Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de waardedalingsregeling
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister Economische Zaken en Klimaat over de waardedalingsregeling (ingezonden 9 november 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 18 december
2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte dat meer dan 25% van de aanvragen voor compensatie van waardedaling
van huizen in het aardbevingsgebied wordt afgewezen? Wat is daarop uw reactie?1
Antwoord 1
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) heeft tot nu toe 6.212 aanvragen afgewezen,
dat is 22% van alle aanvragen. De redenen voor afwijzing zijn divers. Een grond voor
een afwijzing is bijvoorbeeld dat een woning later aangeschaft is en er geen waardedaling
meer heeft plaatsgevonden vanaf het moment dat de eigenaar de woning in bezit kreeg.
Een andere reden voor afwijzing van aanvragen is als er rechtstreeks bij de NAM al
een vergoeding verkregen is, of als er nog een procedure loopt tegen NAM. In deze
gevallen volgt een afwijzing omdat het IMG op grond van de Tijdelijke Wet Groningen
niet bevoegd is om in die gevallen een vergoeding van schade door waardedaling toe
te kennen. In de gevallen dat tot sloop/nieuwbouw is of wordt overgegaan in het kader
van het versterkingsprogramma van de NCG wijst het IMG de aanvraag af omdat er volgens
het IMG geen sprake is van schade wegens waardedaling.
Vraag 2
Waarom zijn bezitters van een huis dat in aanmerking komt of is gekomen voor sloop/nieuwbouw
uitgesloten van deze compensatie, terwijl dat eerder niet als uitsluitingsgrond in
de voorwaarden stond? Wie heeft deze aanpassing wanneer toegevoegd en waarom?
Antwoord 2
Schade door waardedaling veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van gaswinning
is volgens het Burgerlijk Wetboek schade die moet worden vergoed. Daarmee zijn ook
eigenaren van huizen die nieuw zijn gebouwd niet ten principale uitgesloten van vergoeding
van eventuele schade door waardedaling. Echter, volgens het IMG is er bij nieuw gebouwde
huizen in de regel geen sprake van schade door waardedaling, maar van waardestijging.
Daarom vallen deze woningen niet onder de geautomatiseerde toekenning.
Het IMG bekijkt zo nodig per geval of de nieuwbouw tot een waardevermeerdering heeft
geleid die groter is dan de vergoeding van schade door waardedaling. Als er op het
moment van het besluit door het IMG nog geen WOZ-beschikking voor die (toekomstige)
nieuwe woning is, is een beoordeling niet mogelijk. Dan wordt voor dit moment de aanvraag
afgewezen en kan een bewoner, wanneer de nieuwe WOZ-beschikking wel beschikbaar is,
opnieuw een aanvraag indienen bij het IMG. Het IMG communiceert via zijn website over
de wijze waarop het de waardedalingsregeling uitvoert.2 Het IMG betrekt sinds de start van de waardedalingsregeling informatie over sloop/nieuwbouw
in de beoordeling van de aanvragen. Het IMG heeft hierover ook sinds de start van
de afhandeling van schade door waardedaling op 1 september jl., via zijn website over
gecommuniceerd.3 Sindsdien is de informatie over dit onderwerp op de website van het IMG uitgebreid,
naar aanleiding van de vragen die hierover zijn gesteld bij het IMG. Het IMG heeft
per 1 november jl. de vragenlijst in de aanvraagprocedure voor de vergoeding van schade
door waardedaling uitgebreid met een extra vraag, waarin het IMG bewoners zelf vraagt
om aan te geven of er sprake is van sloop/nieuwbouw. Op deze manier is voor bewoners
waarbij sprake is van sloop/nieuwbouw in het kader van de versterking al bij de aanvraagprocedure
duidelijk een vergoeding van schade door waardedaling niet vanzelfsprekend is.
Vraag 3
Hoe legt u uit dat bewoners, die inmiddels al een nieuwe woning hebben door middel
van sloop-nieuwbouw, wel deze compensatie hebben ontvangen terwijl de bewoners die
nu in het traject zitten niet in aanmerking komen?
