Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de antwoorden op vragen over fiscaliteit (Kamerstuk 31066-794)
2021D08335 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 februari 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over zijn op 5 februari 2021 toegezonden
brief inzake antwoorden op vragen over fiscaliteit (Kamerstuk 31 066, nr. 794).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van het kabinet op
de gestelde vragen inzake een tweetal ontvangen brieven over de fiscaliteit. De leden
van de VVD-fractie stellen alleen de vraag hoe het gesprek met België is verlopen
over de voortgang rond het belastingverdrag en de problematiek hooglerarenbepaling,
dat ergens in februari 2021 was ingepland.
Deze leden hebben ook nog enkele vragen over de ontvlechting van de Belastingdienst,
maar hebben deze vragen meegenomen in het nader schriftelijk overleg inzake enkele
brieven over de Belastingdienst dat gelijktijdig met dit schriftelijk overleg wordt
gehouden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Staatssecretaris
over de fiscale moties-en-toezeggingenbrief.
Deze leden hebben nog een enkele vraag over het antwoord met betrekking tot de box
3-parameters. In tabel 4 is de onderverdeling tussen de verschillende vermogensbestanddelen
opgenomen voor de jaren 2013 tot en met 2017. Daarbij is een aflopende trend te zien
met betrekking tot het vermogensbestanddeel onroerend goed en een oploop met betrekking
tot het vermogensbestanddeel aandelen. Ook is een kleine oploop te zien in het aandeel
obligaties. Zowel in het Belastingplan 2016 als in het Belastingplan 2021 is echter
gekozen voor een samenstelling tussen de vermogensbestanddelen die past bij de verdeling
van voor 2013. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom deze verdeling niet is aangepast
aan de trend die vanaf 2013 zichtbaar is? En hoe ziet deze onderverdeling eruit vanaf
2018?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
Zonnepanelen
De leden van de fractie van D66 vragen naar de administratieve lasten bij de fiscale
behandeling van zonnepanelen, zoals het terugvragen van btw. Deze leden vragen hoe
vaak, en welke, klachten de Belastingdienst krijgt van (potentiële) eigenaren van
zonnepanelen. Kunnen (potentiële) particuliere eigenaren voldoende uit de voeten met
de beschikbare formulieren? Kunnen (potentiële) eigenaren voldoende uit de voeten
met de kleineondernemersregeling? Krijgt de Belastingdienst signalen dat zulke administratieve
lasten een belemmering vormen om over te gaan tot zonnepanelen? Zijn er opties waarmee
het particuliere beheer van zonnepanelen vereenvoudigd kan worden? Hoe gaan andere
EU-lidstaten om met de uitspraak van het Hof dat particuliere eigenaren van zonnepanelen
als ondernemers gezien worden? Welke administratieve lasten kennen andere landen bij
de fiscale behandeling, inclusief het terugvragen van btw, van zonnepanelen?
Kindgebonden budget
De leden van de fractie van D66 vragen in hoeverre en in welke mate voor de recente
aanpassing van ongelimiteerde bijverdiensten van kinderen, zulke bijverdiensten konden
leiden tot terugvorderingen van het kindgebonden budget en de kinderbijslag die hoger
waren dan de desbetreffende bijverdiensten zelf. Hoe vaak is dat voorgekomen? Om wat
voor bedragen gaat het? Kan de Staatssecretaris daar voorbeelden van geven?
Huurtoeslag
De leden van de fractie van D66 hebben een vraag over de beëindiging van de huurtoeslag
en opzegtermijn van een huurcontract bij het overlijden van een persoon met recht
op huurtoeslag. Deze leden vragen of het klopt dat de huurtoeslag altijd aan het eind
van de kalendermaand waarin een persoon overlijdt wordt beëindigd, terwijl het huurcontract
dan vaak nog doorloopt tot het einde van de tweede kalendermaand nadat een persoon
overlijdt. Deze leden vragen of het kabinet deelt dat dit oneerlijk kan uitpakken
voor nabestaanden die daardoor een extra maand huur zullen moeten voldoen terwijl
daar geen huurtoeslag meer tegenover staat. Deze leden vragen welke mogelijkheden
er zijn om dit probleem op te lossen.
