Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op evaluatie Wet elektronische registratie notariële akten (Kamerstuk 33406-7)
2021D03799 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 28 januari 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd
over de Kabinetsreactie op evaluatie Wet elektronische registratie notariële akten
(Kamerstuk 33 406, nr. 7).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Buisman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de evaluatie van de Wet elektronische
registratie notariële akten. Het verheugt de leden om te lezen over de relatief forse
financiële besparingen door de wetswijziging. De leden hebben nog enkele vragen en
opmerkingen.
De leden lezen dat het onderzoek is geagendeerd op 27 maart 2020, maar dat het kabinet
het pas op 15 december 2020 is gelukt om met een inhoudelijk reactie te komen. Heeft
het kabinet hier een verklaring voor? Waarom hebben er de afgelopen periode geen andere
vormen van toezicht plaatsgevonden door de Belastingdienst bij de Koninklijke Notariële
Beroepsorganisatie (KNB) naast de verschillende periodieke overleggen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet gehoor geeft aan de aanbeveling
om op politiek-bestuurlijk niveau in discussie te treden over de rol van de Belastingdienst
bij de uitvoering van de Registratiewet voor zowel de registratie van notariële akten
als de registratie van onderhandse akten. Opvolging geven aan deze aanbeveling door
te zeggen dat de aanbevolen discussie gevoerd gaat worden is eenvoudig. Wat kan het
kabinet zeggen over de vorm van deze discussie? Waarom is het kabinet van mening dat
er een discussie moet plaatsvinden over het onderbrengen van de uitvoering Registratiewet
bij de Belastingdienst? Wordt er alleen op politiek-bestuurlijk niveau gediscussieerd
of speelt de KNB ook een rol? Als op politiek-bestuurlijk niveau wordt getwijfeld
aan de Belastingdienst die uitvoering moet geven aan de Registratiewet; welk andere
overheidsorgaan moet de uitvoering overnemen en waarom? Kan dan wel worden gegarandeerd
dat een goed werkende wet die bepaalde belangrijke doelstellingen dient ook binnen
een ander overheidsdienst goed functioneert? Welke ruimte geeft het mogelijk afstand
doen van uitvoering van de Registratiewet voor de Belastingdienst in mate van ICT,
fte, etc.?
De leden van de VVD-fractie weten dat naast notarissen ook belastingadviseurs en accountants
veel waarde hechten aan een vast aanspreekpunt of telefoonnummer bij de Belastingdienst.
In de verwijzing naar de Belastingtelefoon zien deze leden een bagatellisering van
de bestaande wens. Hoeveel notarissen bellen jaarlijks naar de Belastingdienst met
een specifieke vraag? Wat zijn de gevolgen als de Belastingdienst ingaat op de wens
van de notarissen en de aanbeveling van Sira Consulting om een aparte telefonische
helpdesk in te stellen voor individuele notarissen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de verwachte bezuiniging van 6,4 miljoen euro
per jaar bij de Belastingdienst niet gehaald wordt (in werkelijkheid wordt er 5 miljoen
euro per jaar bespaard) en dat de verwachte kostenbesparing bij het notariaat ruim
wordt overschreden (12 miljoen euro per jaar in plaats van de geraamde 4,9 miljoen
euro per jaar). Waarom wordt er minder bespaard door de Belastingdienst dan verwacht?
De leden lezen tussen de regels door een sector die meer dan twee keer de kosten bespaard
als verwacht en een overheidsdienst die weliswaar veel geld bespaard, maar niet zoveel
als verwacht. De leden lezen verder dat de Belastingdienst en de KNB afspraken hebben
gemaakt in het convenant over de kostenvergoeding en dat noch de KNB, noch de Belastingdienst
knelpunten ervaren rond het systeem van vergoeding. Zijn de afspraken over het convenant
en de verdeling van de gemaakte kosten dan wel in proportie ook gezien de mate van
besparing bij het notariaat en de Belastingdienst?
Is er inmiddels gestart met het groot onderhoud van de CDR-software? Zo nee, waarom
niet en wanneer wordt hier daadwerkelijk mee gestart? Zo ja, wat is het totaal aan
geraamde kosten om de systemen up-to-date te houden? Welke afspraken zijn er gemaakt
over de verdeling van de kosten?
Waarom is in eerste instantie alleen de registratie van notariële akten gedigitaliseerd
en niet de registratie van onderhandse akten? Hoe gaat het verdere onderzoek eruit
zien? Het kabinet stelt een nader onderzoek in naar de uitwerking van verschillende
scenario’s; waarom geeft voorliggend onderzoek het kabinet nog niet voldoende handvatten
om de registratie van onderhandse akten te digitaliseren? Ziet het onderzoek dat het
kabinet wil gaan uitvoeren naast het uitwerken van de verschillende scenario’s ook
op de vraag over het eigenaarschap van de uitvoering van de Registratiewet? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, welke verwachting heeft het kabinet van dat wat een nader onderzoek
nog verder bijdraagt aan de discussie over het eigenaarschap?
