Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het openbaar jaarverslag van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) over het jaar 2019
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 207 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 26 maart 2021
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Defensie over de brief van 30 april 2020 over het openbaar jaarverslag
van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) over het jaar 2019 (Kamerstuk
29 924, nr. 201), over de brief van 12 december 2019 over de hoofdlijnen van het MIVD jaarplan 2020
(Kamerstuk 29 924, nr. 196) en over de brief van 15 december 2020 over de Jaarplanbrief MIVD 2021 (Kamerstuk
29 924, nr. 206).
De vragen en opmerkingen zijn op 4 februari 2021 aan de Minister van Defensie voorgelegd.
Bij brief van 22 maart 2021 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
Vragen en opmerkingen vanuit de fractie en reactie van de bewindspersoon
VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
betreffende de MIVD en hebben hier geen verdere vragen over.
D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het openbaar jaarverslag
2019 van het MIVD, de hoofdlijnen van het MIVD-jaarplan 2020 en de jaarplanbrief MIVD
2021. Deze leden hebben daar nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie lezen dat vanuit landenperspectief de grootste dreigingen
nog steeds vanuit Rusland en China komen. Daarbij lopen deze landen, met name China,
al jaren hard in op Nederland en haar bondgenoten als het gaat om technologische ontwikkelingen.
Ook Rusland is hard op weg met bijvoorbeeld hypersonische wapens.
De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre deze dreiging al reëel is? Is de NAVO
toegerust op een dreiging van hypersonische wapens? Is er al sprake van een early
warning met betrekking tot dit nieuwe wapensysteem? Zijn er bondgenoten in de NAVO
die ook bezig zijn met de ontwikkeling van hypersonische wapens?
1. Antwoord
De dreiging van hypersone wapens is reëel. Van in ieder geval twee soorten hypersone
wapens is bekend dat deze deels operationeel zijn of op korte termijn die status bereiken.
Zowel in Rusland als China lopen verschillende ontwikkelingstrajecten voor toekomstige
nieuwe hypersone wapens. De hoge snelheid van hypersone wapensystemen zorgt voor een
beperkte reactietijd, zelfs in het geval van een succesvolle detectie door early warning systemen.
In reactie op deze en andere ontwikkelingen in de veiligheidssituatie in de afgelopen
jaren, is de NAVO onder meer overgegaan tot herziening van het NAVO Integrated Air-
and Missile Defense (IAMD) Standing Defence Plan. De herziening van dit plan voorziet
in een toekomstgerichte geïntegreerde 360-graden lucht- en raketverdediging voor het
bondgenootschap, waarbij rekening wordt gehouden met politieke, militaire en technologische
ontwikkelingen. Als het gaat om early warning is de NAVO zich dus terdege bewust van de dreiging die van de ontwikkeling van deze
wapensystemen uitgaat.
Voor zover bekend houdt binnen de NAVO uitsluitend de VS zich bezig met de ontwikkeling
van hypersone wapensystemen.
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de berichten over China en spionage.
De leden van de D66-fractie vragen of er signalen dat er gespioneerd wordt in het
Nederlandse onderwijs zijn, bijvoorbeeld via Confucius Instituten? Ook het bedrijfsleven,
via overnames of investeringen is een doelwit. Moet hier voornamelijk worden gedacht
aan Nederlandse bedrijven die ook een afdeling hebben in China?
2. Antwoord
Zoals het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren (DBSA) (Bijlage bij Kamerstuk 30 821, nr. 124) stelt, vormt de Chinese inzet van zowel legale als illegale middelen en (digitale)
spionage een ernstige dreiging voor de Nederlandse economische veiligheid. Met name
de Nederlandse topsectoren en kennisinstellingen (inclusief universiteiten) zijn interessante
spionagedoelwitten voor China vanwege de hoogwaardige infrastructuur, technologie
en kennis die zij bezitten. Deze dreiging beperkt zich niet uitsluitend tot Nederlandse
bedrijven of instellingen die een afdeling in China hebben, maar heeft betrekking
op alle Nederlandse bedrijven en instellingen met waardevolle kennis. Ongewenste kennisoverdracht
kan ook plaatsvinden via (academische of commerciële) samenwerkingsverbanden. Dergelijke
samenwerking kan in sommige gevallen ook leiden tot ongewenste overdracht van kennis
en technologie en tot ongewenste afhankelijkheden.
De leden van de D66-fractie erkennen dat cyber inmiddels een ontzettend belangrijk
domein is geworden voor de mensheid, zo ook in oorlogsvoering. Deze leden vragen hoe
de MIVD de rol van cyber inschat bij een mogelijk volgend conflict? Is dit domein
inmiddels net zo belangrijk als conventionele domeinen? Dezelfde leden vragen ook
of de MIVD, of Defensie in bredere zin, in reactie op de vele hybride conflicten van
de afgelopen jaren met name van Russische zijde, inmiddels een strategie heeft ontwikkeld
tegen hybride oorlogsvoering? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is dit in samenwerking met
NAVO-bondgenoten? Deze leden vragen ook of de huidige strijd tegen de Islamitische
Staat gezien kan worden als een hybride conflict, aangezien het om een niet-statelijke
actor gaat die beweegt tussen verschillende landen.
3. Antwoord
Cyber is inmiddels een volwaardig domein van militair optreden en het digitale domein
zal in elk toekomstig conflict een belangrijke rol spelen. De MIVD beschouwt potentiële
digitale verstoringen van de vitale infrastructuur en vitale sectoren/bedrijven als
een van de grootste (digitale) dreigingen voor Nederland en zijn bondgenoten.
Daarnaast speelt cyber een grote rol in het schemergebied tussen vrede en oorlog:
de grijze zone. Bij deze hybride vorm van conflictvoering is sprake van de geïntegreerde
inzet van diplomatieke, informatie, militaire, economische, financiële, inlichtingen-
en juridische instrumenten, onder het niveau van gewapend conflict. Hierin is het
digitale domein (cyber) zowel middel als doel. Ons Koninkrijk heeft continu te maken
met aanvallen in het cyberdomein en met ongewenste beïnvloeding door buitenlandse
mogendheden.
