Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over het bericht ‘Vallende brokstukken in Meerssen: vliegt de luchtvaart te lang door met oude toestellen?’
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Vallende brokstukken in Meerssen: vliegt de luchtvaart te lang door met oude toestellen?» (ingezonden 24 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
18 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vallende brokstukken in Meerssen: vliegt de luchtvaart
te lang door met oude toestellen?»1
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat in minder dan twee maanden maar liefst drie incidenten hebben plaatsgevonden
met Boeing-vliegtuigen, waarvan twee in Nederland2 en een in Colorado in de Verenigde Staten (VS)?3 Zo ja, kunt u toelichten waarom u denkt dat deze incidenten recentelijk zo vaak voorkomen?
Zo nee, hebben er meer incidenten plaatsgevonden?
Antwoord 2
Ja, het klopt dat recent drie voorvallen hebben plaatsgevonden, waarvan twee in Nederland.
Dergelijke voorvallen met luchtvaartuigen van Nederlandse maatschappijen moeten gemeld
worden bij het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) van de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT). Op dit moment wordt er door ABL geen toenemende trend waargenomen.
Vraag 3
Klopt het dat het toesteltype waarmee het incident plaatsvond in Colorado (een Boeing
777-200), precies hetzelfde toesteltype is waarmee in 2018 een ramp plaatsvond in
San Francisco?4
Antwoord 3
Ja, dat klopt. Dat is ook de reden waarom de Federal Aviation Administration (FAA)
de Boeing 777-200 met deze specifieke motor een additionele luchtwaardigheidsaanwijzing
heeft gegeven. Alle luchtvaartuigen (met deze specifieke motoren) moeten eerst een
uitgebreid inspectieprogramma ondergaan voordat er weer mee gevlogen kan worden. Als
bij de inspectie haarscheurtjes worden ontdekt moeten de specifieke motoronderdelen
vervangen worden.
Vraag 4
Klopt het dat dit een van de redenen is dat de VS heeft bevolen vliegtuigen van dat
type aan de grond te houden?5 Wordt er Nederland met dit type vliegtuig gevlogen?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3. In Europa wordt niet met de Boeing 777-200 die is voorzien
van deze specifieke motoren gevlogen. Dit is door de European Union Aviation Safety
Agency (EASA) bevestigd.
Vraag 5
Kunt u reflecteren op de analyse dat de incidenten in Colorado en in Meerssen met
elkaar gemeen hadden dat er met vliegtuigen werd gevlogen, die soms wel dertig jaar
oud waren en voor passagiers mogelijk al uitgefaseerd?
Antwoord 5
Bij beide incidenten zijn onderdelen los gekomen van het vliegtuig. Op dit moment
wordt onafhankelijk onderzoek gedaan door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV)
naar de genoemde incidenten in Nederland. Deze onderzoeken zullen we moeten afwachten.
Voor het genoemde incident in Amerika geldt dat deze momenteel wordt onderzocht door
de National Transportation Safety Board (NTSB is de verantwoordelijke onderzoeksautoriteit)
in de VS.
Vooruitlopend op de afronding van de onderzoeken door respectievelijk de NTSB en de
OvV kan ik niets zeggen over eventuele paralellen.
Vraag 6
Hoe oud was de 747-400F waarmee het incident op 16 januari jl. plaatsvond?
Antwoord 6
De Boeing 747-400F heeft op 4 februari 2004 een bewijs van inschrijving gekregen.
Het eerste bewijs van luchtwaardigheid, waarmee het toestel ook daadwerkelijk mocht
vliegen, dateert van 18 maart 2004. Het toestel was op het moment van het voorval,
berekend vanaf de datum van de afgifte van het eerste bewijs van luchtwaardigheid,
16 jaar, 9 maanden en 29 dagen.
Vraag 7
Klopt het dat het in de luchtvrachtsector langer met oude toestellen wordt doorgevlogen
dan in de passagiersluchtvaartsector?
Antwoord 7
Het is niet zo dat met vrachttoestellen langer gevlogen mag worden dan met passagierstoestellen.
Voor beide doeleinden gelden dezelfde veiligheidsnormen.
Wel spelen economische overwegingen een rol waardoor passagiersvliegtuigen worden
gemodificeerd tot vrachttoestellen. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de wensen
van passagiers ten aanzien van de inrichting en het comfort van het toestel. Een aantal
vliegtuigen wordt nadat ze met passagiers hebben rondgevlogen gemodificeerd tot vrachttoestellen.
