Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele EU gezondheidsraad 16 maart 2021 (Kamerstuk 21501-31-602)
2021D09528 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de informele
EU-Gezondheidsraad d.d. 16 maart 2021.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II.
Reactie van het kabinet
7
III.
Volledige agenda
7
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de
informele EU-Gezondheidsraad op 16 maart aanstaande. Zij hebben hierbij nog enkele
vragen.
Genoemde leden lezen dat het Europees Centrum voor ziektepreventie- en bestrijding
(ECDC) recent een vaccinatie tracker heeft opgezet, waarin op basis van de aangeleverde
cijfers van de lidstaten bijgehouden kan worden hoe het ervoor staat met de uitrol
van vaccinaties. Kan het kabinet aangeven hoe de Europese Unie het over het algemeen
doet ten opzichte van de rest van de wereld?
Op 28 januari jl. heeft het eHealth netwerk – bestaande uit de Europese Commissie,
vertegenwoordigers uit alle EU-lidstaten en Noorwegen als waarnemer – richtsnoeren
aangenomen over een EU-breed vaccinatiecertificaat. Kan het kabinet een appreciatie
geven van deze richtsnoeren? Kan het kabinet tevens aangeven wat de positie van Nederland
is in de discussie rondom een mogelijk vaccinatiecertificaat, aangezien er verdeeldheid
is tussen lidstaten hieromtrent?
De leden van de VVD-fractie vragen voorts of het kabinet een appreciatie kan geven
van het kankerbestrijdingsplan van de Europese Commissie. Tevens lezen genoemde leden
dat lidstaten enthousiast zijn over het SAMIRA-actieplan. Het krachtenveld ten aanzien
van de implementatie van de afzonderlijke onderdelen zal nader in beeld worden gebracht.
Kan worden aangegeven wat het tijdpad hierbij is?
Op 16 februari jl. heeft het Portugees voorzitterschap van de Raad van de Europese
Unie een voorstel voor een nieuwe compromistekst gedaan.1 In dit compromisvoorstel wordt de gezamenlijke Health Technology Assessments (HTA)
de eerste drie jaar tot kankerbehandelingen beperkt. Na drie jaar kan dit uitgebreid
worden naar weesgeneesmiddelen en geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (ATMP).
Na vijf en acht jaar volgen nog stapsgewijze uitbreidingen. Kan het kabinet een appreciatie
op dit voorstel geven? Kan het kabinet tevens ingaan op de rol van medische hulpmiddelen
in de compromisteksten voor de HTA-verordening?
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie in de geannoteerde agenda voor de informele
EU-Gezondheidsraad dat lidstaten overwegend positief zijn over een sterkere coördinatie
en verbeterde samenwerking op EU-niveau bij ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen.
De Franse senaat heeft een subsidiariteitstoets uitgevoerd, waarbij hij tot de conclusie
komt dat twee onderdelen in het voorstel op dit moment niet in lijn zijn met het subsidiariteitsbeginsel.
Kan het kabinet een reactie geven op deze subsidiariteitstoets en op de conclusie?
Het voorstel betreffende ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen betreft
onder andere ook voorstellen over dataverzameling. Kan het kabinet aangeven in hoeverre
de behandeling van dit dossier samenhangt met het nog uit te komen voorstel voor een
Europese ruimte voor gezondheidsdata?
Kan het kabinet een reactie geven op de subsidiariteitsbezwaren van Frankrijk met
betrekking tot het voorstel om het mandaat van het Europees Medicijnagentschap (EMA)
uit te breiden?
Kan het kabinet een appreciatie geven op het bereikte akkoord voor EU4Health? Op welke
prioriteiten wil het kabinet inzetten voor het eerste jaarlijkse werkprogramma?
De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet kan aangeven hoeveel EU-landen vaccins
aanschaffen buiten EU-verband om. Om welke vaccins gaat het hierbij? Is Nederland
ook voornemens vaccins buiten EU-verband om aan te schaffen indien deze goedgekeurd
zijn in andere EU-landen en de resultaten ervan positief zijn?
Kan het kabinet aangeven of het EMA voornemens is andere vaccins te gaan beoordelen
naast de vaccins die onderdeel zijn van de Europese vaccinatiestrategie en naast de
beoordeling van het Spoetnik-vaccin dat momenteel plaatsvindt?
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken van de gelegenheid gebruik vragen te stellen over
de geannoteerde agenda voor de informele EU-Gezondheidsraad d.d. 16 maart 2021.
Het Europese kankerbestrijdingsplan (Europe’s beating cancer plan) beoogt het probleem kanker integraal aan te pakken en stelt duidelijke doelstellingen.
