Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over de dreiging van Rusland om het belastingverdrag met het Koninkrijk der Nederlanden op te zeggen en de gevolgen voor het Nederlandse mkb
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de dreiging van Rusland om het belastingverdrag met het Koninkrijk der Nederlanden op te zeggen en de gevolgen voor het Nederlandse mkb (ingezonden 18 december 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 26 januari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over de dreiging van Rusland met betrekking tot
het opzeggen van het belastingverdrag met Nederland?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 5
Klopt het dat Rusland het belastingverdrag met Nederland wil opzeggen? Zo ja, waarom,
per wanneer, en per wanneer is het juridisch gezien ook daadwerkelijk mogelijk? Gaat
het om het hele verdrag of om specifieke verdragsartikelen? Wat is de huidige stand
van zaken? Welke stappen zijn er gezet sinds de aankondiging van Rusland tot opzegging
in augustus 2020?
Hebben alle Europese lidstaten dezelfde eenzijdige Russische eis ontvangen tot aanpassing
van de bilaterale belastingverdragen? Zo nee, welke landen niet en waarom niet? Welke
landen wel en hoe bereiden deze lidstaten hun (mkb-)bedrijven voor op de mogelijke
gevolgen wanneer wel en wanneer niet wordt ingegaan op de Russische eis? Zo ja, kunt
u dit toelichten?
Antwoord 2 en 5
Nederland is sinds 2014 in onderhandeling met Rusland over een (reguliere) gedeeltelijke
herziening van het belastingverdrag. In januari 2020 was er ambtelijke overeenstemming
over de gedeeltelijk herziening van het belastingverdrag. In augustus 2020 heeft Rusland
Nederland benaderd om de op ambtelijk niveau uitonderhandelde aanpassingen van het
belastingverdrag op een aantal onderdelen te herzien om de mogelijkheid te krijgen
onder het verdrag (hogere) bronbelastingen te kunnen gaan heffen, ook in gevallen
waar geen sprake is van verdragsmisbruik. Dit verzoek is door Rusland aan meerdere
landen gedaan, waarbij de selectie van de landen zou zijn gebaseerd op de omvang van
uitgaande dividend- en rentebetalingen vanuit Rusland naar die landen. Op basis van
de informatie die ik tot mijn beschikking heb, heeft Rusland, naast Nederland, de
volgende EU-lidstaten met hetzelfde verzoek benaderd: Cyprus, Malta en Luxemburg.
Ook zou Zwitserland zijn benaderd. In relatie tot Cyprus, Malta en Luxemburg zijn
de belastingverdragen aangepast conform het Russische verzoek. Die landen zijn echter
niet een-op-een te vergelijken met Nederland. Een aanzienlijk deel van de Nederlandse
investeringen betreft namelijk het (reële) Nederlandse bedrijfsleven dat op grote
schaal investeert en actief is in Rusland. Het voorstel komt er in de kern op neer
dat Rusland, ook in gevallen waar geen sprake is van verdragsmisbruik, slechts bereid
zou zijn om verdragsvoordelen onder strenge voorwaarden toe te kennen aan beursgenoteerde
bedrijven. Één van die voorwaarde is dat een beursgenoteerde vennootschap in Nederland
een direct aandelenbelang heeft in een dochtervennootschap in Rusland. Het ligt in
de rede dat niet alle beursgenoteerde bedrijven aan alle voorwaarden zullen (kunnen)
voldoen. Bedrijven zonder beursnotering, bijvoorbeeld familiebedrijven, zouden in
het geheel niet meer in aanmerking komen voor verdragsvoordelen. Slechts een zeer
beperkt aantal belastingplichtigen zou dan nog in aanmerking komen voor de verdragsvoordelen.
Hiermee wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van het reële Nederlandse
bedrijfsleven. Nederland heeft in dit kader constructieve tegenvoorstellen gedaan.
Nederland heeft geen formele kennisgeving van de beëindiging van het belastingverdrag
tussen Nederland en Rusland ontvangen. Wel heb ik via de media vernomen dat Rusland
het belastingverdrag wil op zeggen indien er geen akkoord kan worden bereikt en dat
de nationale procedure voor beëindiging van het verdrag reeds in de opstartfase zit.
De Nederlandse inzet is erop gericht om de gesprekken voort te zetten met als doel
alsnog tot overeenstemming te komen.