Vraag 8
Deelt u de zorgen van de vragensteller dat Nederland relatief veel aanvliegroutes
voor vrachtverkeer heeft op Maastricht Aachen Airport, Schiphol Airport en het vliegveld
van Luik, waardoor de zogenoemde Things Falling-off Airplanes (TFAO)-incidenten ook vaker voor kunnen komen als met oude toestellen wordt gevlogen?
Antwoord 8
Het klopt dat de luchtvrachtsector in Nederland een relatief grote rol speelt. De
in het antwoord op vraag 5 genoemde onderzoeken zouden kunnen uitwijzen of er een
causaal verband bestaat tussen de leeftijd van vliegtuigen en de TFAO-incidenten.
Vraag 9
Deelt u de mening van de vragensteller dat vlootvernieuwing daarom niet alleen van
groot belang is met betrekking tot de duurzaamheid van de vliegbewegingen en overlast
voor omwonenden, maar ook voor de veiligheid van omwonenden bij deze aanvliegroutes?
Antwoord 9
Ten aanzien van de veiligheid moeten zowel oude als nieuwe vliegtuigen aan de betreffende
luchtwaardigheidseisen voldoen. Elk vliegtuig heeft een veiligheidscertificaat en
kent zware onderhoudsschema’s met strenge normen.
De in het antwoord op vraag 5 genoemde onderzoeken kunnen mogelijk uitwijzen of er
een causaal verband bestaat tussen de leeftijd van vliegtuigen en de veiligheid voor
omwonenden.
Vraag 10
Bent u bereid extra maatregelen te nemen om vliegmaatschappijen te stimuleren om hun
schoonste, stilste en veiligste vliegtuigen in te zetten op routes van- en naar Nederlandse
luchthavens en zo ja, welke maatregelen?
Antwoord 10
Zoals reeds bij het antwoord op vraag 9 beschreven moeten alle vliegtuigen aan alle
onderhouds- en operationele voorschriften voldoen. Er is op dit moment geen aanleiding
voor extra maatregelen. Zoals toegelicht in de antwoorden op de vorige vragen vinden
op dit moment de onderzoeken plaats naar de oorzaak van de incidenten. Hier kan ik
niet op vooruitlopen.
Vraag 11
Welke stappen worden op dit moment gezet of kunnen in de toekomst worden gezet om
TFAO- incidenten zoveel mogelijk te voorkomen?
Antwoord 11
Voorvallen met luchtvaartuigen van Nederlandse maatschappijen moeten gemeld worden
bij het ABL van de ILT. Op dit moment wordt er door het ABL hierin geen toenemende
trend waargenomen.
De ILT houdt toezicht op de Nederlandse luchtvaart organisaties. Om zeker te stellen
dat ook de buitenlandse bezoekende luchtvaartmaatschappijen aan deze eisen voldoen,
wordt, gebaseerd op EU verordening (EU) Nr. 965/2012, het Safety Assessment of Foreign
Aircraft- programma uitgevoerd. Deze inspecties vinden plaats op alle luchthavens.
De frequentie is gebaseerd op het Europese programma.
Op 21 februari 2020 heb ik het Nederlandse Luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) aangeboden
aan uw Kamer.6 Een belangrijk instrument van het programma is het periodiek uitvoeren van de Nationale
Veiligheidsanalyse (NVA). Met behulp van deze analyse identificeert IenW de potentiële
gevaren en risico’s van nationaal belang en ontwikkelt IenW maatregelen om deze te
beheersen. Onderzoeken en analyses naar de oorzaak van incidenten worden meegenomen
in de NVA. Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwikkelen van de methodiek.
Zoals toegezegd in de Vierde voortgangsrapportage veiligheid Schiphol7 zal ik uw Kamer nader informeren over de uitwerking van het NLVP in het Nederlands
actieplan voor luchtvaartveiligheid, zoals Nederland ook internationaal verplicht
is.
Vraag 12
Bent u bereid, indien inderdaad een sterk verband tussen TFAO-incidenten en de leeftijd
van het toestel wordt gevonden, dit aan te kaarten bij het Europees Agentschap voor
de veiligheid van de luchtvaart (EASA) door bijvoorbeeld te pleiten voor een soort
uiterste houdbaarheidsdatum voor vliegtuigen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Alle onderzoeken van de OvV worden standaard gedeeld met EASA. Dit is vastgelegd in
Europese regelgeving. Als de onderzoeken aanbevelingen opleveren die van belang zijn
voor EASA zal de OvV deze rechtstreeks aan EASA richten.
Vraag 13
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Amhaouch (CDA),
ingezonden 23 februari 2021 (vraagnummer 2021Z03594).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.