De MIVD constateert dat een belangrijk element in het Russische veiligheidsbeleid
is dat het zijn politiek-strategische doelstellingen volgens het concept van hybride
conflictvoering, in de grijze zone tussen vrede en oorlog, tracht te verwezenlijken.
Deze middelen worden door Rusland op geïntegreerde wijze ingezet om de nationale en
supranationale besluitvormingsprocessen en eenheid in het Westen te ondermijnen.
Aangezien een hybride dreiging domeinoverstijgend is, vraagt deze ook om een domeinoverstijgende,
of rijksbrede, aanpak. De kamerbrief voortgang aanpak Statelijke Dreigingen van 3 februari,
die de Minister van Justitie en Veiligheid namens het kabinet stuurde, kan dan ook
als de contrahybride aanpak van het kabinet worden gezien.1 Defensie vormt een integraal onderdeel van deze aanpak. In de Defensievisie-2035
(Kamerstuk 34 919, nr. 71) staat langs welke lijnen Defensie zich zou moeten ontwikkelen om een antwoord te
hebben op de nieuwe dreigingen, waaronder hybride. De verwachting is dat er steeds
vaker een beroep op het militair vermogen van Defensie zal worden gedaan en Defensie
dient hierop voorbereid te zijn, zowel nationaal als internationaal. Om de meer permanente
hybride dreigingen het hoofd te bieden verdiept Defensie de geïntegreerde benadering
van militaire en civiele middelen. Dit valt onder inrichtingsprincipe 6 van de Defensievisie
«Multidomein en geïntegreerd optreden». Onderlinge samenwerking met partners bij onder
meer hybride dreigingen staat ook centraal in de brief van de Ministers van Justitie
en Veiligheid en van Defensie van 26 juni 2020 over Civiel-Militaire Samenwerking.2 Dat betekent in voorkomend geval trouwens ook dat civiele partijen Defensie en onze
bondgenoten ondersteunen.
De aanpak van hybride dreigingen is in de eerste plaats een nationale verantwoordelijkheid,
maar ook de NAVO heeft sinds 2015 een Strategie over het tegengaan van hybride conflictvoering.
De NAVO zet hierbij in op voorbereiding (door bijvoorbeeld oefenen), afschrikking
(door bijvoorbeeld strategische communicatie) en verdediging (door militaire en niet-militaire
tegenmaatregelen). Staatshoofden en regeringsleiders van NAVO-bondgenoten spraken
tijdens de Leaders Meeting eind 2019 af om meer te doen tegen cyberaanvallen en hybride
tactieken.3 Ook het recent gepubliceerde rapport «NATO 2030: United for a New Era» van de onafhankelijke
reflectiegroep die aanbevelingen heeft gedaan aan de Secretaris-Generaal van de NAVO,
onderkent het belang van een weerbare NAVO ten aanzien van huidige en toekomstige
uitdagingen waaronder hybride dreigingen.4
Op de vraag van de leden van de D66-fractie of de huidige strijd tegen ISIS ook gezien
van worden als een hybride conflict is het antwoord nee, niet volgens de definitie
die de Nederlandse staat daarvoor hanteert.5 Volgens deze definitie kan alleen een statelijke actor een hybride tegenstander zijn,
omdat alleen een staat in samenhang over alle bovengenoemde instrumenten van hybride
conflictvoering kan beschikken. Dat neemt niet weg dat ISIS zeer actief is in het
gebruik van internet via verschillende sociale media voor zijn propagandadoeleinden,
waarbij de nadruk ligt op de ondergrondse en asymmetrische strijd.
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over contraproliferatie. Deze leden
vinden het goed dat er een contraproliferatie strategie is en vragen of er op dit
vlak ook nieuwe dreigingen zijn? Zo wordt Syrië genoemd bij de lijst met landen die
op zoek blijven naar kennis en goederen voor gebruik in hun eigen wapenprogramma’s.
Zijn er duidelijke signalen dat dit land een nucleaire ambitie heeft? Gaat dit dan
om ontwikkeling of eerder om de handel in kernkoppen? Zijn er met betrekking tot dit
soort landen ook risico’s met betrekking tot niet-statelijke actoren?
4. Antwoord
De MIVD doet onderzoek naar landen die ervan worden verdacht dat zij in strijd met
geldende verdragen werken aan het ontwikkelen van massavernietigingswapens en hun
overbrengingsmiddelen of daar al over beschikken. De zogenoemde CBRN6-dreiging is mede door technologische ontwikkelingen aan verandering onderhevig en
neemt mogelijk toe, met name op het gebied van chemische en biologische middelen.
In dit kader doet de MIVD onderzoek naar de productie, gebruik en inzet van zenuwgassen
door het Syrische bewind. De MIVD beschikt niet over inlichtingen dat Syrië op dit
moment de ambitie heeft om kernenergie op te wekken of kernwapens te ontwikkelen.
Ditzelfde geldt voor niet-statelijke actoren.
In het Jaarplan 2020 lezen de leden van de D66-fractie dat de MIVD de inzet op spionage,
beïnvloeding en sabotage op dit vlak heeft vergroot. Kan er al worden gesproken van
concrete resultaten die deze verhoogde inzet teweeg hebben gebracht? Heeft deze inzet
alleen betrekking tot activiteiten buiten de Nederlandse samenleving? Wordt er op
dit vlak ook samengewerkt met Europese of Atlantische bondgenoten?
5. Antwoord
Zoals in de brief aan de Kamer over de hoofdlijnen van het MIVD jaarplan 20207 is vermeld, plande de MIVD voor 2020 op het vergroten en verdiepen van het onderzoek
naar de militaire, hybride, spionage en cyberdreiging door de Russische Federatie
en China. Dit werd mogelijk door de versterking van de MIVD, waar de brief ook aan
refereert.