Het verdrag kan eenzijdig worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van
ten minste zes maanden voor het verstrijken van een kalenderjaar. Het belastingverdrag
houdt in dat geval op van toepassing te zijn voor belastingjaren- en tijdvakken die
aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin
de kennisgeving van beëindiging is gedaan. Dit houdt in de praktijk in dat de toepassing
van het belastingverdrag, kort gezegd, op zijn vroegst per 1 januari 2022 kan worden
beëindigd indien Rusland onverhoopt besluit om tot beëindiging over te gaan. Een belastingverdrag
kan alleen integraal worden beëindigd. Ik heb geen informatie over hoe andere landen
zich voorbereiden op een eventuele beëindiging van het belastingverdrag.
Vraag 3
Hoeveel Nederlandse (mkb-)bedrijven doen zaken met/in Rusland of met Russische bedrijven?
Op welke manier worden deze Nederlandse bedrijven geraakt wanneer het belastingverdrag
door Rusland wordt opgezegd? Kunnen ook individuele personen worden geraakt door het
eenzijdig opzeggen van het belastingverdrag?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in de beantwoording van de vragen 2 en 5 heeft Nederland van Rusland
geen formele kennisgeving van de beëindiging van het belastingverdrag ontvangen. Het
risico op dubbele belastingheffing wordt groter indien er een verdragsloze situatie
zou komen te ontstaan. Voor zover niet op andere wijze in het voorkomen van dubbele
belasting is voorzien, zoals in een verdragsloze situatie, is onder omstandigheden
een beroep op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 mogelijk. Dit is een eenzijdige
Nederlandse regeling die in voorkomende gevallen en onder bepaalde voorwaarden voorkomt
dat belastingplichtigen die in Nederland wonen of gevestigd zijn (binnenlands belastingplichtigen)
over hetzelfde inkomen tweemaal belast worden, namelijk in Nederland en in een ander
land. Een beroep op het Besluit voorkoming dubbele belastingheffing 2001 zou in voorkomende
gevallen voor bedrijven en natuurlijke personen voorkomen dat sprake zal zijn van
dubbele belastingheffing wanneer het belastingverdrag met Rusland zou zijn beëindigd.
Dat besluit zal echter niet in alle gevallen soelaas bieden. Het belangrijkste gevolg
(voor het Nederlandse bedrijfsleven) van een verdragsloze situatie is dat Rusland
(hogere) bronbelastingen zal kunnen heffen op uitgaande dividend-, rente- en royaltybetalingen.
In de tweede plaats komen deze (hogere) bronbelastingen in relatie tot Rusland in
een verdragsloze situatie niet meer voor verrekening in aanmerking. Zonder een belastingverdrag
wordt in relatie tot Rusland namelijk geen verrekening gegeven en zullen deze betalingen
in beginsel4 zowel in Nederland als in Rusland aan belastingheffing worden onderworpen (dubbele
belastingheffing).
Hoewel mij niet bekend is hoeveel in Nederland gevestigde bedrijven in Rusland actief
zijn of in Rusland investeren, is mijn indruk – op basis van de bedrijven die zich
bij mij hebben gemeld naar aanleiding van de onderhandelingen met Rusland – dat het
om substantiële bedrijvigheid in verschillende sectoren gaat. Dit gegeven wordt versterkt
door verschillende cijfers over de bilaterale economische relatie tussen Nederland
en Rusland5. Zo is Nederland één van grootste handelspartners voor Rusland en is Rusland één
van de belangrijkste handelspartners, buiten de Europese Unie, voor Nederland. De
gevolgen van een verdragsloze situatie zijn niet alleen schadelijk voor bestaande
investeringen maar werpen tevens een drempel op voor nieuwe investeringen.
Vraag 4
Deelt u de zorgen over de gevolgen van de eenzijdige opzegging van het belastingverdrag
voor Nederlandse (mkb-)bedrijven, zoals het vervallen van belastingafspraken ter voorkomen
van het betalen van dubbele belasting? Zo ja, op welke manier kunt u onze Nederlandse
(mkb-)bedrijven nu en in de komende periode helpen en informeren over de gevolgen
voor de handel met/in Rusland wanneer het belastingverdrag daadwerkelijk door Rusland
wordt opgezegd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik deel die zorgen en vind een verdragsloze situatie tussen Nederland en Rusland daarom
onwenselijk. Mijn inzet is en blijft er dan ook op gericht alsnog tot een evenwichtig
akkoord te komen. Mocht het verdrag toch onverhoopt eenzijdig worden opgezegd, dan
zal ik ervoor zorgdragen dat informatie beschikbaar komt over de beëindiging van het
belastingverdrag met Rusland. Een (groot) deel van het bedrijfsleven is zich overigens
zeer wel bewust van de mogelijke gevolgen in een dergelijk scenario. Mijn ministerie
heeft met hen (al dan niet via VNO-NCW) contact hierover.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.