Antwoord 3
Het IMG beoordeelt aanvragen om vergoeding van schade door waardedaling op basis van
de informatie die het IMG op dit moment tot zijn beschikking heeft. Zowel bij woningen
waar sloop/nieuwbouw heeft plaatsgevonden als bij woningen waar deze nog plaats moet
vinden, bekijkt het IMG in hoeverre er nog sprake is van waardedaling. Nieuwbouwhuizen
door sloop/nieuwbouw in het kader van de versterkingsoperatie, hebben volgens het
IMG vrijwel altijd een hogere waarde dan de oude woning. Deze bewoners krijgen daarom
over het algemeen geen vergoeding van schade door waardedaling. De sloop/nieuwbouw-adressenlijst,
die de NCG en het IMG hebben gehanteerd en door het IMG betrokken is bij de besluiten
omtrent waardedaling, was onvolledig. Op 88 adressen is hierdoor een vergissing gemaakt
en vergoeding toegekend waar dat niet moest. Ik ben van mening dat het de betreffende
bewoners niet aangerekend kan worden dat zij onterecht een vergoeding van het IMG
ontvangen hebben. Ik heb daarom het IMG gevraagd of het voor deze geïsoleerde groep
niet tot terugvordering zou willen overgaan. Het IMG heeft inmiddels via zijn website
gecommuniceerd dat vergoedingen voor waardedaling die ten onrechte zijn toegekend
bij 88 adressen waar sloop en nieuwbouw plaatsvindt of -vond, niet worden teruggevorderd
door het IMG.
Het IMG heeft, ter voorkoming van onterechte toekenning van schadevergoedingen in
de toekomst, in de aanvraagprocedure voor schade door waardedaling als voorzorgsmaatregel
een extra vraag ingebouwd, waarin het IMG bewoners zelf vraagt om aan te geven of
er sprake is van sloop/nieuwbouw. Wanneer er sprake is van sloop/nieuwbouw, zal het
IMG deze aanvraag afwijzen. Er zal daarom geen sprake zijn van terugvordering bij
deze aanvragen.
Vraag 4
Wat betekent dit voor bewoners die nu wel een compensatie hebben ontvangen en straks
nog in sloop-nieuwbouw traject komen? Moeten zij deze compensatie na herbouw weer
inleveren?
Antwoord 4
Het IMG beoordeelt aanvragen om vergoeding van schade door waardedaling op basis van
informatie die het IMG op het moment van het besluit tot zijn beschikking heeft. Het
IMG houdt dus wel rekening met sloop/nieuwbouw wanneer informatie hierover bekend
is. Het IMG kan geen rekening houden met gevallen waarbij in de toekomst mogelijk
alsnog besloten wordt tot sloop/nieuwbouw. Momenteel wordt door EZK en BZK bezien
hoe met deze gevallen om te gaan.
Vraag 5
Hoeveel meer is de toegevoegde waarde van een nieuw gebouwd huis dan de toegevoegde
waarde van een opgeknapt en versterkt huis? Waarom krijgt de een wel compensatie voor
de waardedaling en de ander niet?
Antwoord 5
De Adviescommissie waardedaling heeft geadviseerd over een geschikte systematiek om
schade door waardedaling af te handelen. Het IMG heeft besloten om het advies van
de Adviescommissie waardedaling te volgen. Er heeft door de Adviescommissie een analyse
van de reeds versterkte woningen plaatsgevonden. Volgens de Adviescommissie kunnen
er geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken gedaan worden over de waardedaling
of waardestijging bij versterkte woningen. Bij sloop/nieuwbouw is deze waardestijging
wel duidelijk aanwezig. Het IMG houdt bij de uitvoering van de waardedalingsregeling
daarom geen rekening met reguliere versterkingsmaatregelen aan een bestaande woning,
maar wel met sloop/nieuwbouw.
Vraag 6
Hoe staat het uitsluiten van groepen in verhouding tot de uitspraak van het Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden in het hoger beroep van Stichting Waardevermindering door Aardbevingen
Groningen (WAG)?4
Antwoord 6
Het IMG kent – als voldoende aannemelijk is dat er sprake is van schade door waardedaling
en het mogelijk is om de schade abstract te begroten – een schadevergoeding toe ongeacht
of de woning verkocht is. Hiermee volgt het IMG de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
in de zaak Stichting WAG tegen NAM. NAM is niet in cassatie gegaan tegen deze uitspraak.