Het gaat wat spionage, beïnvloeding en sabotage betreft om zogenaamd contra-inlichtingen
onderzoek naar dreiging tegen defensiebelangen in Nederland en in het buitenland.
Over de voortgang van de onderzoeken rapporteert de MIVD via de geëigende kanalen.
De informatiepositie is als gevolg van de investeringen verbeterd. Daarnaast is een
concreet resultaat van de verhoogde inzet het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren dat de MIVD samen met de AIVD en NCTV heeft uitgebracht.
De MIVD werkt op verschillende gebieden samen met Europese en Atlantische bondgenoten.
Hier biedt de Wiv 2017 een grondslag voor. Dit wordt in de beantwoording van de volgende
vraag nader toegelicht.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Wiv voor enige problemen heeft gezorgd bij
de MIVD, met name de implementatiefase en met betrekking capaciteit. Hoe staat het
hier nu mee? Zijn er nog steeds capaciteitsproblemen? Er wordt in het kader van de
Wiv ook gesproken over internationale samenwerking. De leden van de D66-fractie vragen
de Minister in te gaan op wat hiermee wordt bedoeld?
6. Antwoord
De implementatie van de Wiv 2017 heeft de afgelopen twee jaar bij de MIVD hoge prioriteit
gekregen en heeft veel van de dienst gevraagd. Daarbij is onder meer van belang dat
de MIVD te kampen heeft met ICT uitdagingen die de invoering van de Wiv 2017 bemoeilijkt.
De invoering van de nieuwe wet heeft geleid tot aanpassing van de opzet en werking
van talrijke werkprocessen, extra opleiding van personeel en aanpassing van IT-systemen.
Dit heeft geleid tot extra beslag op de beschikbare capaciteit en tot verdringing
van operationele activiteiten.
De impact van de Wiv 2017 op de operationele slagkracht van de diensten staat centraal
in het nog te verschijnen rapport hieromtrent van de Algemene Rekenkamer.
De Wiv 2017 biedt het kader voor uitwisseling van informatie en samenwerking met buitenlandse
inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit kader kent verscheidene waarborgen voor
internationale samenwerking. Het betreft wettelijke vereisten voor toestemming, vastlegging
en verantwoording bij het verstrekken van gegevens of het leveren van ondersteuning
aan buitenlandse diensten. Voordat een samenwerkingsrelatie met een buitenlandse inlichtingen-
en veiligheidsdienst wordt aangegaan, wordt onderzoek gedaan om te bepalen of en zo
ja, in welke mate, met de betreffende dienst kan worden samengewerkt. Dit onderzoek
wordt verricht aan de hand van wettelijke criteria, die vastgelegd zijn in artikel
88, derde lid, van de Wiv 2017. Een voorbeeld van een criterium waaraan wordt getoetst
is de professionaliteit en betrouwbaarheid van de desbetreffende dienst.
In zogeheten wegingsnotities worden de resultaten van dat onderzoek en de daaruit voortkomende voorwaarden voor
de samenwerking vastgelegd. Voor de implementatie en de verankering van deze waarborgen
in de (deels geautomatiseerde) werkprocessen van de MIVD, is capaciteit vrijgemaakt.
De leden van de D66-fractie hebben meermaals hun zorgen geuit over een subcultuur
bij defensie die gegrond is in rechts-extremisme. Er is hier eerder uitvoerig over
gedebatteerd en de MIVD heeft een onderzoek gestart binnen Defensie. Hoe staat het
hier mee? Zijn er harde bewijzen gevonden dat rechts-extremisme inderdaad een gevaar
vormt in de cultuur van Defensie? Zijn er personen geïdentificeerd die dit kwalijke
gedachtengoed vertolken? Hoe wordt de awareness en understanding gecreëerd, waar de
brief naar verwijst?
7. Antwoord
De MIVD blijft alert op signalen die mogelijk wijzen op het aanhangen van rechts-extremistisch
gedachtegoed en heeft haar onderzoek geïntensiveerd. De MIVD heeft geen aanwijzingen
gevonden dat rechts-extremisme een gevaar vormt in de cultuur van Defensie. Door het
geven van «awareness»-briefings draagt de MIVD bij aan de bewustwording van het gevaar
van rechts-extremisme binnen de defensieorganisatie.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat er een gevaar schuilt in de autorisatie
en auditie van aanbestedingen. De uitvoeringsorganisaties die hiervoor verantwoordelijk
zijn dienen volgens deze leden van hoge kwaliteit te zijn. Hoe zorgt de MIVD ervoor
dat hier geen lekken ontstaan? Heeft de steeds verder gaande Europese defensiesamenwerking
gezorgd voor nieuwe instanties die bij dit proces betrokken zijn? Heeft de MIVD hier
een duidelijk beeld van?
8. Antwoord
In het kader van aanbestedingen beoordeelt de MIVD de (potentiële) opdrachtnemers
teneinde vast te kunnen stellen dat zij voldoen aan de gestelde beveiligingsnormen.
Nationaal gebeurt dit aan de hand van de, contractueel bedongen, Algemene Beveiligingseisen
voor Defensieopdrachten (ABDO) die recentelijk nog zijn aangescherpt met betrekking
tot cyberveiligheid. Na gunning van het contract wordt het bedrijf met regelmaat door
de MIVD bezocht en geauditeerd op correcte implementatie van de beveiligingsmaatregelen,
met inbegrip van screening van het betrokken personeel. Internationaal gebeurt een
en ander in samenwerking met een aantal gelijkgestemde partnerlanden die, op grond
van een juridische overeenkomst de auditerende taak namens de MIVD uitvoeren.
De leden van de D66-fractie lezen over de dreigingen van de COVID-19 pandemie. Zij
vragen of er kan worden ingegaan op de concrete dreigingen die hieruit voortkomen?
Worden hier aanvallen op de Nederlandse vitale infrastructuur bedoeld?
