Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over aanhoudende berichten over ongeldige briefstemmen
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over aanhoudende berichten over ongeldige briefstemmen (ingezonden 17 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 maart 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Ministerie erkent problemen met briefstemmen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe groot is inmiddels het aandeel ongeldige briefstemmen per gemeente precies?
Antwoord 2
De briefstembureaus verantwoorden het aantal terzijdeleggingen in hun proces-verbaal
van vooropening. Nadat in een gemeente de telling van de stemmen is afgerond, maakt
de burgemeester de processen-verbaal van alle (brief)stembureaus openbaar op de gemeentelijke
website. Op basis van deze processen-verbaal kan het totaalaantal terzijdeleggingen
en ongeldige stemmen worden bepaald. Ik beschik nu dus niet over cijfers over het
totaalaantal terzijdeleggingen of ongeldige stemmen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat gezien het feit dat het aantal ongeldige stemmen heel groot
is, dat dat duidt op onduidelijkheid over het stemproces per brief? Zo ja, gaat u
dan maximale coulance betonen en alles op alles zetten om die stemmen alsnog mee te
kunnen laten stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Als de kiezers de uitleg lezen die bij de briefstembescheiden is gevoegd, en deze
toepassen, zou het stemmen per brief goed moeten gaan. Op basis van de eerste signalen
blijkt ook dat meer dan 90% van de kiezers de briefstem op de juiste manier heeft
uitgebracht. Dat neemt niet weg dat het stemmen per brief een nieuw proces is voor
de kiezers die in Nederland wonen; zij moeten daaraan dus wennen. Bij de introductie
van een nieuw proces bestaat de kans dat er fouten optreden. Overigens is de kans
op fouten bij briefstemmen in algemene zin groter dan bij het stemmen in het stemlokaal.
In bijvoorbeeld Oostenrijk, waar briefstemmen al langer mogelijk is, is het percentage
ongeldige stemmen ongeveer 4% en in het Verenigd Koninkrijk bij de introductie ook
circa 4%. Zoals elke verkiezing zal ook de Tweede Kamerverkiezing worden geëvalueerd.
In die evaluatie zal ook het briefstemproces goed worden bekeken, mede voor het geval
een volgend kabinet zou willen overwegen om met briefstemmen verder te gaan.
Vraag 4
Zijn medewerkers van stembureaus inmiddels afdoende geïnstrueerd over hoe zijn moeten
omgaan met ongeldige stemmen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, op welke korte termijn
gaat dat wel gebeuren?
Antwoord 4
Ja, de briefstembureaus beschikken over een handleiding voor de vooropening en het
tellen van de briefstemmen. Ik heb aanvullend een nieuwe «Factsheet terzijdelegging»
beschikbaar gesteld aan alle gemeenten2, die de werkwijze bevat waarover ik uw Kamer op dinsdag 16 maart jl. heb geïnformeerd3. De briefstembureaus beschikken daarmee over afdoende instructies om de vooropening
en de telling van de briefstemmen te kunnen uitvoeren. Aanvullend kunnen gemeenten
24 uur per dag terecht bij een telefonische hotline van het Ministerie van BZK.
Vraag 5
Wat is er gebeurd of wat gebeurt er met de eerste 400.000 briefstemmen die PostNL
ontving waarvan 2,5 procent ongeldig is verklaard? Wat was de aard van de fouten?
Hoeveel van die fouten zijn hersteld of worden nog hersteld?
Antwoord 5
Zoals ik heb geschreven in mijn brief aan uw Kamer van 10 maart jl.4, is uit informatie van PostNL gebleken dat ca. 2,5% van de kiezers niet de voorgeadresseerde
retourenvelop in de brievenbus stopt, maar de enveloppe waarop staat «Deze envelop
is alleen voor het briefstembiljet». Deze briefstembiljetenveloppe is niet geadresseerd.
Ik heb met PostNL de afspraak gemaakt dat PostNL deze briefstembiljetenveloppen verdeelt
over 25 gemeenten, en bij hen bezorgt. De werkwijze waarover ik u in mijn Kamerbrief
van 16 maart jl. heb geïnformeerd, leidt ertoe dat de briefstembureaus van deze 25
gemeenten deze enveloppen hebben voorgeopend. Het is waarschijnlijk dat de meeste
aangetroffen stempluspassen van andere gemeenten zullen zijn. Als blijkt dat in de
envelop een stempluspas en een briefstembiljet zit en de stempluspas is van een andere
gemeente, dan wordt gepoogd die briefstem nog bij die gemeente te bezorgen.
