Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Gijs van Dijk over opslag van nucleair afval net over de grens
Vragen van de leden Moorlag en Gijs van Dijk (beiden PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat over opslag van nucleair afval net over de grens (ingezonden 2 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 19 februari 2021)
Vraag 1
Kent u het bericht «Onrust over opslag nucleair afval net over de grens»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Begrijpt u dat mensen in de grensstreek van Groningen en Drenthe zich ongerust maken
over de risico’s van de opslag van kernafval in zoutkoepels in het aanliggende Emsland?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik begrijp de ongerustheid over de risico’s van een eventuele eindberging van radioactief
afval in Emsland. Het Ministerie van IenW heeft regelmatig contact met de betrokken
Duitse overheden en zal participeren in inspraakprocedures. Ik vind het belangrijk
dat ook Nederlandse burgers inspraak hebben bij besluitvorming over een Duitse eindberging
als die in de buurt van de grens met Nederland zou komen. Zie ook het antwoord op
vraag 6.
Op dit moment heeft Duitsland geen concreet voornemen om radioactief afval in zoutkoepels
in Emsland, of elders, op te slaan. Wat wel aan de orde is, is dat de Duitse overheid
een proces is gestart voor een locatiekeuze voor een eindberging voor hoogradioactief
afval. Daarover heeft het Duitse Bundesgesellschaft für Endlagerung (BGE) in het najaar
een tussenrapportage2 gepubliceerd met de resultaten van de eerste analyse van bestaande geologische gegevens
over de ondergrond van Duitsland. De tussenrapportage onderscheidt enerzijds de gebieden
die ongeschikt zijn voor de definitieve berging van hoogradioactief afval, en anderzijds
de gebieden die wijzen op een mogelijk geschikte geologische situatie. In deze 90
mogelijk geschikte deelgebieden, die gezamenlijk 54 procent van de oppervlakte van
Duitsland beslaan, lijkt het de moeite waard om in het verdere verloop van de procedure
nader onderzoek te doen, aldus de tussenrapportage. Een deel van de mogelijk geschikte
gebieden bevindt zich aan of in de buurt van de grens met Nederland.
De verdere planning van het proces voor locatiekeuze is als volgt, aldus BGE op haar
site www.bge.de. BGE werkt een locatievoorstel uit voor regio's die in fase twee bovengronds zouden
kunnen worden verkend. Daarbij zal het publiek actief worden geïnformeerd en zal het
publiek gelegenheid tot inspraak worden geboden, conform de verplichtingen van het
Verdrag van Aarhus. Ook in verdere fasen van het proces zal gelegenheid tot inspraak
worden geboden. «Het publiek» betreft iedereen, dus – indien zo’n locatie nabij Nederland
zou zijn – ook inwoners, organisaties en overheden van Nederland.
Vraag 3
Is het u bekend dat in Groningen en Drenthe in het verleden veel bezorgdheid, onrust
en protest is geweest tegen plannen om kernafval in zoutkoepels in Noord-Nederland
op te slaan? Zo ja, welke lessen dienen hier naar uw oordeel uit te worden getrokken?
Antwoord 3
Het is mij bekend dat onderzoek in een eerder stadium tot bezorgdheid in verschillende
regio’s heeft geleid. Ik vind het van groot belang om mensen tijdig te betrekken bij
het proces van het tot stand brengen van een eindberging. Ik heb daarom in 2019 een
meerjarige opdracht gegeven om daartoe een participatief besluitvormingsproces te
doordenken, gericht op een maatschappelijke overeenstemming over eindberging van radioactief
afval en verbruikte splijtstoffen. Het Rathenau Instituut is de uitvoerder van deze
opdracht.3
Hiermee is een traject gestart waarin op participatieve wijze een maatschappelijk
proces wordt ontworpen rond de besluitvorming over eindberging van radioactief afval.
Het Rathenau Instituut zal de opgedane resultaten en bevindingen gebruiken om mij
te adviseren over de te nemen stappen in een maatschappelijk gedragen besluitvormingsproces
rond eindberging van radioactief afval.
Vraag 4, 5 en 6
Bent u bereid om aan de Duitse regering de zorg en onrust van Nederlanders in de grensstreek
over te brengen over de ontwikkeling van plannen om kernafval in zoutkoepels? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bereid de Duitse regering te verzoeken af te zien van de opslag van kernafval
in zoutkoepels in de grensstreek? Zo nee, waarom niet?