9. Antwoord
In het recent uitgebrachte Dreigingsbeeld Statelijke Actoren, een gezamenlijke analyse van de AIVD, MIVD en NCTV, wordt geschetst welke nationale
veiligheidsbelangen geschaad (kunnen) worden door statelijke actoren. Een aantal dreigingen
die voortkomen uit de COVID-19 pandemie staat hierin beschreven.
Verder doet de MIVD onderzoek naar dreigingen richting de vitale infrastructuur in
relatie tot Defensie(belangen). De MIVD werkt samen met de AIVD nauw samen met ketenpartners
om dreigingen tegen de Nederlandse veiligheidsbelangen te duiden en te delen met relevante
afnemers teneinde bevordering van veiligheidsbewustzijn en weerbaarheid. De AIVD en
de MIVD informeren indien nodig organisaties en bieden ondersteuning in verhoging
van weerbaarheid.
Tot slot vragen de leden van de D66-fractie naar het personeel en het materieel. In
de Jaarplannen 2020 en 2021 wordt gesproken over de moeite die de dienst heeft met
het aantrekken van expertise. Dit blijft een grote uitdaging, daarom vragen deze leden
de Minister of hier een duidelijk plan voor is? Is er voor alle activiteiten van de
MIVD goed en genoeg materieel zodat de officieren hun werk op het allerhoogste niveau
kunnen uitvoeren? Aansluitend willen deze leden vragen hoe de internationale samenwerking
van de MIVD met andere diensten is. Zijn er vaste partners waar veel mee wordt samengewerkt?
Is er ook een Europese instantie waar steeds meer mee wordt gedeeld en samengewerkt?
10. Antwoord
De MIVD is door specifieke arbeidsmarktcommunicatie en gericht beleid in staat om
op verantwoorde wijze te groeien. Het aantrekken van expertise wordt bijvoorbeeld
gedaan met behulp van wervingscampagnes specifiek gericht op de MIVD, zoals «Zie jij wat anderen niet zien». Speciale aandacht gaat daarbij uit naar schaarse categorieën, zoals IT-expertise.
Om de MIVD compliant en toekomstbestendig te maken heeft dit kabinet een eerste investering
gedaan ten behoeve van de IT bij de dienst. Het belang van goede en up-to-date IT bij de MIVD wordt aangetoond door meerdere rapporten van toezichthouder Commissie
van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Algemene Rekenkamer.
Ook de bevindingen van de Evaluatiecommissie Wiv 2017 onderstrepen dit.
Internationale samenwerking is voor de taakuitvoering van de MIVD essentieel. Samenwerking
met buitenlandse diensten draagt significant bij aan de informatiepositie van de dienst.
Het partnerveld van de MIVD is divers en kent vaste partners waar intensief en breed
mee wordt samengewerkt. De MIVD verstrekt gegevens aan het inlichtingenbureau van
de militaire staf van de EU (EUMS-int).
GroenLinks
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of inmiddels een definitief een besluit
is genomen over de verplaatsing van de satellietschotels te Burum, aangezien het voornemen
is dat de 3,5Ghz frequentie die deze schotels gebruiken in 2022 beschikbaar komt voor
gebruik voor 5G. Deze leden vragen of de Minister bereid is de vaste commissie voor
Defensie, respectievelijk de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, al dan niet
vertrouwelijk, te informeren over de nieuwe locatie van door de MIVD gebruikte interceptiecapaciteit
en daarbij behorende juridische kaders voor internationale samenwerking. Zo nee, waarom
niet? De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het, voor het verplaatsen van interceptie-werkzaamheden
van de MIVD naar het buitenland, niet noodzakelijk is om een verdrag te sluiten met
het betreffende land, en of een dergelijk verdrag niet aan de Kamer zou moeten worden
voorgelegd ter goedkeuring.
11. Antwoord
Het Kabinet heeft in 2019 besloten om voor de interceptie van de 3,5 GHz een internationale
oplossing te treffen om satellietinterceptie na de invoering van 5G in Nederland,
voorzien in september 2022, voort te kunnen zetten.8 Ik kan vanwege de in dit verband vereiste vertrouwelijkheid verder geen uitspraken
doen over de precieze invulling van deze internationale samenwerking.
De Tweede Kamer wordt zoals te doen gebruikelijk via de geëigende kanalen geïnformeerd
op welke wijze de internationale oplossing wordt gerealiseerd.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister te bevestigen dat interceptie
door de MIVD via stations in het buitenland ook onder de volledige werking van de
Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 valt.
12. Zie antwoord vraag 13
Vragen 12 en 13 worden gezamenlijk beantwoord.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister uiteen te zetten hoe het toezicht
van de TIB en CTIVD, zowel formeel als op praktisch niveau, is geregeld bij interceptie
via in het buitenland gestationeerde satellieten.
13. Antwoord
Zoals op 14 juni 2019 reeds aan uw Kamer toegezegd9, zal de Wiv 2017 en de bijbehorende waarborgen van toepassing zijn op de internationale
samenwerking die in het kader van een alternatief voor satellietinterceptie in Burum
zal worden aangegaan. De CTIVD houdt conform artikel 97 van de Wiv 2017 volledig toezicht
op het handelen van de diensten. Daar valt ook bovengenoemde internationale samenwerking
onder.
Met betrekking tot contra-proliferatie en andere wapenwedloop constateren de leden
van de GroenLinks-fractie dat de MIVD in haar jaarverslag en jaarplannen terecht aandacht
besteed aan het gevaar van proliferatie van kernwapens. Ook in de ontwikkeling van
andere soorten wapens, zoals drones en offensieve cybertechnologie, zien deze leden
een gevaar voor de internationale rechtsorde en de vrede. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen in hoeverre de inwinning van inlichtingen door de MIVD over de ontwikkeling
van (kern)wapensystemen in het buitenland ook wordt afgestemd op strategische besluiten
die defensie moet nemen over de verwerving van eigen defensiematerieel. Als voorbeeld
noemen deze leden de verwerving van nieuwe onderzeeboten, waarvan de militaire relevantie
grotendeels samenhangt met de internationale ontwikkelingen op het gebied van technologie
waarmee onderzeeboten kunnen worden opgespoord.
