Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over de bevindingen van het Panel of Experts on Yemen dat Nederlandse wapenexportvergunningen zijn misbruikt
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de bevindingen van het Panel of Experts on Yemen dat Nederlandse wapenexportvergunningen zijn misbruikt (ingezonden 15 februari 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en antwoord
van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuws dat onderdelen van Iraanse luchtafweerraketten die werden
gesmokkeld naar Jemen en onlangs zijn onderschept, onderdelen bevatten die door de
Nederlandse firma’s AMT Netherlands en Xsens Technologies geleverd zijn?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat heeft u gedeeld met en beloofd aan het Panel of Experts in de drie keer dat u
contact had met het Panel?2
Antwoord 2
Op 25 november 2019 en op 9 februari 2020 onderschepte de VS in de Golf van Aden wapenzendingen
die van Iran op weg waren naar Jemen. De zendingen bevatten onder andere luchtdoelraketten
met onderdelen (miniatuurstraalmotoren en sensoren) van Nederlandse makelij. Zowel
het VN Panel of Experts on Yemen als experts van het Comité 2231 (dat toeziet op naleving
van het nucleaire akkoord met Iran) hebben de aangetroffen raketten onderzocht en
stelden vervolgens vragen aan Nederland over de exporten van de onderdelen om zo de
chain of custody in kaart te brengen. De Douane heeft direct een onderzoek ingesteld bij de twee betrokken
Nederlandse bedrijven. Gebleken is dat de bedrijven te goeder trouw handelden. Op
basis van alle beschikbare informatie concluderen wij dat de bedrijven doelwit zijn
geworden van doelgerichte verwerving waarbij gebruik gemaakt is van dekmantelconstructies.
Bevindingen over de oorsprong van de goederen, de vergunningverlening, het daadwerkelijke
transport alsmede ondersteunende documentatie zijn met de expertpanels gedeeld.
Vraag 3
Is het juist dat u voor exporten in 2017 en in 2019 een of meer vergunningen heeft
verleend aan AMT Netherlands om een of meer raketmotoren uit te voeren naar Hong Kong?
Zo ja, hoe was de eindbestemming in de aanvraag of aanvragen geformuleerd? Om hoeveel
stuks ging het in de verleende vergunning(en)?
Antwoord 3
Het kabinet benadrukt dat de onderhavige goederen geen kant-en-klare raketmotoren
zijn. Voor de aangetroffen miniatuurstraalmotoren zijn na uitgebreid onderzoek en
een gedegen risicoafweging in 2016 en 2019 exportvergunningen verleend, onder voorwaarde
dat de goederen niet mochten worden doorgevoerd of verkocht aan derden. De motoren
(twee zendingen van elk 30 stuks) zouden via een ontvanger in Taiwan geleverd worden
en bestemd zijn voor eindgebruik op het vasteland van China. Gebleken is dat de ontvanger
in Taiwan de motoren aan twee entiteiten in Hongkong leverde in plaats van aan de
opgegeven eindgebruiker. De motoren zijn vervolgens in Iran terechtgekomen en gebruikt
voor de productie van luchtdoelraketten.
Vraag 4
Is het tevens juist dat voor de sensoren van het Nederlandse bedrijf Xsens Technologies
een of meer exportvergunningen zijn verleend voor een bedrijf in China in de jaren
2015 en ’16? Welke bedrijf was dat? Hoe vaak is dat gebeurd voor hoeveel stuks?
Antwoord 4
Nee, dat is onjuist. De sensoren van Xsens Technologies die zijn aangetroffen mogen
zonder vergunning uitgevoerd worden. Vergelijkbare sensoren zijn wereldwijd vrij verkrijgbaar
en worden op grote schaal verhandeld, ook door Xsens Technologies. Er zijn dan ook
geen vergunningen verleend.
Vraag 5
Kunt u aangeven waarom u destijds vergunningen heeft verleend voor de politiek gevoelige
strategische goederen naar Hong Kong en China? Stonden de opgenomen eindbestemmingen
bekend als bonafide? Zijn er niet eerder problemen geweest met exporten van de genoemde
Nederlandse bedrijven?
Antwoord 5
AMT produceert verschillende soorten miniatuurstraalmotoren voor civiel eindgebruik,
bijvoorbeeld modelvliegtuigen of commerciële onbemande vliegtuigen (Unmanned Aerial
Vehicles – UAV’s). Sommige van deze miniatuurstraalmotoren zijn ook militair toepasbaar,
bijvoorbeeld in kruisraketten of UAV’s die als overbrengingsmiddel voor massavernietigingswapen
kunnen dienen.
Voor de uitvoer van miniatuurstraalmotoren van het aangetroffen type is in beginsel
geen exportvergunning vereist omdat het vermogen (stuwkracht) onder de internationaal
afgesproken drempelwaarde voor een vergunningplicht ligt. Naar mening van het kabinet
zijn deze motoren wel degelijk militair toepasbaar. Nederland voert daarom een zeer
restrictief exportcontrolebeleid en heeft voor deze miniatuurstraalmotoren in 2012
een zogeheten ad-hoc vergunningplicht («catch-all») ingesteld.
