Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aartsen over de uitspraak van het College van Beroep voor Bedrijfsleven (CBB) die ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de afwijzing van coronasteun in het gelijk heeft gesteld
Vragen van het lid Aartsen (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de uitspraak van het College van Beroep voor Bedrijfsleven (CBB) die ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de afwijzing van coronasteun in het gelijk heeft gesteld (ingezonden 23 december 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 5 februari
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1344.
Vraag 1
Bent u bekend met de drie vonnissen van het CBB waaruit blijkt dat de afwijzing van
de gevraagde steun in de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) onterecht is geweest
omdat ondernemers beoordeeld moeten worden op alle Standaard Bedrijfsindelingcodes
(SBI) die zij hebben bij de Kamer van Koophandel en niet alleen de eerst vermelde
SBI-code? Wat is uw reactie op deze uitspraak?
Antwoord 1
Ja.
Het oordeel van de rechter was dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
in eerste instantie mag uitgaan van de volgorde van de activiteiten, zoals opgenomen
in het Handelsregister. Indien een ondernemer bij RVO.nl in bezwaar bestrijdt dat
deze gegevens juist zijn, moet RVO.nl nader onderzoek doen naar de feitelijke hoofdactiviteit
van de ondernemer.
In deze drie zaken hebben de ondernemers voldoende onderbouwd dat de activiteit die
bij de Kamer van Koophandel als nevenactiviteit stond geregistreerd, hun hoofdactiviteit
was, zodat deze ondernemers alsnog een hogere subsidie hebben ontvangen.
Vraag 2
Hoeveel vergelijkbare casussen liggen momenteel voor bij het CBB? Wanneer volgen de
vonnissen van deze zaken?
Antwoord 2
Op 26 januari jl. waren er 26 beroepszaken ingediend bij het CBb die betrekking hebben
op SBI-codes. De planning van de vonnissen in deze zaken is aan het CBb.
Vraag 3
Hoeveel ondernemers hebben bezwaar gemaakt tegen een afwijzing van TVL-steun? Hoeveel
daarvan waren op basis van een verkeerde SBI-code? Hoeveel van deze ondernemers voerden
als argument aan dat zij bij een andere, niet als eerst vermelde SBI-code wel in aanmerking
zouden komen voor TVL-steun? Hoeveel van deze bezwaarschriften zijn afgewezen? Hoeveel
van deze bezwaarschriften zijn er toegewezen?
Antwoord 3
In totaal zijn 2393 bezwaarschriften ontvangen naar aanleiding van 133.158 beoordeelde
TVL-aanvragen, peildatum 26 januari 2021. Van de 2393 bezwaarschriften zijn er 1392
afgehandeld of nog in behandeling. Daarvan gaat het gaat het in 575 van die dossiers
om SBI-codes, deze zijn echter niet allemaal vergelijkbaar met de aan het CBb voorgelegde
zaken. RVO.nl houdt geen exacte registratie bij van de aangevoerde argumenten in de
individuele bezwaarzaken.
Van de bezwaren die over SBI-codes gaan en afgehandeld zijn, zijn er 179 gegrond verklaard
en 191 ongegrond. De andere bezwaarzaken die over SBI-codes gaan zijn naar aanleiding
van de uitspraak aangehouden.
Vraag 4
Hoe worden bezwaren die ondernemers maken op een beslissing van afwijzing van TVL-steun
behandeld? Worden deze bezwaren geautomatiseerd behandeld of vindt er een persoonlijke
beoordeling plaats in de bezwaarprocedure?
Antwoord 4
In de bezwaarprocedure vindt er altijd een persoonlijke beoordeling plaats. Indien
nodig, bijvoorbeeld omdat er meer informatie nodig is, wordt er eerst contact opgenomen
met de ondernemer voordat het bezwaar wordt behandeld. Meer informatie over deze procedure
is te vinden op https://mijnrvo.nl/bezwaar
Vraag 5
Bent u het eens dat het niet uit zou moeten maken in welke volgorde de SBI-codes van
een ondernemer staan maar dat wanneer zij onder de juiste SBI-code ingeschreven staan
bij de Kamer van Koophandel ze gewoon recht zouden moeten hebben op TVL? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Bij inschrijving bij de Kamer van Koophandel geeft de ondernemer een omschrijving
op van zijn activiteiten. De ondernemer geeft aan welke activiteit zijn belangrijkste
activiteit (hoofdactiviteit) is. Deze hoofdactiviteit registreert de Kamer van Koophandel
volgordelijk als eerste. Het uitgaan van de eerst geregistreerde SBI-code is een werkwijze
die het CBb kan volgen. De hoofdactiviteit is van belang, omdat aan elke activiteit,
op basis van data van het CBS, een percentage is gekoppeld van de gemiddelde vaste
lasten van ondernemingen in dezelfde sector. Dit maakt het mogelijk om grote aantallen
aanvragen snel te verwerken, en daarbij rekening te houden met sectorale verschillen
in vaste lasten.