Op welke wijze worden Nederlandse overheden en burgers betrokken bij de besluitvorming
in Duitsland en op welke wijze kunnen zij bedenkingen en bezwaren kenbaar maken?
Antwoord 4, 5 en 6
Ik vind het van groot belang dat Nederlandse overheden en burgers inspraak hebben
bij de besluitvorming in Duitsland. Het VN-Verdrag van Espoo4 verplicht Duitsland ertoe om Nederland in het zoekproces naar een geschikte locatie
te betrekken bij mer-procedures. Inspraak is om die reden mogelijk via de door de
Duitse overheid te zijner tijd aan te geven route.
Zoals reeds aangegeven in het antwoord op vraag 2, heeft de Duitse overheid vooralsnog
geen concrete plannen omtrent de ondergrondse opslag van radioactief afval, maar is
er sprake van onderzoek naar mogelijk geschikte aardlagen. Als locatiekeuze in Duitsland
aan de orde komt, zal inspraak door het publiek mogelijk zijn. Als Duitsland dan locaties
in de buurt van de grens met Nederland zou gaan overwegen, moeten ook de mensen aan
de Nederlandse zijde van de grens worden geïnformeerd en moet hen gelegenheid tot
inspraak worden geboden: dit is geregeld in het VN-verdrag van Espoo.
Zowel Duitsland, Nederland als de Europese Unie behoren al sinds 1991 tot de ondertekenaars
van het VN-verdrag van Espoo. In het Verdrag van Espoo zijn de verplichtingen van
partijen vastgelegd om inspraak door buurlanden op een milieueffectrapport te organiseren
wanneer er sprake is van mogelijk belangrijke nadelige milieueffecten over de grenzen
heen. Het bevat ook de algemene verplichting van staten om elkaar op de hoogte te
stellen en te raadplegen over alle grote projecten die worden overwogen die over de
grenzen heen een aanzienlijke nadelige milieu-impact kunnen hebben.
Daarnaast overleggen de Nederlandse en Duitse landelijke overheden sinds 1977 jaarlijks
over kerninstallaties en nucleaire veiligheid in het grensgebied in de Nederlands-Duitse
commissie inzake kerninstallaties (NDKK).
Het gaat in dit stadium van het Duitse onderzoek om een wetenschappelijke oriëntatie
op mogelijke locaties. Daarover hoeft Duitsland Nederland niet in te lichten, maar
zij heeft dit wel gedaan. Voorafgaand aan de publicatie van de tussenrapportage2 heeft de Duitse overheid de Nederlandse overheid in NDKK-verband geattendeerd op
de verschijning ervan.
Vraag 7 en 8
Acht u het, mede gelet op het voorzorgsprincipe, ongewenst om kernafval dat vele eeuwen
gevaarlijk blijft in zoutkoepels op te slaan? Zo nee, waarom niet?
Acht u het mogelijk dat het met zekerheid te voorspellen is dat aan het opbergen van
kernafval in zoutkoepels geen gevaren kleven voor mensen en hun leefomgeving? Zo ja,
op basis waarvan?
Antwoord 7 en 8
In Nederland zal de ANVS te zijner tijd, als er een vergunning voor een eindberging
aangevraagd wordt, de veiligheid beoordelen.
Berging in de diepe ondergrond wordt op dit moment, ook internationaal,
5
6, gezien als de meest veilige en duurzame wijze om hoogradioactief afval op de lange
termijn te beheren.7 Gericht technisch onderzoek moet uitwijzen welke aardlagen in een land geschikt of
niet geschikt zijn. Als het ontwerp voor een eindberging daadwerkelijk ontwikkeld
wordt, is er een vergunning nodig voor de bouw en exploitatie.
Vraag 9
Vindt u, met de kennis van nu, dat het niet verantwoord is om kernafval in Nederland,
meer in het bijzonder in Noord-Groningen, waar in de jaren ’70 van de vorige eeuw
serieuze plannen toe bestonden, op te slaan in zoutkoepels die bloot kunnen staan
aan bodembeweging al dan niet veroorzaakt door winning van aardgas of grondstoffen
uit de ondergrond? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De mogelijke invloed van seismische activiteit wordt meegenomen in de beoordeling
van de veiligheid van een eindberging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.