Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Slootweg over Conservatrix
Vragen van de leden Omtzigt en Slootweg (beiden CDA) aan de Minister van Financiën over Conservatrix (ingezonden 11 januari 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 29 januari 2021).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat uw ambtsvoorganger, dhr. Dijsselbloem, in 2017 aan de
Kamer schreef dat Trier Holding BV, die de aandelen van Conservatrix voor het symbolische
bedrag van 1 euro kreeg, zou zorgen voor een kapitaalversterking van 88 miljoen euro?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was en is de afspraak tot kapitaalstorting juridisch afdwingbaar?
Antwoord 2
De aandelen Conservatrix zijn op 15 mei 2017 overgegaan naar Trier Holding BV (Trier)
door goedkeuring van het zogenoemde «overdrachtsplan» door de rechtbank. De voorwaarden
waaronder de aandelen van Conservatrix in 2017 zijn overgaan naar Trier waren uitgewerkt
in een eenzijdige verklaring van Trier, de zogenaamde «confirmation letter to the Dutch Central Bank for the transfer of the shares in Nederlandsche
Algemeene Maatschappij van Levensverzekering «Conservatrix» N.V.» dat, tezamen met het verzoekschrift aan de rechtbank, het overdrachtsplan vormde.
Deze confirmation letter is een juridisch bindend document waarin de afspraken zijn
vastgelegd tussen DNB en Trier. Daarbij is tevens voorzien in een procedure om zo
nodig nakoming af te dwingen. In die confirmation letter was vastgelegd dat Trier
zich committeert aan een kapitaalversterking bij Conservatrix conform de afspraken
die daarover met DNB waren gemaakt. Deze afspraken hielden in dat Trier het kapitaal
van Conservatrix op het moment van de overdracht van de aandelen zodanig zou versterken
dat de solvabiliteitsratio van Conservatrix ten minste 135% bedraagt. Trier zou bovendien
zorgdragen dat Conservatrix een minimum solvabiliteitsratio zou behouden van 135%.
Vraag 3 en 5
Kunt u aangeven wanneer welke stortingen gedaan zijn en op welke wijze De Nederlandsche
Bank (DNB) en de Minister van Financiën actie ondernomen hebben?
Kunt u aangeven wanneer en met hoeveel Trier het kapitaal van Conservatrix versterkt
heeft?
Antwoord 3 en 5
Uit het feitenrelaas van DNB dat ik bij mijn brief van 9 december 2020 aan de Tweede
Kamer over het faillissement van Conservatrix heb gevoegd, blijkt dat de kapitaalversterking
door Trier na de overdracht twee elementen kende. Ten eerste werd een herverzekering
gesloten ten aanzien van een deel van de portefeuille van Conservatrix met Colorado
Bankers Life Insurance Company (CBL). Daarbij werd een onderpand gestort op een apart
trustaccount, tot zekerheid van de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de
herverzekering door CBL jegens Conservatrix. Met deze herverzekering werd het risico
van een deel van de verzekeringsverplichtingen van Conservatrix aan CBL overgedragen.
Door de herverzekering daalden de solvabiliteitseisen voor Conservatrix. Deze herverzekering
deed geen afbreuk aan de verplichtingen van Conservatrix jegens de polishouders. Ten
tweede vond een directe kapitaalinjectie van EUR ca 18 miljoen in Conservatrix plaats.
Beide elementen van de afgesproken kapitaalversterking zijn na de overdracht conform
de afspraken van DNB door Trier uitgevoerd en leidden tot een solvabiliteitsratio
van 188% per eind 2017. Door de herverzekering en de kapitaalinjectie, herstelde de
financiële positie van Conservatrix en bevond haar solvabiliteitspositie zich weer
boven de wettelijke norm.
Uit het feitenrelaas blijkt dat zich na 2017 een aantal ontwikkelingen heeft voorgedaan
waardoor de solvabiliteit van Conservatrix echter opnieuw sterk verslechterde, in
het bijzonder de situatie bij CBL, waarbij Conservatrix een deel van de verzekeringsverplichtingen
had herverzekerd.
Zoals hierboven al is genoemd, had Trier zich in 2017 verbonden aan het behoud door
Conservatrix van een minimale solvabiliteitsratio van 135%. Uit het feitenrelaas blijkt
dat zowel Conservatrix als DNB Trier meerdere keren hebben gewezen op de bijstortverplichting.
Trier gaf vervolgens herhaaldelijk te kennen hieraan niet te willen voldoen, zo blijkt
uit het feitenrelaas. Vervolgens is Conservatrix in december 2019 een (juridische)
procedure gestart gericht op een veroordeling tot nakoming van de bijstortverplichting.
Die procedure heeft echter tot op heden niet in een storting door de aandeelhouder
geresulteerd.