De Kamer heeft op 1 februari jl. een motie met algemene stemmen aangenomen om te komen
tot een Nederlands kankerbestrijdingsplan.2 Ook in deze motie wordt voorgesteld kanker integraal aan te pakken. Een aansluiting
op het plan van de Europese Commissie zou volgens de leden van de CDA-fractie een
welkome synergie kunnen bewerkstelligen. Hoe gaat het kabinet in de informele EU-Gezondheidsraad
inzetten op Nederlandse aansluiting op het Europese kankerbestrijdingsplan? Genoemde
leden vragen of het kabinet concreet de andere EU-Ministers zal informeren dat hij
een Nederlandse Kanker Agenda aan het voorbereiden is dat aansluit op het Europese
plan met een ambitieuze stip op de horizon.
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
Algemeen
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat goede Europese samenwerking op het
gebied van gezondheidszorg onmisbaar is bij deze coronacrisis. Zij hebben kennisgenomen
van de mogelijkheid tot schriftelijke inbreng in de voorbereiding op de informele
EU-Gezondheidsraad van 16 maart 2021 en willen het kabinet nog vragen stellen en daarbij
tevens enkele punten meegeven.
COVID-19
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat de ECDC een vaccinatie
tracker heeft opgezet.3 Zij vragen het kabinet waarom in Denemarken het aantal gezette eerste prikken 30%
hoger ligt en dat het aantal gezette tweede prikken 50% hoger ligt. Heeft dit te maken
met het feit dat Denemarken een andere vaccinatiestrategie heeft of een ander voorraadbeheer?
Is het kabinet bereid het voorraadbeheer tijdens deze informele EU-Gezondheidsraad
te bespreken zodat lidstaten, waaronder Nederland, van andere lidstaten kunnen leren?
De vaccinatie tracker van de ECDC laat namelijk een verschil tussen landen zien in
het voorraadbeheer dat een bereik heeft van 50% tot 90% van de weggeprikte voorraad.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet voorts of tijdens de informele EU-Gezondheidsraad
op 16 maart aanstaande ook het vaccinatiebewijs wordt besproken, omdat het erop lijkt
dat de Europese Commissie op 17 maart met haar voorstel komt. Zo ja, wat is dan de
insteek van het kabinet? Wat verwacht het kabinet van het voorstel dat de Commissie
op 17 maart zal presenteren in het kader van COVID-19 (en vaccinatiebewijzen)? Kan
het kabinet aangeven wat op 3 maart jl. in het ambtelijke voorportaal van de Raad
van de EU, het Coreper,4 is besproken over green passes?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om tijdens deze informele EU-Gezondheidsraad
ook uitvoering te geven aan de motie Marijnissen/Jetten om in Europees verband een
klemmend beroep te doen op farmaceuten om hun rechten en kennis openbaar te maken.5
De leden van de D66-fractie zijn ervan op de hoogte dat het EU gezondheidsbeveiligingscomité
een gezamenlijke lijst van COVID-19 sneltesten heeft opgesteld voor wederzijdse erkenning.6 Komt er ook een dergelijke lijst voor zelftesten die mensen thuis kunnen doen? Met
name omdat andere lidstaten reeds ontheffingen hebben verleend en deze zelftesten
gratis ter beschikking stellen.
Europees Kankerbestrijdingsplan
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het EU-kankerbestrijdingsplan.
Kan het kabinet een eerste appreciatie geven? Kan het kabinet voorts aangeven hoe
het EU-kankerbestrijdingsplan mee kan worden genomen in de uitvoering van de breed
aangenomen motie over een nationaal actieplan kanker?7 Hoe is het kabinet van plan dit te doen?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie een EU-netwerk zal opzetten
dat erkende nationale kankercentra met elkaar verbindt. Welke stappen acht het kabinet
haalbaar op het vlak van data- en kennisdeling tussen expertisecentra en binnen welke
termijn? Hoe vindt het kabinet dat de data- en kennisdeling tussen de verschillende
kankerafdelingen momenteel in Nederland verloopt? Op welke vlakken is nog de meeste
verbetering mogelijk, en hoe?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie ook enkele ondersteunende
maatregelen zal voorstellen aan lidstaten om de re-integratie van ex-kankerpatiënten
op het werk te verbeteren. Verwacht het kabinet dat dit ook betrekking heeft op de
integrale toepassing van de klinische arbeidsgeneeskundige zorg in ziekenhuizen als
onderdeel van de reguliere oncologische zorg, in lijn met de motie Van Weyenberg c.s.,8 die daartoe oproept?
Voortgang Health Technology Assessment (HTA)
De leden van de D66-fractie hebben voorts vragen over de onderhandelingen over de
HTA verordening. Kan het kabinet aangeven of hij de inzet van het Portugees voorzitterschap
steunt om stapsgewijs te starten met gezamenlijke HTA, beginnend met kankerbehandelingen?