In de gevallen waarin het IMG aanvragen om vergoeding van schade door waardedaling
afwijst, is naar het oordeel van het IMG niet aannemelijk dat er sprake is van schade
door waardedaling. Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 1 en 2 gaat het dan
bijvoorbeeld om gevallen waarin de waarde van de woning sinds de aankoop niet is veranderd,
er voor de betreffende schade al een vergoeding is uitgekeerd en het IMG niet bevoegd
is om de aanvraag op grond van de Tijdelijk wet Groningen in behandeling te nemen
of gevallen waarbij er naar verwachting als gevolg van sloop/nieuwbouw geen sprake
meer is van schade door waardedaling. Van het uitsluiten van groepen is derhalve geen
sprake.
Vraag 7
Welke invloed heeft de stijging van de WOZ-waarde in Groningen ten opzichte van de
stijging van de WOZ-waarde in de rest van Nederland op de bepaling van de waardevermindering?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Het IMG heeft op advies van de Adviescommissie waardedaling een methode vastgesteld
waarmee op een redelijke en doelmatige wijze schade door de waardedaling van niet-verkochte
woningen kan worden vastgesteld. Een onderdeel van die methode is het gebruik van
de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2019 als grondslag voor de berekening. De waardedalingspercentages
die het IMG toepast, behelzen de totale waardedaling in de periode 2012 tot 1 januari
2019. Veranderingen in de WOZ-waarde na de peildatum worden op dit moment niet meegenomen
door het IMG.
Vraag 8
Wat wordt er precies bedoeld met de opmerking: «(w)e begrijpen wel dat mensen het
invullen en toch proberen. Maar uiteindelijk zit je aanvragen af te wijzen die niet
logisch zijn, omdat we ze wettelijk gezien niet mogen behandelen»? Denkt u dat gedupeerden
beter willen worden van deze regeling?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 9.
Vraag 9
Waarom mogen deze aanvragen wettelijk niet behandeld worden?
Antwoord 9
In vraag 8 wordt gerefereerd aan een quote van het IMG uit berichtgeving op RTV Noord
(3 november jl.). Deze quote ziet op gevallen waarin al een vergoeding van schade
door waardedaling is toegekend of waarvoor al een procedure aanhangig is bij de burgerlijke
rechter en waarin door de aanvrager toch een aanvraag om vergoeding van deze vorm
van schade wordt ingediend bij het IMG. In de Tijdelijke wet Groningen is vastgelegd
dat het IMG in deze gevallen niet bevoegd is om deze aanvragen af te handelen. Dergelijke
aanvragen leiden daarom tot een afwijzing. Het IMG vindt het van belang hier transparant
over te communiceren en doet dat onder andere via telefonische informatie, zijn website
en de huis-aan-huis brochure die bewoners ontvangen. Uiteindelijk ligt de eindafweging
voor het indienen van een aanvraag bij de bewoner.
Vraag 10
Bent u van mening dat wanneer men een nieuwbouwwoning krijgt, omdat het oude gesloopt
moest worden doordat het door menselijk toedoen onveilig was geworden, al gecompenseerd
is of wordt voor de waardedaling? Kunt u aangeven waar die compensatie dan in zit?
Antwoord 10
Het IMG geeft aan dat het bij de afhandeling van schade door waardedaling van woningen
betrekt in hoeverre er in het kader van de versterkingsoperatie sloop/nieuwbouw heeft
plaatsgevonden of nog plaatsvindt. Hiermee wordt de waardedaling die een gevolg is
van de ligging in het aardbevingsgebied weggenomen. Deze nieuwbouwhuizen hebben volgens
het IMG immers vrijwel altijd een hogere waarde dan de oude woning. Het IMG moet hiermee
rekening houden, omdat het op grond van het schadevergoedingsrecht alleen een vergoeding
mag uitkeren wanneer er sprake is van schade. Wanneer er sloop/nieuwbouw plaatsvindt,
is niet voldaan aan het vereiste van schade omdat de schade is of op korte termijn
wordt weggenomen. Mocht vast komen te staan dat de meerwaarde van de sloop/nieuwbouw
woning niet meer is dan de waardedaling die in de betreffende postcode optreedt, dan
zal het restant alsnog worden vergoed door het IMG. Dit is op voorhand echter zeer
onwaarschijnlijk omdat een nieuwe woning tot een zeer grote meerwaarde leidt. Als
op een later moment blijkt dat er alsnog sprake is van schade door waardedaling, dan
kan de aanvrager hiervoor opnieuw een aanvraag indienen bij het IMG.