Vraag 4
Kunt u het overdrachtsplan aan de Kamer doen toekomen en kunt u aangeven onder welke
precieze voorwaarden DNB en de Minister van Financiën akkoord zijn gegaan en kunt
u de documenten over die toestemming openbaar maken?
Antwoord 4
Het overdrachtsplan, in de zin van artikel 3:159c van de Wet op het financieel toezicht
(vervallen op 01 januari 2019), bestond, zoals hiervoor is opgemerkt, uit de eerdergenoemde
confirmation letter en het verzoekschrift van DNB aan de rechtbank. In de confirmation letter zijn de
precieze voorwaarden opgenomen waaronder Trier de aandelen Conservatrix zou verwerven
en een en ander is nader toegelicht in het verzoekschrift.
Bij het verstrekken van documenten ten aanzien van financiële ondernemingen en het
toezicht van DNB is van belang dat de Wet op het financieel toezicht een zeer stringent
geheimhoudingsregime kent dat openbaarmaking of verspreiding van toezichtvertrouwelijke
informatie in beginsel verbiedt. Deze geheimhoudingsplicht geldt niet alleen voor
de toezichthouder, maar ook voor de Minister. De bovengenoemde documenten bevatten
in grote mate dergelijke toezichtvertrouwelijke informatie.
Ik heb om die reden advies gevraagd aan de Landsadvocaat over de mogelijkheden om,
gegeven deze geheimhoudingsverplichting, de gevraagde documenten toch te kunnen verstrekken.
De Landsadvocaat concludeert, kort gezegd, dat de geheimhoudingsplicht op grond van
de Wet op het financieel toezicht enerzijds en het onderhavige verzoek op grond van
artikel 68 van de Grondwet anderzijds noopt tot een afweging ten aanzien van de gevraagde
documenten. Bij die afweging gaat het dan om de belangen die met geheimhouding worden
gediend zoals het goede functioneren van het toezicht door een open informatie-uitwisseling
tussen toezichthouder en onder toezicht staande instellingen en de belangen van betrokkenen
enerzijds en het belang van het goed kunnen uitoefenen van de controlefunctie van
het parlement door het verstrekken van de inlichtingen anderzijds. De Landsadvocaat
geeft in overweging dat vertrouwelijke verstrekking een manier kan zijn om recht te
doen aan beide belangen
In het licht van deze vereiste belangenafweging, en in het bijzonder vanwege het feit
dat deze documenten onderdeel uitmaken van lopende juridische procedures, verstrek
ik deze informatie vertrouwelijk ter inzage aan uw Kamer2. Ik wil daarbij in het bijzonder voorkomen dat openbaarmaking van deze documenten
de genoemde procedures beïnvloedt, hetgeen vervolgens voor de polishouders nadelige
gevolgen kan hebben.
Op grond van de wet diende DNB een verzoek aan de rechtbank tot toepassing van de
overdrachtsregeling te doen «in overeenstemming met de Minister van Financiën. » In de wet was destijds voorzien in betrokkenheid van de Minister in verband met het
feit dat de aandeelhouders wier aandelen door goedkeuring van het overdrachtsplan
werden overgedragen bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam konden
verzoeken om een schadeloosstelling ten laste van de Minister van Financiën. DNB was
verantwoordelijk voor het opstellen van het overdrachtsplan en daarmee voor de voorwaarden
waaronder de aandelen aan een nieuwe eigenaar zouden worden overgedragen. Mijn ambtsvoorganger
heeft in verband met de overdracht aan Trier het verzoekschrift en de confirmation
letter van DNB ontvangen. Dit ter beoordeling van de voorgenomen overdracht in het
licht van een mogelijke schadeloosstelling door de voormalige aandeelhouders.
Mijn ambtsvoorganger heeft op basis van die documenten en een analyse van de stand
van zaken bij de onderneming en (de afwezigheid van) mogelijke alternatieven aangegeven
dat het verzoek tot toepassing van de overdrachtsregeling in overeenstemming met de
Minister van Financiën kon worden gedaan. Ik voeg de briefwisseling tussen DNB en
mijn ambtsvoorganger dienaangaande bij.3
Vraag 6, 7, en 8
Op welke wijze hadden DNB en de Minister van Financiën waarborgen ingebouwd zodat
het geld juridisch niet ondergebracht zou worden in een belastingparadijs zoals Barbados?
Welke actie hebben DNB en het Ministerie van Financiën ondernomen toen delen van bet
vermogen feitelijk aan goed toezicht onttrokken werden?
Zijn er geen voorwaarden gesteld door DNB om de gelden onder te brengen in een solide
jurisdictie? En indien er wel voorwaarden zijn gesteld, welke zijn dat dan? En wat
is in dat geval uw verklaring dat deze niet hebben gefunctioneerd?