Box 3
De leden van de fractie van D66 lezen dat de berekeningswijze voor de herijking van
de rendementspercentages en de berekeningen van de herijkte rendementspercentages
die jaarlijks ter verantwoording aan de Kamer zijn gestuurd nog uitgebreider in de
fiscale moties- en-toezeggingenbrief op Prinsjesdag wordt opgenomen. Deze leden vragen
waarom de Staatssecretaris weigert deze informatie ook op laagdrempelige wijze toegankelijk
te maken voor belastingplichtigen door deze op de website van de Belastingdienst te
publiceren. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan ingaan op de wijze waarop
hij het geschikt vindt om burgers te informeren over beleid dat hen raakt. Deze leden
vragen of dit Kamerbrieven zouden moeten zijn en deze leden vragen wederom of de website
van de Belastingdienst geen geschikter kanaal is.
De leden van de fractie van D66 vinden het goed dat alsnog het basisjaar 2015 in de
wet wordt vastgelegd. Deze leden vragen of de regering voornemens is de wet met terugwerkende
kracht in werking te laten treden en vragen wat de overwegingen zijn dit al dan niet
te doen.
Thuiswerken
De leden van de fractie van D66 vinden het goed dat de gesprekken met Duitsland en
België worden hervat om de coronamaatregelen inzake thuiswerken structureel te regelen.
Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan toezeggen dat hij er alles aan zal doen
om dit structureel te regelen en dit prioriteit te (blijven) geven.
Overzicht lopende onderzoeken fiscaliteit
De leden van de fractie van D66 vragen wanneer het toegezegde overzicht van lopende
onderzoeken in de fiscaliteit naar de Kamer wordt verzonden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie constateren dat de Staatssecretaris van mening is dat het
splitsen van de Belastingdienst in twee organisaties een klein aantal medewerkers
treft. Zij vragen de Staatssecretaris waar hij dit geringe effect op de werkvloer
op baseert, daar uiteindelijk alle medewerkers van de Belastingdienst met de ontvlechting
te maken krijgen en ogenschijnlijk opnieuw worden geconfronteerd met een voldongen
feit. Deze leden vragen de Staatssecretaris opnieuw hoe de door het kabinet toegezegde
grote stem van medewerkers die het werk daadwerkelijk uitvoeren wordt gerealiseerd,
want enkel het mee laten denken over oplossingen voor problemen die kennelijk door
de van bovenaf opgelegde reorganisatie worden gecreëerd is naar de mening van deze
leden niet overeenkomstig die grote stem. Deze leden hechten er waarde aan te benadrukken
dat een organisatie die van onderaf gestut wordt door uitvoerende medewerkers haar
werk beter kan doen dan een organisatie die van bovenaf is georganiseerd en vragen
de Staatssecretaris naar zijn mening over deze opvatting.
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris inzake de herijking van de rendementspercentages
ten behoeve van de vermogensrendementsheffing in te gaan op het na dit schriftelijk
overleg verschenen artikel Box 3: een fiscale Fyra (Overduin, C. en Romyn, M., Weekblad fiscaal recht, 7.366, 21 januari 2021). Zij
vragen de Staatssecretaris of de huidige forfaitaire aanpak in staat is om de geschetste
diversiteit aan soorten vastgoed juist te behandelen en of een aanpassing van de systematiek
hierbij niet wenselijker zou zijn waarbij vastgoed dat hoge rendementen oplevert zoals
huurwoningen in de vrije sector naar de mening van de Staatssecretaris op een andere
manier dient te worden behandeld dan vastgoed met een lager rendement. Deze leden
constateren dat in de huidige situatie waarbij inmiddels meer dan 20 procent van de
in Nederland verkochte woningen naar beleggers gaat er een enorme vermogensoverdracht
plaatsvindt die thans niet op een zinnige wijze wordt geadresseerd, niet in de laatste
plaats door uiterst goedkope leningen ten behoeve van de aanschaf aftrekbaar te laten
zijn van het opgebouwde vermogen. Zij constateren dat het loslaten van de regulering
van huurprijzen niet heeft geleid tot het nieuw bouwen van woningen, maar het massaal
opkopen van bestaande woningen waardoor starters nauwelijks nog aan woonruimte kunnen
komen en dikwijls vele malen de huur betalen die zij anders als hypotheek kwijt zouden
zijn, omdat zij er door beleggers die vrijwel gratis geld lenen uit worden geconcurreerd
bij de aankoop van een huis.
II Reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.