Vraag 11
Waarom blijft u bij uw besluit dat mensen die in het verleden te weinig compensatie
hebben gekregen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij N.V. (NAM) geen recht hebben
op een nieuwe beoordeling?
Antwoord 11
In het WGO op 12 november jl. en tijdens het Vragenuur op 24 november jl. heb ik met
uw Kamer gesproken over schade door waardedaling en signalen van bewoners die ontevreden
zijn met de vergoeding van NAM nu de regeling van het IMG bekend is. Ik heb uw Kamer
daarom verzocht om concrete voorbeelden en ik heb toegezegd dat ik mij wil verdiepen
in de vraag of deze bewoners recht is gedaan. Inmiddels heb ik voldoende signalen
ontvangen over dit onderwerp. Ik heb uw Kamer inmiddels meegedeeld (Kamerstuk 33 529, nr. 832) dat ik, om een goed onderbouwd antwoord te kunnen geven op de vraag of bewoners
recht is gedaan, een onafhankelijk oordeel zal vragen op basis van onderzoek door
een externe partij. Het streven is dat de uitkomsten van het onderzoek in maart 2021
gereed zijn. Vervolgens zal ik uw Kamer informeren over deze uitkomsten en over eventuele
benodigde vervolgacties.
Vraag 12
Wanneer gaat u het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) toch de bevoegdheid geven
om deze zaken opnieuw te beoordelen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 1 en 11. Het IMG is niet bevoegd om zaken die eerder beoordeeld
en afgehandeld zijn door NAM, in behandeling te nemen. Los daarvan heb ik uw Kamer
toegezegd om de door uw Kamer gedeelde signalen te onderzoeken.
Vraag 13
Waarom krijgen mensen met toegekende gaswinningsschade die buiten het postcodegebied
wonen geen compensatie van waardedaling? Waarom worden deze mensen uitgesloten?
Antwoord 13
Het IMG heeft de aanbevelingen van de Adviescommissie Waardedaling overgenomen. Deze
adviseert de gebiedsafbakening uit de methode van Atlas voor Gemeenten te gebruiken
en dit toepassingsgebied zekerheidshalve ruim vast te stellen. Het gebied waar sprake
is van waardedaling, is vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de verkoopprijzen
van 45.000 woningen in het aardbevingsgebied met woningen in de rest van Nederland.
Uit deze grootschalige vergelijking komt naar voren dat in postcodegebieden vanaf
40% toegekende schademeldingen significant sprake is van waardedaling. Bewoners in
postcodegebieden met 20–40% toegekende schademeldingen komen echter ook voor schadevergoeding
in aanmerking, omdat waardedaling daar niet uitgesloten kan worden. In postcodegebieden
met minder dan 20% toegekende schademeldingen is sprake van een tegenovergesteld effect:
de prijsontwikkeling is daar gunstiger dan in vergelijkbare delen van Nederland. Het
enkele feit dat er fysieke aardbevingsschade aan die woningen is ontstaan, betekent
volgens de Adviescommissie niet dat die woningen ook in waarde zijn gedaald door de
ligging in het aardbevingsgebied.
Vraag 14
Vindt u het rechtvaardig dat in bijvoorbeeld Scheemda de ene helft van de straat wel
in aanmerking komt voor de compensatie, maar de andere helft niet omdat die een andere
postcode heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 14
Zoals hierboven aangegeven, heeft het IMG op basis van de aanbevelingen van de Adviescommissie
Waardedaling besloten het toepassingsgebied zekerheidshalve ruim af te bakenen. Zie
ook het antwoord op vraag 13.