Antwoord 6, 7, en 8
Na de overdracht van Conservatrix aan Trier in 2017 was er voor de Minister van Financiën
ten aanzien van Conservatrix geen rol meer. Conservatrix was onderworpen aan het toezicht
van DNB. De Minister van Financiën heeft in beginsel geen taak of bevoegdheid ten
aanzien van individuele ondernemingen.4
Zoals blijkt uit het feitenrelaas van DNB, bracht CBL in 2018 een deel van de door
Conservatrix bij CBL herverzekerde portefeuille onder bij de Bankers Reinsurance Group
Limited (BRG), door middel van een zogenoemde retrocessie. Bij een retrocessie worden
(bepaalde) herverzekerde verplichtingen weer herverzekerd bij een andere verzekeraar.
Een retrocessie is een vorm van risico-overdracht; het kapitaal blijft op de balans
van de verzekeraar. In dit geval werd het risico van CBL aan herverzekeraar BRG overgedragen;
de activa die waren verbonden aan de risico-overdracht bleven op de balans van CBL
staan. BRG was, net als Trier, onderdeel van de toenmalige Eli Global groep (thans
Global Growth) en gevestigd op Barbados.
Uit het feitenrelaas blijkt vervolgens dat DNB als toezichthouder direct toen zij
kennis had genomen van deze overeenkomst, Conservatrix heeft verzocht om een analyse
van de risico’s van de transactie, onder meer voor de polishouders. Uit de analyse
die Conservatrix aan DNB verstrekte bleek, zo blijkt uit het feitenrelaas, dat door
de retrosessie de bestaande afspraken tussen Conservatrix en CBL niet werden aangetast.
Ook het door CBL ingebrachte onderpand ten behoeve van het herverzekeringscontract
wijzigde niet. Derhalve werd de financiële positie van Conservatrix niet direct geraakt
doordat de herverzekerde portefeuille deels bij BRG werd ondergebracht, aldus DNB.
Overigens zal de evaluatie die ik heb aangekondigd zich ook richten op de gang van
zaken met betrekking tot overdracht van een deel van de herverzekeringsverplichtingen
aan CBL en de retrocessie-overeenkomst tussen CBL en BRG.
Vraag 9
Heeft u gezien dat DNB in december aan u geschreven heeft: «Ten slotte zal in uw opdracht
en in opdracht van de raad van commissarissen van DNB, een externe evaluatie worden
gedaan van onder meer de toepassing van het wettelijk kader, het proces van besluitvorming
en de uitgangspunten en het beleid van DNB en uw ministerie vanaf de overdracht van
Conservatrix aan Trier Holding»?5
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10 en 11
Kunt u in overleg treden met DNB en hen verzoeken dit onderzoek uit te breiden en
in 2014 in te laten gaan, zodat ook de totstandkoming van de afspraken rond de overdracht
aan Trier en de instemming die daarvoor gegeven is door DNB en de Minister van Financiën,
meegenomen worden?
Kunt u de opdracht van dat onderzoek aan de Kamer doen toekomen, zodat de Kamer kan
beoordelen of de opdracht voldoende ruim (in de tijd) is en voldoende specifiek (in
de vraagstelling) is en volstrekt onafhankelijk door de keuze van de uitvoerder?
Antwoord 10 en 11
Het is van groot belang om de gebeurtenissen zorgvuldig te laten evalueren. Ik heb
daarom in mijn eerdergenoemde brief aangekondigd dat in opdracht van mij en de raad
van commissarissen van DNB een onafhankelijke evaluatie zal worden uitgevoerd naar
de gang van zaken in de periode vanaf de overdracht van Conservatrix aan Trier tot
aan het faillissement. Daarbij zal het handelen van DNB, van het ministerie en de
toereikendheid en effectiviteit van het wettelijk kader worden geëvalueerd.
Ik merk daarbij op dat de aanloop naar de overdracht van Conservatrix in mei 2017
vanzelfsprekend onderdeel zal zijn van de onderzoeksopdracht die aan de onafhankelijke
deskundigen zal worden gegeven. Daar valt dus ook onder de afwegingen die hebben geleid
tot het besluit om Conservatrix over te dragen aan Trier. Daarbij geldt voorts dat
DNB en ik, als opdrachtgevers van de onafhankelijke evaluatie, de opdrachtnemers alle
ruimte zullen geven om datgene te onderzoeken waarvan zij van oordeel zijn dat dat
in hun onderzoek zou moeten worden betrokken.
Zoals ik in mijn brief over het faillissement van Conservatrix al heb opgemerkt zal
ik de Kamer nader informeren over de opzet en de keuze voor de personen die dit onderzoek
zullen uitvoeren. De Kamer kan dan beoordelen of de opdracht voldoende ruim in de
tijd en voldoende specifiek is en voldoende onafhankelijk zal worden uitgevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.