Kan het kabinet ingaan op de rol van medische hulpmiddelen in het nieuwe voorstel?
Onderschrijft het kabinet het belang van het snel voltooien van de onderhandelingen
over de verordening, ook met het oog op het nieuwe initiatief «Kankerdiagnostiek en
behandeling voor iedereen» eind 2021? Wat is de opvatting van het kabinet over de
kansen van het gebruik van next generation sequencing-technologie in de komende jaren?
EU-Gezondheidsunie
De leden van de D66-fractie hebben een enkele vraag over de EU-Gezondheidsunie omdat
onlangs een schriftelijk overleg is geweest over een aantal EU-fiches met deze onderwerpen.9 Zij vragen het kabinet hoe de nationale respons- en paraatheidsplannen worden beoordeeld.
Hoe moeten deze tot stand worden gebracht? Hoe wil het kabinet dit in Nederland gaan
doen? Kan het kabinet daarbij ook ingaan op de vraag waar de locatie komt waar wordt
samengewerkt met buurlanden in de nationale respons- en paraatheidsplannen?
EU4Health
De leden van de D66-fractie vinden het goed dat het Europees Parlement het budget
van EU4Health wil verhogen. Nu wordt voorgesteld om 5,1 miljard euro te budgetteren
voor EU4Health terwijl de Europese Raad deze zomer nog een budget van slechts 1,7 miljard
euro voorstelde. Kan het kabinet een appreciatie geven op het bereikte akkoord voor
EU4Health? Op welke prioriteiten wil het kabinet inzetten voor het eerste jaarlijkse
werkprogramma?
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief
«Reactie op verzoek commissie over de consultatie over de vormgeving van de impact
assessment betreffende de herziening van de EU-regels om de ontwikkeling van geneesmiddelen
voor kinderen en mensen met zeldzame ziekten te stimuleren» en de impact assessment van de herziening van de EU-regels omtrent de ontwikkeling van geneesmiddelen voor
kinderen en weesgeneesmiddelen. Ook waren ze verheugd te lezen dat het de intentie
van de EU is om de ontwikkeling van geneesmiddelen te stimuleren zonder daarbij toegankelijkheid
en betaalbaarheid uit het oog te verliezen. Deze nieuwe publicatie riep bij genoemde
leden echter nog wel een aantal vragen op.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in genoemde brief dat de Europese Commissie
de veiligheids- en kwaliteitsnormen voor bloed, weefsel en cellen die worden gebruikt
voor medische behandelingen en therapieën heroverweegt. Deelt het kabinet de mening
van deze leden dat de EU-regels en veiligheids- en kwaliteitsnormen noodzakelijk zijn
voor de veilige ontwikkeling van farmaceutische middelen? Deze leden vragen welke
EU-regels alsmede welke veiligheids- en kwaliteitsnormen voor bloed, weefsels en cellen
de Europese Commissie wil herzien en waarom. De leden van de GroenLinks-fractie vragen
tevens of het kabinet kan toelichten waarom de Europese Commissie ertoe heeft besloten
om genoemde regels en veiligheids- en kwaliteitsnormen te herzien en door welke informatie
de Europese Commissie ervan is overtuigd dat de criteria versoepeld dienen te worden.
Deze leden lezen in de brief ook dat het kabinet de richtlijnen op basis van de Wet
inzake bloedvoorziening en de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal (Wvkl)
heroverweegt. Deze leden vragen welke specifieke richtlijnen die gebaseerd zijn op
de Wvkl niet meer aansluiten bij de dagelijkse realiteit. Wat heeft het kabinet ervan
overtuigd dat de Wvkl versoepeld dient te worden?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts met betrekking tot de variabele termijn
van marktexclusiviteit of het kabinet kan toelichten of er aanwijzingen zijn dat een
langere periode dan de huidige (2+1) noodzakelijk is. Wat zijn hiervan de voor- en
nadelen? Het kabinet verwijst naar een mogelijke periode van vijf jaar. Waar is dit
op gebaseerd?
Genoemde leden vragen daarnaast nog wat het standpunt van het kabinet is inzake het
publieke aandeel van innovatieve farmaceutische financiering. Deelt het kabinet de
mening van deze leden dat publieke investeringen in private farmaceutische bedrijven
moet leiden tot transparantie over de ontwikkelingskosten van geneesmiddelen en de
overwegingen betreffende de prijsopbouw?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben voorts met interesse kennisgenomen van het
verslag informele videoconferenties van EU-gezondheidsministers van 2 oktober en 30 oktober
2020 in bijlage 1 bij de brief van 10 februari jl. Het kabinet geeft in het desbetreffende
verslag aan dat lidstaten erkennen dat er een mismatch is tussen de verwachtingen
van landen en de financiële middelen en instrumenten die de organisatie hiervoor heeft.