14. Zie antwoord onder vraag 15
Vragen 14 en 15 worden gezamenlijk beantwoord.
Een ander relevant voorbeeld is wat de leden van de GroenLinks-fractie betreft de
verwerving van nieuwe fregatten. Deze leden vragen of de MIVD expliciet naar informatie
zoekt die relevant kan zijn voor besluiten om fregatten bijvoorbeeld uit te rusten
met middelen ter bestrijding van ballistische en hypersone raketten, die voor DMO
relevant kan zijn.
15. Antwoord
De MIVD doet onderzoek naar wapensystemen die nu of in de toekomst een dreiging vormen
voor de huidige en toekomstige wapensystemen van de krijgsmacht of voor haar bondgenoten.
De door de MIVD geschetste dreiging wordt afgewogen en meegenomen in de behoeftestellingen
voor nieuwe wapensystemen voor de krijgsmacht.
Een van de doelstellingen van de gezamenlijke AIVD-MIVD Unit Contraproliferatie is
het bijdragen aan het voorkomen van de uitvoer van gevoelige goederen naar kernwapenprogramma’s
in landen van zorg. Wanneer er relevante inlichtingen worden ingewonnen over dergelijke
programma’s dan worden zowel Defensie als andere belanghebbenden daarover geïnformeerd
via de daarvoor bestemde kanalen.
Met betrekking tot het budget van de MIVD betreuren de leden van de GroenLinks-fractie
het dat de Minister bij de afgelopen begrotingsbehandeling wederom niet is ingegaan
op het verzoek van deze leden om transparant te zijn over de uitgaven aan de MIVD.
Deze leden hebben begrip voor geheimhouding bij evident gevoelige informatie, maar
zien niet direct aanleiding om aan te nemen dat het openbaar maken van het budget
voor de MIVD, desnoods binnen bandbreedtes, een onacceptabel risico zou vormen. De
leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister of zij dit nader kan beargumenteren,
mede in het licht van het belang van de Kamer om invloed uit te kunnen oefenen op
de besteding van overheidsmiddelen. Informatie die vertrouwelijk wordt verstrekt aan
de CIVD komt immers niet terecht bij de woordvoerders die de bestedingen bij Defensie
controleren, aldus de leden van de GroenLinks-fractie.
16. Antwoord
Het opnemen van het budget voor de MIVD in de Defensiebegroting zou inzicht geven
in de capaciteiten, focusgebieden en onderzoeken van de MIVD. Daarom is het niet wenselijk
het budget voor de MIVD openbaar te maken. De begroting van de MIVD wordt in de Kamer
behandeld via de daarvoor geëigende kanalen. De Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten (CIVD) wordt geïnformeerd over de uitsplitsing van het budget
over de verschillende onderzoeksgebieden van de MIVD. Ook wordt aandacht besteed aan
de trends die relevant zullen zijn voor de nationale veiligheid in het aankomend jaar.
Daarnaast worden de geheime uitgaven jaarlijks beoordeeld door de Algemene Rekenkamer.
SP
Met belangstelling en verbazing hebben de leden van de SP-fractie de Kamerstukken
die voorliggen bestudeerd. Belangstelling om te speuren naar diepere lagen en dubbele
bodems, we zijn niet voor niks in contact met een «geheime dienst». En met verbazing,
vooral over de zaken die we van de CTIVD moeten leren en die niet in deze stukken
staan. Het blijft naar het oordeel van de leden van de SP-fractie een groot probleem
dat belangrijke onderdelen van Defensie en Buitenlandse politiek zwaar gefilterd moeten
worden bediscussieerd en uit het principe van democratische controle moeten worden
gecontroleerd.
In het Jaarverslag 2019 wordt gesteld dat er «een spanningsveld» is tussen publieke
rapportage en het werk van een inlichtingen- en veiligheidsdienst. De leden van de
SP-fractie zijn van mening dat het niet een spanningsveld is, maar een regelrechte
tegenstelling. De toevoeging in het verslag dat dat de openheid «beperkt» is, is een
eufemisme. De gang naar de rechter is het minimale middel van de burger. De CTIVD
is het minimale middel van de volksvertegenwoordiging, aldus deze leden. Zij zijn
nog steeds van mening dat daar nieuwe middelen voor openbaar debat over de MIVD moet
worden gezocht. Er zijn te veel voorbeelden van zaken die in de media worden gemeld
of besproken die door de Minister publiek onbespreekbaar worden verklaard. De leden
SP-fractie herinneren aan het vorige algemeen overleg toen zij navraag deden naar
berichten over het sluiten van de MIVD-post in Kaboel naar aanleiding van publicaties
van een militair. Zowel de publicaties als de gevolgen voor de MIVD werden door de
Minister voor het parlement zo klein mogelijk gemaakt. Een moeilijk te verdragen beleid
omdat de details van dat beleid bekend zijn en ook een rol spelen in een groter verband,
namelijk dat van operaties in Afghanistan. De leden van de SP-fractie vragen of de
Minister alsnog bereid is toelichting te geven?
18. Zie antwoord onder vraag 19
Vragen 18 en 19 worden gezamenlijk beantwoord.
Het vorige algemeen overleg bespraken de leden van de SP-fractie de noodzaak voor
het openbaar manier van de Aanwijzing SG A/978. De publicatie daarvan heeft een stimulans
opgeleverd voor het bewustzijn van militairen dat ze het recht vrijuit te spreken,
ook als het over zaken gaat die gevoelig liggen bij de MIVD of bij de CDS. Dat achten
de leden van de SP-fractie een voordeel dat voortvloeit uit hun aanhouding over deze
Aanwijzing. De leden van de SP-fractie verwachten een veel actiever opstelling van
de regering over openheid.
