Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Snels over "hedge funds en vermogensbeheerders die NOW steun ontvangen"
Vragen van het lid Snels (GroenLinks) aan de ministers van Financiën, van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over hedge funds en vermogensbeheerders die NOW-steun zouden ontvangen (ingezonden 21 december 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 8 februari
2021).
Vraag 1
Welke indicaties heeft u dat professionele handelaren in financiële producten, zoals
hedge funds, vermogensbeheerders en bitcoin-investeerders, gebruik maken van de NOW-regeling?
Antwoord 1
Elke onderneming met werknemers kan gebruik maken van de NOW-regeling, mits er minimaal
20% omzetverlies wordt geleden in een aaneengesloten periode van drie maanden en er
uiterlijk in februari 2020 omzet is geweest. Bovengenoemde partijen die voldoen aan
de voorwaarden kunnen dus, net zoals elke andere ondernemer, gebruik maken van de
regeling.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van het aantal professionele handelaren in financiële producten
en vermogensbeheerders dat gebruik heeft gemaakt van de NOW-regeling en de omvang
van de steun die deze partijen tot nu toe ontvangen hebben?
Antwoord 2
Ik kan u geen sluitend overzicht geven omdat UWV deze partijen niet afzonderlijk registreert.
UWV maakt gebruik van een veel bredere sectorindeling. De door u genoemde partijen
vallen onder de door UWV-gehanteerde sector «financiële dienstverlening». Deze sector
omvat meer soorten ondernemingen dan het type onderneming waar u naar vraagt. Wel
heeft UWV op mijn verzoek een openbaar register beschikbaar gesteld, waar alle bedrijven
die gebruik hebben gemaakt van de NOW geregistreerd staan.
Vraag 3 en 4
Bent u het ermee eens dat er een principieel onderscheid zit tussen het met belastinggeld
steunen van ondernemers in de reële economie, die geen invloed hebben op beperkende
maatregelen maar hier wel de nadelen van ondervinden, en professionele partijen handelend
op financiële markten, die doelbewust in producten investeren die per definitie risicodragend
zijn ten aanzien van factoren als financiële bubbels, fraude, natuurrampen en pandemieën?
Bent u het ermee eens dat corona-steunpakketten ervoor dienen om de reële economische
effecten van beperkende maatregelen op te vangen, en niet de verliezen van doelbewust
risico nemende professionele handelaren op financiële markten te stutten?
Antwoord 3 en 4
Ondernemers handelend op de financiële markten hebben evenmin als ondernemers actief
in andere sectoren van de economie invloed op de beperkende maatregelen. Hierin schuilt
derhalve dan ook geen principieel onderscheid in te verlenen steun. Ondernemerschap
gaat in alle gevallen gepaard met het nemen van risico’s. In normale tijden zijn deze
risico’s voor rekening van de ondernemer. Het kabinet beschouwt de effecten van de
Coronacrisis echter niet als behorend tot het reguliere ondernemersrisico. Daarom
heeft het kabinet uitzonderlijke economische maatregelen getroffen. Deze hebben nadrukkelijk
tot doel werk en inkomen te beschermen, door onder meer steun te richten op bedrijven
die vanwege de Coronacrisis personeel niet kunnen doorbetalen. Daarbij geldt wel dat
ik al eerder een moreel appèl heb gedaan op werkgevers om de NOW-subsidie alleen aan
te vragen als dat echt nodig is.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het uiterst onwenselijk is dat financiële handelaren die niet
behoren tot het bestuur of het management van een van een NOW-regeling gebruik makende
financiële partij bonussen ontvangen die indirect met belastinggeld betaald worden?
Antwoord 5
Ik vind dat ondernemingen die gebruik maken van de NOW verantwoord moeten omgaan met
het gemeenschapsgeld dat zij ontvangen. Ik heb ondernemers bij de totstandkoming van
het verbod op bonussen en dividend in de regeling dan ook gewezen op hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid ten aanzien van het uitkeren van bonussen en dividend en het
tegelijkertijd aanvragen van de NOW-subsidie. Tegelijkertijd geldt het bonusverbod
in de regeling alleen voor management, directie en bestuur van een onderneming. De
regeling kent geen beperkingen ten aanzien van bonussen aan ander personeel. Ik vind
het onwenselijk om onderscheid te maken tussen sectoren, want de regeling heeft als
doel het zoveel mogelijk mensen in dienst te kunnen houden, onafhankelijk van de sector
waartoe de baan behoort. Ook uitvoeringstechnisch biedt de regeling geen mogelijkheid
om onderscheid te maken tussen sectoren.
Vraag 6
Ziet u het ook als uiterst onwenselijk dat vermogensbeheerders van particulieren NOW-steun
ontvangen om hun eigen verliezen of die van hun klanten te compenseren, terwijl deze
partijen minimumvermogens per klant hanteren die oplopen tot meerdere honderdduizenden
euro’s?
Antwoord 6
De NOW voorziet in een tegemoetkoming in de loonkosten en niet in een compensatie
van eigen verliezen of die van hun klanten.
Vraag 7
Vindt u dat het bail-in principe, zoals onder andere geëxpliciteerd wordt in de bankenunie,
geschaad wordt op het moment dat professionele financiële partijen met succes beroep
doen op de corona-steunpakketten en wat zijn hier de implicaties van?