Genoemde leden zijn verheugd te lezen dat Nederland en andere EU-lidstaten eensgezind
zijn om bij te dragen aan een slagvaardige Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en dat
de EU leidend wil zijn in de hervormingsdiscussie. Deze leden vragen echter wel of
het kabinet kan toelichten wat de specifieke mismatch is tussen de verwachtingen van
landen en de financiële middelen en instrumenten van de WHO. Tevens vragen deze leden
welke eventuele punten de EU wil voordragen in haar hervormingsdiscussie. De leden
van de GroenLinks-fractie vragen specifiek hoe de Europese Commissie tegemoetkomt
aan de zorgen en mandaten van het EMA en het ECDC en hoe zij de afstemming hieromtrent
coördineert.
De leden van de GroenLinks-fractie waren verheugd in het verslag EU Gezondheidsraad
van 2 december 2020 (bijlage 2 bij de brief van 10 februari jl.) te lezen dat het
kabinet aandacht heeft gevraagd bij de Europese Commissie voor een gezamenlijke aanpak
inzake de overdracht van het Covid-19 virus op mensen. Daarnaast waren genoemde leden
verheugd te lezen dat het kabinet erkent dat infecties bij nertsen een risico vormen
voor de volksgezondheid in de gehele EU vanwege het mogelijke reservoir dat de nertsenpopulatie
kan worden. Deze leden waren echter verbaasd om te lezen dat de Europese Commissie
onderzoekt of er extra voorzorgsmaatregelen geadviseerd moeten worden. Deelt het kabinet
de zorg van deze leden dat het Covid-19 virus onder nertsen in hoog tempo muteert?
Is het kabinet voornemens om hier te pleiten voor goede samenwerking en extra voorzorgsmaatregelen
in het belang van de volksgezondheid?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben in de geannoteerde agenda informele EU Gezondheidsraad
d.d. 16 maart kennisgenomen van de intentie van de EU om in het begin van 2021 het
Europese kankerbestrijdingsplan (Europe’s beating cancer plan) te publiceren. Genoemde leden vragen wat de publicatiedatum wordt. Deze leden vragen
tevens hoe de EU-strategie aansluit op de Nederlandse strategie. Gaat het kabinet
een concreet implementatieplan aanbieden aan de Kamer? Tevens vragen deze leden hoe
dit in andere EU-lidstaten is geregeld en of hier Europese coördinatie op is.
Met betrekking tot kanker hebben de leden van de fractie van GroenLinks nog een aantal
vragen. In het kankerbestrijdingsplan missen genoemde leden aandacht voor transparantie
met betrekking tot de geneesmiddelenprijs. Een belangrijk thema, vooral als het gaat
over de prijsopbouw van peperdure medicijnen tegen kanker. Is het kabinet bereid om
het belang van meer transparantie van prijzen en de prijsopbouw in de uitvoer van
de plannen in het Europees kankerbestrijdingsplan te benadrukken? Hoe gaat het kabinet
in Europees verband inzetten op een grotere rol voor transparantie van deze prijsopbouw,
zodat maatschappelijk aanvaardbare bedragen voor medicijnen betaald worden?
Medicijnen voor kinderkankers in het bijzonder komen nauwelijks op de markt. Het Europese
regelgevend kader heeft daar dus weinig aan bijgedragen, zo concluderen de leden van
de GroenLinks-fractie. Is het kabinet van mening dat een flexibelere omgang met een
pediatric investigation plan (PIP) voor medicijnen met een potentiële werking voor kinderen daaraan bijdraagt?
De Europese Commissie beschrijft in de inception impact assessment het verbinden van bescherming (financiële voordelen) aan toegankelijkheid. Wat is
de opvatting van het kabinet hierover?
II. Reactie van het kabinet
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de informele videoconferentie van de EU-Gezondheidsministers
van 16 maart 2021, brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M.
de Jonge – 1 maart 2021, 21 501-31, nr. 602
Reactie op verzoek commissie over de consultatie over de vormgeving van de impact
assessment betreffende de herziening van de EU-regels om de ontwikkeling van geneesmiddelen
voor kinderen en mensen met zeldzame ziekten te stimuleren («Revision of the EU legislation
on medicines for children and rare diseases») en de herziening van de veiligheids-
en kwaliteitsnormen voor bloed, weefsels en cellen die worden gebruikt voor medische
behandelingen en therapieën, brief van de Minister voor Medische Zorg, T. van Ark
– 14 januari 2021, 22 112, nr. 3004
Verslagen van de videoconferenties EU gezondheidsministers en EU Gezondheidsraad van
2 oktober, 30 oktober en 2 december 2020, brief Minister voor Medische Zorg, T. van
Ark – 10 februari 2021, 21 501-31, nr. 597
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.