Onlangs, op 20 januari 2021, stelde scheidend CDS admiraal Bauer dat geheime operaties
geheim moeten blijven. De leden van de SP-fractie stellen dat ook hier het gesprek
via de pers gaat. De admiraal komt niet in de Kamer debatteren. De Kamer staat altijd
op achterstand als de Minister dat geheime beleid van de CDS niet wil toelichten,
aldus deze leden. Dat is naar het oordeel van de leden van de SP-fractie een relevante
kwestie naar aanleiding van de uitspraak «inzet van geheime militaire eenheden is
een principe». Tot nu toe heeft niemand in de Kamer dat principe onderuit gehaald.
En deze leden achten democratie zeker een belangrijker principe. Al sinds 2000 is
onder auspiciën van artikel 100, lid 2, Grondwet het beleid voor geheime operaties.
Dat beleid dat ook door de WIV 2017 wordt gesteund, is nog nooit verantwoord. Kritiek
op onderdelen wordt persoonlijk gemaakt (mariniers in De Punt, vliegeniers boven Irak/Syrië)
door burgers, advocaten of sommige politici omdát het beleid hermetisch gesloten is.
Dat moet veranderen, anders gaat het debat via de krant en komt het altijd een beetje
beteuterd over. De leden van de SP-fractie vragen hierover een reactie van de Minister.
19. Antwoord
Transparant zijn waar het kan past bij een moderne inlichtingendienst. De MIVD probeert
steeds meer inzicht te geven in de wijze waarop zij haar taken uitvoert. Hierbij valt
te denken aan het publiceren van een openbaar jaarverslag en bijvoorbeeld het openbare
Dreigingsbeeld Statelijke Actoren.
Tegelijkertijd is inherent aan operaties van de MIVD dat deze veelal geheim moeten
blijven. Informatie die de werkwijze of het actueel kennisniveau van de MIVD kan prijsgeven,
in strijd is met de wettelijk bepaalde bronbescherming of militaire operaties in gevaar
kan brengen wordt daarom niet in het openbaar besproken. Evenmin kan worden ingegaan
op individuele rechtszaken die nog worden behandeld door een rechter, personeelsvertrouwelijk
zijn of de privacy van de betrokkene kunnen schaden. Hier is sprake van een spanningsveld
tussen enerzijds het belang dat gelegen is in transparantie en anderzijds de wettelijke
en operationele kaders waarbinnen het werk plaatsvindt.
De operaties van de MIVD vinden plaats binnen het veiligheidsbeleid dat onderhevig
is aan publiek debat, zoals dat ook heeft plaatsgevonden over de Wiv 2017. Daarnaast
wordt de uitvoering van het beleid via de geëigende kanalen gecontroleerd op een wijze
die recht doet aan de principes van onze rechtsstaat. Voorts wordt de rechtmatigheid
van de uitvoering, wanneer het gaat om de inzet van bijzondere bevoegdheden, getoetst
door de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB).
Tot slot houdt de CTIVD toezicht op het handelen van de diensten. De toezichthouder
kan ten behoeve van haar taak over alle informatie beschikken die zij daartoe noodzakelijk
acht. De CTIVD brengt rapporten uit waarin aanbevelingen worden gedaan ten aanzien
van de uitvoering van de wet. De Minister legt daar vervolgens verantwoording over
af aan uw Kamer.
De leden van de SP-fractie waarderen het werk van de CTIVD en vragen de Minister te
reageren op de kritiek. Vooral het punt dat de WIVD 2017 volgens deze leden nog steeds
niet goed wordt toegepast, waarbij het gaat om het gebruik van «bulkdatasets». Afgelopen
maanden heeft de CTIVD vastgesteld dat ook de MIVD de wet WIV 2017 niet goed uitvoert
en dat de Minister opdracht krijgt daaraan te werken. De leden van de SP-fractie wat
de rol en het belang van de MIVD is in het verzamelen van bulkdatasets en waarin de
belangstelling verschilt van de AIVD? Deze leden vragen wat gaat de Minister gaat
doen met de kritiek van de CTIVD.
20. Antwoord
Zowel de AIVD als de MIVD beschikken over algemene en bijzondere bevoegdheden om bulkdatasets
rechtmatig te verzamelen. Evenals de CTIVD zijn de diensten van oordeel dat bulkdatasets
grote waarde hebben voor de taakuitvoering van de AIVD en MIVD. Het betreft zowel
de waarde voor de verdere analyse van gekende dreigingen als het kunnen onderkennen
en identificeren van personen en organisaties en verborgen dreigingen. Het precieze
belang van een specifieke bulkdataset is afhankelijk van de inlichtingenbehoefte,
die volgt uit de vastgestelde Geïntegreerde Aanwijzing. Voor de MIVD zal dit vaker
een militaire component bevatten, denk bijvoorbeeld aan het verzamelen van gegevens
uit gebieden waar een militaire missie plaatsvindt.
In rapport 70 heeft de CTIVD zich uitgesproken over het verzamelen van bulkdatasets
door inzet van de hackbevoegdheid en in rapport 71 heeft de CTIVD gerapporteerd over
het verzamelen en verder verwerken van passagiersgegevens van luchtvaartmaatschappijen.
De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit beide rapporten hebben betrekking
op de verdere verwerking van bulkdata. In reactie daarop hebben de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie gezamenlijk aanvullende regels
en waarborgen ingesteld,10 die gelden voor de verdere verwerking van bulkdatasets. Met deze extra waarborgen
volgen de diensten een groot deel van de aanbevelingen van de CTIVD op.
De leden van de SP-fractie nemen aan dat de aankondigde investeringen in de komende
jaren in ICT ter waarde van 20 miljoen euro een ander beleidsveld is dan de 20 miljoen
euro voor offensieve cyberacties. Of is dat niet het geval, zo vragen zij?
