Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Bosch en Wiersma over het bericht 'Sensorfabrikant Photonis inzet van Nederlands-Franse strijd'
Vragen van de leden Van den Bosch en Wiersma (beiden VVD) aan de Ministers van Defensie en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Sensorfabrikant Photonis inzet van Nederlands-Franse strijd» (ingezonden 26 januari 2021).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Staatssecretaris
van Defensie (ontvangen 22 februari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Sensorfabrikant Photonis inzet van Nederlands-Franse
strijd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Teledyne bereid was aan de voorwaarden te voldoen die de Franse overheid
aanvankelijk stelde aan verkoop van Photonis aan dit bedrijf?
Antwoord 2
Ja. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en het Ministerie van Defensie
recent door het management van Photonis Roden op de hoogte gesteld van de bereidheid
van het Amerikaanse technologiebedrijf Teledyne in te stemmen met de voorwaarden die
de Franse overheid aanvankelijk stelde aan de verkoop van Photonis aan het bedrijf.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat de Franse overheid vervolgens alsnog een andere koers
is ingeslagen en alles op alles stelt om Photonis door Franse bedrijven te laten overnemen?
Antwoord 3
De voorgenomen overname door het Amerikaanse Teledyne is door de Franse overheid getoetst
onder het geldende Foreign Direct Investment-screeningsregime in Frankrijk. Dit geeft de Franse staat de mogelijkheid voorwaarden
te verbinden aan een overname, dan wel deze te doorkruisen. Bij het uitblijven van
een succesvolle overname ontstaat een risico op onderinvestering, met name ook in
de kennis en R&D. Om de strategische belangen van de Franse overheid én van Photonis
International ook op de lange termijn te borgen, geeft de Franse Minister van Defensie
aan dat het Franse Ministerie van Defensie nu een optie met enkel Franse bedrijven
verkent. In het door haar uitgegeven communiqué als toelichting op de Franse koers,
spreekt zij haar vertrouwen uit in Teledyne als belangrijke partner, maar ook dat
een overname niet in lijn is met de strategische doelen van de Franse overheid. Ook
in deze nieuwe situatie blijft de inzet van Nederland onverminderd toezien op het
behartigen van de Nederlandse belangen en het kabinet is van mening dat deze het beste
geborgd zijn bij een succesvolle overname.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat dit op termijn banen en innovatie bij Photonis Nederland,
maar ook breder gezien de samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, in gevaar
kan brengen?
Antwoord 4
Het kabinet heeft nadrukkelijk oog voor de hoogwaardige kennisontwikkeling en werkgelegenheid
in Drenthe en Groningen. Het ecosysteem rond de Rijksuniversiteit Groningen speelt
hierbij een belangrijke rol en heeft in deze context uitdrukkelijk mijn aandacht.
Hier zal het kabinet zich vanzelfsprekend voor inzetten. De innovatie en werkgelegenheid
bij Photonis Nederland zijn op de middellange en lange termijn naar verwachting beter
geborgd bij een verkoop door de huidige eigenaar. Dit is ook de boodschap die ik heb
overgebracht aan de Franse Minister van Economie en Financiën Bruno Le Maire. De Franse
optie die nu verkend wordt, zal hier ook blijk van moeten geven. Ik zal dit proces
dan ook nauwlettend blijven volgen.
Vraag 5
Bent u van mening dat Europese strategische soevereiniteit samen moet gaan met blijvende
openheid voor de instroom van kennis en kapitaal van buiten de EU, zeker als het gaat
om vertrouwde en gelijkgezinde landen, zoals de Verenigde Staten, op defensiegebied?
Antwoord 5
Wat het kabinet betreft moet gestreefd worden naar een weerbare economie, en openheid
voor en verwevenheid met derde landen is en blijft een belangrijke voorwaarde voor
een weerbare economie. Wel moet goed gekeken worden dat deze openheid geen afbreuk
doet aan het kunnen borgen van onze nationale en Europese publieke belangen, bijvoorbeeld
op het gebied van nationale veiligheid. Risico’s die voortvloeien uit openheid en
verwevenheid met derde landen worden in toenemende mate proactief in kaart gebracht
om te zorgen dat geen afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid om de publieke belangen
te borgen. Om dergelijke risico’s te ondervangen heeft het kabinet al een breed scala
aan instrumenten tot haar beschikking.
In lijn hiermee heeft Nederland op defensiegebied ook strategische partners buiten
de EU, zoals de VS en Noorwegen binnen het NAVO-bondgenootschap. In algemene zin wil
Nederland de samenwerking met derde (partner-)landen binnen Europese programma’s mogelijk
houden en maken, uitgaande van de meerwaarde die partnerlanden met hun kennis, kunde
en capaciteiten oplevert. Dit is eveneens in lijn met de recentelijk uitgebrachte
Defensievisie 2035 (Kamerstuk 34 919, nr. 71).
