Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over de koehandel met Nieuwkoopse 'stikstofruimte'
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de koehandel met Nieuwkoopse «stikstofruimte» (ingezonden 11 januari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 4 februari
2021).
Vraag 1
Kent u de berichten «Boeren willen stikstofrechten verhuren aan de Rotterdamse haven»
en «Zuid-Holland komt met aparte beleidsregels voor Nieuwkoop»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het vooral voor het Natura 2000-gebied de Nieuwkoopse Plassen
& De Haeck van groot belang is dat stikstofemissie wordt gereduceerd door de Nieuwkoopse
veehouderij? Welke andere Natura 2000-gebieden worden (sterk) overbelast door de uitstoot
van deze veehouders?
Antwoord 2
Doordat veehouderijbedrijven uit Nieuwkoop vlakbij het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse
Plassen & De Haeck zijn gevestigd, komt de stikstof uit hun bedrijven vooral op dit
gebied neer. De bedoelde bedrijven zijn niet de hoofdoorzaak van de overbelasting
van dit gebied en andere Natura 2000-gebieden; het grote aantal bronnen dat in totaal
voor de depositie zorgt, is verantwoordelijk voor het grootste deel van de totale
depositie.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat in de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck onder andere veenmosrietland
voorkomt, waarvan de veilige grens voor stikstofdepositie ligt op 714 mol N/ha/jaar
(de kritische depositiewaarde), wat inhoudt dat de stikstofdepositie daar eigenlijk
onder zou moeten blijven?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de gemiddelde stikstofdepositie in Nederland in 2018 ruim 1.700
mol N/ha/jaar was? Wat is de huidige stikstofdepositie rond de Nieuwkoopse Plassen
& De Haeck?4
Antwoord 4
Volgens het Compendium voor de leefomgeving bedroeg de depositie van stikstof in 2018
gemiddeld over Nederland 1730 mol stikstof per ha. De depositie op de veenmosrietlanden
in Nieuwkoopse Plassen & De Haeck (het habitattype met de laagste KDW in dit gebied)
is gemiddeld ongeveer 400 mol/ha/jaar hoger dan de KDW.
Vraag 5
Beaamt u dat de stikstofreductieopgave om de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck weer in
gunstige staat van instandhouding te brengen zeer groot is?
Antwoord 5
Zoals uit het antwoord op vraag 4 blijkt, vergt het onder de KDW brengen van de stikstofdepositie
een flinke inspanning.
Vraag 6 en 7
Kunt u bevestigen dat het PAS-arrest van het Europese Hof van Justitie duidelijk heeft
gemaakt dat wanneer Natura 2000-gebieden een (veel) te hoge stikstofbelasting hebben,
maatregelen voor stikstofreductie aangemerkt moeten worden als maatregelen om te voldoen
aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 en 2 van de Habitatrichtlijn (en dus volledig
ten goede moeten komen aan de natuur), en daarmeeniet ingezet mogen worden als mitigerende of compenserende maatregel voor nieuwe projecten
(artikel 6, lid 3 en 4 van de Habitatrichtlijn)?
Kunt u bevestigen dat de PAS-uitspraak van de Raad van State daaraan heeft toegevoegd
dat het (toch) deels uitgeven van deze «stikstofwinst» (bijvoorbeeld door salderen)alleen is toegestaan wanneer de naleving van de verplichting van artikel 6, lid 1 en 2 van
de Habitatrichtlijn op een andere wijze is verzekerd?5
Antwoord 6 en 7
Dat klopt: als behoud van de natuurkwaliteit niet is geborgd en herstel van de natuur
met andere maatregelen niet mogelijk is, kunnen maatregelen die naar hun aard zijn
aan te merken als maatregelen om de doelstellingen uit artikel 6, lid 1 en 2, Habitatrichtlijn
te halen, alleen worden ingezet om de natuurkwaliteit te verbeteren, en niet om het
effect van toename van stikstof als gevolg van projecten te mitigeren.
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat met de nieuwe wet Stikstofreductie en natuurverbeteringniet is verzekerd dat de instandhoudingsdoelstellingen voor de Nieuwkoopse Plassen & De
Haeck gehaald zullen worden? Zo nee, kunt u het tegendeel aantonen?
Antwoord 8
Het wetsvoorstel en de daarmee samenhangende maatregelen uit de programma’s stikstof
en natuur hebben onder andere tot doel bij te dragen aan het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen
van stikstofgevoelige habitattypen en soorten in gebieden als Nieuwkoopse Plassen
& De Haeck.
Het kan zijn dat de mate van depositiereductie, of de snelheid waarmee die wordt bereikt,
onvoldoende blijkt te zijn om in concrete gebieden behoud te kunnen borgen en herstel
mogelijk te maken. Op voorhand is dat nu niet duidelijk, maar dat zou kunnen blijken
uit gebiedsinformatie. Het gaat dan om gevallen waar ondanks genomen herstelmaatregelen
tóch verslechtering optreedt. Als een herstelmaatregel in zo’n geval die verslechtering
dus niet kon voorkomen, is een aanvullende bronmaatregel nodig om een zodanige vermindering
van depositie te bewerkstelligen dat verslechtering wél kan worden voorkomen en realisatie
van instandhoudingsdoelstellingen mogelijk blijft.
Vraag 9
Deelt u het inzicht dat, zolang de Nieuwkoopse Plassen & De Haeck zo sterk overbelast
zijn met stikstof, het zeer onverantwoord is – en bovendien juridisch niet te verdedigen
– dat «stikstofwinst» die behaald wordt door maatregelen weer uitgegeven wordt aan
nieuwe activiteiten?
Antwoord 9
Voor zover de maatregelen in hun aard zijn aan te merken als maatregelen in de zin
van artikel 6, lid 1 en 2, Hrl, kunnen die maatregelen alleen ter mitigatie worden
ingezet als behoud is geborgd en andere maatregelen beschikbaar zijn om de instandhoudingsdoelstellingen
te halen.
Overigens ziet artikel 6, lid 1 en 2, Hrl op overheidsmaatregelen en in de Nieuwkoopse
aanpak gaat het om transacties tussen private partijen. Overheidsingrijpen zou op
grond van artikel 6, lid 2, Hrl aan de orde kunnen zijn als door de handelwijze van
private partijen verslechtering zou kunnen optreden. Op grond van beleidsregels zijn
extern salderen en verleasen toegestaan. Ik bekijk met de provincies in hoeverre de
beleidsregels handvatten bieden voor initiatiefnemers om hiervan gebruik te kunnen
maken. Dat moet initiatiefnemers helpen en tegelijkertijd moet worden gezorgd dat
behoud geborgd blijft.
Vraag 10
Bent u bereid de Nieuwkoopse veehouders het eerlijke verhaal te vertellen, namelijk
dat de uitstoot op korte termijn ten minste zal moeten halveren en dat deze reductie
geheel ten goede moet komen aan de natuur, en hen niet langer stroop om de mond te smeren
door naar hun alternatieve «oplossingen» te kijken?
Antwoord 10
In de Nieuwkoopse aanpak willen boeren door middel van innovatie hun stikstofdepositie
verminderen. Vooralsnog is er geen aanleiding om te veronderstellen dat particuliere
initiatieven naar hun aard zijn aan te merken als maatregelen in de zin van artikel
6, lid 1 en 2 Hrl, die alleen ten goede zouden kunnen komen aan de natuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.