Vraag 6
In hoeverre lost het alsnog toestaan dat enveloppen waarin vermoedelijk zowel de stempas
als het stembiljet zitten geopend en toch meegeteld mogen worden, het probleem met
ongeldige briefstemmen op? Welke deel van de ongeldige briefstemmen kan daardoor toch
meegeteld worden?
Antwoord 6
Gelet op de signalen die ik van gemeenten heb ontvangen, verwacht ik dat daarmee het
aantal terzijdeleggingen betekenisvol zal dalen. Niet is na te gaan welk deel van
de oorspronkelijk terzijde gelegde briefstemmen hiermee alsnog kan worden meegeteld.
Vraag 7
Zijn er naast het feit dat stembiljetten en stempassen samen in een enveloppe zijn
gedaan nog meer problemen met het briefstemmen geconstateerd waardoor een deel van
de stemmen ongeldig moet worden verklaard? Zo ja, welke problemen zijn dit en welk
deel van de stemmen betreft dit? En hoe worden deze problemen alsnog opgelost?
Antwoord 7
In gevallen waarin ofwel het briefstembiljet ofwel de stempluspas ontbreekt, kan de
briefstem niet meetellen, en moet deze terzijde worden gelegd. Als het briefstembiljet ontbreekt, is er geen stem uitgebracht. Als de stempluspas ontbreekt, kan het stembureau niet controleren of de kiezer kiesgerechtigd is. Dat
een envelop in dat geval terzijde wordt gelegd is uiteraard ook een belangrijke waarborg
tegen fraude met losse briefstembiljetten. Ook in het stemlokaal zal het stembureau
een kiezer die geen stempas bij zich heeft, niet toelaten tot de stemming. De kiezer
die geen stempluspas heeft meegestuurd, en zich dat tijdig realiseert, kan overigens
met zijn stempluspas alsnog stemmen (in het stemlokaal, of door een briefstembiljet
af te halen bij de gemeente en met dat briefstembiljet en de stempluspas alsnog een
briefstem af te geven bij een afgiftepunt). Ook als de stempluspas niet echt is, of
als het nummer van de stempluspas voorkomt in het register van ongeldige stempassen
(ROS), is terzijdelegging naar mijn overtuiging de enige optie.
Vraag 8
Gaat u ervoor zorgen dat alle ongeldige stemmen geregistreerd worden per stembureau,
evenals de reden daarvoor? Hoe gaat dat doen?
Antwoord 8
Ja, de briefstembureaus verantwoorden het aantal terzijdeleggingen in hun proces-verbaal
van vooropening, inclusief de reden van terzijdelegging. En in het proces-verbaal
van de telling wordt het aantal ongeldige briefstemmen opgenomen.
Vraag 9
Gaat u ervoor zorgen dat alle ongeldige stemmen worden bewaard, en geen enkele stem
wordt weggegooid? Op welke wijze gaat u dat doen?
Antwoord 9
Het briefstembureau doet de retourenveloppen die terzijde worden gelegd in een of
meer pakken, die het vervolgens verzegelt (artikel 23d van de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19). De burgemeester bewaart de pakken, samen met alle andere verpakte en verzegelde
stembescheiden, tot drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist.
Daarna worden de verzegelde pakken vernietigd (artikel N 12, vierde lid, van de Kieswet).
Vraag 10, 11
Vreest u dat het hoge aandeel ongeldige stemmen invloed heeft op de verkiezingsuitslag?
Zo nee, kunt u dat onderbouwen?
Bent u bereid om precies te analyseren wat de invloed op de uitslag zou zijn als de
ongeldige stemmen wel geldig waren? Zo nee, waarom acht u dat niet relevant?
Antwoord 10, 11
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 7 heb opgemerkt, is terzijdelegging van briefstemmen
in sommige gevallen de enige optie, namelijk als de stempluspas of het briefstembiljet
ontbreekt, als de stempluspas niet echt is, of als het volgnummer daarvan voorkomt
in het ROS. Nadat het centraal stembureau de uitslag heeft vastgesteld, besluit het
vertegenwoordigend orgaan (de Tweede Kamer) over de geldigheid van de verkiezing.
De Tweede Kamer heeft in dat verband de bevoegdheid om desgewenst een onderzoek te
doen naar de terzijde gelegde briefstemmen (en de reden voor terzijdelegging), en
daartoe de verzegelde pakken met stembescheiden te openen. De wet maakt het niet mogelijk
dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoek doet naar
wat de invloed op de uitslag zou zijn als terzijde gelegde stembiljetten niet terzijde
zouden zijn gelegd.
Vraag 12
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk en in ieder geval voor het einde van deze week
beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.