Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Eijs over het bericht 'Rapport van Vrije Ondernemers Noordwijk (VON): GOM blijkt zelf de grootste onttrekker van 1e klas bollengrond'
Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Rapport van Vrije Ondernemers Noordwijk (VON): GOM blijkt zelf de grootste onttrekker van 1e klas bollengrond» (ingezonden 18 december 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
27 januari 2021).
Vraag 1
Kent u het nieuwsbericht «Rapport van Vrije Ondernemers Noordwijk (VON): GOM blijkt
zelf de grootste onttrekker van 1e klas bollengrond»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de Intergemeentelijke Structuur Visie (ISG)-afspraken tussen
vijf Duin- en Bollenstreekgemeenten?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat we zuinig moeten omgaan met het open landschap in deze streek?
Antwoord 3
Op zichzelf deel ik uw mening dat we zuinig om moeten gaan met het open landschap.
De Duin- en Bollenstreek is in 2005 door het Rijk aangewezen als één van de zes nationale
Greenports van Nederland. Dit is ingegeven door het belang als economisch dynamisch
tuinbouwgebied. In vervolg daarop hebben de gemeenten van de Duin- en Bollenstreek
in een samenwerkingsovereenkomst afgesproken te komen tot een Intergemeentelijke Structuurvisie
voor het buitengebied en over het oprichten van een gezamenlijk herstructureringsbedrijf:
Greenport Ontwikkelingsmaatschappij B.V. In het gegeven dat het een economisch dynamisch
tuinbouwgebied is, ligt een nationaal belang dat ook in de NOVI aangegeven wordt.
In de NOVI is bepaald dat op goed geschikte gronden landbouw ruimte moet krijgen voor
ontwikkeling. Dit om de omslag naar kringlooplandbouw te kunnen maken. Dit principe
kan met zich brengen dat deze gebieden ruimtelijk worden beschermd. Behoud van open
landschappen vind ik eveneens van belang. De NOVI zet in op het versterken van cultureel
erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten, maar daarin is het nationaal
belang van de Duin- en Bollenstreek niet gelegen. Vanuit de verantwoordelijkheidsverdeling
tussen Rijk, Provincies en Gemeenten, past terughoudendheid om een oordeel te geven
over het beleid dat de betrokken gemeenten voeren. Ik vind dat een zaak voor deze
gemeenten.
Ik constateer overigens dat de betrokken gemeenten zich het belang van het zorgvuldig
omgaan met het landschap aantrekken. Dit komt tot uitdrukking in de recente aanvraag
van de officiële status van nationaal park voor de Hollandse Duinen die namens 53
partijen door de provincie Zuid-Holland is ingediend. De provincies zijn verantwoordelijk
voor de afzonderlijke Nationale Parken. Het Rijk is verantwoordelijk voor het stelsel
en wijst de parken aan op voordracht van de provincies. De individuele nationale parken
moeten binnen de kaders van de zogenoemde standaard hun gebiedseigen identiteit ontwikkelen,
passend bij het karakter en de waarden van het gebied, en tevens zorgdragen voor de
vertaling ervan in de ruimtelijke kwaliteit. Noordwijk heeft besloten deel te nemen
als strategisch Partner aan het Nationaal Park nieuwe stijl in oprichting en dient
mede daarom bij alle ontwikkelingen rekening te houden met de landschappelijke waarde.
Het blijft ook dan een zaak van de gemeenten op welke wijze zij het open landschap
willen beschermen.
Vraag 4
Nu schaarse grond in deze streek wordt ingezet voor greenpoortvilla’s, terwijl kijkend
naar de huidige woningbehoefte er vooral behoefte is aan betaalbare woningen, vindt
u het inzetten van deze grond voor villa’s een goede ruimtelijke ontwikkeling?
Antwoord 4
In lijn met mijn antwoord op vraag 3, vind ik het een zaak voor de betrokken gemeenten
om hierin een afweging te maken.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het beter zou zijn om in plaats van losse bouwtitels een
samenhangend ontwerp voor goede maatschappelijke inpassing om het landschap te beschermen
en toekomstbestendig vorm te geven?
Antwoord 5
Er is in 2009 een intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Deze is in 2015 geëvalueerd
en geactualiseerd in 2016. Aan het verstrekken van losse bouwtitels ligt een samenhangende
visie ten grondslag. De vraag of de gemeenten voor een ander ruimtelijk ontwerp moeten
kiezen, vind ik een zaak voor de betrokken gemeenten in de Duin -en Bollenstreek.
Vraag 6
Bent u bekend met de signalen in dit bericht dat omdat de GOM, vanwege o.a. gemeentelijke
bezwaren, minder locaties ter beschikking heeft voor greenpoortwoningen, de Duin-
en Bollenstreekgemeenten recent een handhaafoffensief heeft gestart waarbij men dierenweides
en (moes)tuinen ontmantelt zodat het gewenste areaal van bollengrond van 2.625 ha
gehandhaafd kan blijven?
Antwoord 6
De signalen uit dit bericht zijn mij bekend, maar het is mij niet bekend dat gemeenten
handhavend optreden met het motief om het bollenareaal op peil te houden. Het is aan
gemeenten om te bepalen, met in achtneming van de in de rechtspraak ontwikkelde «beginselplicht
tot handhaving», of en wanneer overgegaan wordt tot handhaving van het geldende bestemmingsplan
en daarmee strijdig gebruik te beëindigen. De desbetreffende gebruikers kunnen zich
hiertegen via de reguliere rechtsbeschermingsprocedures verweren.
Vraag 7
Hoe verhoudt dit handhaafoffensief, leidend tot het verwijderen van deze «groene locaties»,
zich met de NOVI?
Antwoord 7
In de NOVI wordt, naast het belang als economisch dynamisch tuinbouwgebied Greenport,
aangegeven dat nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied de landschappelijke kwaliteit
moeten versterken of nieuwe moeten toevoegen en dat goed geschikte landbouwgrond beschikbaar
moet blijven.
Vraag 8
Kunt u in gesprek gaan met de betreffende gemeenten en de VON over goede ruimtelijke
ontwikkeling in lijn met de NOVI?
Antwoord 8
Het is niet aan mij om te treden in de toepassing van lokale bevoegdheden als daarmee
geen nationaal belang gemoeid is. De afweging van alle betrokken belangen over de
goede ruimtelijke ontwikkeling van de streek heeft geresulteerd in de vaststelling
van twee intergemeentelijke structuurvisies.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.