21. Antwoord
Deze aanname is correct.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister toe te lichten wat de betekenis is van
de «impact van COVID-19» op de informatiepositie van de MIVD. Wat zijn de risico’s
dat «de inlichtingenpositie op een verantwoord niveau» blijft. Gaat het om ziekte
en dood door COVID van formele of informele medewerkers? Zo nee, wat dan, zo vragen
deze leden?
22. Antwoord
Het functioneren van de MIVD is aangemerkt als vitaal proces en de werkzaamheden van
de MIVD gaan met inachtneming van de maatregelen omtrent COVID-19 door. De inlichtingeninspanning
ten behoeve van de nationale veiligheid en de ondersteuning van de krijgsmacht is
op een verantwoord niveau doorgegaan.
Een van de toezeggingen in het algemeen overleg MIVD van 3 juli 2019 was te melden
in het jaarverslag over 2019 hoeveel gevallen van rechts-extremisme er waren. «In
2019 heeft de MIVD een tweetal gevallen onderzocht van mogelijk rechts-extremisme.
Dit heeft geen dreiging tegen de krijgsmacht aan het licht gebracht.» De leden van
de SP-fractie vragen waarom van «mogelijk» rechts-extremisme wordt gesproken? Hoe
zijn deze zaken afgehandeld? Kan de Minister stellen dat er geen rechts-extremisme
in de krijgsmacht is?
23. Antwoord
Signalen die mogelijk wijzen op het aanhangen van rechts-extremistisch gedachtegoed
door defensiemedewerkers zijn in de regel aanleiding tot nader onderzoek voor de MIVD.
Zo lang onderzoek nog geen uitsluitsel heeft geboden wordt de term «mogelijk» gehanteerd.
In de betreffende gevallen in 2019 bleek op basis van het ingestelde onderzoek geen
sprake te zijn van rechts-extremisme.
De leden van de SP-fractie delen de noodzaak dat proliferatie van massavernietigingswapens
zeer ongewenst is. Sinds enige tijd, 2019, bestaat de gezamenlijke Unit Contra Proliferatie
(UCP) die onderzoek doet naar landen die worden verdacht in strijd met die verdragen
te handelen. Deze leden vragen wat daarvan de resultaten zijn en wat de waarborgen
zijn dat een geval van Nederlandse medewerking indertijd aan proliferatie van kernwapens
van Pakistan, wordt voorkomen. De leden van de SP-fractie vragen de Minister dat toe
te lichten.
24. Antwoord
Een van de aandachtsgebieden van de in 2008 opgerichte, Unit Contraproliferatie is
het voorkomen van de uitvoer van gevoelige goederen naar kernwapenprogramma’s in landen
van zorg. Wanneer er relevante inlichtingen worden ingewonnen over dergelijke programma’s
dan worden verschillende afnemers daarover zo goed mogelijk geïnformeerd. Om de uitvoer
van goederen te voorkomen wordt het Ministerie van Buitenlandse Zaken hierover geïnformeerd.
Dit kan zowel op initiatief van de UCP, via ambtsberichten van de diensten, als op
initiatief van BZ via vergunningsvoorleggingen. Jaarlijks worden meerdere verwervingspogingen
voorkomen. Het blijft ondanks de inspanningen echter voorstelbaar dat er dual-use goederen via geraffineerde handelsconstructies hun weg vinden naar landen van zorg.
SGP
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
bij het schriftelijk overleg over de MIVD. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.
In de Jaarplanbrief MIVD 2021 staat dat spionage, beïnvloeding en sabotage een ernstige
dreiging blijven voor Nederland en zijn bondgenoten. Daarbij worden Rusland en China
expliciet genoemd. Is er sprake van een toename van vijandige activiteiten van genoemde
landen op dit terrein, zo vragen de leden van de SGP-fractie? Welke doelen lijken
hiermee voornamelijk te worden beoogd?
25. Antwoord
De spionagedreiging die uitgaat van de Russische Federatie richting defensie- en bondgenootschappelijke
belangen is onverminderd hoog en is de afgelopen jaren veel zichtbaarder geworden.
De Russische Federatie is op zoek naar informatie om zijn krijgsmacht te moderniseren,
de economie te versterken of politieke besluitvorming te beïnvloeden. Het kan hierbij
gaan om klassieke spionage, om digitale spionage of een combinatie van beide. Het
DBSA stelt dat de belangrijkste potentiele dreiging voor de fysieke territoriale integriteit
van Nederland en het NAVO-bondgenootschap komt uit Rusland. Rusland beschouwt de NAVO
als de belangrijkste externe dreiging.
Bij de beantwoording van vraag 2 van D66 wordt antwoord gegeven op de vraag ten aanzien
van China.
Het Jaarplan voor 2020 vermeldde dat de MIVD onderzoek doet naar Afghanistan, Syrië
en Irak. Het Jaarplan voor 2021 noemt deze landen niet. De leden van de SGP-fractie
vragen of dit een wijziging inhoudt van de geografische focus voor 2021, en zo ja,
hoe dit zich verhoudt tot de mogelijkheid van een wederopstanding van terreurgroepen
zoals IS in Irak en Syrië. Hoe wordt met een dergelijk scenario rekening gehouden?
26. Antwoord
In de Jaarplanbrief 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de aandachtsgebieden van de
MIVD. De genoemde landen blijven ook in 2021 onderwerp van onderzoek. Ten aanzien
van ISIS geldt dat er geen sprake is van een wederopstanding omdat ISIS nog steeds
aanwezig is maar geleidelijk is overgegaan op een guerrillastrijd. Wel is en blijft
ISIS een grote bron van zorg omdat deze nog steeds ondermijnende activiteiten ontplooit,
een dreiging vormt jegens Nederlandse troepen in de regio’s waar ISIS actief is en
vanuit Syrië en Irak een serieuze terroristische dreiging vormt tegen het Westen in
het algemeen.
