zal hier aandacht
aan worden besteed mede vanwege staatssteunregels. De subsidie vanuit mijn ministerie
is gericht op het vergroten van kennis en niet op het treffen van fysieke maatregelen.
Vraag 3, 4 en 5
Klopt het dat de milieuwinst in de vorm van ammoniakuitstoot wordt verleaset aan andere
bedrijven? Zo ja, wordt deze milieuwinst daadwerkelijk uitgesloten van de extern salderen-maatregel
door de provincie?2
Wordt er helemaal geen stikstofruimte teruggeven aan de natuur, waar in de eerste
berichtgeving nog sprake van was?3
Klopt het dat maar 70% van de verleasde stikstofruimte ingezet kan en mag worden gedurende
de looptijd van de overeenkomst, zoals is toegezegd? Zo ja, hoe is het mogelijk dat
de provincie Zuid-Holland een uitzondering geeft? Zo nee, hoeveel procent van de verleaste
stikstofruimte wordt teruggegeven aan de natuur?4
Antwoord 3, 4 en 5
Er wordt voor de pilot in de Nieuwkoopse plassen een constructie van samenhangende
regels voorzien waarbij saldering tijdelijk of permanent mogelijk wordt gemaakt, maar
beperkt wordt tot saldering van innovatieruimte. Bij tijdelijke saldering kan er tussen
de private partijen sprake zijn van een leasecontract met een langere termijn. Van
belang daarbij is dat niet de volledige door innovatie verkregen winst zal worden
gesaldeerd, maar 56% hiervan. De overige 44% komt ten goede aan de natuur.
Vraag 6
Rechtvaardigt dit de investering bezien vanuit de afspraken die reeds zijn gemaakt
rondom emissiebeperkingen en -plafonds?
Antwoord 6
De pilot zal uit moeten wijzen of er door middel van het verleasen van een deel van
de bespaarde stikstofreductie een sluitend verdienmodel te maken is om de innovatie
in het gebied te versnellen en daarmee de totale uitstoot te verlagen.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe deze casus past in de pas aangenomen stikstofwetgeving?
Antwoord 7
Het voorstel voor de Wet stikstofreductie en natuurverbetering dat onlangs is aangenomen,
strekt ertoe de structurele aanpak wettelijk te verankeren. Het hoofddoel van de structurele
aanpak is het realiseren van een gunstige of – waar dat nog niet mogelijk is – een
verbeterde landelijke staat van instandhouding van stikstofgevoelige soorten en habitattypen.
Salderingstechnieken zoals verleasen, die tot doel hebben om – onder voorwaarden –
toestemmingverlening mogelijk te maken, zijn geen onderdeel uit van dit wetsvoorstel.
Deze werkwijze beoogt echter wel de stikstofemissie versneld te verminderen en een
substantieel deel van die reductie ten goede te laten komen aan de natuur. De vormgeving
van de pilot zorgt ervoor dat de betrokken boeren gestimuleerd worden een uiterste
inzet op stikstofreductie te plegen en hun bedrijf een gezonde toekomst te geven.
Daarnaast ondersteun ik deze boeren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen, waarmee
emissies afnemen.
Vraag 8
Op welke manier past deze uitzondering binnen de voorgenomen reductiedoelstelling
voor stikstof die reeds binnen de structurele aanpak stikstof is afgesproken en die
geldt voor alle agrarische ondernemers in Nederland? Is hier sprake van een gelijk
speelveld?
Antwoord 8
De aanpak in deze pilot vind ik belangrijk vanwege de versnelling die deze kan geven
in het optimaal reduceren van stikstofemissie, het toekomstperspectief dat het geeft
aan de betrokken boeren en de verlaagde stikstofdepositie op de natuur. Indien de
pilot de verwachtingen waarmaakt zal dit het bereiken van de reductiedoelstelling
plaatselijk versnellen.
Vraag 9
Zit er een maximum aan het aantal keer dat de stikstofruimte door deze ondernemers
verleaset mag worden?
Antwoord 9
Er zal bij tijdelijke saldering (met onderliggend leasecontract tussen private partijen)
sprake zijn van een maximale periode dat de ruimte beschikbaar kan worden gesteld.
Deze periode wordt vastgelegd in de provinciale beleidsregels. Het is aan de ondernemer
of de ruimte in één keer of in meerdere kleine delen binnen deze periode beschikbaar
wordt gesteld.