Gezien de toepasbaarheid van de goederen, de bijzondere vergunningplicht en de bestemming
geldt voor vergunningaanvragen van AMT de hoogste waakzaamheid. Bij de toetsing van
de aanvragen is onder andere kritisch gekeken naar eventuele omleidingsrisico’s. Op
geen enkele manier bleek destijds uit de beschikbare informatie dat de miniatuurstraalmotoren
een bestemming buiten China zouden krijgen.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat de Chinese exportcontrole in gebreke is gebleven of wat is
uw visie op de gebeurtenissen? Bent u bereid daarover met de Chinese autoriteiten
in overleg te treden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Exportcontrole en de implementatie van sancties dragen bij aan de bevordering van
veiligheid en vrede. Internationale samenwerking en gelijkgezinde uitvoering zijn
daarbij cruciaal. Schendingen van VN-sanctieregimes waaronder wapenembargo’s zijn
ernstig en moeten worden geadresseerd. De Nederlandse medewerking aan het onderzoek
van het expertpanel voor Jemen illustreert het belang dat het kabinet hecht aan dergelijk
onafhankelijk onderzoek. Zonder medewerking van VN-lidstaten aan de naleving van VN-wapenembargo’s,
zal de oorlogseconomie en daarmee ook het conflict in Jemen, moeilijk tot een einde
gebracht kunnen worden. Bij de eerst geschikte gelegenheid zal deze kwestie onder
de aandacht gebracht worden bij de Chinese autoriteiten.
Vraag 7
Deelt u de conclusie dat de gebleken omleiding een verontrustende ontwikkeling is
en bent u bereid nader onderzoek te doen naar de handelsroute die zowel de raketmotoren
als de sensoren hebben afgelegd?
Antwoord 7
Wij delen uw mening dat deze omleidingskwestie verontrustend is. Er is dan ook reeds
uitgebreid onderzoek naar gedaan. Deze casus onderstreept nogmaals hoe belangrijk
het is dat bedrijven en andere organisaties zich ervan bewust zijn dat derde landen
interesse kunnen hebben in hun producten, diensten en kennis die voor de vervaardiging
van wapens kunnen worden gebruikt. Dat derde landen heimelijk technologie, goederen
en onderdelen proberen te verwerven is algemeen bekend en Nederland is met zijn hoogwaardige
industrie en kennisinstituten ook een doelwit voor die landen. In internationaal kader
neemt Nederland hier overigens geen uitzonderingspositie in. In de brief aan uw Kamer
van januari 20183 wordt een uitgebreide toelichting op het Nederlandse exportcontrolebeleid gegeven.
Vraag 8
Op welke wijze voorkomt u een herhaling van dergelijk misbruik van een exportvergunning?
Antwoord 8
Voor export van strategische goederen, rechtstreeks of indirect, naar bestemmingen
zoals China, Iran of Jemen is reeds de hoogste waakzaamheid van kracht. Naar aanleiding
van deze kwestie zijn sinds begin 2020 verschillende maatregelen genomen. Met de betrokken
Nederlandse bedrijven zijn gesprekken gevoerd die hebben geleid tot aanscherping van
de interne bedrijfsvoering. Informatie over het verwervingsnetwerk wordt actief gedeeld
in EU-verband en in de exportcontroleregimes zodat ook landen buiten de EU deze kennis
kunnen benutten. AMT heeft laten weten geen zaken meer te doen met de betreffende
partij in Taiwan.
Nederland heeft een voorstel in voorbereiding om het type miniatuurstraalmotoren dat
is aangetroffen in de onderschepte luchtdoelraketten onder internationale exportcontrole
te brengen.
Vraag 9
Bent u bereid een gerechtelijk vooronderzoek te doen instellen naar mogelijke overtredingen
van beide Nederlandse bedrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het is aan het Openbaar Ministerie om al dan niet te besluiten of het strafrecht ingezet
moet worden. Uit het onderzoek van de Douane, waaraan de betrokken bedrijven alle
medewerking verleenden, is overigens gebleken dat de Nederlandse bedrijven te goeder
trouw handelden en geen weet hadden van de uiteindelijke bestemming van hun goederen.
Op basis van alle beschikbare informatie concluderen wij dat de bedrijven doelwit
zijn geworden van doelgerichte verwerving waarbij gebruik gemaakt is van verschillende
dekmantelconstructies.
Vraag 10
Is er bij u nog meer informatie bekend over Nederlandse firma’s wier producten een
exportvergunning is verleend, maar waarvan de eindbestemming uiteindelijk een van
de oorlogvoerende partijen in de oorlog in Jemen is geweest? Kunt u daarvan een overzicht
geven?
Antwoord 10
Wij kunnen hierover in de openbaarheid geen uitspraken doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.