Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van de Molen en Van Toorenburg n.a.v. het bericht ‘Slecht Engels sprekende internationale studenten verdwijnen mogelijk in illegaliteit'
Vragen van de leden Van der Molen en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Slecht Engels sprekende internationale studenten verdwijnen mogelijk in illegaliteit» (ingezonden 15 januari 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 4 februari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Slecht Engels sprekende internationale studenten verdwijnen
mogelijk in illegaliteit»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Is bij u bekend of internationale studenten in de illegaliteit verdwijnen? Zo ja,
kunt u een inschatting maken om hoeveel oud-studenten dit gaat en uit welke landen
zij veelal komen?
Kunt u aangeven hoe het visumsysteem werkt voor internationale studenten en in hoeverre
er zicht is of oud-studenten daadwerkelijk vertrekken? Bent u bereid om meer inzet
te plegen indien u onvoldoende zicht heeft op internationale studenten die in de illegaliteit
verdwijnen?
Heeft u de indruk dat er moedwillig misbruik gemaakt wordt van de regeling? Blijven
deze studenten naar verwachting in Nederland? Zo ja, waar dan? Of vertrekken deze
studenten ook weer richting andere landen? Zo ja, welke?
Antwoord 2, 3 en 4
Instellingen voor hoger onderwijs dienen als erkend referent na (voortijdige) beëindiging
van de studie de internationale de student af te melden bij de IND die vervolgens
de verblijfsvergunning intrekt. Iemand wiens vergunning wordt ingetrokken moet Nederland
uit eigen beweging verlaten. Er zijn geen gegevens voorhanden als een student ervoor
kiest om niet terug te keren naar zijn land van herkomst maar de illegaliteit ingaat
of verblijf aanvraagt in een ander land, al dan niet binnen de EU. Dit geldt overigens
niet alleen voor studenten maar voor alle vreemdelingen die een verblijfsvergunning
hebben gekregen, zoals arbeidsmigranten en kennismigranten. Aangezien er nauwelijks
signalen zijn dat internationale studenten moedwillig misbruik maken van de toelatingsregeling
voor internationale studenten en in de illegaliteit verdwijnen, zien wij geen reden
om daar nu meer inzet op te plegen.
Vraag 5
Is dit ook een probleem bij andere EU-landen?
Antwoord 5
Er zijn geen onderzoeken bekend die een beeld kunnen geven van dit probleem op Europees
niveau, ook niet vanuit het European Migration Network (EMN is een samenwerkingsverband
van IND-organisaties binnen Europa). Binnen het EMN wordt o.a. informatie uitgewisseld
over aantallen internationale studenten en over mogelijke preventieve maatregelen,
zoals screening, controles op academische kwalificaties, studievoortgang en voorwaarden
tijdelijke verblijfsvergunningen.
Vraag 6
Wat vindt u van de aanscherping van de taaleisen van de Hogeschool Rotterdam? Bent
u van mening dat andere instellingen ook zo’n aanscherping zouden moeten doen?
Antwoord 6
De afspraken rondom de taaleisen zijn vastgelegd in de Gedragscode Internationale
Student in het Hoger Onderwijs (hierna: Gedragscode). De Gedragscode is een gezamenlijk
initiatief van de overheid en de hoger onderwijsinstellingen. Het is een instrument
van zelfregulering. De overheid stelt ondertekening van de Gedragscode door de onderwijsinstelling
als voorwaarde voor het verlenen van verblijfsvergunningen aan buitenlandse studenten
van buiten de EER. In artikel 4.3 van de Gedragscode is bepaald dat de onderwijsinstelling
een internationale student die zijn vooropleiding heeft genoten in het Engels, kan vrijstellen van de in artikel 4.2 opgenomen verplichting om een taaltest Engels af
te leggen. De formulering maakt het mogelijk om op instellingsniveau of op opleidingsniveau
maatwerk te bieden. Er bestaat geen verplichting om studenten vrij te stellen. Er
is daarom ook geen sprake van een aanscherping van de taaleisen. Mijn beeld is dat
hoger onderwijsinstellingen zelf al die afweging maken en doorgaans een taaltest laten
afnemen als studenten hun (Engelstalige) vooropleiding hebben genoten in een niet-Engelstalig
land.
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Internationalisering hoger
onderwijs en digitale veiligheid van 20 januari 2021?
Antwoord 7
Dit AO is niet door gegaan. Voor de beantwoording van deze vragen was nadere informatie
nodig van de IND en de koepelorganisaties. Eerdere beantwoording was daardoor niet
mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.