Vraag 15
Komt zo’n verdeeldheid in onder andere straten vaker voor? Wordt hier een inventarisatie
van gemaakt? Zo nee, bent u bereid naar deze ongelijkheid te kijken en in die gevallen
de regeling aan te passen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 15
Het is inherent aan een regeling zoals de waardedalingsregeling, dat deze begrensd
wordt. Zoals in antwoord op vraag 13 toegelicht, heeft het IMG het toepassingsgebied
zekerheidshalve ruim vastgesteld.
Vraag 16
Bent u ook bekend met het feit dat aanvragers van schadevergoeding door waardedaling
van hun huis in het Groninger gasbevingsgebied, een brief krijgen waarin staat dat
het besluit niet binnen gestelde termijn kan worden genomen en zonder reden van opgaaf
met twaalf weken wordt verlengd? Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 17.
Vraag 17
In hoeveel procent van de aanvragen kan een besluit niet tijdig genomen worden? Welke
oorzaak ligt hieraan ten grondslag?
Antwoord 17
Het IMG heeft tot nu toe bijna 58.000 aanvragen ontvangen. Het IMG heeft inmiddels
ruim 26.000 aanvragen afgehandeld en in totaal 156 miljoen euro aan schadevergoeding
toegekend. Het IMG geeft aan dat ruim 97% procent daarvan binnen de gestelde termijn
van 8 weken is afgehandeld. In 3 procent van de gevallen is deze termijn niet gehaald
en zijn de betreffende bewoners hierover per brief geïnformeerd. Deze termijn is volgens
het IMG om verschillende redenen niet gehaald: Het IMG heeft voor een aantal adressen
nadere informatie moeten opvragen bij de NAM of er al een vaststellingsovereenkomst
was gesloten met de NAM. Deze informatie is nu bekend en de aanvragen worden momenteel
afgehandeld. Bij objecten die naast een woonbestemming ook een andere bestemming hebben,
moet ook een individuele beoordeling plaatsvinden. Hiervoor is enkele weken extra
tijd nodig. In situaties waar erfrecht van toepassing is, heeft het IMG waar nodig
aanvullende documentatie bij de aanvrager opgevraagd. Daarnaast is er sprake van situaties
waarin op de woningen een zogenaamd (beperkt) zakelijk recht rust (bijvoorbeeld situaties
waarbij sprake is van erfpacht, beklemrecht, opstalrecht). Ook deze worden individueel
bekeken om te bezien of men aanspraak kan maken op de waardedalingsregeling.
Vraag 18
Welke gevolgen heeft deze vertraging?
Antwoord 18
Sommige aanvragers moeten langer dan 8 weken moeten wachten op het besluit van het
IMG, gezien de bijzondere omstandigheden van het specifieke geval.
Vraag 19
Wordt de planning voor schadevergoeding bij waardedaling aangepast? Wanneer is iedereen
gecompenseerd voor de waardedaling?
Antwoord 19
Nee. De afhandeling van schade door waardedaling wordt gefaseerd uitgevoerd. Op 1 september
jl. is gestart met de eigenaren van woningen in de gemeenten Loppersum en Appingedam.
Op 1 november volgden de eigenaren van woningen in de gemeenten Groningen en Het Hogeland.
Op 1 januari 2021 kunnen de eigenaren van woningen in de andere gemeenten een aanvraag
indienen bij het IMG. Wanneer iedereen voor waardedaling gecompenseerd is, valt niet
te zeggen. Het staat bewoners namelijk, ondanks de groepsgewijze aanpak, altijd vrij
een moment te kiezen waarop zij een aanvraag indienen.
Vraag 20
Waarom kiest u er opnieuw niet voor om alle inwoners van het gebied actief uit te
nodigen om deze compensatie aan te vragen en daarbij direct een steunpunt aan te geven?
Antwoord 20
Bewoners worden door middel van een huis-aan-huis brochure door het IMG actief geïnformeerd
over wanneer zij een aanvraag kunnen indienen. Verder heeft het IMG steunpunten geopend
in alle gemeenten (Loppersum, Appingedam, Groningen en het Hogeland) waar een aanvraag
voor schadevergoeding als gevolg van waardedaling van woningen kan worden ingediend.
In andere gemeenten worden binnenkort steunpunten geopend.