Vraag 6
Hoe beoordeelt u in dat kader de eerder door de Franse overheid gestelde voorwaarden
aan de verkoop van Photonis aan Teledyne?
Antwoord 6
In de contacten tussen mijn ministerie en het Franse Ministerie van Economie en Financiën
is meermaals bevestigd dat zowel gedurende de toetsing als bij het opleggen van mitigerende
voorwaarden het Nederlandse belang zorgvuldig is meegenomen in de afweging. Dit Nederlandse
belang heeft betrekking op het borgen van de ontwikkeling van hoogwaardige kennis
en R&D op beide locaties, de internationale concurrentiepositie van het bedrijf, wereldwijde
markttoegang en de hier mee gemoeide werkgelegenheid.
Vraag 7
Deelt u de conclusie dat Teledyne vanwege onder meer de kennis die zij zou inbrengen
een zeer geschikte eigenaar en partner voor Photonis zou zijn?
Antwoord 7
Of Teledyne een geschikte koper van Photonis International zou zijn, is in de eerste
plaats ter beoordeling aan de huidige eigenaar Ardian en het bestuur van Photonis
International. Op basis van de informatie die door Photonis Nederland aan ons verstrekt
is, had in het eerdere scenario – toen nog geen sprake was van de Franse optie – het
de nadrukkelijke voorkeur van zowel de Nederlandse vestiging als de Franse aandeelhouder
om in zee te gaan met Teledyne, vanwege de complementariteit op het gebied van kennisontwikkeling
en productielijnen.
Of er nu sprake is van een Amerikaanse of Franse overname, binnen de context van het
trans-Atlantische bondgenootschap, blijven onze aandachtspunten – de borging van eerder
genoemde belangen – ongewijzigd.
Vraag 8
Welke mogelijkheden heeft de Nederlandse overheid om voorwaarden te verbinden aan
een eventuele verkoop van Photonis?
Antwoord 8
Op dit moment beschikt het kabinet over een aantal middelen om voorwaarden te verbinden
aan overnames of investeringen. Alleen in uitzonderlijke gevallen, wanneer bepaalde
publieke belangen aanzienlijk geschaad worden is overheidsingrijpen bij een overname
gerechtvaardigd. Over het beschikbare instrumentarium hiervoor is uw Kamer op 2 juli
2020 geïnformeerd met de brief over de beschikbare wet- en regelgeving ter borging
van de economie, het innovatievermogen en de werkgelegenheid bij ongewenste overnames
en investeringen in Nederland (Kamerstuk 30 821, nr. 115).
In aanvulling op bestaande maatregelen die individuele bedrijven zelf kunnen nemen
– mits dit vooraf ingeregeld is – werkt het kabinet aan de uitbreiding van het stelsel
van investeringstoetsing. Dit betreft een generieke wet voor investeringstoetsing
op risico’s voor de nationale veiligheid bij overnames en investeringen, die toeziet
op de vitale processen en technologie die raakt aan de nationale veiligheid. Het kabinet
is voornemens deze wet met terugwerkende kracht in werking te laten treden, met als
peildatum 2 juni 2020. Hierover is uw Kamer geïnformeerd op 2 juni 2020 (Kamerstuk
30 821, nr. 113). Vanwege de terugwerkende kracht heeft het kabinet de mogelijkheid – zodra en indien
de wet in werking is getreden – mitigerende voorwaarden op te leggen wanneer de bescherming
van onze nationale veiligheid hier aanleiding toe geeft.
Aansluitend op dit generieke wetsvoorstel heeft het kabinet een aanvullende, sectorspecifieke
investeringstoets voor de defensie-industrie in voorbereiding. Hierover is uw Kamer
in juni 2020 geïnformeerd met de brief Voortgang wetgevingstraject sectorale investeringstoets
defensie-industrie (Kamerstuk 31 125, nr. 113).
Vraag 9
Bent u bereid om met de Franse regering contact op te nemen om duidelijk te maken
dat de overname van een defensiebedrijf door een andere partij uit een vertrouwd (en
bondgenootschappelijk) partnerland onder de juiste voorwaarden een goede manier kan
zijn om zowel de Europese strategische soevereiniteit als de toegang tot kennis en
kapitaal te borgen?
Antwoord 9
Het kabinet blijft de ontwikkelingen rondom Photonis nauwlettend volgen, waarbij onze
inzet onverminderd toeziet op de Nederlandse veiligheidsbelangen, het borgen van de
ontwikkeling van hoogwaardige kennis en R&D op beide locaties, internationale concurrentiepositie
van het bedrijf en wereldwijde markttoegang. Tegelijkertijd is het van groot belang
de weg die de Franse overheid is ingeslagen met de verkenning van mogelijke Franse
kopers voldoende tijd en ruimte te geven om tot resultaten te leiden, waarmee ook
de Nederlandse belangen worden behartigd. Daarbij wil ik benadrukken dat de contacten
tussen onze overheden goed en frequent zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.