Antwoord 7
Het principe van bail-in voor banken is vastgelegd in het kader voor falende banken
(BRRD). Dit kader wordt toegepast voor banken die falen (en dus niet meer gezond zijn),
bijvoorbeeld omdat zij niet meer aan de kapitaaleisen voldoen. Door dit raamwerk worden
verliezen eerst neergelegd bij aandeelhouders en schuldhouders. Dit kader is onder
meer bedoeld om de kritieke functies van een bank overeind te houden en de belastingbetaler
zoveel mogelijk te ontzien. Daarmee worden negatieve gevolgen voor de economie opgevangen.
De NOW dient om ontslagen te voorkomen die zouden kunnen volgen uit het feit dat werkgevers
zich genoodzaakt zien om wegens bedrijfseconomische redenen als gevolg van de Coronacrisis
werknemers te ontslaan. De NOW heeft namelijk als doel om werkgevers, in deze tijden
van acute en zware terugval in de omzet, via een subsidie te ondersteunen bij het
zoveel mogelijk in dienst houden van hun werknemers. De Europese Commissie benoemt
dergelijke steun ook in haar tijdelijk staatssteunkader voor COVID-19.1 Steun die bedoeld is om gevolgen van COVID-19 op te vangen bij bijvoorbeeld financiële
instellingen heeft niet als primair doel om de gezondheid van banken te herstellen,
en leidt er daarmee niet toe dat het resolutiekader voor banken wordt geactiveerd.
Het is overigens goed om op te merken dat niet voor alle typen financiële instellingen
dergelijke kaders zijn ingesteld.
Vraag 8
Heeft u op enig moment overwogen om dusdanige beperkingen te stellen aan de steunpakketten
dat partijen actief op financiële markten, voor klanten dan wel voor eigen rekening
en risico, hier niet voor in aanmerking konden komen en wat zijn hierbij uw overwegingen
geweest?
Antwoord 8
De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) is gebaseerd op het Europees tijdelijk steunkader
Covid-19. Op basis van dit steunkader komen krediet- en financiële instellingen niet
in aanmerking voor steun. Daarmee is steun vanuit de TVL niet toegankelijk voor financiële
instellingen, verzekeringen en pensioenfondsen en overige financiële dienstverlening.
Deze uitsluiting geldt ook voor bedrijven die nevenactiviteiten uitvoeren die onder
deze SBI-codes vallen. Voor de NOW-regeling verwijs ik naar het antwoord op vraag
1.
Vraag 9
Bent u bereid om u maximaal in te spannen om paal en perk te stellen aan de mogelijkheid
voor professionele financiële partijen, handelend namens klanten dan wel voor eigen
rekening en risico, om aanspraak kunnen maken op steun van de belastingbetaler?
Antwoord 9
Het kabinet ziet geen aanleiding om binnen het huidige pakket aan steunmaatregelen
nader onderscheid te maken tussen professionele financiële partijen en ondernemers
in andere delen van de economie.
Vraag 10
Bent u bereid om uitgekeerde steun aan financiële partijen terug te vorderen, of een
dergelijke terugvordering in gang te zetten als blijkt dat deze partijen over 2020
winst hebben gemaakt en/of bonussen hebben uitbetaald aan hun eigen handelaren?
Antwoord 10
Zo lang de partijen voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen van de NOW regeling,
is het niet aan de orde en ook niet rechtmatig om de subsidie terug te vorderen. Wanneer
blijkt dat een ondernemer zich niet houdt aan het verbod om bonussen aan management,
directie en bestuur uit te keren, zal dit vanzelfsprekend wel gebeuren. De subsidie
wordt dan namelijk met terugwerkende kracht op nihil gesteld. Dat betekent dat ook
de al eerder uitbetaalde voorschotten worden teruggevorderd.
Het behalen van een positief bedrijfsresultaat over 2020 is op zichzelf geen reden
om de subsidie terug te vorderen. Binnen de NOW wordt namelijk gekeken naar de gerealiseerde
omzetdaling in de NOW-periode van drie maanden (of vier maanden binnen de NOW-2).
Wanneer blijkt dat een ondernemer minder dan 20% omzetdaling heeft gehad in deze periode,
leidt dit tot een nihilstelling van de subsidie en zal deze worden teruggevorderd.
Daarnaast heb ik tijdens de persconferentie van 31 maart 2020 een moreel appèl gedaan
op ondernemers; ik heb ondernemers toen gewezen op het feit dat zij alleen van de
regeling gebruik dienen te maken als het echt nodig is.
Vraag 11
Welke maatregelen wilt u nemen, eventueel in aanvulling op de beantwoording van de
vorige twee vragen, om te voorkomen dat handelaren in dienst bij NOW-steun ontvangende
financiële partijen, die niet tot het bestuur of het management behoren, bonussen
uitgekeerd krijgen en welke ruimte ziet u daarin om direct gebruik te maken van, dan
wel uzelf te laten inspireren door artikel 1:128 van de Wet op het financieel toezicht
(Wft)?
Antwoord 11
Zolang de ondernemingen voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen van de regeling,
acht ik aanvullende maatregelen niet gewenst. Ik vind dat de huidige vormgeving van
het bonusverbod binnen de NOW passend is. Een bredere toepassing van het bonusverbod,
namelijk het includeren van overige werknemers in dit verbod, zal leiden tot een verzwaring
die de toegang tot de NOW voor heel veel werkgevers in allerlei sectoren zal beperken.
Daarbij is het ook niet mogelijk om de regeling met terugwerkende kracht hierop aan
te passen.
Vraag 12
Kunt u voorgaande vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 12
Ja, behalve bij vraag 3 en vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.