Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Palland over het korten van de WIA-uitkering voor Nederlanders die in België werken en waarvan de werkgevers een beroep doet op het stelsel vantijdelijke werkloosheid wegens overmacht in België
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het korten van de WIA-uitkering voor Nederlanders die in België werken en waarvan de werkgevers een beroep doet op het stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in België. (ingezonden 27 november 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 februari
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1084.
Vraag 1
Bent u op de hoogte dat er een aantal Nederlandse werknemers met een WIA-uitkering
die in België werkzaam zijn bij bedrijven die een beroep doen op het Belgische stelsel
van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden gekort op hun uitkering?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik van op de hoogte.
Vraag 2
Klopt het dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) de uitbetalingen
vanwege de regeling «tijdelijke werkloosheid wegens overmacht» ziet als een uitkering
gegeven door de Belgische overheid en niet als salaris en/of restverdiencapaciteit
waar deze mensen normaal gezien recht op hebben?
Antwoord 2
Bij de beantwoording van deze vraag zal ik eerst in het algemeen ingaan op de manier
waarop inkomen met een WIA-uitkering wordt verrekend. Vervolgens ga ik in op de specifieke
situatie waarin er sprake is van buitenlands inkomen, in dit geval een Belgische uitkering
op grond van de regeling «tijdelijke werkloosheid wegen overmacht». Ik concludeer
dat deze uitkering wordt gezien als inkomen uit arbeid, waarbij het loon dat de uitkeringsgerechtigde
verdiende voordat deze een Belgische WW-uitkering kreeg, wordt verrekend met de WIA-uitkering.
Inkomstenverrekening in de WIA
Voor de WIA geldt dat moet worden bepaald of inkomsten naast de uitkering moeten worden
verrekend met die uitkering. Daarvoor stelt het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten
(AIB) regels. Als hoofdregel geldt dat alles wat de uitkeringsgerechtigde uit arbeid
verdient, verrekend wordt met de uitkering. Een reguliere werkloosheidswetuitkering
(WW-uitkering) wordt eveneens verrekend met de WIA-uitkering, maar wordt niet gezien
als inkomen uit arbeid en telt daarom niet mee voor de inkomenseis in de WIA.
Een uitzondering wordt gemaakt voor de WW-uitkeringen met een bijzonder karakter,
zoals bij faillissementen, arbeidstijdverkorting en wegens buitengewone natuurlijke
omstandigheden. Omdat deze uitkeringen in de plaats treden van de loondoorbetalingsplicht
van de werkgever en het dienstverband blijft bestaan, worden deze WW-uitkeringen juist
wel gezien als inkomen uit arbeid. De wijze waarop deze inkomsten worden verrekend
gaat als volgt. Voor het vaststellen van de hoogte van het inkomen uit arbeid, wordt
gekeken naar het loon uit het loonaangiftetijdvak dat ligt voor het aangiftetijdvak
waarin de bijzondere WW-uitkering wordt betaald. Dit inkomen uit arbeid wordt meegeteld
voor de inkomenseis en vervolgens verrekend met de WIA-uitkering. De uitkeringsgerechtigde
ontvangt een uitkering die even hoog is als in de maand vóór het ontvangen van de
WW-uitkering met een bijzonder karakter.
Inkomstenverrekening als iemand een buitenlandse uitkering heeft
Dezelfde regels gelden als iemand in een andere EU-lidstaat werkt of daar een werkloosheidsuitkering
ontvangt.
De Belgische regeling «tijdelijke werkloosheid wegens overmacht» is een werkloosheidsuitkering.
Het is echter geen reguliere werkloosheidsuitkering. Een reguliere werkloosheidsuitkering
bedraagt 65% van het dagloon. Bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
meldt een werkgever de werknemer aan bij de bevoegde Belgische instantie. De werknemer
ontvangt dan een werkloosheidsuitkering van 70% van het dagloon. Daarbovenop wordt
een aanvullende uitkering betaald van € 5,63 per dag indien de «tijdelijke werkloosheid
wegens overmacht» het gevolg is van de coronacrisis.
Omdat de Belgische uitkering op grond van de «tijdelijke werkloosheid wegens overmacht»
vergelijkbaar is met WW-uitkeringen met een bijzonder karakter, behandelt UWV deze
als ware het een Nederlandse WW-uitkering met een bijzonder karakter.
Dit betekent dat als een WIA-uitkeringsgerechtigde een Belgische uitkering op grond
van de «tijdelijke werkloosheid wegens overmacht» ontvangt, het loon uit het voorliggende
loonaangiftetijdvak voor aanvang van de Belgische uitkering wordt verrekend met de
WIA-uitkering en meetelt voor de inkomenseis. De uitkeringsgerechtigde ontvangt een
WIA-uitkering die even hoog is als in de maand vóór het intreden van de Belgische
werkloosheidsuitkering.
Vraag 3
Bent u van mening dat voor mensen met een WIA-uitkering die werkzaam zijn in België
en in België een vergoeding vanuit de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht regeling
ontvangen niet gekort moeten worden op hun uitkering?