Vraag 6
Hoe gaat u uitvoering geven aan het vonnis van het CBB? Bent u van plan de afwijzingen
van de noodzakelijke TVL-steun aan ondernemers door te zetten met slechts betere motivatie?
Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid om alsnog zo spoedig mogelijk de TVL-steun aan
de bezwaar makende ondernemers over te maken?
Antwoord 6
Zoals bij vraag 1 aangegeven heeft RVO.nl de drie zaken opnieuw beoordeeld en bepaald
dat bij de bezwaar makende ondernemers de activiteit die als «nevenactiviteit» in
het handelsregister staat geregistreerd inderdaad feitelijk de hoofdactiviteit is.
De ondernemers krijgen alsnog een hogere subsidie.
Vraag 7
Bent u het eens dat niet alleen de ondernemers die rechtszaken zijn gestart bij het
CBB recht hebben op compensatie met terugwerkende kracht maar ook ondernemers in vergelijkbare
situaties waarvan het bezwaar door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
is afgewezen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
RVO.nl beziet of de uitspraken gevolgen hebben voor de bezwaren over SBI-codes die
ongegrond zijn verklaard. Waar nodig zal RVO.nl deze bezwaren in het licht van de
uitspraken opnieuw beoordelen.
Vraag 8
Bent u bereid om dit actief te communiceren naar ondernemers waarvan in het verleden,
zo blijkt nu ten onrechte, het bezwaar is afgewezen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 7. Per bezwaar zal moeten worden vastgesteld of de uitspraken
van invloed kunnen zijn op het besluit en, zo ja, of er nadere informatie van de ondernemer
nodig is om de zaak zorgvuldig te kunnen beoordelen. Alle ondernemers die op dit punt
bezwaar hebben gemaakt zullen hier over worden geïnformeerd.
Vraag 9
Welk effect heeft deze uitspraak van de rechter op de situatie van «starters» (ondernemers
die voor 15 maart 2020 zijn gestart maar geen of geen substantiële omzet hebben gedraaid
in de referentieperiode) die momenteel buiten de boot vallen?
Antwoord 9
De mogelijke gevolgen van deze uitspraken zijn voor starters hetzelfde als voor andere
ondernemingen. Op 21 januari jl.1 is aangekondigd dat er een aparte regeling naast de TVL voor starters komt; die zal
meer soelaas bieden voor de ondernemers die voor 15 maart 2020 zijn gestart maar geen
of geen substantiële omzet hebben gedraaid in de referentieperiode.
Vraag 10
Hoeveel bezwaarschriften zijn er ingediend door deze genoemde groep starters bij RVO?
Worden deze bezwaren geautomatiseerd behandeld of handmatig? Hoeveel daarvan zijn
er afgewezen en hoeveel toegewezen?
Vraag 11
Hoeveel zaken van de genoemde groep «starters» liggen momenteel voor bij het CBB en
wanneer worden de eerste vonnissen hierover verwacht?
Antwoord 10 en 11
RVO.nl registreert niet of een bezwaarschrift wordt ingediend door een startende onderneming.
Alle bezwaren worden handmatig beoordeeld.
De planning van de vonnissen in deze zaken is aan het CBb.
Vraag 12
Wanneer kan de reactie op deze vonnissen van het CBB worden verwacht?
Antwoord 12
De planning van de vonnissen in deze zaken is aan het CBb. Indien het zaken betreft
die betrekking hebben op de SBI-problematiek zal RVO.nl deze zaken al vooruitlopend
op een uitspraak op gaan pakken via de hierboven genoemde aanpak. Mochten dat andere
zaken zijn, dan kan ik niet op voorhand aangeven wanneer een reactie komt. Dit zal
ook van de inhoud van de uitspraak afhangen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.