De leden van de VVD-fractie vragen op welke manier de Belastingdienst de kosten nog
verder kan drukken zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op de evaluatie
van de Wet elektronische registratie van notariële akten. Deze wet had tot doel om
de lasten en kosten van de uitvoering voor zowel het notariaat als de Belastingdienst
te verminderen en om minder akten kwijt te raken. Het is duidelijk dat de digitale
verwerking die nu plaatsvindt een grote verbetering is ten opzichte van de eerdere
handmatige verwerking van de circa anderhalf miljoen akten die jaarlijks worden geregistreerd.
Maar het verbaast de leden van de CDA-fractie dat hoewel de wet regelt dat de taak
van de registratie van akten verschuift van de Belastingdienst naar het notariaat,
dit het notariaat een besparing van 12 miljoen euro (4,9 miljoen euro geraamd) heeft
opgeleverd en bij de Belastingdienst maar vier miljoen euro (er was 6,4 miljoen euro
geraamd voor notariële en onderhandse akten samen ten opzichte van de realisatie van
vijf miljoen euro). Kan het kabinet een verklaring geven voor het grote verschil tussen
de besparing door het notariaat en die van de Belastingdienst, terwijl het notariaat
er juist een taak heeft bijgekregen? Waarom lukt het de Belastingdienst niet om op
een gelijke wijze te profiteren van de efficiëntere werkwijze?
In de evaluatie komt duidelijk naar voren dat het goed zou zijn als zowel het toezicht
houden op de uitvoering van de Registratiewet als de registratie van onderhandse akten
over zouden gaan van de Belastingdienst op een andere partij. De leden van de CDA-fractie
zien dit als zeer belangrijke aanbevelingen, want bij een andere partij zijn er waarschijnlijk
meer mogelijkheden om te kijken naar een efficiëntere werkwijze en verdere digitalisering.
Het kabinet gaat nu in discussie en nader onderzoeken of het toezicht op de registratie
van notariële akten en de registratie van onderhandse akten elders belegd worden en
bij welke partij. De leden van de CDA-fractie zijn erg benieuwd op welke termijn het
kabinet verwacht dat hierover een knoop zal worden doorgehakt.
Uit de evaluatie komt tevens naar voren als aanbeveling dat de Belastingdienst een
account- of relatiemanager aanstelt of een aparte telefonische helpdesk instelt. Ook
wordt aanbevolen dat de Belastingdienst bij vastgoedtransacties een betaallink met
betalingskenmerk naar de notaris stuurt voor de overdrachtsbelasting. Het kabinet
geeft aan dat aan nagenoeg alle aanbevelingen gevolg zal worden gegeven. Maar bij
deze aanbevelingen geeft het kabinet aan dat notarissen maar de Belastingtelefoon
moeten bellen en dat betaallinks pas kunnen in het kader van een algeheel onderzoek
naar modernisering van de dienstverlening van de hele Belastingdienst. Kan het kabinet
aangeven waarom hij het niet wenselijk vindt om ook deze twee aanbevelingen uit de
evaluatie op te volgen, zo vragen de leden van de CDA-fractie?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het onderzoek
naar de gewijzigde Wet elektronische notariële akten. Allereerst merken zij op dat
de evaluatiebepaling inhoudt dat een wet vijf jaar na inwerkingtreding wordt geëvalueerd
en dat dit bij deze wet reeds in 2013 het geval was. Tevens merken zij op dat het
onderzoek dat de grondslag voor de kabinetsreactie vormt reeds in maart 2020 is gepubliceerd.
Deze leden vragen het kabinet naar de reden waarom deze en andere evaluaties van fiscale
wetgeving zo lang op zich laten wachten.
De leden van de SP-fractie lezen in de reactie dat het kabinet opvolging gaat geven
aan de aanbeveling van de onderzoekers om te bezien of registratie van notariële akten
bij de Belastingdienst ondergebracht zou moeten blijven, aangezien dit geen fiscale
taak is. Deze leden kunnen hier echter niet uit opmaken wat de alternatieven zijn
en vragen het kabinet wat nu de toegevoegde waarde van deze taak is voor de Belastingdienst,
hoeveel mensen zich met deze taak bezighouden, welke bestuurlijke last het met zich
meebrengt en waar het kabinet verwacht dat de taak beter op zijn plek is. Zij merken
op dat databeveiliging en zorgvuldige uitvoering van een publieke taak bij het zoeken
naar een alternatief voorop moet staan.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet naar de gevolgen van het verlenen van
toegang tot het register aan het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Welke mogelijkheden
om onwenselijk gegevens met elkaar te verbinden kunnen hiermee ontstaan en welke noodzaak
bestaat om het BFT deze toegang te verlenen? Deze leden vragen het kabinet tevens
welke stakeholders zullen worden gevraagd te reageren bij de verkenning die de Minister
voor Rechtsbescherming gaat uitvoeren. Zij verzoeken hem experts op het gebied van
privacy en gegevensbescherming hierbij expliciet uit te nodigen.
II Reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
H.P.C. Buisman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.