Vraag 21
Wat gaat u doen voor de groep mensen met een eigen huis die niet is staat zijn om
de compensatie voor waardedaling aan te vragen?
Antwoord 21
De aanvraagprocedure is door het IMG laagdrempelig ingericht. Het IMG heeft steunpunten
geopend waar bewoners terecht kunnen voor vragen over het indienen van een aanvraag
voor waardedaling. Daarnaast kunnen bewoners te allen tijde bij het serviceloket van
het IMG terecht.
Vraag 22
Hebben erfgenamen van mensen, die woonden in een huis waarop de waardedalingsregeling
van toepassing is, recht op deze waardedaling? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 22
Het IMG geeft aan dat als de eigenaar van een woning is overleden, er een vergoeding
van schade door waardedaling kan worden aangevraagd door de erfgenaam.
Vraag 23
Klopt het dat er bij de aanvraag van de compensatie een bedrag in beeld komt waar
je recht op hebt? Is dat dan ook het bedrag dat uitgekeerd wordt? Zo nee, waaraan
ligt dat dan?
Antwoord 23
De doelstelling van het IMG is om een laagdrempelige en transparante aanvraagprocedure
vorm te geven. Uit het oogpunt van transparantie wordt bij het indienen van een aanvraag,
voor zover bekend, door het IT-systeem van het IMG een inschatting van de schadevergoeding
gegeven. Het gaat om een inschatting waaraan geen rechten kunnen worden ontleend.
Dit wordt bij de aanvraag aan de aanvrager kenbaar gemaakt.
Vraag 24
Klopt het beeld dat er dingen op de site van het IMG worden toegevoegd, met andere
woorden, worden de kaders en/of de spelregels tijdens het proces aangepast? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 24
Het IMG past het schadevergoedingsrecht uit het Burgerlijk Wetboek toe, ook bij de
afhandeling van schade door waardedaling. De wijze waarop het IMG deze regels toepast,
is in de loop van de uitvoering van de waardedalingsregeling niet gewijzigd. Zoals
aangegeven in antwoord op vraag 2 betrekt het IMG vanaf de start van de waardedalingsregeling
sloop/nieuwbouw bij de beoordeling van schade van waardedaling bij deze woningen.
Wel is met het oog op goede informatievoorziening voor de bewoners de informatie op
de website tussentijds uitgebreid. Zo is onder andere extra informatie aan de site
toegevoegd over sloop/nieuwbouw en over de uitleg van de methode die het IMG hanteert
bij het vaststellen van de waardedaling. Daarnaast is, zoals aangegeven in het antwoord
op vraag 2, de vragenlijst in de aanvraagprocedure voor de vergoeding van schade door
waardedaling uitgebreid met een extra vraag, waarin het IMG bewoners zelf vraagt om
aan te geven of er sprake is van sloop/nieuwbouw. Het IMG geeft aan dat gezien de
omvang van deze regeling, met potentieel meer dan 120.000 aanvragen, het niet mogelijk
is om vooraf alle uitzonderingsgevallen te hebben beschreven. Echter is vanaf de start
van de regeling op 1 september jl. wel gecommuniceerd over sloop/nieuwbouw.
Vraag 25
Deelt u de mening dat het te bizar voor woorden is dat de NAM binnen afzienbare tijd
een voorschot van 90 miljoen euro ter compensatie krijgt en dat inwoners ook deze
compensatie weer moeten bevechten? Hoe verklaart u deze verschillen? Hoe gaat u uw
invloed gebruiken om het voor Groninger gedupeerden net zo makkelijk te laten verlopen,
als het voor de NAM is gegaan?
Antwoord 25
Er is geen sprake van dat bewoners de vergoeding moeten bevechten. Het IMG heeft een
laagdrempelige procedure voor bewoners ingericht met het oog op een zorgvuldige en
voortvarende afhandeling van schade door waardedaling. Zoals ook in het antwoord op
vraag 17 is beschreven, heeft het IMG in een korte periode, vanaf 1 september jl.
ruim 26.000 besluiten genomen en 156 miljoen euro aan schadevergoeding toegekend.
In 97% van de aanvragen is een besluit binnen de beslistermijn van 8 weken genomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.