Antwoord 3
Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 2 blijft de financiële situatie van de WIA-uitkeringsgerechtigde
die in België werkzaam was qua hoogte van de WIA-uitkering gelijk aan de situatie
voordat zij werkloos werden door de corona-crisis. Ik ben dan ook van mening dat de
inkomstenverrekening bij deze uitkeringsgerechtigden op een goede manier plaatsvindt.
Vraag 4
Kunt u aangeven of dit voor Nederlanders met een WIA-uitkering die werkzaam zijn in
Duitsland en/of in andere Europese landen ook geldt? Worden de aanvullingen op het
salaris door deze overheden rechtstreeks aan de werknemers betaald of gaat dit via
de werkgevers?
Antwoord 4
In verschillende landen wordt verschillend omgegaan met aanvullingen op het inkomen
in verband met de corona-crisis.
Bij WIA-gerechtigden die in andere Europese landen werkzaam waren en door de corona-crisis
een bijzondere werkloosheidsuitkering van dat land ontvangen, wordt die bijzondere
werkloosheidsuitkering op dezelfde wijze verrekend als bij het antwoord op vraag 2
beschreven.
Als het loon wordt doorbetaald door de werkgever, zoals in Nederland door middel van
de NOW-regeling gebeurt, wordt dat inkomen verrekend met de WIA-uitkering. Dit is
de standaardwerkwijze bij verrekening van inkomen uit arbeid met een WIA-uitkering.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel Nederlanders met een WIA-uitkering werkzaam zijn over de grens
en hoeveel van deze werknemers gebruik maken van een regeling die het verlies in salaris
(gedeeltelijk) compenseert?
Antwoord 5
UWV houdt geen registratie bij van de nationaliteit van uitkeringsgerechtigden en
geen aparte registratie of er sprake is van een inkomensaanvulling vanwege de corona-crisis.
Wel is bekend dat er in december 2020 2.260 WIA-gerechtigden werkzaam waren in België.
Daarvan waren er 22 met inkomen uit een reguliere werkloosheidsuitkering, niet zijnde
de regeling «tijdelijke werkloosheid wegens overmacht».
Er waren 6.700 WIA-gerechtigden werkzaam in Duitsland. Daarvan waren er 629 met inkomen
uit een reguliere werkloosheidsuitkering.
Deze WIA-gerechtigden kunnen zowel mensen zijn die in Nederland wonen en in België
of Duitsland werk(t)en, als mensen die in België of Duitsland wonen en in België of
Duitsland werk(t)en.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om korting op de uitkering en inkomen van Nederlanders
met een WIA-uitkering die werkzaam zijn (of waren) tijdens de Corona-crisis in het
buitenland en gebruik maken van een regeling die het verlies in salaris (gedeeltelijk)
compenseert (zoals de Nederlandse NOW-regeling of de Belgische tijdelijke werkloosheid
wegens overmacht-regeling) te voorkomen? Kan deze groep anderszins ondersteunt worden
zodat hun inkomen niet gekort wordt? Zo ja, waar kunnen zij terecht?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 worden uitkeringsgerechtigden die een
buitenlandse uitkering ontvangen met een bijzonder karakter niet anders behandeld
dan WIA-gerechtigden die in Nederland werken en waarvan het loon wordt doorbetaald
op grond van de NOW.
De korting van aanvullende regelingen in verband met de coronacrisis tijdens de WIA-uitkering
gebeurt op dezelfde wijze als met inkomens ontvangen vóór de corona-crisis.
Van werknemers bij werkgevers die gebruik maken van regelingen die het loon compenseren,
zoals de Nederlandse NOW-regeling, wordt het loon verrekend met de WIA-uitkering.
De werkgever betaalt het volledige loon door, waardoor de betrokken werknemers dezelfde
WIA-uitkering ontvangen als vóór de corona-crisis.
Voor werknemers die gebruik maken van de Belgische regeling «tijdelijke werkloosheid
wegens overmacht» wordt het loon uit het voorliggende aangiftetijdvak voor aanvang
van de Belgische uitkering verrekend met de WIA-uitkering. Daardoor ontvangt deze
uitkeringsgerechtigde eenzelfde WIA-uitkering als in de maand vóór het intreden van
de Belgische werkloosheidsuitkering.
Ik zie dan ook geen reden of noodzaak om dit anders te doen. Ondanks het feit dat
deze uitkeringsgerechtigden hun werk in het buitenland hebben verloren door de corona-crisis,
is het belangrijk dat zij gestimuleerd worden om ander werk te zoeken en te accepteren.
Daarom houden de uitkeringsgerechtigden de werkhervattingsprikkel in de WIA. De dienstverlening
aan WIA-uitkeringsgerechtigden kan sinds de corona-maatregelen digitaal en telefonisch
plaatsvinden, waardoor uitkeringsgerechtigden ondersteuning kunnen blijven ontvangen
in het vinden van passend werk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.