De MIVD en de AIVD doen samen onderzoek naar landen die ervan worden verdacht dat
zij werken aan het ontwikkelen van massavernietigingswapens. In dit kader wijzen de
leden van de SGP-fractie op het gevaar van de ontwikkeling van een nucleair wapen
door Iran. Recent gaf de hoogste Israëlische legerbevelhebber zelfs aan paraat te
zijn voor een aanval op Iran om nucleaire proliferatie te voorkomen. Hoe wordt de
informatie van onze inlichtingendiensten betrokken bij het bepalen van de Nederlandse
positie en (diplomatieke) inzet richting Iran, zo vragen de leden van de SGP-fractie?
Wordt op dit thema samenwerking gezocht met bijvoorbeeld Israëlische en Amerikaanse
diensten?
27. Antwoord
De MIVD en de AIVD informeren met grote regelmaat via de daarvoor geëigende kanalen
verschillende afnemers over dit onderwerp. Het beantwoorden van vragen over samenwerkingsverbanden
of herkomst van inlichtingen is een bevestiging of ontkenning van het bestaan van
de samenwerkingsverbanden en kan daarmee inzicht geven in de werkwijze en het kennisniveau
van de diensten. In voorkomende gevallen wordt uw Kamer daar via de daartoe geëigende
kanalen over geïnformeerd.
De MIVD onderzoekt in 2021 spionage- en cyberactiviteiten van vreemde mogendheden
tegen de Nederlandse Defensie-industrie. De leden van de SGP-fractie vragen wat in
de praktijk de aard en omvang is van spionage of zelfs diefstal van hoogwaardige kennis
en technologie bij de Nederlandse defensie-industrie door buitenlandse actoren. Deze
leden vragen of een overzicht of indicatie kan worden gegeven. Heeft de MIVD tevens
nadrukkelijk aandacht voor Nederlandse bedrijven die technologieën ontwikkelen die
meer indirect gebruikt (kunnen) worden voor militaire- of veiligheidsdoeleinden, zoals
surveillance? Zo nee, waarom niet, en bestaat er dan noodzaak de inzet in dezen alsnog
te wijzigen?
28. Antwoord
Vanwege het vertrouwelijke karakter van de informatie doet de MIVD geen uitspraak
over individuele zaken. Over het algemeen kan worden gesteld dat de Nederlandse defensie-industrie
een hoogwaardige industrie is, en beschikt over geavanceerde kennis en technologieën
waar China en Rusland in zijn geïnteresseerd. Dit maakt de defensie-industrie een
doelwit voor (economische) spionage, zowel fysiek als in het digitale domein. Het
onderzoek naar cyberspionage – en sabotageactiviteiten wordt door de MIVD voortgezet.
De MIVD draagt bij aan de weerbaarheid en veiligheid van Defensie en de aan Defensie
gerelateerde industrie. Voor zowel omvangrijke materieelprojecten als de uitvoering
van bepaalde diensten, is Defensie afhankelijk van externe marktpartijen. Bedrijven
die belast zijn met de uitvoering van gerubriceerde of vitale defensieopdrachten zijn
gehouden aan de regeling Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten (ABDO).
De MIVD autoriseert Defensieorderbedrijven voordat zij mogen werken aan gerubriceerde
opdrachten voor Defensie. De MIVD controleert ook op de naleving van de beveiligingseisen
door regelmatige audits en inspecties uit te voeren. Daarnaast adviseert de MIVD gedurende
de looptijd van een autorisatie ABDO-bedrijven en Defensie over veiligheidsbevorderende
maatregelen.
Vanwege de samenhang tussen binnenlandse en buitenlandse veiligheid achten de leden
van de SGP-fractie de samenwerkingsagenda van de AIVD en MIVD van groot belang. In
hoeverre spelen onder meer de opkomst van nepnieuws en «deep fake» videotechnologie
een rol in de activiteiten van deze diensten? Bestaan er aanwijzingen dat ook statelijke
actoren zich van dergelijke middelen bedienen teneinde de Nederlandse democratie en
samenleving te beïnvloeden of ondermijnen? Heeft dit de aandacht in het kader van
de aankomende Tweede Kamerverkiezingen, zo vragen de leden van de SGP-fractie?
29. Antwoord
Desinformatie als middel van heimelijke politieke beïnvloeding en samenhangende ontwikkelingen
op technologisch vlak hebben de aandacht van de diensten. De MIVD heeft vastgesteld
dat met name de Russische Federatie beïnvloedingsoperaties uitvoert en daartoe gebruik
maakt van sociale media en digitale onderzoeksplatforms. De AIVD heeft zoals gemeld
in het jaarverslag 2019 in Nederland pogingen gezien van Russische inmenging. Zo is
er sprake van voortdurende (online)beïnvloedingsactiviteiten op sociale media vanuit
Rusland, waarbij de beïnvloeding van de beeldvorming ten aanzien van de toedracht
van de ramp met vlucht MH17 een grote rol speelt. Het land beschikt hiertoe over steeds
meer geavanceerde technische capaciteiten maar maakt ook gebruik van individuen, die
parallel aan hun eigen belang ook het belang van Rusland dienen. De impact op Nederland
lijkt vooralsnog beperkt.
De Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten dragen vanuit verschillende taakvelden
bij aan het verloop van veilige en eerlijke Tweede Kamer Verkiezingen 2021, bijvoorbeeld
via bijdragen aan diverse dreigingsbeelden. Momenteel gaat er, naar inschatting van
de AIVD, een beperkte maar voorstelbare dreiging uit van statelijke actoren richting
het verkiezingsproces in Nederland. De betrokken ministeries en inlichtingen- en veiligheidsdiensten
staan doorlopend in nauw contact om informatie en signalen van mogelijke inmengingsactiviteiten
te delen en te duiden en daarop zo nodig te acteren. Daarbij spelen de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten een rol bij het tijdig onderkennen van ongewenste buitenlandse
inmenging, waar grootschalige, door statelijke actoren geïnitieerde desinformatiecampagnes
een uitingsvorm van kunnen zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
F.H. Mittendorff, adjunct-griffier