Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Voordewind over de virtuele handelsmissie India, de omstreden landbouwwetten, de repressie van de maatschappelijke protesten en mogelijke gevolgen voor Nederlandse bedrijven
Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken over de virtuele handelsmissie India, de omstreden landbouwwetten, de repressie van de maatschappelijke protesten en mogelijke gevolgen voor Nederlandse bedrijven (ingezonden 19 februari 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en antwoord
van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 maart 2021).
Vraag 1
Is tijdens de virtuele handelsmissie met de Indiase regering van 8 tot 12 februari
jl. gesproken over de vergaande nieuwe landbouwwetten in India, die in eerste instantie
zonder dialoog met boerenvakbonden tot stand zijn gekomen, en de al maanden durende
boerenprotesten daartegen1, alsmede over de gevolgen die dit mogelijk heeft voor het opereren van Nederlandse
bedrijven in de landbouwsector? Zo ja, wat is daarover besproken en zo nee, wat is
uw mening over deze kwesties?
Antwoord 1
Tijdens de virtuele handelsmissie hebben geen gesprekken met de Indiase regering plaatsgevonden.
Voor mijn appreciatie over de landbouwwetten verwijs ik naar de beantwoording op vragen
van het lid Kuzu (DENK) met kenmerk Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 2129.
Vraag 2
Zijn de kwesties van onder meer gebonden arbeid, kinderarbeid, de discriminatie van
Dalits2, en het veelal ontbreken van een leefbaar loon of inkomen voor met name vrouwen in
de Indiase landbouw tijdens de virtuele handelsmissie besproken? Zo ja, wat is daarvan
het resultaat? Zo nee, op welke andere momenten en manieren werden en/of worden deze
kwesties aan de orde gesteld?
Antwoord 2
Tijdens de kick-off van het landbouw gerelateerde deel van de virtuele handelsmissie
zijn deelnemers gewezen op het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Tevens is tijdens de missie een artikel3 over maatschappelijk verantwoord ondernemen in de Indiase landbouwsector gepubliceerd
en onder de aandacht van missiedeelnemers gebracht. De Nederlandse overheid verwacht
van Nederlandse bedrijven die handel drijven met India of daar opereren dat zij conform
de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen handelen.
Aandacht voor de positie van vrouwen, ook in de landbouwsector in India, is één van
de speerpunten van de inzet van het kabinet. Vrouwen en meisjes in India worden hard
geraakt door de impact van de Covid-19 crisis. Via een aantal projecten wordt getracht
vrouwen en meisjes door middel van trainingen te ondersteunen zodat zij in de toekomst
zoveel mogelijk in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.
Vraag 3, 4, 5
Is eveneens met de Indiase regering gesproken over de volgens Human Rights Watch4 ongefundeerde beschuldigingen van criminele handelingen door acht journalisten vanwege
berichtgeving over de boerenprotesten in januari 2021? Zo ja, wat is besproken en
zo nee, wat is uw opvatting over deze beschuldigingen en meer algemeen over het in
diskrediet brengen van journalisten en anderen die over de protesten berichten?
Wat vind u van het in dit kader door de Indiase overheid afsluiten van internet, het
censureren van sociale media en wat Amnesty International aanduidt als «the escalating crackdown on protesters, farming leaders and journalists» etc., alsmede de oproep van Amnesty tot «immediate and unconditional release of those arrested solely for peacefully exercising
their rights to freedom of expression and peaceful assembly»?5
Is de toenemende bredere repressie van critici van de regering, waaronder maatschappelijke
organisaties, vakbonden, journalisten, academici etc. zoals onder meer beschreven
in het Global Report 2021 – India, Events in 2020
6 van Human Rights Watch tijdens de missie of tijdens andere recente contacten van
de Nederlandse met de Indiase regering door Nederland aan de orde gesteld? Zo ja,
wat was de Nederlandse inzet op dit punt en de Indiase reactie daarop? Zo nee, bent
u dit alsnog van plan en zo ja, wanneer, dit indringend bij de Indiase regering aan
de orde te stellen?
Antwoord 3, 4, 5
Het kabinet volgt de mensenrechtensituatie in India, inclusief de (sociale) mediavrijheid,
werknemersrechten en mensenrechten in de breedste zin van het woord, op de voet en
in nauw overleg met EU-partners. Zorgen over mensenrechtenkwesties worden zowel op
politiek als ambtelijk niveau regelmatig naar voren gebracht, bilateraal en in EU-verband.
Meest recent is dit gebeurd in hoogambtelijke gesprekken met de nieuwe Indiase ambassadeur
in Nederland.
In het kader van de lokale EU-India mensenrechtendialoog zullen diverse kanten van
de mensenrechtensituatie worden belicht en zal het belang van een sterk maatschappelijk
middenveld worden onderstreept.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken met betrekking tot nieuwe onderhandelingen over mogelijke
EU-India handels- en investeringsovereenkomsten? Staat u (nog steeds) achter de opvatting
dat daarin (zo mogelijk bindende) bepalingen moeten worden opgenomen over het naleven
van internationale verdragen op het gebied van onder meer arbeids- en mensenrechten?
Heeft Nederland op dit gebied een bijdrage gedaan waarin de hierboven genoemde kwesties
en recente ontwikkelingen zijn meegenomen aan de EU-India «High-Level Dialogue on Trade and Investment» van 6 februari?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in de voortgangsrapportage handelsakkoorden van 21 februari 2021
(bijlage bij de Geannoteerde Agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 2 maart 2021, kamerstuk 21 501-02, nr. 2294) liggen de onderhandelingen over een mogelijk EU-India handels- en investeringsakkoord
sinds de zomer van 2013 stil. Na verschillende pogingen om de EU-India Free Trade
Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen
voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau.
De Commissie blijft de strategische dialoog met India voortzetten, o.a. via de High Level Dialogue on Trade and Investment, om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen. Momenteel is er geen
zicht op een herstart van de onderhandelingen. Individuele lidstaten nemen niet deel
aan bovengenoemde High Level Dialogue on Trade and Investment, Nederland heeft dan ook geen bijdrage gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.