Vraag 10
Op welke manier past deze uitzondering op het extern salderen bij het aangekondigde
Omschakelprogramma waarbij integraal bijgedragen moet worden aan het vergroten van
de biodiversiteit, vermindering van externe inputs en verbeteren van de bodemkwaliteit?5
Antwoord 10
Met het omschakelprogramma beoog ik boeren perspectief te bieden en wil ik ze stimuleren
en ondersteunen om versneld om te schakelen naar stikstofarme(re) en meer duurzame
agrarische bedrijfsvoering.
Het Investeringsfonds is de kern van het Omschakelprogramma, met het fonds zullen
op basis van goedgekeurde bedrijfsplannen achtergestelde leningen (risicodragend kapitaal)
worden verstrekt aan agrarische ondernemers die willen investeren in de omschakeling
naar een meer extensieve en/of meer circulaire bedrijfsvoering. Hierbij wil ik benadrukken
dat het echt om een omschakeling in het bedrijfssysteem moet gaan, het Investeringsfonds
ondersteunt de investeringen die nodig zijn voor het realiseren van het integrale
bedrijfsplan voor omschakeling. Dat betekent dat een ondernemer die bijvoorbeeld enkel
een stal renoveert en daarvoor middelen aanvraagt uit het Investeringsfonds niet in
aanmerking zal komen. Over de voorwaarden en aanmeldingsprocedures van de pilot van
het Investeringsfonds zal ik u later dit voorjaar nader informeren.
De pilot in de Nieuwkoopse plassen heeft een bredere doelstelling dan het verlagen
van de stikstofuitstoot door innovatieve stalsystemen en mestopslag. Ook andere mogelijkheden
om in de bedrijfsvoering te komen tot emissiereductie zijn onderdeel van de pilot.
Daarmee zie ik geen spanning tussen deze aanpak en de doelen van het Omschakelprogramma.
Vraag 11
Komt de verleaste stikstofruimte na de verleaseperiode weer tot de vrije beschikking
van de ondernemer?
Antwoord 11
De afroming van 44% is permanent. Bij het kortstondige verleasen wat in veel provincies
mogelijk is gemaakt komt de volledige ruimte na de verleaseperiode weer terug bij
de ondernemer. In de pilot kan slechts 56% van de ruimte weer teruggaan naar de ondernemer.
Daartoe zal de ondernemer dan wel een aanvraag moeten indienen bij het bevoegd gezag
voor een project of plan waarvoor deze of minder ruimte nodig is.
Vraag 12
Klopt het dat deze ondernemer die stikstofruimte kan gebruiken voor het vergroten
van de veestapel, onder het gebruikelijke voorbehoud van fosfaatrechten en de regels
rondom grondgebondenheid? Zo ja, in hoeverre zorgt de pilot daarmee voor een versnelling
van de reductie van stikstofuitstoot rondom de Nieuwkoopse Plassen ten opzichte van
het huidige voorgenomen stikstofbeleid?
Antwoord 12
Binnen de specifieke beleidsregels voor de pilot zou het voor een deelnemende veehouder
inderdaad mogelijk zijn om met een deel van de bespaarde emissieruimte zijn bedrijf
uit te breiden. Ook voor een eventuele uitbreiding geldt dat die optimaal stikstofemissie
moet reduceren. Door het samenstel van prikkels, de betrokkenheid van de boeren in
het gebied en de afroming voor de natuur zal er sneller gekomen worden tot investeringen
in de boerderijen in het gebied en tot reductie van de depositie. Daarnaast wordt
er een voorbeeld gegeven voor versnelde verschoning voor de sector als geheel.
Vraag 13
Deelt u de mening dat subsidiëring van innovatie nodig is om de transitie in te zetten
naar een nieuwe vorm van landbouw waarbij de natuur ook wordt hersteld? Zo ja, hoe
zorgt u dat extern salderen ook daadwerkelijk reductie oplevert, met inachtneming
van de mogelijkheid om te salderen met latente ruimte? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Er zijn verschillende programma’s voor de ondersteuning van innovatie en transitie
in de landbouw, die ik erg belangrijk vind. Daarbij kunt u onder andere denken aan
de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming en het Omschakelprogramma. Daarnaast
juich ik initiatieven als in de Nieuwkoopse plassen toe om andere financieringsbronnen
te vinden. Als uit innovaties ruimte ontstaat om extern te salderen, borgen de beleidsregels
intern en extern salderen dat er daadwerkelijk depositiereductie optreedt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.